In Schrikkeljaar spelen verhalen over gewiekste scharrelaars en grootmoedige schepsels zich af in een nagenoeg surrealistisch universum waarin mens en dier centraal staan. Hun bestaan lijkt ongrijpbaar en dubbelzinnig, soms absurdistisch, soms heel reëel.
Schoonheid en smeerlapperij, list en bedrog, maar ook liefde en haat gaan hand in hand in de verhalen, die steunen op een zorgvuldig geobserveerde realiteit, persoonlijke belevingen en fantasie. Zo blijken humor, gevatheid en innerlijke kracht niet alleen de drijfveer, maar ook de remedie voor het leven zelf.
Geïnspireerd door grootmeesters als Tsjechov, Leskov, Platonov en Gogol, maar ook Kafka, de gebroeders Grimm en Berger, schrijft Anka Hashin in een volkomen eigenzinnige, dynamische stijl.
Anka Hashin (1980) is het pseudoniem van een kunstenaar, schrijver en dichter. Haar verhalen verschenen in diverse literaire magazines, onder meer in het befaamde Russische literaire maandblad Znamya. Schrikkeljaar is haar debuut.
Anka Hashin (Sovjet-Unie, 1980) is het pseudoniem van een kunstenaar, schrijver en dichter. Haar verhalen zijn gepubliceerd in diverse literaire magazines. Schrikkeljaar is haar literaire debuut. Het bevat bijna 40 korte verhalen, die zich in Rusland afspelen. Van drie van deze korte verhalen vond een vertaalde voorpublicatie plaats in het tweede nummer van 2022 van het Russische periodiek 'Znamja' ('De Banier').. Voor deze verhalenbundel heeft de auteur zich laten inspireren door oude Russische grootmeesters als Tsjechov, Leskov, Platonov en Gogol. De verhalen spelen zich af in een volkomen eigenzinnige, dynamische stijl op het Russische platteland. Hij zijn meestal hilarische verhalen die ver van het stadsleven volkse figuren en toestanden naar voren schuiven. De protagonisten vertonen alle karaktertrekken die mensen kunnen bezitten maar ze vertonen zich niet altijd van hun beste kant. Gewiekste scharrelaars en grootmoedige schepsels die het leven van een volkse gemeenschap beheersen zorgen voor leven in de brouwerij. Ze doen me dan ook denken aan de bewoners van landelijk Vlaanderen uit de vroege twintigste eeuw. Anka Hashin houdt zich ver van alle politieke, ideologische, religieuze of etische maar focust zich met een komische noot op het puur menselijke. De auteur is een meesterlijke verteller die met een beeldend en kleurrijk taalgebruik haar personages en voorvallen tot leven laat komen. Deze verhalen stralen dan ook door de technische verhaalkunst van de auteur. De bundel begint met een citaat van Günter Grass:”De vogelverschrikker is gemaakt om op een mens te gelijken” en een beter fundament om haar bundel op te bouwen kon de schrijfster zeker niet verzinnen. Heerlijke literatuur!
De wondere wereld van het Russische platteland: Anka Hashin brouwt er sprookjes, anekdotes, avonturenverhalen en zedenschetsen van. Een theoretisch wiskundige die na een echtscheiding in een nonnenklooster terecht komt, waar ze leert dat wiskunde en getallen 'konkelarij van Satan' zijn. Een eenzaam klein mannetje dat elke zaterdag uitgelachen wordt door de jeugd, daar zelf een voorstelling van maakt en vervolgens wegkwijnt als de kinderen door covidmaatregelen binnen worden gehouden. Een man die een buitenechtelijke affaire heeft met een prachtige vis. Je leest het lachend, hoofdschuddend, verwonderd over de rare snuiters waar Rusland - en misschien wel een groot deel van de wereld - vol van is. Hashin (een pseudoniem) woont nu twintig jaar in Nederland en heeft de verhalen in het Nederlands geschreven. Een geweldige prestatie, maar ik had haar een redacteur gegund die er wat kleine foutjes uit gehaald had. Uitdrukkingen die net niet helemaal kloppen. Zoals op p. 209: "Terug in de tijd was dat een behoorlijk groot bedrag." Voor dit boek putte de auteur uit de indrukken die ze opdeed in zomervakanties in de familiedatsja ("Anders was ik een Moskouse snob geworden", zei ze in een interview). Op dit moment is ze bezig met verhalen over die rare Nederlanders. Ik ben benieuwd!
De couleur locale is dorps Russisch, met veel drank, rode neuzen, versleten laarzen, armoe, sluwigheid, wulpsheid en ook een soort boerse kluchtigheid- maar af en toe werpt een hedendaags detail de lezer ineens terug naar het heden. Meer dan dertig korte verhalen zijn het met soms cartooneske hoofdpersonen, en nu en dan zat er een juweeltje tussen, waardoor ik toch bleef doorlezen.