Voor een debuut bij Das Mag trekt een embedded recensent al snel een extra blik sterren open, maar laat ons eerlijk blijven: al bij al is dit een doorsnee, onvermijdelijk onvolwassen, zelfs wat puberaal debuut. De tienertijd, de studententijd, de verwarring, een usb-stick. Op zoek naar een zweem van mysterie benadrukt elke promotekst dat de auteur zich tijdens een moeilijke periode terugtrok en een tijdje postbode was in Leipzig. Het spreekt tot de verbeelding. Veel meer dan wat er uiteindelijk van die W. is geworden, van wie je het als lezer niet eens zo erg bent gaan vinden dat hij verdwenen is.
"Om een of andere reden stel ik me hem voor zonder ziel. Alsof hij blind en doelloos voor zich uit strompelt. Wie ben jij? De vraag die geen antwoord duldt."
Het is altijd met een portie plezier en nieuwsgierigheid dat ik een nieuwe uitgave van Das Mag ter hand neem in de boekhandel. De beide Lize Spits had ik al in de boekenkast staan, gelezen en goedgekeurd, deze uitgave was alleen al omwille van de coverkleuren en het ontwerp geen evidentie om aan te kopen. (Drift van Bregje Hofstede reisde omwille van die reden mee uit de bib...) Bib of kopen? Op basis van de bespreking in De Morgen ergens begin juni belandde hij dan toch in de stapel gekochte vakantielectuur en dat heb ik mij geen seconde beklaagd.
W. is de beste vriend en zelfverklaard zielsverwant van Olaf en snakt naar een authentiek en in absolute vrijheid geleefd leven. In een vriendschaps- en liefdesdriehoek met hun gemeenschappelijke vriendin Hilde zijn ze onafscheidelijk, tot W. op een dag onaangekondigd verdwijnt. In afwisselend (heel) korte en langere hoofdstukken vertelt Olaf over zijn ervaringen met W. en een aantal typische anekdotes uit hun gezamenlijke leven (al bezorgde het woord 'typisch' W. koude rillingen). Die hoofdstukken zijn eigenlijk dertien hectische dagen die de hele roman omvatten en waarin Olaf zich het hoofd breekt over het hoe en waarom van het vertrek van zijn goede vriend. En zijn plotselinge terug opduiken in een voorbijrijdende bus, drie jaar na dat bruuske vertrek.
Ik had - en heb nog steeds - wat moeite om te geloven dat dit de debuutroman is van een jonge schrijver. Zowel qua opbouw, toon en humor (ik ben fan van de 'pretsarcofaag') als qua schrijfstijl is W. meer dan verdienstelijk. Je begint te lezen en leest moeiteloos door. Ik ben alvast blij dat ik niet genoeg tijd na elkaar heb kunnen doorlezen, want anders was mijn leesplezier gegarandeerd beperkt gebleven tot een dikke halve dag.
De vriendschap was zo plotseling begonnen en had ons zo direct en moeiteloos onafscheidelijk gemaakt dat ik mezelf vaak de vraag heb gesteld: ben ik niet gewoon verliefd? (P60)
Ook ontdekte ik de toen net overleden filosofe Patricia De Martelaere, wier essays ik las en herlas tot ik hele passages uit mijn hoofd kende. ‘Want wat zijn vreugde en vermaak anders dan het zich verzetloos laten meeslepen door een beweging?’ (P103)
ik weet het niet goed. fijn bijzonder boekje om te lezen, maar er zitten misschien net iets te veel filosofische en poëtische uitspattingen in om morgen nog te weten waarover dit boek nu weer ging
De schrijfstijl is echt heel erg mooi. Aangrijpend, meenemend, vlot, poëtisch.. her en der wordt er ook lekker gefilosofeerd en leg je het boek soms even weg om zelf door te mijmeren over hetgeen er net geschreven stond. Maar deze hele combinatie neigde soms wel wat pretentieus te worden. Het was vaak op het randje.
Dat daargelaten is mijn enige echte kritiekpunt het einde. Deze voelt afgeraffeld, alsof de schrijver aan het begin van het boek een motief voor het verhaal nodig had (W. is terug) waar hij wel op terug moest komen, maar eigenlijk nog steeds niet wist hoe, tegen de tijd dat hij bij het eind aan was gekomen. Jammer. Toch wel een smet op een tot dat punt geweldig boek.
Wel heel tof om weer terug gebracht te worden naar mijn eigen middelbare schooltijd in Haren! Nog niet eerder kwam een boek zo dicht bij huis voor mij.
Wow. Dit is een boek dat je niet meer kan neerleggen, aan een razende snelheid wil je het lezen, maar dat kan niet want de zinnen zijn te mooi. Dus doe je het: zo snel als mogelijk, als passend. Hiemstra creëert mensen die zo echt zijn dat ze nog lang naast mij zullen lopen. Schitterend debuut.
Zo eentje waar geen bladwijzer aan te pas komt. Dat je doet giechelen omdat geen enkele zin stroef aanvoelt. Ik kom hier later nog eens naar terug. Tot dan – koop het, lees het.
