Is China niet te begrijpen zonder grondige kennis van cultuur en geschiedenis? Kennen Chinezen geen schuldbesef omdat zij geen bijbel hebben die hen belast met de erfzonde? Zijn zij zo anders omdat zij de woorden ja en nee niet kennen? Adriaan van Dis reist langs de oude zijderoute en geeft boeiende impressies van het land en vooral van het volk.
Adriaan van Dis is a Dutch writer, journalist and TV presenter, who debuted as writer in 1983 with the novel Nathan Sid. That same year he debuted as a TV presenter as host for the book talkshow Hier is... Adriaan van Dis. The show lasted until 1992 and was repeated once in 2013 in honor of the Dutch book week and every year since, once a year during the Dutch book week. In 2017 he said that it was the last show unless he would be able to get a very special writer in the programme. He succeeded and interviewed Stephen Fry in March 2018 in what will probably be the last Hier is... Adriaan van Dis
Dit was een cadeau van een vriend voor Jólabókaflóð 2023.
Dit reisverhaal las heerlijk weg. Makkelijk verteld zoals Adriaan van Dis dat altijd wel kan. Leuk om op deze manier even een klein inkijkje te hebben in een zo andere cultuur dan die van mezelf.
—————————
Citaat:
Buiten het dorp loert het zand. Voor zonsondergang wandelen we, hand in want, naar de zuidelijke duinen. Berghoog zijn ze, slapende draken met scherpe kammen waar de zon langs gloeit. We klimmen van staart naar bult. Halverwege houdt een Chinees zijn oor tegen het zand. Li Qin zegt dat de duinen hier zingen, maar voor ons deze avond geen noot.
In het boek volgen we Van Dis op zijn reis door China eind jaren ‘80. Hij geeft meteen duidelijk aan geen China-kenner te zijn en stelt her en der ook dat een heuse China-kenner dingen waarschijnlijk wel anders zou zien of beter in context zou plaatsen. En dat is prima, je hoeft geen China-kenner te zijn om naar dit land af te reizen, en het is begrijpelijk dat dit (zeker toen) een plek is waar het soms lastig is om reacties, mensen, en gangen van zaken te duiden. Maar Van Dis weigert mijns inziens in te zien dat hij door een extreem Nederlandse/ Westerse bril naar het land kijkt, wat resulteert in een grenzend aan racistisch verhaal over China. Zijn level van onbegrip voor een andere cultuur vind ik respectloos. Daarnaast toont Van Dis zich af en toe ook echt als de vervelende toerist die door eigen toedoen in gekke situaties terechtkomt. Dit boek biedt geen goed en in mijn ogen ook geen juist beeld van het land en haar mensen, maar toont enkel de kortzichtigheid van de Van Dis uit de jaren ‘80.
Tot op een bepaalde hoogte heb ik begrip voor het feit dat hij zijn reis maakte in een andere tiid (en het boek dus ook geschreven is vanuit een andere tijdsgeest). Maar dat brengt mij terug naar mijn eerste zin over dat het boek niet goed stand heeft gehouden over de tijd. De seksistische opmerkingen die je her en der ineens tegenkomt doen de wenkbrauwen rijzen.
Voor nu geef ik het boek toch 2 sterren, omdat ik af en toe wel even hardop gegrinnikt heb en er heel af en toe wel iets herkenbaars in voorkwam.
Al met al zou ik een ieder die China beter wil leren kennen via boeken het sterk afraden om dit boek op te pakken. Er bestaan betere reflecties en reisverhalen. Twee persoonlijke favorieten zijn Wild Swans (ook in het Nederlands verkrijgbaar) en The Book of Beijing.
