'Minuut na minuut, uur na uur, dag in dag uit was ik de juiste persoon op de juiste plaats en de tijd vloog en ook ik kreeg vleugels en minuut na minuut, uur na uur, dag na dag voelde de leugen, mijn zwendel, aan als een gevleugelde waarheid. Niet geschapen voor het moederschap was ik, niet voor het dochterschap, niet voor het eegaschap, ik was geschapen voor het lijfartsschap.'
De lijfarts in deze roman is Muriël Wijnings. Anderhalf jaar voordat ze op de stoep van het huis verschijnt waar ze de rol van haar leven gaat spelen, begint haar verhaal... in november, in South Dakota, in de Badlands, op de dag dat ze haar vier maanden oude zoon aan zijn lot heeft overgelaten. Zeven maanden zal ze daar blijven, verder van huis dan ooit. Dan, in de zomer, keert ze terug naar Nederland met maar één doel voor ogen: ze wil het recht opbouwen om haar zoon onder haar hoede te nemen. De functie die haar op het lijf is geschreven, het lijfartsschap, ligt dan nog volkomen achter de horizon. De Lijfarts is een genereuze, geraffineerd gecomponeerde roman.
Onderhoudend en bij vlagen spannend geschreven met bijzondere wendingen. Het nut van de talloze herhalingen bleef me echter ontgaan. Stijlfiguren als vloek van het digitale tijdperk? Jane Austen - om maar iemand te noemen - schreef noodgedwongen met een ganzenveer (of toch al een kroontjespen?) en papier was te duur en te schaars voor dit soort frivoliteiten…
Weinig sympathie op kunnen brengen voor hoofdfiguur. Schrijfstijl is goed. Omdat ik wilde weten wat er verder zou gebeuren of de hoofdpersoon nog inzicht zou verkrijgen heb ik het uitgelezen. Niet dus, geen aanrader, tenzij je geïnteresseerd bent in de problematiek van ouder-kind relaties.