Van Rosalena wordt gezegd dat ze de mooiste vrouw ter wereld is. Ze heeft rode lippen, een sneeuwwitte huid en handen als kostbare schelpen. Thybeerts gezicht is verminkt. Hij heeft een bochel. De vingers van zijn rechterhand zijn afgehakt zodat de hand op een hoef lijkt. Nog nooit heeft Rosalena een lelijker man ontmoet; en dat terwijl veel mannen om haar liefde kwamen vragen. Maar als Thysbeert Rosalena op een dag uitnodigt met hem te dineren stemt zij toe. Ze kan niet anders; ze heeft immers nog wat goed te maken.
Een verhaal--een sprookje--dat gebaseerd is op 'Belle en het Beest'. Het speelt zich af in de buurt van Antwerpen, in de middeleeuwen.
Ik vond het bijwijlen mooi geschreven, het gaf wel een beetje het tijdsbeeld weer, maar het verhaal zelf kon me eigenlijk niet echt boeien, waarschijnlijk omdat het zo doorspekt was met fantasie-voorstellingen: de elfen en de engelen, de magische spiegel en nog wat meer.
Het zestiende-eeuwse sprookje De schone en het beest, opgetekend door Gianfrancesco Straparola, zal bij het brede publiek vooral bekend zijn in de versie van de Disneyfilm Belle en het beest. Waarbij een letterlijk beest opgesloten in een toren de liefde van een mooi dorpsmeisje voor zich moet winnen. Het is een gedisneyficeerde versie van het sprookje van Straparola, waarbij de liefde uiteraard wint en een erg mooie soundtrack de kers op de taart is.
Dezelfde liedjes vindt men niet in de hervertelling die voor mij ligt; De roos en het zwijn van Anna Provoost. Oorspronkelijk gepubliceerd (en meermalige bekroond) in de jaren 90 kreeg deze hervertelling dit jaar een nieuwe druk.
Het prachtige beeld Eve and the Apple van Jean Denis Antoine Caucannier geeft in zijn kwetsbaarheid al een zeer goede indruk van de zinderende en sfeervolle jeugdroman die onder deze cover verborgen ligt. Geen zingende meubels of een verlaten kasteel in dit verhaal, maar wel een prachtige ode aan het oorspronkelijke sprookje.
Direct werd ik gegrepen door de bijzondere, eigentijdse schrijfstijl met mooie beeldspraak die tot de verbeelding spreekt maar niet hoogdravend is. Het perspectief is in het begin te omschrijven als een auctoriale ik-verteller. Daarom word ik gelijk in het verhaal gezogen. Het is een boek dat door jong en oud kan worden gelezen.
Anna Provoost - De roos en het zwijn De roos en het zwijn is een boek dat geïnspireerd is op De schone en het Beest. Het boek is een cultuursprookje in de ruime zin van het woord. Het is een fantasieverhaal gebaseerd op een sprookje. Er worden veel motieven gebruikt die ook in sprookjes terugkomen: de jaloerse zussen, de schoonheid, de spiegel waarin de hoofdpersoon andere mensen kan zien, de dood. Toch is het geen typisch sprookje. Het begint niet met het traditionele ‘Er was eens..’ en eindigt niet met ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’. De personages in het boek zijn niet overduidelijk typen, zoals in veel sprookjes het geval is.
Het verhaal gaat over een meisje dat mismaakt wordt geboren. Na haar geboorte denkt iedereen dat ze niet lang zal leven. Toch overleeft ze, haar moeder gaat echter dood. Hij verwent haar, omdat hij bang is haar vroeg te verliezen. Dit roept jaloezie op bij haar twee zussen. Het meisje wordt steeds mooier en de mannen zijn geïntimideerd door haar schoonheid. Twee mannen, Ottokar en Tiras tonen bijzondere belangstelling. Wanneer Ottokar haar wil trouwen, steekt vader daar een stokje voor. De oudste is eerst aan de beurt. Uiteindelijk trouwen de twee mannen met haar zussen. ‘s Nachts wordt het meisje, inmiddels vrouw geworden, bezocht door twee minnaars. Het blijken later de mannen van haar zussen. Ze wordt verteerd door schuldgevoel. Dit wordt nog sterker wanneer haar vader door haar toedoen het onheil over het gezin afroept.Het meisje besluit dat ze boeten moet doen, door te gaan leven bij Thybeert. Thybeert is afschrikwekkend lelijk en zonder medeleven. Zal ze haar schuld kunnen inlossen door met hem te dineren?