Bij een rotswand in België lees ik dit boek. Mijn klimvrienden trekken stukken uit de rots – flarden tot vuistgrote rotsblokken – die het bladerdek helaas niet tegenhoudt en mij nog steeds niet geraakt hebben. Terwijl ze nu zwemmen, want we klimmen langs de Maas, hoor ik Adriaan van Dis zijn sonore stem tussen gelach en geplons, want ik kon dit heerlijk geschreven reisverslag niet neerleggen. De titel is een titel die iedereen kan kiezen, maar het getergde of juist grijnzende van de schone Adonis die de ironie van de situatie inziet, hoor je alleen bij hem. Van Dis vindt het een vies land – niet slecht of minder – en de Chinezen 'een cynische samenleving waar aardig zijn en wederzijds vertrouwen een teken van zwakte is'. Iemand voor mij merkte op dat dit te weinig rekening houdt met lokale gewoonten, die nu eenmaal van de voor jouw gewone verschillen. Geen idee waar dit 'begrip', vandaan komt. Zelfs iemand wiens aandacht niet structureel afglijdt naar het schone en vieze zoals ik vermoed bij Van Dis (die 'onderscheid maakt tussen dag- en avondtenue') is het roggelen, kleren ongewassen laten en smakken en met je handen eten onverteerbaar. Met een soepele sprong glijd ik de Maas in en door het water voel ik samengeklonterd modder op mijn gezicht.
Dit boekje valt onder het genre 'reisverhaal' en is voor mij het eerste werk van Adriaan van Dis dat ik gelezen heb. Het klinkt als een interessante onderneming: de net voor toeristen opengestelde oude Zijderoute van China bereizen. Ik vind echter dat het verslag een tekort heeft aan veel: gesprekken die hebben plaatsgevonden, sfeerbeschrijvingen en, niet te vergeten, de gevoelens die Adriaan van Dis tijdens deze reis moeten hebben overrompeld. Ik zal deze verslaglegging dan ook willen omschrijven als 'kortaf'. Van Dis heeft me geen plekje naast hem in de bus, trein of vrachtauto gegeven, waarbij hij me af en toe door zijn bril liet kijken. Wel heb ik hier en daar hardop moeten lachen. Aan humor geen gebrek.
Ik heb nog niet veel gelezen van Adriaan van Dis, maar dit reisverslag van vijf hoofdstukken over zijn reis langs de zijde route was zeer aangenaam meereizen. Het is echter vooral een verslag van onderweg zijn en de gore gewoontes van de platteland Chinees in de tachtiger jaren. In zijn tirades over viespeuken, onverschilligheid en kafkaiaanse bureaucratie zit de brille van deze novelle(s) van van Dis. Meesterlijk onderkoeld grappig terwijl de observaties pijnlijk en aangrijpend zijn. Adriaan vindt medemenselijkheid en onbegrijpelijke wreedaardige domheid om zich heen terwijl hij verblijft in smerige hotels, eet in gore eethuizen, immer begeleid door rochelende, kwattende, boerende en windende (flatulerende?) Chinezen. Van Dis staat er bij en hij kijkt ernaar, zijn daad van verzet is het neerpennen in zijn dagboek (en uiteindelijk publiceren).
Als ik een zwakte in dit reisverhaal mag onderkennen, dan is het dat vooral de aandacht uitgaat naar de ervaringen tijdens het onderweg zijn. Helaas blijven de pleisterplaatsen en (vluchtige) ontmoetingen onderbelicht. Ik had graag nog 200 pagina's van Adriaans wedervaardigheden willen lezen en dan over de mensen en de plaatsen die hij bezocht had. Tegelijkertijd heb ik het boek in één adem doorgelezen en dat is na de laatste paar papieren scheepsbeschuiten een zeer welkome verfrissende afleiding.
