Een keurige man met Arabisch uiterlijk geeft zich aan op een politiebureau in Miami. Hij bekent dat hij een terroristische aanslag wil plegen. Hij moest zich hier melden, zegt hij, al weet hij niet van wie. In een plastic tasje heeft hij de bewijzen: een foto van het Empire State Building en een bouwtekening van iets wat lijkt op een bom. Even later verschijnt de woordvoerder van het Witte Huis op tv. Hij verklaart dat de afgelopen twee weken zestien arrestaties zijn verricht. In alle gevallen hebben de mannen zware criminelen en terroristen zich vrijwillig aangegeven om redenen die nog opgehelderd moeten worden. Verder worden er geen nadere mededelingen gedaan. Vanaf dat moment ontvouwt zich een zinderend, huiveringwekkend verhaal over de wereld van de internationale machtspolitiek na nine-eleven.
Willem Asman (1959) is schrijver. Hij studeerde in 1985 af aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam, en werkte vervolgens vijftien jaar voor Oracle.
Hij is oprichter en eigenaar van een adviesbureau voor change management en communicatie. Van 2008 tot 2012 was hij voorzitter van het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs en de Stichting Gouden Strop, van 2013 tot 2016 penningmeester van de Stichting Lira.
Aardig verhaal. Maar toch blijf ik moeite houden met superbegaafde hoofdpersonen die met bovennatuurlijke krachten dingen gedaan krijgen. Het tweede wat mij irriteert aan dit boek zijn de meest prachtige volzinnen en uitspraken die terloops worden gedaan. Alsof over elke zin een filosoof heeft nagedacht, net te weinig naturel om geloofwaardig te zijn.