Literatuur kent verschillende functies (Coillie, 2007). Het boek De roos en het zwijn komt vooral tegemoet aan de creatieve functie van literatuur. Het stelt je in staat dingen te verbeelden en fantaseren. Er zijn elfen en engelen, spiegels waarin je afwezige geliefden kunt zien en geneeskrachtige rozen. Ook de zingevende functie komt aan bod. Het boek laat nadenken over zonde en schuld, over de zegen of de vloek van schoonheid en over jaloezie. Het boek heeft geen expliciete moraal. Het einde laat ruimte voor een eigen interpretatie. Tenslotte heeft het boek een sterk esthetische functie. Provoost heeft mooie zinnen op papier weten te zetten, zoals: “Nu ben ik volmaakt maar geraakt.” “Hij verstond de kunst van het aanwezig zijn, ook als hij er niet was.” “U denkt dat u ongelukkig bent. De waarheid is dat u het leven verkeerd begrijpt.”
Ik vind De roos en het zwijn een bijzonder boek. Het boek heeft mij geraakt door de mooie zinnen die erin te vinden zijn, niet zozeer door het verhaal. Het verhaal vind ik moeilijk te volgen. De vele fantasie-elementen zoals elfjes en bosgeesten kan ik niet goed plaatsen. Daarnaast had ik op basis van de flaptekst iets anders verwacht. Het daadwerkelijke verhaal staat veel verder van De schone en het beest af dan de flaptekst doet vermoeden. Coillie (2007) schrijft hierover “Opvallend is nog hoeveel aandacht kinderen besteden aan consequentie. Wanneer het verhaal niet aansluit bij de titel of een tekening niet bij de tekst, keuren ze dat af”.
Ik denk dat dit boek de meerderheid van mijn leerlingen niet zo weten te bekoren. Het zal niet voldoen aan hun verwachtingen van een sprookje en ik denk dat veel leerlingen het verhaal niet realistisch genoeg vinden. Ik zou het boek alleen aanraden voor de enkele leerling met een grote verbeeldingskracht en grote gevoeligheid voor het esthetische.
Ik had weinig verwachtingen van het boek, sprookjes en fantasieverhalen zijn niet mijn favoriete genre. Toch ben ik positief verrast. Ik kende natuurlijk wel de bekende sprookjes van de gebroeders Grimm, maar dit is het eerste sprookje dat ik daarna heb gelezen.
Rosalena wordt te vroeg geboren en is erg teer, maar ze ontwikkelt zich tot een hele mooie jonge vrouw, waar haar zussen Richenel en Idelies jaloers op zijn. Ze lijkt voor het geluk geboren, want ze ontkomt aan de pokkenepidemie. Toch voelt ze zich schuldig dat het haar allemaal voor de wind blijkt te gaan en ze vindt dat ze gestraft moet worden. Ze is zo mooi dat vooral mannen niet te dicht in haar buurt durven te komen. Toch krijgt ze elke nacht twee keer bezoek en wordt ze bemind. Later blijken dit niet één, maar twee personen te zijn, de mannen van haar zussen, Tiras en Ottokar. Haar vader is veel op reis en neemt vaak cadeautjes voor zijn dochters mee. Zo krijgt ze een zwijntje die ze Zoran noemt en een rozenstruik, waar de prachtigste rozen aan groeien. Na de dood van haar moeder is ze opgevoed door Lucretia. Zij is blind en aan haar vader vraagt ze een witte roos mee te nemen van één van zijn tochten. Dit kan haar genezen. Hij steelt dit van een man genaamd Thybeert. Thybeert neemt wraak door de huizen van Tiras en Ottokar in de brand te steken. Rosalena is inmiddels zwanger en ziet het leven niet meer zitten. Ze besluit in plaats van haar vader boete te doen voor zijn fout en trekt bij Thybeert in als dienstmeid. Hij is de lelijkste man die ze ooit heeft gezien, maar toch ontstaat er een bijzondere band. Zelfs zo bijzonder, dat ze, nadat ze weer thuis en bevallen is van een meisje met twee hoofden en vier armen, terugkeert naar Thybeert. De baby laat ze achter bij haar zussen, die nooit kinderen hebben kunnen krijgen.
