Tom Dumoulin is inmiddels ook toptalent in ruste. Wat Henk Pröpper vooral aan het denken zette, waren Toms woorden dat hij 'niet langer de verplichtingen naar anderen wilde voelen'. Het afscheid van Dumoulin was het afscheid van een denker op een fi ets. Het stemde weemoedig, maar er zat tegelijk iets krachtigs in.
Het was afgelopen voorjaar, toen de hel in de hemel veranderde. Althans die van Dylan van Baarle. Een dag na ‘Roubaix’ vroeg Nando Boers aan de winnaar of hij zondag nog onder de legendarische douches had gestaan. ‘Nee. Het zijn eerlijk gezegd ook geen heel fi jne douches.’ Maar er was na de koers ook zóveel te doen: podium, persconferentie, dopingcontrole – hij was blij dat hij bij de teambus kwam en het een beetje kon vieren.’ Wat een beroep.
Tegenwoordig kan zowat elke Deense wielrenner een etappe in een grote ronde winnen. In TdF 1970 was Mogens Frey Jensen de eerste. Frey raakte met Joaquim Agostinho op drift naar Mulhouse, fi nish van rit negen. Agostinho won, maar had zijn handen van het stuur en een kwak gegeven, en werd teruggezet naar plaats twee. Mogens Frey Ð een Deense winnaar in een daverend decor.
Wat hebben Hilbert van der Duim en Herman Van Springel met elkaar te maken? Aandacht en mededogen. Hilbert reed ooit een rond-je te weinig op de schaatsbaan; Herman werd tweede in de Tour van 1968.