In het korte boekje 'Een barbaar in China' reist Van Dis door het Chinese gedeelte van de zijderoute. Dit betekent dat we zijn reis volgen vanaf Lanzhouvia het noordwesten naar Pakistan. Vreemd genoeg vertelt Van Dis zijn reis niet chronologisch, maar begint hij na een korte intro bijna op het eind, in een hoofdstuk met de titel 'van Turpan naar Kashgar'. Dan zitten we al diep in Xinjiang, wat meteen jaloers maakt: want in 1987 is nog geen sprake van strafkampen, heropvoeding en andere vormen van zuivering. Hier zijn de verstandhoudingen tussen de Oeigoeren en de Han-Chinezen nog 'gewoon' gespannen. Van Dis maakt wel meteen duidelijk dat de Oeigoeren en de Chinezen twee zeer verschillende volken zijn. Hierna doet Van Dis een stap terug naar het hart van China, waar me meer over zijn visie op de Chinezen leren in 'Van Xian naar Lanzhou'. Ook hier blijkt wel uit dat het communistische China van de jaren tachtig een ander is dan dat van nu. Het communistische systeem is dan nog springlevend, inclusief zinloze banen waarin maar weinig gewerkt hoeft te worden. 'Van Lanzhou naar Turpan' smeedt deze twee hoofdstukken aaneen. Hierin wordt Van Dis zelfs verliefd. In 'Van Kashgar naar de Khunjerab' tenslotte maakt Van Dis de reis China uit via hoge bergpassen. Hier zit hij in wel héél afgelegen gebied, tussen Tadzjikistan (toen nog onderdeel van de Sovjet-unie), Afghanistan, China, India en Pakistan en dat maakt deze passages des te interessanter.
Van Dis neemt je goed mee in de dagelijkse problemen van de verre reiziger. Zijn zinnen zijn kort en nergens wordt hij wijdlopig. 'Een barbaar in China' is misschien wel té bondig, maar eventjes ben je mét hem in een overvolle bus of in een hotel met hele vieze lakens. Wat dat betreft een uitstekend boek om juist in deze Coronatijd te lezen.
Het is overigens verbazingwekkend dat ik in deze 25ste(!) druk nog twee typo's kan vinden.
Alweer zo’n 40 jaar geleden (1987) verscheen dit reisverhaal met indrukken opgedaan bij het volgen van de zijderoute. Markante personen, bizarre voorvallen en afschuwelijke inkijkjes in het arme, vaak stoffige en vieze leven van bevolkingsgroepen die anders zijn dan wij, en anders dan de Han-chinezen - dit alles beschreven in fragmentarische stijl, soms met begrip en soms met ergernis. Zoals altijd bij Van Dis is de taal trefzeker, puntig en to-the-point, en houdt hij je aandacht vast met boeiende observaties en associaties. Je krijgt een levendig beeld van ‘hoe het daar - 40 jaar terug - was’, vreemd en exotisch maar ook fatalistisch, onheilspellend en ruw. Mooi en klein (137 paginas) boek dat de veelsoortigheid van een groot land met intensiteit opdient. Pareltje.
I was interested in this book because I traveled through China myself a number of years ago. The author gives vivid, well-written descriptions of the places and people he encounters, but the disdain he regularly shows for local customs or situations was very off-putting. There are better travel books about China to read than this one.
Ik zat met Adriaan in een tijdmachine en reisde met hem langs en over het Chinese deel van de zijderoute. Gaan we nog eens op reis? Perhaps. Perhaps yes or perhaps no? Perhaps yes!
Een interessant reisverslag van Van Dis die een dag of 60 door China is gereisd, langs de zijderoute. Na een hele korte proloog begint het verslag verder nogal contextloos op driekwart van de reis. Wil Van Dis de lezer een cultuurshock laten ervaren door net als hij nogal plots in een compleet andere wereld te zijn?
Het reisverslag is vooral een karakterisering van het binnenland van China in 1987, net als het communisme zich open begint te stellen voor buitenlandse reizigers (al heeft Van Dis nog alle moeite met de luiheid die in hotelmedewerkers is geslopen en met de eindeloze lijst regeltjes; buitenlanders mogen vooral de nadelen van de staat niet ervaren). Van Dis stelt zich op als China-leek t.o.v. de China-kenners en dat geeft hem ruimte om even lyrisch als kritisch te zijn.