Dit sprookje is een afgeleid van het volkssprookje ‘De schone en het beest’ (ook bekend als Belle en het Beest) en kunnen we nu onderbrengen in een cultuursprookje. De schrijfster heeft er eigen figuren en situaties aan toegevoegd (Coillie, J. van, 2007, p. 211). Het is in feite een fantasieverhaal gebaseerd op een sprookje, want het begint ook niet traditioneel met ‘Er was eens…’ of eindigt met ‘En ze leefden nog lang en gelukkig.’ ‘Anne Provoost verrijkt het basisgegeven met elementen uit andere sprookjes en met symbolen die het verhaal een geheel geladen spanning geven. Het zich losscheuren van de vader om te kiezen voor de echte liefde krijgt er een aparte dramatiek van’ (Coillie, J. van, 2007, p. 232)
Dit sprookje is geschikt voor jong en oud, vanaf ongeveer 15 jaar.
De Roos en het Zwijn is gebaseerd op het cultuursprookje De Schone en het Beest. Rosalena wordt als een Meisje-van-glas geboren in Vlaanderen, wordt opgevangen door de elfen en groeit uit de mooiste vrouw van de wereld. Ze heeft rode lippen en een sneeuwwitte huid. Haar zussen Idelies en Richenel zijn ook mooi, maar niet zo mooi als zij. Haar vader was koopman en vaak op handelsmissie en nam altijd iets voor zijn dochters mee. Omdat hij vaak weg was en hun moeder overleden, nam hij een dier voor ze mee zodat ze iets hadden om van te houden. Rosalena krijgt een knobbelzwijn en noemt hem Zoran. Het gaat Rosalena voor de wind, ze is mooi, elke man wil haar en e doet goede zaken in de stad Antwerpen. Maar de engelen werken haar tegen. Ze gaat vreemd met de mannen van haar zussen, de pokkenplaag breekt uit, de mensen uit de stad keren hen de rug toe en Rosalena moeten boeten voor wat ze heeft gedaan. Door te dineren met het Zwijn zal haar boetedoening snel voorbij zijn.
‘Anne Provoost verrijkt het basisgegeven met elementen uit andere sprookjes en met symbolen die het verhaal een heel geladen spanning geven. Het zich losscheuren van de vader on te kiezen voor de echte liefde krijgt er een aparte dramatiek’ volgens J. van Coillie.
Sprookjes en fantasie zijn niet mijn ding. De personages, de gevoelens die veruiterlijkt en expliciet genoemd worden, de beeldende taal en de symboliek spreken mij niet aan.
Poëtische bewerking van het sprookje van Belle en het beest, met allusies naar heel veel andere sprookjes, met de strijdende elfen en engelen als een van de mooie details. Hoofdpersonage Rosalena leeft in een tussenwereld, op het raakvlak ‘tussen licht en schim, het tastbare en het ijle, het werkelijk bestaande en de binnenwereld.’
Young adult. Een verhaal met alle kenmerken van een sprookje dat dan toch niet zwart-wit genoeg blijkt te zijn om ook een sprookje te zijn. Goed gedaan.
Dit boek is geschreven door Anne Provoost en uitgebracht in het jaar 1997. Het valt onder het genre ‘Sprookjes’. Dit is duidelijk terug te zien in de sprookjesfiguren zoals engelen en elfen. Ook komen er veel dieren voor in het boek, waaronder de ‘bietebauw’ die de dood komt inluiden. Ook veel attributen doen sprookjesachtig aan, zoals de magische spiegel, een hoefijzer en rozen. De titel en de tekst op de achterkant van het boek deden mij denken aan ‘Belle en het Beest’, mijn favoriete sprookje. Dit bleek een juist voorgevoel te zijn, aangezien ik er achter kwam dat Anne Provoost dit boek heeft geschreven naar aanleiding van ‘De schone en het beest’, dat in de 16e eeuw werd geschreven door Gianfresco Straparola. Eigenlijk heeft ze dit oude verhaal nieuw leven ingeblazen, hetzij soms iets verandert naar haar eigen smaak. Het verhaal speelt zich af in de late Middeleeuwen, net buiten Antwerpen in de bossen. De verhaallijn is dat Rosalinda (te vroeg) geboren wordt; onvolgroeid, klein, licht en met een doorschijnende huid. Haar vader noemt haar ‘het meisje van glas’. Iedereen is er vrijwel zeker van dat ze snel zal overlijden. Daarom wordt ze door haar vader extra verwend en krijgt ze de mooiste cadeaus. Dit tot jaloersheid van haar zussen. Maar het tegenovergestelde gebeurt: Rosalinde groeit op tot een prachtige 15-jarige vrouw. Ze heeft