Ellen Deckwitz zet zich al jaren onvermoeibaar in voor de poëzie – op het podium, in het klaslokaal en in de krantenkolommen. Deze omnibus bevat de boeken Olijven moet je leren lezen en Dit gaat niet over grasmaaien. Poëzie is moeilijk, raadselachtig, vaag, en kan werkelijk alles betekenen – het zijn maar enkele van de veel gemopperde gemeenplaatsen, die Ellen Deckwitz geduldig en met verve ontkracht. Of je nu een geoefende lezer bent of je eerste schreden in de wondere wereld van de poëzie zet, dit boek mag niet ontbreken op je nachtkastje.
Holds an MA in literary and cultural sciences. She has performed at Dutch festivals like Lowlands, the Nacht van de Poëzie, Poetry International, but also in Birmingham, Paris and Berlin. She was the Dutch Slam Poetry Champion in 2009, is a member of the rock.poetry formation Asphalt Fairies, and during the European Championship of Football in 2012, she was on national Dutch radio as a football expert. Her poems have been translated and published in English, German, French and Spanish.
Ellen Deckwitz scoorde voor mij ooit met haar geslaagde bundel Hogere natuurkunde, maar verloor krediet na het veel mindere De blanke gave. Dat dubbele gevoel riep ze opnieuw op met deze omnibus waarin haar twee succesvolle handleidingen bij het leren ontdekken en appreciëren van poëzie - Olijven moet je leren lezen. en Dit gaat niet over grasmaaien - samengebracht zijn.
Wat ik hier minder geslaagd aan vind, is de hippe, coole en bij momenten nogal clichématige toon die Ellen Deckwitz hanteert. Alsof ze een gladde commercial inspreekt, een hippe talkshow presenteert of zich wil outen als influencer. Tegelijk begrijp ik haar, want hoe haaks haar verkoperspraatjes ook staan op het gros van de prachtige, eclectische verzameling gedichten die ze als voorbeeld heeft geselecteerd, het lijkt me ook de enige, want drempelverlagende manier om poëzie voor een breed publiek toegankelijk en bespreekbaar te maken.
En zo beland ik stilaan bij de pluspunten, want niettegenstaande Ellen Deckwitz weleens in herhaling valt als het gaat over het nut van poëzie en ze (te) veel van haar hoofdstukjes laat beginnen met een zogenaamd 'uitdagende' poëzievraag van een student, neefje, oom of ander familielid, haar gedurfde, eclectische keuze van gedichten duldt geen compromissen en bewijst dat ze een bevlogen poëzie-lezer is én ongetwijfeld een begeester(en)de docente.
Het sterkst is ze dan ook wanneer ze haar eigen favorieten mag aanprijzen en doorleefd kan doorbomen over haar oprechte en vurige liefde voor het genre. Met een brede blik, noodzakelijk trouwens als je lesgeeft, schakelt ze moeiteloos tussen insta-poëzie, Hugo Claus, Drs. P., Tomas Tranströmer, Sylvia Plath, Rumi, Esther Jansma, Rupi Kaur en nog een heleboel andere namen, inclusief een mooie reeks nobele onbekenden die ik wel zou willen ontdekken.
Verplicht leesvoer dus voor alle docenten Nederlands in het secundair (in de lagere school staan kinderen nog onbevangen en enthousiast open voor gedichten, maar van zodra ze gaan puberen moet je uit een ander vaatje tappen, aldus Deckwitz ... en daar sluit ik me volmondig bij aan, wetende dat het wel degelijk mogelijk is en zelfs tot succes en tot lees- én schrijfplezier kan leiden). Maar de tip gaat ook op voor volwassen lezers, die vaak nogal bevooroordeeld en weigerachtig staan tegenover poëzie (o.a. wegens te hermetisch of te literair). Conclusie: Ellen Deckwitz mag hip en cool klinken.
Ik vond het echt een leuk boek. Ik kreeg echt zin om me te verdiepen in poëzie. Niet dat ik het nu allemaal opeens begrijp en een poëzie kenner ben, maar Ellen wist me wel enthousiast te krijgen. Ik hoop dat de abstractere vorm van woorden wat beter gaan beklijven. Maar aan Ellen zal het niet liggen.
4.7⭐ Wat een top boek! 'Olijven moet je leren lezen' is een dikke vijf sterren waard. Ik zal het zeker vaker gaan lezen, al was het maar om alle waardevolle leestips te onderzoeken die ze geeft n.a.v. elk hoofdstuk.
