De meisjes van de suikerwerkfabriek bevat zes wondermooie verhalen. In het titelverhaal stellen vier vrouwen, die in een treincoupé zitten en op weg zijn naar hun werk, zich teweer tegen een jong pedant conducteurtje. Hun verdediging slaat algauw om in een aanval waarbij hij de prooi wordt.
Een verhalenbundel (had ik pas laat door). Losse verhalen over personages die allemaal niet voldoende aan het beeld van hun ouders. Om uiteenlopende redenen. Wel wat verouderd: het boek is uitgegeven in '81. Veel situaties zijn moeilijk herkenbaar voor een lezer uit het hier-en-nu.
De soms wat absurde situaties zijn niet altijd even helder te duiden. Andere verhalen spreken tot de verbeelding en waardeer ik meer.
Tessa de Loo heeft meteen haar naam gevestigd door de positieve waardering voor de bundel met zes verhalen ‘De meisjes van de suikerwerkfabriek’, gepubliceerd in 1983. Zo onbevangen mogelijk begon ik eraan. De vorige zin formuleerde ik zo, omdat ik eerder werk van haar las: ‘De tweeling’, ‘De zoon uit Spanje’, ‘Een bed in de hemel’ en ‘Een varken in het paleis’. En de eerste zin van wat ik over ‘De tweeling’ voor Goodreads schreef, was: “Wat een prachtige roman!” ‘De muziekles’ is een relatief zwakke opening, maar dat blijkt pas na lezing van alle verhalen. Op zichzelf is het een mooi verhaal over opgroeiende jeugd. ‘De meisjes van de suikerwerkfabriek’ is ijzersterk; de meiden, collega’s bij genoemde fabriek, forenzen per trein en op een keer komt er een conducteur die strenger in de leer is dan de gebruikelijke. De meiden gaan de confrontatie met hem aan. Het verhaal heeft misschien een feministische ondertoon; bij mij kwamen er modernistisch-harmonieuze boventonen in mijn geestesoor, te weten het dissonante gedrag van de meiden waarbij mijn gevoel voor humor geen geweld werd aangedaan. Ook in de overige verhalen zijn de hoofdpersonen vooral vrouwen die zich laten gelden; de gebeurtenissen zijn telkens raak en sfeervol beschreven. De drie sterren die nominaal op GR te zien zijn, zijn in gedachten bijna 3,5. Dat ik enigszins behoudend heb ‘gesterd’, komt omdat het voor mij onderdeel is van de lezing van de meeromvattende bundel ‘Alle verhalen tot morgen’. Daarin komen nog aan bod: ‘De vuurdoop’, ‘Het rookoffer’, ‘Het mirakel van de hond’ en ‘Isabelle’. Door die komende onderdelen apart te waarderen, kan ik beter differentiëren. Voor de volledigheid noem ik de titels van de overige vier verhalen in de gelezen sub-bundel: ‘Rose, met bizarre stukjes geel ertussen’; ‘De grote moeder’; ‘Op hoge hakken’; ‘Mottenballen en parfum’. JM
Ik heb dit boek destijds gekoesterd. Het was heerlijk om te lezen. Geen idee of het de tand des tijds heeft doorstaan. Ik kan geen echte recensie schrijven, puur omdat na het lezen van - echt - honderden boeken enige herinnering van de inhoud bij me ontbreekt.
De rode draad in dit boekje is duidelijk maken hoe de verhoudingen liggen. Vooral tussen man en vrouw. Beetje raar soms. Er wordt in ieder verhaal iemand onderdrukt en iedereen gaat daar anders mee om. De man maakt het leven zuur. Een beschreven situatie staat in dienst van een groter geheel, het had ook iets heel anders kunnen zijn. Bijvoorbeeld het onderdrukken van de conducteur of Tom door zijn vader.
Je voelt de wrok die de vrouwen koesteren jegens (hun) man(nen). Iets wat ik niet herken en wil kennen, wat er beschreven wordt vind ik dan ook soms tot de grens en/of overdreven. Leest wel makkelijk & fijn.