rode lippen, een sneeuwwitte huid en prachtige handen. Ze is de jongste van de drie zussen, maar tegen de gewoonte in, komen allerlei mannen om haar hand vragen en niet om die van haar oudere zussen. Haar moeder overlijdt en ze blijft alleen met haar zussen en hun verzorgster Lucretia achter, omdat haar vader altijd op zakenreis is. Als hij terug komt van een van zijn reizen, geeft hij Rosalinde een wrattenzwijn. Deze noemt ze Zoran en hij wordt haar beste vriend. Haar tweede liefde op dat moment is de rozenstruik die ze iedere dag zorgvuldig verzorgt. Ze zit ze iedere dag voor de spiegel, waarin ze op magische wijze haar vader kan zien als hij er niet is. De mannen blijven terugkomen om haar hand te vragen, waar vader woedend om wordt. De oudste dochter moet namelijk eerst trouwen, dan de tweede en pas als laatste de jongste, Rosalinde. Uiteindelijk geeft Ottokar, een jonge handelspartner van vader, het op en trouwt met haar oudste zus Richenel. Ook Tiras, een fluitspeler, geeft het op en trouwt met haar tweede zus, Richenel. Rosalinde gelooft in elfen, engelen, bosgeesten en andere magische wezens. Als ze ’s nachts wordt opgezocht voor seksuele intimiteit, waar ze van geniet, denkt ze dan ook dat het een bosgeest is, die iedere nacht twee keer komt. Later komt ze er tot haar schrik achter dat ze seks heeft gehad met haar beide zwagers. Ze blijkt zwanger te zijn. De vroedvrouw Lucretia voelt aan haar buik en zegt dat het een tweeling is. Rosalinde moet haar zussen beloven dat ze allebei een baby krijgen, om haar schande goed te maken. Bij de geboorte blijkt dat ze bevallen is van een ‘tweehoofdig monster met 1 hart’. Het deed mij nog het meest aan een Siamese tweeling denken. Als haar vader tijdens zijn terugreis een witte roos uit de tuin van Thybeert, een kasteelheer die omschreven wordt als ‘het beest’, steelt voor Rosalinde, moet hij voor straf voor altijd zijn dienaar zijn. Rosalinde besluit in zijn plaats te gaan en komt er achter dat hij er afschuwelijk uit ziet. Door de pokken is hij verminkt, en tijdens een duel was zijn hand deels afgehakt, waardoor het op een paardenhoef lijkt. Naarmate de tijd verstrijkt, begint Rosalinde ook andere kanten van hem te zien. Hij kan als een van de weinigen uit die tijd perfect lezen en schrijven. Ze eten iedere avond samen en hij leert haar letters. Ze leert de pijn en het verdriet zien achter zijn masker van wraak. Toch wordt het gemist naar haar vader te groot. Ze vraagt het beest om een spiegel om haar vader te kunnen zien. Als ze ziet dat hij wegkwijnt door verdriet om haar, verlaat ze het kasteel om terug naar huis te gaan. Na haar bevalling ziet ze in haar eigen spiegel dat het niet goed gaat met het beest. Ze besluit haar vader, baby(‘s), zussen en huis te verlaten om voorgoed bij hem te zijn. Het open einde roept veel vragen op. Heeft Rosalinde nu haar ware liefde gevonden? Worden haar seksuele verlangens vervult? Is ze nu gelukkig? Het thema van het boek is boetedoening. In ieder hoofdstuk komt naar voren dat Rosalinde zich schuldig voelt over haar schoonheid en de privileges die ze daardoor krijgt. De afgunst van haar zussen draagt hier sterk aan bij. Ze probeert zich dagelijks terug te trekken om maar niet de aandacht te trekken, en zoekt manieren om haar ‘schuld’ goed te maken. Het is niet zomaar een verhaal, maar heeft een diepe psychologische kern. Ik vraag me dan ook af of dit boek wel hoort in de jeugdliteratuur. Naar mijn mening is het echt een volwassen sprookje, wat ik overigens in 1 adem heb uitgelezen, zo boeiend vond ik het. Voor jongeren vind ik het teveel gevraagd. Ook voor de leeftijd van 14 plus, zoals Jan van Coillie in ‘Leesbeesten en boekenfeesten’ heeft opgeschreven. Aanranding, verbranding, het uitsteken van een oog, vergankelijkheid, schuld, boete, erotiek, wraak, een gruwelijke moord waarbij de organen worden uitgetrokken, afgunst….. Het is nogal heftig en gecompliceerd allemaal. Geen gezellig sprookje, maar echt pittige stof. Ik zou het dan ook niet bij mijn leerlingen aanraden om dit boek te lezen.
