Het magnum opus van Lanoye is de zogenaamde ‘Monstertrilogie’, bestaande uit Het goddelijke monster (1997), Zwarte tranen (1999) en Boze tongen (2002). Drie meeslepende en vaak hilarische romans waarin een invloedrijke familie én een tapijtenimperium ten onder gaan, tegen de achtergrond van een land dat eveneens in een diepe crisis verkeert... Een regelrechte popart-Buddenbrooks à la Flamande. Het hoofdpersonage is de beeldschone kindvrouw Katrien Deschryver. Zij schiet, bij een jachtongeval in Zuid-Frankrijk, haar echtgenoot dood omdat ze denkt dat hij een everzwijn is. Thuisgekomen en beschuldigd van moord voelt ze zich geen misdadigster maar een martelares. Als in een spiegelpaleis raakt ze omringt door schimmen van haarzelf. Zo wordt haar verhaal dat van een uiteenvallende familie in een uiteenvallend land in het hart van Europa.
Tom Lanoye (his name is pronounced the French way: /lanwa/) was born August 27, 1958 in the Belgian city Sint Niklaas. He is a novelist, poet, columnist, screenwriter and playwright. His literary work has been published and/or performed in over fifteen languages. Lanoye lives and works in Antwerp (Belgium) and Cape Town (South Africa).
Lanoye is not only a writer, but also an entrepreneur. As the youngest son of a butcher, he self-published his first work. In his own words, 'Just like all the punk bands did in those days: out of dissatisfaction with the existing structures, and to learn the trade from the inside out'.
Lanoye started out as an enfant terrible, but has become one of the most widely read and critically acclaimed authors in his language area. A writer that devotes himself to all forms of text and writing (for books, newspapers, periodicals and printed matter as well as for plays, cabaret and vocal performances) and makes regular appearances at all the major European theatre festivals.
Tom Lanoye (° 1958) is one of the best selling Flemish authors of the moment. His stories are primarily intended as confrontational mirrors of social realities at the end of the 20th and the beginning of the 21st century: the crisis of democracy, sexual identity issues (especially homosexuality), migration, and so on. Wit his sharp pen he denounces the hypocrisy and abuses in petty-bourgeois Flanders. His style is very folksy, but at the same time also very baroque, with sometimes exaggerated verbal fireworks. Unfortunately, very few of his works have been translated. This 'Monster'-Trilogy mainly focuses on some of the scandals that hit Belgium at the end of the 20th century, such as the Dutroux pedophilia scandal. Dutch review below.
Lanoye heeft met deze Monstertrilogie een echte krachttoer gerealiseerd. Over bijna 1.000 pagina’s gespreid schetst hij een uitgesproken negatief portret van de Vlaams-Belgische samenleving, op het einde van de twintigste eeuw. Politieke schandalen, instellingen die maar half functioneren, gekonkel en gefoefel in alle lagen van de bevolking… Het is echt geen fraai beeld, maar Lanoye heeft gewoon geput uit de realiteit: de Dutroux-affaire, de omkoopschandalen, en het Bende van Nijvel-mysterie vormen het voor de hand liggende kader van deze drie boeken. Uiteraard presenteert hij daarmee niet noodzakelijk een realistisch verhaal: Lanoye bedient zich royaal van de stijlfiguren “uitvergroting” en “overdrijving”, en dat is zijn goed recht; hij heeft bewust aangestuurd op een grotesk beeld. Over het algemeen is hij daar zeker in geslaagd, maar naar mijn aanvoelen gaat hij geregeld uit de bocht en wordt zijn overdrijving soms absurd en zelfs burlesk.
Lanoye presenteert zijn kijk op de Vlaams-Belgische realiteit via de lotgevallen van de familie Deschryver. De tien leden van die familie staan bij de aanvang nog bijna allemaal op het toppunt van hun macht, maar aan het einde schiet daar niks van over. De Monster-saga is dus het verhaal van een neergang, die begint op het moment dat Katrien Deschryver per ongeluk haar man doodschiet. Toch is de hele trilogie niet zo rijk aan verhaallijnen, alles bij elkaar gebeurt er niet zoveel in deze drie romans. Het accent valt eerder op de portrettering van de familieleden, en de mensen en milieus met wie ze in contact komen. En de portretten staan op hun beurt in functie van de maatschappelijke boodschap van Lanoye. Weinig psychologische uitdieping dus, en maar heel een beperkte ontwikkeling van de karakters (en soms heel ongeloofwaardig, zoals bijvoorbeeld bij patriarch Herman Deschryver die bij het begin nog quasi ongenaakbaar teert op zijn reputatie van minister en bankier, en uiteindelijk vervalt tot een blowende nitwit). Ook dat sluit natuurlijk aan bij het opzet om er een groteske van te maken.