“Appelblauwzeegroen, dat is de kleur die ik graag zou willen zijn. Hilde zei dat dit echt een woord is in België. Ze zei dat het vroeger een ironische kleuraanduiding was, iets wat je zei als je de naam van een kleur niet wist, maar inmiddels wordt er vaak een soort van turquoise mee bedoeld. Is dat niet stom? Zo’n fantastisch woord om onze debiele hokjesgeest mee voor paal te zetten en dan moet er toch weer een hok voor getimmerd worden. Appelblauwzeegroen.”
Met moeite 3 sterren krijgt dit boek van mij. Deze roman heeft mij maar matig kunnen boeien. De personages worden oppervlakkig en schetsmatig uitgewerkt waardoor het moeilijk is om als lezer met hen mee te voelen. De vriendschap tussen Olaf en W., toch wel het hoofdthema van het boek, wordt nauwelijks uitgediept waardoor het dramatisch einde van het boek eerder aanvoelt als een deus-ex-machina dan als catharsis. Dit thema had meer ruimte en een groter schrijftalent verdiend(*).
*met heimwee naar 'Joe Speedboat' van Tommy Wieringa
ACADEMY AWARD!!!! ja dit was echt een prachtig boek, enorm vlot en grappig geschreven, maar totaal niet oppervlakkig. het einde..... tja, wat zullen we er eens van zeggen. niet mijn favoriete einde ooit, maar aan de andere kant is dit soms gewoon hoe het gaat, ook in het echte leven. je bent jarenlang op zoek naar antwoorden, of een passende afsluiting, en uiteindelijk krijg je die gewoon niet. overall een pareltje van een boek!
4.4* - Debuteren met de grote D. Over een intense vriendschap die toch plots verandert/ophoudt, over het effect daarvan op alles en iedereen... Met knappe formuleringen en een prachtige eindscène. Ik wil meer lezen van Hiemstra, VEEL meer!
W. heb ik op één luie ochtend uitgelezen. Het onderwerp is zwaar (de verdwijning van een beste vriend), maar Hiemstra houdt het luchtig en met momenten zelfs absurd. En dat einde. Ik blijf met zoveel vragen achter! Knap debuut.
Mooi coming-of-age boekje. Knap debuut! Beklijvend verhaal over vriendschap, jeugd, de drang naar vrijheid, authenticiteit, maar ook sluimerende depressie en afscheiding. Leest zeer vlot, sferisch verteld, het mag wellicht niet erg origineel zijn kwa stijl en thematiek (salinger) maar vermakelijk is het wel. Benieuwd naar de volgende zet van de auteur.
W. is terug, en hoe! Zo terug dat hoofdpersoon Olaf aan niets anders kan denken en mij de hele roman op reis nam langs herinneringen van W., zodat het voelt alsof ik hem goed ken, haast een vriend van mij is, bij het lezen van de laatste zinnen van het boek. Een hele knappe debuutroman die je in één ruk uit wil lezen (en vind eigenlijk dat dat haast wel moet, ik had hem binnen een paar uurtjes uit!) met prachtige beschrijvingen van vriendschap, opgroeien met en zonder elkaar en filosofische kwesties. Een boek om langer bij stil te staan en langer over na te denken. Ook echt heel grappig!!!! Groot fan van de vage memes die ik niet begreep maar wel om moest lachen. Dat mensen moesten lachen in het boek werd wel vaak benoemd maarja het was ook allemaal grappig en alle anekdotes mooi beschreven. Het einde vond ik wel heel erg vaag en onbevredigend en enigszins gehaast, maar over het algemeen echt een aanrader :)
Ik denk dat ik dit meer ga waarderen als ik het een keer herlees, desondanks een intrigerend en heerlijk weg te lezen boek.
Wat zou ik ervoor overhebben om daar nog eens te fietsen. Niets. Misschien wel niets. Fascistische jeugdverheerlijking, cynische zelfoverschatting. (p.53)
Volgens mij is dit hoe overlevingsinstinct werkt. Iets in je hoofd dat zijn mouwen opstroopt en zegt: en nu is het genoeg geweest, tijd om verder te gaan. Je hebt daar zelf weinig over te zeggen. (p.131)
7.2 We willen de wereld observeren. Maar omdat het observeren deel uitmaakt van de wereld is de wereld die we wilden observeren al verdwenen zodra we haar observeren. (p.143)
Mooi! Echt een coming of age, en extra leuk dat het de meme- en internettaal spreekt die mij maar al te bekend voorkomt van vroeger. Tof om deze taal, en het vroege internet-universum te koppelen aan de verwarring en mysteries om het verhaal van W. Het sprak me ook ontzettend aan dat het verhaal eigenlijk compleet over hechte vriendschap gaat, maar ook vooral over de rare, ongemakkelijke tussenmomenten van vriendschap die je vaak uit je herinnering zou halen. Dit verhaal zette juist die momenten heel centraal. Dat maakte het boek verfrissend, herkenbaar en leuk(erg grappig) om te lezen.