Een sprookje dat me achterliet in verwarring. De verwachting van een clou die maar niet kwam. Op de achterkant staat dat Provoost laat zien hoe sommige verhalen nooit eindigen. Dat verklaart een deel van de verwarring: het verhaal heeft geen einde zoals je dat verwacht bij een sprookje. Dat hoeft niet per se 'een nog lang en gelukkig leven' te zijn, maar zoals Provoost het verhaal laat eindigen, vind ik onbevredigend: de twijfel bij 'het zich losscheuren van de vader om te kiezen voor de echte liefde', zoals Van Coillie (2007, p. 232) in een ander verband aangeeft.
Rosalena wordt veel te vroeg geboren, als derde dochter in een gezin in de omgeving van Antwerpen. Haar vader en moeder en de vroedvrouw verwachtten dat ze spoedig zou sterven; ze was bijzonder kwetsbaar, met een doorschijnend huidje. Niemand kon vermoeden dat ze zou uitgroeien tot de mooiste vrouw ter wereld. De schoonheid van haar zussen Idelies en Richenel verbleekt bij die van Rosalena. Ze is niet alleen heel mooi, ze heeft ook bepaalde gaven. Zo lijkt ze onkwetsbaar; ze wordt niet getroffen door de pokkenplaag. Moeder overlijdt en vader is als koopman vaak op handelsmissie. Rosalena kan hem in een spiegel volgen op zijn reizen. Vader neemt voor zijn dochters vaak cadeautjes mee. Zo krijgt Rosalena een knobbelzwijntje, Zoran, dat haar beste maatje wordt en een rozenstruik waar de mooiste rozen aan groeien. Alle mannen die haar zien, raken verliefd. Zo ook de twee mannen die uiteindelijk met haar zussen trouwen, Tiras en Ottokar. Lucretia, de vrouw die haar heeft opgevoed, wordt blind. Rosalena vraagt haar vader een bijzondere witte roos mee te nemen, die Lucretia kan genezen. Vader steelt de roos van Thybeert, een gruwelijk lelijke man. Deze neemt wraak door de huizen van zussen Idelies en Richenel in brand te laten steken. Uit schuldgevoel trekt Rosalena bij Thybeert in om hem te dienen. Ze vatten een diepe liefde op voor elkaar. Rosalena is dan al zwanger van haar zwagers die haar allebei 's nachts kwamen beminnen. Ze bevalt thuis van een 'gedrocht', een dochter met twee hoofdjes en vier armen. En besluit om toch weer bij Thybeert te gaan wonen. De baby laat ze achter bij haar zussen. Rosalena schijnt gedoemd te zijn om tot haar dood heen en weer te bewegen tussen Thybeert aan de ene kant en haar dochter en haar vader aan de andere kant.
'De Roos en het Zwijn' is geïnspireerd op het oorspronkelijke volkssprookje 'De Schone en het Beest' dat werd opgetekend door Gianfresco Straparola in de eerste helft van de zestiende eeuw. De bekendste versie echter, is die van Madame Leprince de Beaumont, een Franse gouvernante in Engeland, van wie de bewerking tot cultuursprookje in 1756 werd gepubliceerd; zij had er voor haar leerlingen wijze lessen in verweven.
Typisch voor sprookjes, zo ook hierin, is het tegemoet komen aan het rechtlijnige, morele denken van jonge mensen. (Van Coillie, 2007, p.214) Waardoor dit sprookje een duidelijke zingevende functie heeft. De duidelijk moraal is dat het in de liefde niet gaat om uiterlijk. Bovendien laat dit boek de lezer nadenken over jaloezie en schuld. Het boek komt ook tegemoet aan de esthetische functie van literatuur. Provoost gebruikt mooie beeldspraak. Zo wordt Rosalena als baby 'meisje van glas' genoemd. Later heeft ze een 'sneeuwwitte huid' en 'handen als kostbare schelpen'. Bovendien schrijft Provoost prachtige zinnen die je zeker twee keer moet lezen om de filosofie tot je te laten doordringen. 'Een kind dat zijn moeder verliest, heeft geen woorden.' (p. 18) En 'Mijn bestaan is een oefening in het verdwijnen.' (p. 108) Ten slotte heeft het verhaal een creatieve functie. Het stelt de lezer in staat zich dingen te verbeelden en te fantaseren. Typische elementen als elfen en engelen, een spiegel waarin je de buitenwereld kunt zien en geneeskrachtige rozen. Een sprookje dat vooral is bedoeld voor de wat meer geoefende lezer.
