Tom Lanoye (his name is pronounced the French way: /lanwa/) was born August 27, 1958 in the Belgian city Sint Niklaas. He is a novelist, poet, columnist, screenwriter and playwright. His literary work has been published and/or performed in over fifteen languages. Lanoye lives and works in Antwerp (Belgium) and Cape Town (South Africa).
Lanoye is not only a writer, but also an entrepreneur. As the youngest son of a butcher, he self-published his first work. In his own words, 'Just like all the punk bands did in those days: out of dissatisfaction with the existing structures, and to learn the trade from the inside out'.
Lanoye started out as an enfant terrible, but has become one of the most widely read and critically acclaimed authors in his language area. A writer that devotes himself to all forms of text and writing (for books, newspapers, periodicals and printed matter as well as for plays, cabaret and vocal performances) and makes regular appearances at all the major European theatre festivals.
“Achille had zich altijd van de liefde weten af te maken als van een nest jonge katten, die je moet begraven terwijl ze blind zijn en nog geen geluiden maken.”
“Zodra het weer het toelaat, zitten de mensen op een stoel voor hun deur. Zo stil is het dan, dat zelfs overburen met elkaar kunnen praten zonder de straat te moeten oversteken.”
Mijn eerste Lanoye. Vier verhalen, met gedeeltelijk autobiografische inslag. Wat onmiddellijk opvalt is het spetterend taalgebruik: vinnig, overvloedig, soms zelfs baldadig en meestal volks. Veel herinneringen aan zijn jeugd en aan zijn familie, de omgeving waarin hij opgroeide; met af en toe een toets nostalgie (vooral het laatste verhaal). En dan de exuberante verbeelding, de absurde wendingen. Veelbelovend dus, want dit is het prozadebuut van Lanoye. Maar je merkt ook dat het vingeroefeningen zijn, met soms onvoldragen verhaallijnen of wendingen die de beloftevolle aanzet teniet doen. Toch best leuk om te lezen.
Vier kortverhalen, waarvan het eerste en het laatste semi-autobiografisch zijn. Alle vier bevatten ze een hoop absurditeiten maar Lanoye komt daar goed mee weg.
Dit is het eerste deel van de Wase-trilogie (autofictieve verhalen over de schrijver en zijn omgeving en familie). En wanneer je dit leest ná het ontroerend mooie laatste deel van de trilogie, Sprakeloos, dan weet je dat Lanoye met de jaren alleen maar beter zal worden. Dus op naar Kartonnen dozen, deel twee.
De mooiste passage voor mij komt uit het vierde kortverhaal, waarin vooral zijn jong overleden broer Guy aan bod komt.
(een nog heel jonge Tom valt met badmantel en al in het stedelijke zwembad)
De badmantel zoog zich vol water en trok me naar beneden. Het gejoel stierf weg en het zonlicht werd groen gefilterd. Ik keek verwonderd om me heen, en zag in her halfduister de trage bewegingen van mijn eigen armen, die zich uit de badmantel probeerden te bevrijden. Door het water zat de knoop in de gordel muurvast. Ik raakte niet in paniek, integendeel, met oprechte verbazing zag ik luchtbellen die mijn mond verlieten en dwarrelend opstegen, naar het glinsterende wateroppervlak boven me. Mijn voeten raakten de gladde mosgroene bodem. Toen dook door het oppervlak mijn broer op me af, in een wolk van luchtbellen. Hij wurmde mijn armen uit de badmantel, stroopte hem naar beneden, sloeg een arm om mijn middel en zette zich tegen de bodem af. Pijlsnel schoten we naar boven. Het gejoel barstte weer los. Mijn broer hees me naar de kant en schudde me dooreen. Hij zag lijkwit. Ik spuwde een straaltje water uit en zei, nog steeds oprecht verbaasd : 'Het is prachtig daar beneden. Alles ziet groen. Er hangen benen boven je, zonder bovenlijf, en die trappelen maf in het rond. Wanneer gaan we nog eens?' Mijn broer gaf me een draai om de oren en schold me de huid vol. Een geluk dat zijn liefje me in het water had zien vallen, anders was ik verzopen, enzovoort. Ik begon te huilen. Een uur later huilde ik nog, hartverscheurend. Nu weet ik waarom. Ik begreep dat er een dag komt waarop we verliezen. Als ik verdronken was, had ik hem daar en dan verloren. Voorlopig schrijnde mijn wang nog van de slag die hij me gegeven had; ik was er dankbaar voor als voor een streling. Maar ik wist vanaf toen dat ik hem verliezen kón, en hij mij, en dat verbondenheid een illusie is.