Altijd drie sterren voor een boek dat hier door twee gezinsleden uit verschillende generaties is verslonden in twee dagen. Voor mij ook niet meer dan dat omdat het te weinig het studentikoze proza oversteeg. Een vleugje “komst van Joachim Stiller” was wel te herkennen, maar verder bleven de personages teveel in het boek hangen. De obsessieve zoektocht kreeg voor mij te weinig fundament mee. Jammer want stilistisch heeft Hiemstra zeker wel potentie.
'(...) maar als je een babybidsprinkhaan alleen en zonder spiegel in een doosje doet raakt hij helemaal misvormd.'
'Op den duur spraken we in dezelfde kleuren en die kleur werd op de meest overweldigende manier rood toen er op de spoorbrug tegenover het café een trein voorbijkwam waarvan de ramen het licht van de ondergaande zon in grote rode vierkanten het café in reflecteerden. We vielen allebei stil. Rode vlakken gleden door het café. "Zalig," zei Hilde. "Ik kom hier best vaak, maar dit heb ik nog nooit gezien. (...) Hilde en ik keken elkaar grinnikend aan terwijl het rood over onze gezichten en lichamen reed.'
'Het lijkt me onmogelijk dat W. weet waar ik werk en toch zie ik de hele tijd voor me hoe hij binnen komt zwalken. "Eén Orval alsjeblieft." "W., jij hier?" Elke reactie is lachwekkend.'
'Er was een gesprek gaande over de beste surfplaatsen in Portugal, ik probeerde zo nu en dan iets te zeggen of mee te lachen, maar kon mijn aandacht er niet echt bij houden.'
Intrigerend en leuk geschreven. Veel vragen en weinig antwoorden, dat spreekt me wel aan. Hoewel ik me goed kon inleven in Olaf en W merkte ik dat ik toch wat onverschillig was naar het plot toe. Ik miste wat verdieping voorbij de bekende coming-of-age gevoelens.
Leest meer als een relatief lang kort verhaal dan een volledige roman. Dat is ook wel een beetje een dasmag dingetje naar mijn idee? Of slaat dat nergens op?
Heel erg goed geschreven voor een debuut. Verder boeien de middelbare school anekdotes, die veel te particulier zijn, en vaak letterijk overgenomen zijn uit de online cultuur, niet heel erg. Er is ook wat filosofie van het niveau Immanuel ‘ding an sich’ Kant en nog wat elementaire dingen die ik alweer vergeten ben. Ondanks dat, een hele fijne leeservaring voor een uur of drie (dat het duurt om dit boek te lezen). Een paar mooie zinnen, waarvan de meeste gejat zijn. Het voelt alsof je ‘het gouden ei’ van Tim Krabbé aan het lezen bent, of Salinger light, alleen dan zonder de spanning of betekenis. En ondanks alles nog steeds de moeite waard omdat het gewoon zo goed geschreven is. Dit klinkt allemaal heel erg zuur, maar dit is wat het is. Goed geschreven, maar te mager en schaamteloos getooid in andermans veren.
Denkend aan Holland.
Denkend aan W. denk ik aan de dood Denkend aan de dood denk ik aan W.
Uiteindelijk is Bloem de clue, via Marsman, een clue die bij niemand echt blijft hangen.
En wat maakt het ook uit? We hebben het er niet meer over.
Wauw. Wat een boek. Nog te pril om over te schrijven maar wat een adembenemend avontuur. De consequenties. Was. Zoiets. Wauw. Of ook wel: oze wieze woze, wieze walla kristalla, kristoze, wieze woze, wieze wies wies wies wies!
Vandaag, anderhalve maand later, nog eens herlezen. Dit leest als een trein. Literair gezien deze keer wel iets minder onder de indruk, maar het is alleszins een pakkende schets van een plots verbroken vriendschap. En een boeiende reflectie op de waarde van ervaring en herinnering. Ik heb me wel wat gestoord aan de vele tikfoutjes (tekomen, Syvia…) en de talrijke foute afbrekingen. Uitgeverij Das Mag wil zogenaamd ‘minder boeken uitgeven, met meer aandacht’. Dat maken ze niet helemaal waar.
‘Hilde, W. en ik in de nachtwinkel. W. die op de vrieskist gaat liggen omdat hij bijna niet meer op zijn benen kan staan van vermoeidheid.
Hilde, W. en ik met Valencia op het Hendrik Concienceplein. Valencia is net in De Muze aangeklampt door een hijgerige oude man. ‘De avond is Jazz,’ had hij in haar oor gefluisterd. Ze persifleert zijn hese stem. De avond is Jazz! We gieren het uit. De avond is Jazz!
7.2 We willen de wereld observeren. Maar omdat het observeren deel uitmaakt van de wereld is de wereld die we wilden observeren al verdwenen zodra we haar observeren.
7.3 Om de wereld te zien moet je je blik afwenden.’