Ik ken de klassieke sprookjes van vroeger, maar de roos en het zwijn, dat geïnspireerd is op `De schone en het Beest’, lijkt niet op een traditioneel sprookje. Het lijkt meer op een fantasieverhaal dat gebaseerd is op een sprookje. De vergankelijkheid van schoonheid, de spiegel waarin de hoofdpersoon andere mensen kan zien, de jaloerse zussen en de dood zijn thema’s die ook je tegenkomt in traditionele sprookjes. Er zijn echter ook verschillen. Dit cultuursprookje begint niet met de beginformule ‘Er was eens..’ en eindigt ook niet met ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’. Het verhaal speelt zich af in de late middeleeuwen, in Antwerpen en een stukje ervandaan, aan de andere kant van de rivier de Schelde.
Rosalena wordt te vroeg geboren en is erg teer, maar ze ontwikkelt zich tot een hele mooie jonge vrouw met hulp van de elfen. Haar moeder overlijdt. Haar zussen Richenel en Idelies zijn jaloers op Rosalena, die voor het geluk geboren lijkt te zijn. Dankzij de elfen ontkomt zij aan de pokkenepidemie. Ze voelt ze zich schuldig dat het haar allemaal voor de wind blijkt te gaan en ze vindt dat ze gestraft moet worden.
Haar vader is veel op reis en neemt vaak cadeautjes voor zijn dochters mee. Zo krijgt ze een zwijntje, waar ze erg gehecht aan is en een rozenstruik, waar de prachtigste rozen aan groeien. Rosalena is zo mooi dat mannen op afstand blijven. Iedere nacht krijgt zij twee keer bezoek door de mannen van haar zussen, Tiras en Ottokar. In haar naïviteit denkt ze dat ze bemind wordt door een bosgeest. Ze raakt zwanger.
Na de dood van haar moeder, heeft Lucretia altijd voor Rosalena en haar zussen gezorgd. Zij is blind geworden. Rosalena vraagt haar vader een witte roos mee te nemen van één van zijn tochten omdat deze haar kan genezen. Hij steelt een witte roos van een man genaamd Thybeert. Thybeert neemt wraak door de huizen van Tiras en Ottokar in de brand te steken.
Rosalena weet dat ze zwanger is en ziet het leven niet meer zitten. Ze besluit in plaats van haar vader boete te doen voor het stelen van de roos en trekt bij Thybeert in als dienstmeid. Hij is de lelijkste man die ze ooit heeft gezien. Na een tijdje ontstaat er een band tussen hen. Eenmaal weer thuis bij haar vader, komt Rosalena tot de ontdekking dat ze hem mist. Ze is bevallen van een mismaakt meisje. Ze keert terug naar Thybeert. De baby laat ze achter bij haar zussen, die nooit kinderen hebben kunnen krijgen.
Het hoofdthema van dit boek is de seksuele ontwikkeling van een jong meisje. Daarom denk ik dat dit sprookje geschikt is vanaf ongeveer 15 jaar.
Moeten lezen in het middelbaar onderwijs, maar niets van onthouden. Nu (halverwege de 30) tegengekomen op bibboekenverkoop en nog eens een poging gegeven. Cryptisch. Vol symboliek (die ik voorlopig niet volwaardig heb doorgrond) en mytische wezens. Geschreven in een grotendeels vergeten stijl met heel wat woorden die niet courant worden gebruikt. Amper dialoog; bijna enkel vertelling. En straf eigenlijk hoe ondanks het feit dat aan het begin van elk hoofdstuk wordt samenvat wat erin gebeurt, ik als lezer toch nog benieuwd was om dan te weten hoé dat kan gebeuren en met elkaar verband houdt. Er gebeuren heel wat gore, gruwelijke en bizarre zaken, maar dat past in de sprookjesstijl. Misschien dat net daarom de samenvattingen wel werken: vermijden dat je aan het eind van het hoofdstuk met de vraag blijft zitten "wàt heb ik nu eigenlijk net gelezen?". Maar ik had deze toelichting van de auteur toch wel nodig: https://www.anneprovoost.be/nl/index....