(enkele jaren later komt Guy om in een auto-ongeval)
Vier schitterende verhalen. Twee met autobiografische inslag. Allemaal speels, fantasierijk en met een flinke dosis humor. Maar wat ik het meest bewonder: die taal! Lanoye schrijft als de storm die nu door ons land raast. Met veel bombarie sleurt hij je helemaal mee en blaast hij je omver (ik kan stormgrapjes blijven maken). Of om het thematisch wat meer te doen aansluiten bij het boek: het mag wat meer zijn.
Omdat ik mezelf had voorgenomen eindelijk eens wat meer te lezen van dit Vlaams erfgoed, besloot ik te beginnen bij het begin van zijn prozawerk: Een slagerszoon met een brilletje. Het is eerste boek van de Wase-trilogie, waarvan ik het derde boek al meerdere keren las. Ik verwachtte dus iets in dezelfde lijn: een aaneengesloten vertelling over zijn leven als kind van ouders die een slagerij runden. Helaas was dat niet zo, en bestaat dit nochtans sowieso al dunne boekje uit vier kortverhalen, waarvan eentje inderdaad over de slagerij en zijn ouders. Een tweede gaat over een man die zichzelf zo snel leerde lezen dat hij het zichzelf als doel stelde om alle boeken ter wereld te lezen. Helaas haalde hij tijdens die queeste de wraak van een bibliothecaris uit zijn kindertijd op de hals, en werd dat zijn ondergang. In het derde verhaal verzamelt Jules wrakken en hakt hij zijn eigen penis eraf uit angst zijn vrouw te verliezen, ja ’t is echt waar. Het hoofdpersonage van het laatste verhaal is Tom zelf die in verschillende versies van zichzelf een surrealistische one man show opvoert en vertelt over de broer naar wie hij zo opkeek, maar die jammerlijk verongelukte.
Het is meer een uitpakken met zijn schrijfstijl, met wat hij allemaal kan. Een wervelwind die een belofte inhoudt: lees mij, want het gaat u niet teleurstellen. Dus ik ben desondanks mijn aversie voor kortverhalen benieuwd naar méér.
Heerlijk absurd, beeldend, hartverscheurend bij tijd en wijl. Heerlijk Lanoye. Ik heb de Wase trilogie in omgekeerde volgorde gelezen en heb van elk boek enorm genoten. Sprakeloos was mijn eerste kennismaking met Tom Lanoye en heeft me een fervente fan gemaakt.
In principe heel mooi geschreven en hele (!) creatieve korte verhalen, een soort heel nonchalant, subtiel, zacht absurdisme meets magisch realisme, maar daarom (?) des te vreemder en jammer dat er racistische scheldwoorden in staan..? Why? :/
Met ‘Een slagerszoon met een brilletje’ zet schrijver Tom Lanoye de romanwereld op zijn kop. De Sint-Niklazenaar laat de traditionele volgorde van kop en staart voor wat ze zijn, maar schiet vooruit en terug naar believen. Hij gebruikt de werkelijkheid, zíjn werkelijkheid, op een ongeziene en literair-hoogstaande manier. Het eerste deel van de Wase-trilogie is meteen het begin van een uitgebreide, maar uiterst interessante kennismaking met één van Vlaanderens fantasierijkste romanciers.
Om te beginnen is ‘Een slagerszoon met een brilletje’ geen doorlopend verhaal. Het bestaat uit vier kortere, amusante verhaaltjes. Daarmee scheurt dit boek zich los van het idee over de traditionele romans. Het leest daardoor vlotter, wordt niet langdradig en blijft de lezer, pagina na pagina, boeien. We maken eerst kennis met de moeder van Lanoye, enkele dagen voor zijn geboorte, die bezoek krijgt van een voorvader. Hij komt haar waarschuwen voor de toekomst van haar zoon, voor een slagerszoon met een brilletje. Daarna leren we Jules en Alice kennen. Er wordt verteld over hun huwelijk, hun relatie, hun ruzies en hun -ietwat bizarre- einde. Het derde verhaal gaat over een man die alle boeken ter wereld heeft gelezen, behalve één. Al snel blijkt dat hij dit zich zal beklagen. Afsluiten doet Lanoye waarmee hij begonnen is, namelijk zichzelf. Hij vertelt in het vierde en laatste verhaal over zijn relatie met zijn oudere broer, Guy. De laatste pagina’s van deze roman tonen ons een passage van een gefrustreerde slagerszoon met zijn brilletje.