Het tweede deel van deze omnibus, 'Dit gaat niet over grasmaaien' viel me echter tegen. Nu had ik de meeste columns ooit al gelezen, maar de stukjes leken ook minder om het lijf te hebben dan die uit het eerste deel van dit boek. Tegelijkertijd staan er in 'Dit gaat niet over grasmaaien' leuke tips om jongeren aan de poëzie te krijgen. Ik hoop dat ik er met deze kennis in slaag om mijn huispuber te inspireren... 😬🤞🏼
Poëzie, ik heb er lange tijd afkeer en angst voor gevoeld. Zeker, op de middelbare school vond ik als gloomy tiener die graag flirtte met de dood herkenning in de gedichten van Jotie t’Hooft, maar na het overleven van deze donkere jaren ontwikkelde ik als filosofiestudent een afkeer voor deze literaire vorm. De wereld was immers prima in rationele concepten te begrijpen, al dat vage emotionele, ‘onzegbare’ gedoe in poëzie, nee bedankt. Toen ik uiteindelijk gelukkig ontdekte dat onze rationele vermogens niet toereikend en voldoende zijn om de werkelijkheid te begrijpen, maakte mijn afkeer plaats voor angst.
Want waar moet een mens beginnen met het doorgronden van poëzie, en hoeveel uren moeten er wel gespendeerd worden aan het lezen van poëzie voordat het eindelijk ‘klikt’, met daarbij de vrees dat het misschien wel helemaal nooit gaat klikken en alle moeite voor niets is geweest. Gelukkig is daar redder in nood Ellen Deckwitz, die in Eerste Hulp Bij Poëzie angstige mensen als ik gerust weet te stellen.
Angstaanjagend Eerste Hulp bij Poëzie is een bundeling van Deckwitz’ twee boeken over poëzie lezen; Olijven Moet je Leren Lezen: Een Cursus Genieten van Poëzie verscheen in 2016, Dit Gaat Niet over Grasmaaien: Hoe Lees Je Poëzie verscheen in 2020. Beide boeken zijn vergelijkbaar qua opbouw. Ieder hoofdstukje begint met een gedicht en Deckwitz legt aan de hand van het gedicht uit hoe poëzie in elkaar kan steken, geeft tips over hoe je poëzie kunt lezen en ontdekken en geeft voorbeelden van manieren waarop een bepaald gedicht geïnterpreteerd kan worden.
Dat betekent dat je als lezer dankzij deze twee boeken kennis maakt met heel veel verschillende soorten gedichten en met verschillende vormen van poëzie. In heldere zinnen en met veel humor weet Deckwitz de bange lezer van alle weerstand af te helpen en te overtuigen van het feit dat poëzie lang niet zo angstaanjagend is als het van de buitenkant kan lijken.
Puzzel Poëzie is namelijk geen puzzel die alleen opgelost kan worden door ingewijden die dag in dag uit met gedichten bezig zijn terwijl ze nippen aan whiskeys of havercappu’s en via de alcohol of de caffeïne de oplossing voor de te kraken code ingegeven krijgen. Deckwitz maakt duidelijk dat het lezen van poëzie gewoon een kwestie van doen is. Lees eens een gedicht, bemerk wat het met je doet en of dit door het ritme, de beelden of de achterliggende betekenis komt, en je bent er eigenlijk al.
Het feit dat gedichten blijkbaar geen vastliggende betekenis hebben, dat je waardering voor een gedicht kan groeien, afnemen of zelfs per dag kan verschillen en dat kenners heus niet allemaal unaniem dezelfde gedichten liefhebben of haten is allemaal zeer geruststellend. Deckwitz weet de lezer te overtuigen van het feit dat poëzie echt voor iedereen kan zijn.
Slechte score Als het gaat om de gedichten die zijn opgenomen in deze twee werken, dan kon ik met negentig procent helemaal niks. Een slechte score zou je zeggen, maar die overige tien procent wist me dusdanig te prikkelen of van mijn sokken te blazen dat de dichtkunst me toch voor zich wist te winnen. Wat ik bij die enkele gedichten voelde, dat wil ik veel vaker ervaren. Dat ik dan misschien eerst negentig gedichten moet doorploegen die me koud laten, om uiteindelijk tien gedichten te lezen die me op een manier beroeren die niet te vergelijken is met hoe proza dat doet, dat zie ik eigenlijk helemaal zitten.
Ik heb inmiddels al wat gedichtenbundels aan mijn e-reader toegevoegd en enkele bundels in mijn kast staan. Nu nog wat tijd vrijmaken om geregeld enkele gedichten te lezen. Ik had niet verwacht dat ik het ooit nog zou zeggen, maar dankzij Eerste Hulp bij Poëzie zie ik het nog wel gebeuren dat ik een poëzieliefhebber ga worden. De wonderen zijn de wereld nog niet uit, zullen we maar zeggen, en dat allemaal dankzij dichtkunst-ambassadrice Ellen Deckwitz.
