3 januari 1994 Pik ik de verkeerde jongens eruit, of ben ik inmiddels zo ver afgegleden dat het op mijn gezicht staat te lezen? Kevin probeerde het tenminste nog, toen, tot me doordringen. Misschien heeft de rest geen zin in een oester. Ach, wat. Ik heb ook geen zin in hen. Wat moet ik met een vriendje?
Na een reorganisatie bij de politie komt Arthur Hartman terecht op een bureau in Rotterdam Oost. Hij is inmiddels de dertig gepasseerd en heeft genoeg van de zoektocht naar de Ware. Vriendjes zijn alleen maar lastig, vertelt hij zichzelf en zijn vrienden telkens weer. Dan komt hij Ferry tegen, met de mooiste blauwe ogen die hij ooit gezien heeft. Helaas is Ferry hetero en Arthur probeert hem uit zijn hoofd te zetten. Dat blijkt echter lastiger dan gedacht. Arthur glijdt steeds verder af in de hopeloosheid en zelfs zijn beste vriend Fabian kan hem niet beschermen tegen de valkuilen op zijn pad.
Een verhaal over moed en angst, waarheid en tegen jezelf liegen. Kan Arthur op tijd zijn leven in eigen hand nemen, of sleurt het lot hem een doodlopende straat in?
Citaat : Verlangen naar iemand die hij niet kon krijgen, verlangen naar een leven dat hij niet kon leiden, verlangen naar een man die hij niet kon zijn. Review : Met Oog in oog rondt Micha Meinderts zijn onvolprezen Arthurtrilogie af.
Micha Meinderts introduceerde Athur Hartman als veertienjarige in Cadans (2008). Arthur is homo en hij wil niet dat iemand het weet, waardoor relaties, in de breedste zin van het woord, bijna onmogelijk lijken. Deze mooie en sprankelende roman werd gevolgd door Dubbel leven uit 2010. Je ziet Arthur groeien en openbloeien van schuchtere jongen naar tiener die onder de pesterijen van zijn oudere broer uit wil en een opleiding als politieagent gaat volgen. Aan zich outen is hij nog lang niet toe.
In Cadans besteedt hij uitgebreid en heel lief aandacht aan zaken die heel belangrijk zijn in een jong leven, zoals een eerste echte kus en de eerste seksuele ervaring. Je ziet het leven van Arthur Hartman vorm krijgen en dat is heel belangrijk om je als lezer in het verhaal te kunnen inleven.
In Dubbel leven wordt de taal volwassener en worden de seksscènes iets explicieter. Zeer sterk wordt het niet zo direct homovriendelijke kader van de jaren tachtig uit de vorige eeuw naar voren geschoven.
En nu is er deel drie: Oog in oog, waarin Arthur Hartman inmiddels de dertig gepasseerd, als onkreukbaar politierechercheur zich nog altijd vol overgave op zijn job stort. Privé loopt het allemaal iets minder gesmeerd. Het leven heeft hem op verschillende manieren diep gekwetst en hij heeft zich nog altijd niet durven outen. Veel te vaak zoekt hij zijn toevlucht in alcohol om zich te verzoenen met een toekomst waarin de enige ware ontbreekt. Maar dan komt hij oog in oog te staan met een loodgieter Ferry, met de mooiste blauwe ogen die hij ooit gezien heeft. Helaas is Ferry hetero, maar dat neemt niet weg dat Arthur als een blok voor hem valt. En hem proberen uit zijn hoofd te zetten is een hopeloze opgave. Gelukkig kan Arthur in deze moeilijke tijden terugvallen op zijn beste vriend Fabian. Anderzijds dringt zich ook een coming out op, want het dubbelleven blijkt heel wat dingen in de weg te staan.
In de Arthurtrilogie schetst Micha Meinderts een heel mooie impressie van de struggle for life die een jonge homoseksueel in de twintigste en eenentwintigste moet voeren. De trilogie kan je heel makkelijk als drie losse delen kan lezen, maar het zijn wel drie knappe boeken... Literatuur die een echte lezer niet kan laten liggen!
Vlot geschreven, venijnig verloop. Ik las dit boek zo uit.
Het is het derde deel in een trilogie (die hopelijk nog een extra deel als staartje krijgt?) en ik denk dat het vanwege de regelmatige summiere terugblikken en genoemde namen uit het verleden van de hoofdpersoon wel een must is eerst de eerste twee delen te lezen.
Een hoofdpersoon als Arthur Hartman kom ik zelden tegen in romans. IJdel, egoïstisch, wellustig en bot, maar voor de lezer toch overduidelijk met een klein hartje en met een groot vermogen om zijn ware gevoelens en wensen steevast voor zichzelf onder het vloerkleed te vegen. Onnodig. 'Oog in oog' wijst er misschien op dat Arthur in dit deel dat stukje van zijn karakter dat de lezer allang in de gaten heeft, eindelijk ook zelf leert te zien. Na het lezen van de laatste pagina was ik benieuwd naar de consequenties daarvan. Of er na een moedige start serieus verandering zou komen, of juist meer geveeg onder het vloerkleed. In hoeverre kan iemand na zijn 30e nog echt veranderen? Dat liet het einde aardig open.