Deze verhalenbundel is het begin van een driedelige boekenreeks over Lanoye zelf. Alle drie spelen ze zich af in en rond Sint-Niklaas en maken we als lezer kennis met de schrijver en zijn naasten. Het is een zeer goede opener en voorbereiding op de twee volgende romans. Het is een kort, vermakelijk boek, geschreven in een vlotte schrijfstijl. Er staat geen woord te veel en het leest als een trein. In de drie boeken komen vaak dezelfde, autobiografische fragmenten en details terug, die de lezer het gevoel geeft dat hij één lang verhaal aan het lezen is.
Ook is een grote troef aan dit verhaal, de fantasie waarmee het geschreven is. De vier verhalen gaan over compleet absurde en ongeloofwaardige situaties. Toch heb je als lezer het gevoel dat hetgeen wat je leest, volledig reëel is en stel je jezelf geen vragen. Lanoye kan je volledige nonsens wijsmaken. In tegenstelling tot andere schrijvers komt hij daar wel mee weg.
Ten laatste blijft Tom Lanoye’s grote troef zijn schrijfstijl. Hij is een dichter, een woordvirtiuoos, een literaire tovenaar. Hij maakt van een wit blad een heus decor van prachtige proza, enkel en alleen door de toevoeging van zwarte letters. Als Conscience de man is die zijn volk leerde schrijven, dan is Lanoye de man die zijn volk leerde genieten. Genieten van een steengoed boek.
Een slagerszoon met een brilletje is het prozadebuut van Tom Lanoye en wordt verdeeld in vier verhalen. Maak kennis met Jules, die zichzelf gruwelijk verminkt voor de liefde van zijn vrouw Alice Samen met Achille die alle boeken zal uitlezen behalve één boek, wat zijn dood zal worden. Maak zeker en vast vooral kennis met Tom Lanoye, die de fundamenten legt met dit boek voor zijn twee meest geprezen en gelezen romans, Kartonnen dozen en Sprakeloos.
Het boek begint met het eerste verhaal dat over dezelfde titel beschikt als het gezamenlijke boek; een slagerszoon met een brilletje. Hierin komen we meer te weten over Tom Lanoye’s voorgeschreven lot en toekomst die hem te wachten staat. We krijgen hier meer informatie over het verloop van Tom Lanoye’s leven wat beide fictief en realistisch zou weergegeven kunnen worden.
In het tweede verhaal, met de langste titel van het boek, gaat alles over het echtpaar Jules en Alice. Het verhaal begint met de dood van Jules, waarna de lezer een terugblik krijgt op het levensverhaal van de twee. Het verhaal bekijkt de verschillende aspecten die zich afspelen in de liefde en huwelijk, en hoe dat alles kan weggenomen worden in een mum van tijd.
Het derde verhaal, simplistisch genoemd het Boek, gaat over de jongen Achille. Die van jongs af aan is begonnen met boeken lezen en daar ook van geniet. Na alle boeken in zijn plaatselijke bibliotheek meermaals te hebben gelezen, besluit hij de wereld rond te reizen. Hij leest alle boeken in elke bibliotheek en creëert technieken om nog sneller te lezen. Hierdoor komt hij in aanmerking van wetenschappers, die hem de luxe geven om alle boeken uit te lezen. Hij zal ten slotte alles in de wereld uitlezen, op één na, dat hem ten gronde zal richten.
Het laatste verhaal, oh land der blinden, wordt net als het eerste verhaal beïnvloed door de familie Lanoye. Tom Lanoye komt op het podium tijdens drie stadia. In zijn jongere versie komt hij op het podium en vertelt hij over zijn broer en idool Guy: ‘Hij is beroemd, want iedereen kent hem.’ Daarna roept zijn jonge zelf, hemzelf weer op. De rest van het verhaal vertelt Tom Lanoye over zichzelf, de slagerswinkel en zijn relatie met zijn bril.