Het boeiendst zijn de anekdotes, zoals de zwarte ondergrondse markt met Chinese nozems die Michael Jackson luisteren en de schijnende omgang van Chinezen met zwerfkinderen (ze gooien afval naar ze en lachen ze uit; volgens Van Dis omdat Chinezen hun altijd onderdrukte gevoelens van egoïsme nooit hebben kunnen uiten). Het reisverhaal zelf leest door de niet-chronologische opbouw en de contextloosheid van de reis wat minder lekker; het is een komen en gaan van plekken en reispartners die nooit meer worden dan figuranten. Zelfs Li Qin niet, op wie hij even verliefd leek te worden, maar die in de volgende bijzin gewoon weer verdween met een vrachtwagen.
Van Dis schrijft zoals altijd opvallende ervaringen prachtig op. Dit boek geeft de lezer een goed beeld van de gigantische diversiteit aan talen, culturen, natuur en omgeving langs het Chinese deel van de zijderoute, en met humor en scherpte worden anekdotes aan de lezer voorgelegd. Van Dis heeft dit keer alleen pech dat ik een achtergrond in Chinese studies heb, en dus vallen zijn latente exotisme en pedante schrijftoon mij sneller op. Bij tijden getuigen zijn woorden van culturele onwetendheid, maar op andere momenten geven ze juist een frisse blik op zaken die ik al langer voor lief neem. Al met al wel een erg leuk boek vol reisverhalen en in typische Van Dis-stijl.
Prachtig, levendig, ontroerend en vol met humor. Een mooi reis- plaats- en mensverslag (ipv alleen een reisverslag) zoals ik van Dis gewend ben. Op sommige vlakken wat ouderwets te noemen; vooral wanneer en concepten worden besproken die anno 2021 niet meer cultuursensitief genoemd kunnen worden. Desalniettemin zeer boeiend geschreven, de omgeving wordt in in zulke dynamische en intense bewoordingen omschreven dat je jezelf in Xian, Kashgar of meer dan eens op een bergpas bij een lokale gids in de auto (met gevaar voor eigen leven) waant. De keuzes die de schrijver maakt op zijn reis vind ik sympathiek en intrigerend, hij is dapper en laat ons lezers daarmee vaak een ander en oorspronkelijker gezicht zien van het gebied waarin hij zich bevind. Als het aan mij lag was dit reisdagboek veel langer geweest, ik heb er van genoten (het helpt ook mee dat ik China zeer graag wil bezoeken).
--------------------------- Wonderful, vivid, touching and full of humor. A beautiful travelling-, place- and people-account (in stead of just a travellog). One might call it somewhat old fashioned, especially when there are concepts discussed that one would not call exactly culturally sensitive in our current day and age. However enthrallingly written, the surroundings are described in such dynamic and intense words that it is easy to find yourself in Xian, Kashgar or in the car at a lone mountainrange with a local guide (often comming close to risking your life) while reading. In find the choices the writers makes sympathetic and intriguing, he is courageous and shows us another more authentic face of the areas he travels in. If it was up to me this books was much longer, I enjoyed myself immensely (it helps that I have very interested in visiting China).
In dit kleine boekje neemt Adriaan van Dis de lezers mee op zijn reis door kleine (en voor mij vooral onbekende) plaatsen op de zijderoute in China. Het is daarmee geen Lonely Planet met reistips, maar wel een boek vol met ervaringen van het reizen in een land en in een tijd waarin dat niet altijd gemakkelijk was. Westerlingen mogen niet dezelfde dingen zien of horen als inwoners van China. Van Dis trekt zich daar zo min mogelijk van aan, hij wil het échte China zien. Gelukkig zijn er omstanders die hem helpen zodat wij in een paar hoofdstukken mee kunnen reizen en de geslotenheid van dit land iets kunnen omzeilen. Vlug uit, geen verhaal dat beklijft, maar wel een paar verstopte grappen in de fijne schrijfstijl van Van Dis.