Ronduit het zwakste element in deze romans is de portrettering van Katrien, nochtans de centrale as waarrond het verhaal draait: zij blijft de hele trilogie gewoonweg zwijgen, ondergaat alle slagen die ze krijgt quasi onbewogen, al alludeert Lanoye voortdurend op het grote geheim dat ze met zich meedraagt en dat haar continu plaagt in de vorm van hallucinaties? Op het einde van de trilogie blijkt dit allemaal op vrijwel niets te berusten, wat toch een afknapper is, en nog eens bewijst dat het Lanoye helemaal niet om de personages en de verhaallijn te doen was, maar om zijn boodschap.
Blijft dan de taal waarin de drie boeken geschreven zijn. In het verlengde van de groteske inhoud heeft Lanoye zijn al erg Vlaamse en spreektalige stijl nog verder bijgeschaafd en opgedreven. Vettig-Vlaams is de beste omschrijving, met telkens eigen accenten en invulling per personage. Je moet daar uiteraard een beetje voor zijn, maar het werkt wel, en vooral: het levert spetterend vuurwerk op, vooral in deel 2. Het is de taal en de stijl die de grote kracht uitmaken van deze trilogie, eerder dan het verhaal. Maar ook hier durft Lanoye te ver te gaan in de overdrijving: bepaalde scènes zijn met zoveel panache beschreven dat ze op het randje (en soms er over) van het wansmakelijke gaan. Wellicht is dat bewust gedaan door de schrijver, net zoals ik vermoed dat vooral de homo-gerelateerde scènes met opzet tot de “vettigste” passages zijn gemaakt om te provoceren.
Dus nog eens: een krachttoer is deze Monster-trilogie zeker, meer door de taal en stijl, dan door het verhaal, dat toch wel een aantal zwakheden bevat. Wat blijft hangen is een zeer naargeestig portret van onze samenleving en het leven in het algemeen. Het is significant dat Lanoye zijn personages na hun dood opnieuw ten tonele voert (erg zwakke scènes zijn dat trouwens) als wijze, ruimdenkende en levenslustige geesten, wat zijn onderliggende boodschap als “het leven is een tranendal” alleen maar kracht bijzet. (rating 2.5 sterren)
Een overvloed aan taalvirtuositeit, een pretpark vol geestigheid, maar helaas langdradig en met een hinderlijke verhaalstructuur. Af en toe een vlaag aan oppervlakkige inzichten die door elegante bewoording een schijn van originaliteit opwekt.
Echt genoten heb ik, van dit boek. Lanoye weet de kleine kantjes van mens en maatschappij op een prachtige manier te verwerken tot een literair pareltje! Soms absurd, soms gruwelijk, soms wreed, soms dramatisch, ... maar met een vleugje humor en vooral met een liefde voor de Nederlandse/Vlaamse taal. Toch voelt het boek niet zwaar aan, neen, het leest opmerkelijk vlot en weet van begin tot eind (jawel de volle 850+ pagina's lang) te boeien, te intrigeren en mee te slepen.
Waanzinnig geschreven. Luguber bij vlagen, vaak tragi-komisch en zeer smakelijk leesvoer. Een machtige familie die knullig ten onder gaat in Vlaanderen. Je volgt meer dan 12 karakters, Personages die zich door de ellende worstelen, of juist ellende creëren. Heftige droombeelden/nachtmerries en zeer vermakelijke doden die de boel voorzien van commentaar.
Dus: HET GODDELIJKE MONSTER: 4 uit 5 ZWARTE TRANEN: 3 uit 5 en tenslotte BOZE TONGEN weer 4 uit 5. Als Lanoye de ondergang van een familie en een land schetst, is het een waanzinnige ondergang. Zoals Marijn van der Jagt (VN) zegt: "Godbloddiefokking goed", niet alleen zijn theaterwerk zeg ik.
Aan de hand van een vooraanstaande Vlaamse familie die volledig uiteenvalt, fileert Lanoye het België van de jaren '80 en '90, van de bende van Nijvel, over Agusta tot Dutroux en de Witte Mars. Hij doet dat met veel bravoure en schitterende taal (de verschillende taalregisters en -genres, zoals de 'gij'-vorm van de tantes). Naast de chaos en misstanden in ons land portretteert hij ook de verschillende familieleden in hun luxueuze maar benauwende omgeving waar ongeveer iedereen helemaal alleen is. De vele verwijzingen naar de gebeurtenissen uit die tijd, zonder namen te noemen, licht heel even het deksel van een hoop stinkende potjes, maar met een kwinkslag en een knipoog, de bekende baldadige humor van Lanoye, til je niet te zwaar aan die faits divers van toen.
Trilogy. First book is glorious. The others are longwinded, at times written just as strongly as the first book, at times tedious. Het goddelijke monster - 5 stars Zwarte tranen - 2 stars Boze tongen - 2 stars
a monumental piece. 850 pages of postmodern prose. began reading on the first day in brussels, hoping to have it finished by the end of the six day trip. what a fool i was. took me five months to plough trough this pile of mythological perversity. it has solidified my view of belgian superiority over this netherlands i live in.