Leuk! Boek! Grappig, vermakelijk en informatief boek over het lezen én het genieten van poëzie. Het is een fijn boek als je begint met het lezen van poëzie, maar ook als je wat meer gevorderd bent in de dichtkunsten. Deckwitz laat vooral weten dat je echt niet elke zin of elk woord hoeft te snappen, maar helpt je tegelijkertijd stap voor stap om die poëzie iets beter te begrijpen. Met genoeg gedichten en tips voor bloemlezingen en dichtbundels, helpt ze je ook een eigen stijl te ontwikkelen en er zelf achter te komen van wat voor gedichten je gelukkig wordt. Ik denk dat het boek op bepaalde vlakken uitgebreider had gekund op het gebied van informatie, nog wat meer de diepte in. Desondanks genoot ik enorm van het lezen van dit boek.
Prima, snap wel wat de schrijfster wilde met dit boek maar het heeft me allesbehalve aangegrepen of meer laten interesseren in poëzie. Vind de gekozen gedichten ook niet zo, dus dat helpt niet.
Olijven moet je leren lezen en Dit gaat niet over grasmaaien in één boek.
Ik lees steeds meer poëzie en mijn voornemen voor dit jaar was/is ‘iedere dag minstens een gedicht’. Dit lukt met behulp van de poëzie kalender al aardig. Toch wist ik nog niet zo goed wat dan te lezen en vroeg ik me regelmatig af of ik het wel begreep. In dit boek komt dat allemaal aan de orde. Deckwitz leert ons niet ‘bang’ te zijn voor poëzie en te voelen. Dat er meer betekenissen kunnen zijn, dat het is wat je er uit haalt. Maar ook hoe je zo kunt lezen dat je eerder begrijpt wat de dichter wil zeggen. Er staan veel gedichten in dit boek én heel veel tips voor bundels. Tijdens het lezen, heb ik ook meteen van alles besteld en gedownload. En de bundels en bloemlezingen die reeds in huis zijn meer in het zicht gelegd. En een poëzie app groep gestart met een aantal vriendinnen.
Ik heb veel gevouwen en gestreept in dit boek en ga het nog vaak oppakken. Voor de gedichten, tips en uitleg.
Grappig en toegankelijk. Je leert beduidend meer over dichtkunst in het algemeen (geschiedenis, stromingen en genres, vertalingen, etc) dan over hoe je gedichten lezen nou precies aanpakt of hoe je ze regel voor regel kunt uitpluizen. Deckwitz gaat je niet vertellen wat er bedoeld wordt met de woorden aan het begin van elk hoofdstuk die je zo zorgvuldig gelezen hebt, maar geeft enkel hints over wat de thema's kunnen zijn, en welke anekdotes er bij haar naar boven komen. Dat daagt het wel uit om hetzelfde te doen bij het lezen van gedichten, en helpt het ook zeker bij het achterhalen van je eigen smaak en voorkeuren als het aankomt op gedichten. Al met al niet de beste gids om mee te beginnen, maar wel een vermakelijk en licht prikkelend boek om poëzie wat te kleuren.
Het boek "Olijven moet je leren lezen" werd aangeraden tijdens de lezing van This is how we read-Eerste zin scheurkalender voor iedereen die houdt van poëzie of er schrik van heeft of er gewoon meer van wil weten. Ik was getriggerd en kocht deze omnibus met ook "Dit gaat niet over grasmaaien" erbij. Elk hoofdstuk start met een gedicht en behandelt een thema en Ellen Deckwitz doet dit met veel humor en super toegankelijk. Ik kreeg alleen maar meer zin om poëzie te lezen! Een boek waarvan ik blij ben dat het in mijn eigen boekenkast staat om af en toe te herlezen.
Ik ben blij dat het boek uit is. Hoewel het interessante inzichten bevat, betwijfel ik of het me zal helpen om mijn leerlingen enthousiast te maken voor poëzie. Zelf word ik er in ieder geval niet warm van. Dat komt ook door de vage gedichten die erin zijn opgenomen. Daarnaast vond ik het boek lastig geschreven, waardoor ik regelmatig goed moest nadenken over wat er precies bedoeld werd.
Wat een heerlijk boek. Ik heb het gekoesterd. Steeds een hoofdstukje. Genieten van de vele manieren om poëzie te lezen. En dan weer een zijweg naar een dichter, een nieuwe ontmoeting, een nieuw avontuur inslaan.