Nadat ik drie boeken heb gelezen van van Dis, zag ik bij een antiquariaat nog twee boeken van Van Dis liggen voor elk 2 euro. Dat laat ik niet aan mij voorbij gaan. Iets van Van Dis spreekt mij aan, al weet ik niet goed wat. De toegankelijkheid? De schrijfstijl? Eerlijkheid? (Zijn durf? Want even ter zijde; wat een lef heb je als je in je ééntje op deze manier door onbekend gebied reist. Net zoals zijn in In Afrika ook deed...) Van Dis fascineert mij, hem als persoon, als karakter. Ik kan niet precies beschrijven wat het precies is. Al in al, een boek van Van Dis zou ik niet laten liggen, hij heeft mij na 4 boeken (oke 1 boek, 1 novelle en 2 reisverslagen) nog niet teleurgesteld.. dat kan ik niet van iedereen zeggen.
Ik geniet van reisverhalen omdat ik zelf een reiziger ben... Reisverhalen uit China boeien mij des te meer omdat ik erg vertrouwd ben met het land en de mensen. Zo heb ik bijvoorbeeld echt genoten van het reisverslag van Paul Theroux. En wat met dit verhaal? We zijn nu meer dan 30 jaar verder en er is ondertussen heel veel veranderd. Van Dis beschrijft ook slechts een heel beperkt stuk van China, één deel van de zijderoute, en dan nog perst hij twee maanden reizen en contact met de lokale bevolking samen in een kort bestek. Toch is het een leuk verhaal en blijft er heel wat herkenbaar, ook al is het jammer dat je als lezer op je honger blijft zitten.
Een heel ander China wat 40 jaar geleden werd omschreven in dit dunne boekje. veel begrippen, het prikkelt om meer kennis op te doen, op sommige stukken had Adriaan van Dis mij te pakken, dat ik dacht, wauw, maar vaker verloor hij mij weer (tevens door de vele verwijzingen naar namen en begrippen zonder erg veel uitleg), ik dwaalde af. Geschreven in stijl kenmerkend voor Van Dis. Ik ga wel meer boeken van ‘m lezen. Mooie uitgave.
Nu hoef ik echt niet meer naar China. Wat een ontberingen om de zijderoute na te reizen. Gelukkig hebben we mensen als Adriaan van Dis die mínder moeite hebben met ongemakken op reis en bevreemdende gewoontes van de plaatselijke bevolking. Mooie beschrijvingen die meer zijn dan een dagboek van een reis.
Echt een boek van Adriaan van Dis. Heerlijk om te lezen. Van Dis beschrijft hierin zijn reis door China langs de zijderoute. Hij heeft niet gekozen voor de gebruikelijke manier van reizen. Hij gaat met het OV waarmee ook de Chinezen zelf reizen, trein, bus, taxi, soms met een toevallige reiziger die dezelfde kant uitgaat. Het levert leuke ontmoetingen op.
Het is een mooi geschreven verslag van een reis die van Dis in 86 gemaakt heeft. Er is relatief weinig duiding of verder onderzoek. Dit is echter een kwaliteit van het boek. Het laat hierdoor direct de ervaringen en beelden van van Dis zien. Dat geeft het een oprechtheid en eerlijkheid met mooie woorden opgeschreven waar ik zeer van kan genieten
Prettig geschreven verhaal. Echter heel eenzijdig vanuit de auteur benaderd verhaal. Wat volgens mij het land en de vele culturen niet recht doet. Maar het is dan ook in een hele andere tijd geschreven, dan dat ik het gelezen heb.
Vermakelijk boek over de reis van Adriaan van Dis. Inmiddels is het boek 30 jaar oud en China is in die tijd heel erg veranderd. Desondanks zijn sommige dingen nog steeds heel herkenbaar.