Een meeslepend verhaal geschreven voor adolescenten en handelt thematisch over de onontkoombaarheid van het lot. Het verhaal is hoogstens geinspireerd op een sprookje, maar is zowel in de verhaalvorm als de uitvoering geheel origineel. In tegenstelling tot een sprookje zijn de ondankbaren niet verdoemd tot boetedoening de rest van hun leven en zijn de dankbaren niet onversneden gelukkig. Het verhaal speelt zich af in en om Antwerpen aan het eind van de Middeleeuwen en bevat af en toe wat magisch-realisme en religieuze ondertonen. Het taalgebruik is in tegenstelling tot een kindersprookje onomwonden met veel verwijzingen naar bloed, vuil en smerigheid. De periode beschrijvingen zijn ook effectief, zoals de plaag die stad en omgeving teisteren en het geloof in bosgeesten, heksen, kwade machten en dat zondaars gestraft moeten worden.
Voor het genre sprookjes heb ik de roos en het zwijn gelezen. Het verhaal gaat over Rosalena, ze is heel lelijk maar de huiselfen zorgen ervoor dat ze de mooiste vrouw van de streek wordt. Door Rosalena’s vader moet ze werken bij Thybeert en blijft daar wonen. Rosalena’s vader wordt heel erg ziek en ze gaat terug. Daar krijgt ze een misvormd kind maar haar zussen zorgen voor het kind. Rosalena keert weer terug naar Thybeert en eindigt met een open einde.
Ik had, heel suf, toen ik het boek begon te lezen, helemaal niet door dat het gebaseerd was op Belle en het Beest. Dat besefte ik gaandeweg pas. Daardoor was ik denk ik meer geboeid door het verhaal dan dat ik anders zou zijn geweest. Ik vond de elven en engelen wel een interessant gegeven en was benieuwd wat nu precies hun motieven waren, maar dat blijft wel vaag. Mooi verhaal, interessant geschreven.
- De Roos en het Zwijn gebaseerd op het sprookje de Schone en het Beest -
Roos en het Zwijn, ze zijn het tegenovergestelde van elkaar. De Roos genaamd Rosalena is beeldschoon. Ze heeft rode lippen, een sneeuwwitte huid en prachtige handen. Het Zwijn met de naam Thybeert heeft een verminkt gezicht, een bochel en handen als hoeven. Na elke reis neemt de vader van Rosalena cadeaus mee voor zijn dochters. Het enige wat Rosalena wenst, is een witte roos, waarmee ze de huishoudster kan genezen. Vader vindt een witte roos en neemt deze voor zijn dochter mee. De rozenstruik is van Thybeert en vader moet boeten voor de gestolen roos. De Roos besluit zelf, in plaats van haar vader, te dineren met het Zwijn. Op deze manier zal de boetedoening snel voorbij zijn.
Zelf kende ik vooral de bekende volkssprookjes van de gebroeders Grimm. Roodkapje, Hans en Grietje, Doornroosje, Sneeuwwitje en ga zo nog maar door. Dit waren sprookjes die ik als kind heb gelezen en zo zou kunnen navertellen. Een sprookje voor de oudere lezer, zoals ‘De roos en het zwijn’ had ik nog niet eerder gelezen. Vanaf het eerste hoofdstuk werd ik in het verhaal gezogen. Ik las hoe Rosalena met haar schoonheid worstelde en hoe graag ze lelijk zou willen zijn. Dit kon ik me voor het lezen van dit boek amper voorstellen. Hoe kun je worstelen met je schoonheid? Maar als je vanuit Rosalena leest, is dit wel iets beter te begrijpen. Ze denkt dat haar schoonheid alleen maar ongeluk brengt. En de aandacht die ze krijgt van mannen, krijgt ze alleen omdat ze een prachtige verschijning is.
Het open einde maakt dat ik dit sprookje zeker niet triviaal vind. Waar sprookjes vaak eindigen met ‘ze leven nog lang en gelukkig’ is dat in dit sprookje zeker niet het geval. Rosalena heeft niet de liefde gevonden. Ze heeft niet iemand die van haar houdt om wie ze is en ze worstelt nog steeds met haar mooie uiterlijk. Dat er in dit boek geen sprake is van een goedkoop happy end blijkt wel uit de laatste twee zinnen: ‘Wie zal mij doden, verlossen uit deze eeuwige beweging? Wie zal ik kussen om de dingen te keren?’ Mede door het gebruik van deze zinnen vind ik dit boek niet heel geschikt voor jonge lezers. Er staan lastige zinnen in en sommige stukken zijn langdradig. Ik denk dat dit boek een beginnende lezer (12-15 jaar) niet erg aanspreekt.