Ik had een novelle verwacht, maar bleek een verhalenbundel, dat werkt bij mij toch altijd minder goed, moet wel heel sterk zijn wil ik een verhalenbundel echt wat vinden. Een paar van de verhalen waren best sterk, maar het geheel haalt het niet bij was ik eerder van dezelfde schrijfster gelezen heb. Toch een beetje een tegenvaller dus, misschien ook omdat mijn verwachtingen te hoog lagen op basis van haar andere boeken. Sommige verhalen ook gewoon een beetje 'vaag'. Prima boekje voor tussendoor, maar dit wordt geen lezen en herlezen-boek.
Dit boek was anders dan verwacht. Ik dacht dat het een lang verhaal zou zijn. Pas toen ik aan het derde verhaaltje begon, kwam ik er achter dat dat niet het geval was. Daarom heb ik de eerste verhaaltjes gelezen alsof het de inleiding van een groter verhaal was. Wat mij opviel was dat ze allemaal over kinderen/pubers gaan. Jongeren die opgroeien en nieuwe dingen meemaken. Het was wel interessant om te lezen, maar ik zou het niet aanraden. Er zijn betere boeken.
Mooie uiteenlopende verhalen. Door de beperkte lengte van de verhalen is het plot soms wat absurd, maar dat maakt het onvoorspelbaar dus dat vind ik leuk. Daarnaast worden veel dingen aan de verbeelding over gelaten of hebben verhalen een open einde, waardoor de verhalen een goede prikkeling geven.
Een mooie, soms wat verdrietige verhalenbundel. Een deel van de verhalen is vanuit het perspectief van een kind geschreven, een deel vanuit het oogpunt van een volwassene. Verder geheel conform De Loo's intussen bekende stijl.
Het verhaal waarnaar het boek is vernoemd is een genot om te lezen. Daarna is het voor mij is te oppervlakkig. Of gewoon niet mijn stijl. Een soort coming of age verhalen, veel verder dan de helft ben ik niet gekomen.
Volledige review van individuele verhalen op mijn Market Garden Reader boekenblog . Dit boek stond zo lang bij mij op de plank dat ik dacht dat ik het nooit zou uitlezen. Ik wou het niet wegdoen want stel dat één van mijn kinderen het voor school nodig had? En De tweeling vond ik toch ook zo mooi? Maar mijn boekenplanken zijn overvol en dit zou waarschijnlijk snel uitgelezen kunnen worden tussen het lezen van een dikke pil en het vertalen van een lange tekst door.
Bovendien ontdekte ik dat het tussen 14 en 21 februari 2020 De Week van het Korte Verhaal was, dat normaal gesproken (sinds 5 jaar) gepaard met de uitreiking van de J.M.A. Biesheuvel Prijs gaat. Helaas niet, dit jaar, want het niveau van de inzendingen was onvoldoende, blijkbaar. Jammer, maar ik moet toegeven dat ik korte verhalenbundels lastig vind om uit te lezen. Ik word vaak afgeleid door iets wat langer en waardiger is of lijkt. Net zoals bij dit boek. Ik ben immers in november 2018 begonnen en lees het pas februari 2020 uit. Niet alles vond ik boeiend en ik merk goed dat Tessa de Loo nog vrij jong was toen ze het schreef want het gaat vooral over tienermeisjes en jongere vrouwen. Toch is het de moeite waard.
Ik ben best een fan van verhalenbundels, als ze maar goed bij elkaar passen. Dat vond ik hier niet helemaal het geval. Sommige verhalen sprongen er duidelijk meer uit dan de anderen. Er zat wel een rode draad door de verhalen over de onderdrukking die overal terugkwam. Na het lezen van dit boek is alleen het titelverhaal me echt goed bijgebleven, maar er was niet echt iets wat me aan het denken heeft gezet.