In de verhalenreeks van een slagerszoon met een brilletje valt elk verhaal stilistisch mooi bij elkaar. Zo kom je zonder problemen te weten waar het ene verhaal stopt en het andere weer begint. Er is dus geen sprake van verwarring doorheen het boek. Tegenovergesteld vormt er inhoudelijk bijna geen link met de personages over de verschillende verhalen, waardoor het emotionele gedeelte elke pagina opkomt of vervalt. Zo worden in de eerste en laatste verhalen de autobiografie van Tom Lanoye mooi beschreven, die de basis vormt van de Wase-trilogie
De verhalenbundel Een slagerszoon met een brilletje wordt ook wel omschreven als het eerste deel van Tom Lanoye's Wase Trilogie, de prozawerken met autobiografische inslag die voornamelijk verhalen over zijn familie en over zijn kinder -en jongensjaren in het Waasland. De latere romans in die trilogie, Kartonnen dozen en Sprakeloos zijn ongetwijfeld veel krachtiger proza, maar in deze vroege verhalenbundel zie je al voortekenen van Lanoye's talent. De typische flamboyante en sappige stijl van Lanoye (wat hij zelf noemt het Mag-Het-Iets-Meer-Zijn? van de commerçantenzoon) is ook reeds aanwezig. Opvallend waren wel de vele surrealistische of magisch-realistische elementen in de verhalen: een boek dat letterlijk zichzelf schrijft, een lezer die elk boek in 10 seconden kan lezen, een laken waarop een familiegeschiedenis verschijnt, een toneelzaal waarin alle levende en dode beroemdheden van de 20ste eeuw verzameld zitten, een bril die begint te spreken,... Ik was dit niet echt gewoon van Lanoye en ik ben er ook niet bepaald wild van. Het beste verhaal in deze bundel was 'Oh land der blinden', een uitermate nostalgisch verhaal met ontroerende herinneringen aan zijn jonggestorven broer Guy.
Review : De titel verwijst naar het eerste verhaal uit deze bundel van vier. Dat eerste verhaal vertelt over de droom die moeder Lanoye had een paar dagen voor de geboorte van Tom. In die droom preekte een voorvader dat het de laatste kans is om het geslacht van slagers voort te zetten, maar tussen de lijnen merk je dat hij eigenlijk al wist dat het met de jongen "de verkeerde kant zou opgaan". En verkeerd betekende in de ogen van voorvader Jean-Baptiste dat-ie geen slager zou worden. Moeder denkt er anders over, terwijl de ongeborene geboeid meeluistert. Er is een zekere mate van autobiografie in Een slagerszoon met een brilletje, net zoals in Oh land der blinden, het laatste verhaal. De autobiografische verhalen zijn het sterkst en het grappigst door de meesterlijke combinatie van droog cynisme, een uitstekende vertelstijl en een zalige humor. Het is ook een prachtige ode aan Sint-Niklaas, niet die heilige man van zes december, maar de stad. Tom heeft er gewoond en schrijft in geuren en kleuren over lokale bezienswaardigheden, al dan niet menselijk!
Verhaal 1: Een leuke en inventieve voorstelling van een Vlaamse familie. Herkenbaar en origineel.
Verhaal 2: Kon me persoonlijk minder bekoren. Een schets van een koppel die in een bizarre situatie verkeren waar toch wrang en wrok aan verbonden zijn.
Verhaal 3: het hoogtepunt vond ik. Mise en Abyme. Een weergave van een bovennatuurlijke lezer. Een superheld. Betere antitheses zijn er niet. Die dan ongelukkig aan zijn eind komt.
Verhaal 4: samen met verhaal 1 over zijn familie, waarom dit ook tot de Wase trilogie behoort. Over de dood van zijn broer, voorgesteld als een theatervoorstelling van zichzelf in 3 versies. Origineel, maar hoe hij het verhaal vertelt in andere werken bekoren me net iets beter.
Een uur later huilde ik nog, hartverscheurend. Nu pas weet ik waarom. Ik begreep dat er een dag komt waarop we verliezen. Als ik verdronken was, had ik mijn broer daar en dan verloren. Voorlopig schrijnde mijn wang nog van de slag die hij me gegeven had; ik was er dankbaar voor als voor een streling. Maar ik wist vanaf toen dat ik hem verliezen kón, en hij mij, en dat verbondenheid een illusie is.
Wat een aangename verrassing is dit boek. Toevallig meegenomen uit de bib en met weinig verwachtingen aan begonnen. Maar al na het eerste verhaal was ik verkocht.
‘Bij Jules en Alice’ is mijn favoriet maar ook de andere verhalen zijn geweldig goed gevonden en vlot geschreven.
Het prozadebuut van Lanoye bestaat uit vier kortverhalen met in elk verhaal een vaak heerlijk absurde ondertoon en een talent om de lezer te ontroeren.
"Uitgerekend in deze jaren legde Achille van den Branden de grondslag van een opzienbarende leesvaardigheid, die hij tot de perfectie zou weten op te voeren en die hem wereldberoemd zou maken."
Lanoyes eigen A Portrait of the Artist as a Young Man, waarin hij met een flinke dosis zelfspot afrekent met zijn afkomst, thuisstad en culturele achtergrond. De vier verhalen hangen niet allemaal even goed samen, maar Lanoyes stijl blijft wel consistent: speels, vlot en bovenal literair.