Dit sprookje bevat zeker een pedagogische functie. Het laat de lezer nadenken over de schoonheid en jaloezie. Het laat zien dat niks is wat het lijkt. Schoonheid lijkt zo mooi, maar in dit geval kan het ontzettend tegenvallen en is het voor Rosalena heel lastig. Het boek heeft ook een creatieve functie. De engelen, de elfen en de bijzondere spiegel waarin Rosalena haar vader kan zien die op reis is. Het zijn allemaal aspecten waar je in het dagelijks leven niet mee te maken zult hebben en die zeker de creativiteit prikkelen.
Op zich is het een fijne schrijfstijl. Toch bleef ik steeds met de gedachte zitten dat de hoofdpersoon toch echt zware psychiatrische problematiek kent. Hierdoor vond ik het lastig het mooie in het verhaal te zien. Ik had vooral medelijden en wilde dat ze goede zorg kreeg. Dit was denk ik alleen niet de essentie van het boek.
Bijzondere vertelling van het sprookje 'Belle en het Beest'. De taal die Anne Provoost gebruikt, vind ik erg rijk en mooi. Had wel verwacht dat er meer over het beest werd verteld. Ben verbaasd dat dit een kinderboek is. Tegenwoordig wordt er niet meer zo'n complexe taal gebruikt. Best zorgwekkend...
Mooi geschreven,heel sprookjesachtig in de duistere, donkere middeleeuwen. Soms wat lastig te volgen. Ondanks dat het een sprookje is, vind ik deze versie wel zwaar, geen happy end bijvoorbeeld. Veel beeldspraak, knap.
Wat een rijke taal en prachtige zinnen. Mysterieus, origineel, verrassend. Het einde vond ik een beetje jammer, verder denk ik dat het boek me nog lang bij zal blijven. Doet het prima bij de volwassenenliteratuur, lijkt me.
Nog nooit heb ik een verhaal zoals dit gelezen. Echt prachtig. De schrijfstijl is heel eigenaardig en poëtisch. Het voelt als een echt authentiek sprookje. Ik vond het heerlijk om dit te lezen, maar ik begrijp wel dat dit niet iedereen zijn ding is.
De eigenzinnige hervertelling van het sprookje De Schone en het Beest van Gianfresco Straparola zoals ingebeeld door de Vlaamse schrijfster Anne Provoost heeft nog altijd de mogelijkheid om te shockeren en te intrigeren. De Roos en het Zwijn volgt het verhaal van Rosalena, een lelijk geboren meisje dat mooi wordt door de zorg van de tegelelfen. Ze worstelt met haar schoonheid en de reactie die deze teweeg brengt bij mannen.
In plaats van een gepolijst sprookje aan te bieden zoals we van Disney gewend zijn heeft Anne Provoost een bruut en duister sprookje geschreven, gevuld met religieuze ondertonen en lastig te doorgronden symboliek. Provoosts wereld is gevuld met wraakzuchtige engelen en ondeugende elfen, die om de overhand over het meisje Rosalena vechten.
Het verhaal is niet erg lang, maar niet bijzonder makkelijk te lezen. Het taalgebruik is niet moeilijk, het is meer dat de gebeurtenissen zo ver buiten de normale belevingswereld liggen dat ik soms terug moest lezen wat er nou eigenlijk aan de hand was.
Een thematiek die in de loop van het boek steeds verder naar voren komt is seksualiteit en seksualiteit in verband met schoonheid. Mannen zien alleen Rosalena staan en niet haar zussen. Als midden in de nacht dan een onbekende man Rosalena's bed in sluipt, geeft ze zich aan hem over. Naar mijn mening was het hameren op seksualiteit als zonde nogal overdreven en onsmakelijk. Zo laat Rosalena zich onder andere bevredigen door haar knobbelzwijn.
Ik vraag me af of De Roos en het Zwijn wel een kinderboek is. Behalve de lengte van het boek wordt er geen enkele concessie gemaakt voor een jeugdige lezer. De naargeestige toon zonder maar een greintje humor zorgt voor een deprimerend kort boek. Het lijkt niet in vorm, inhoud of stijl op een kinderboek en is in mijn opvatting eerder een sprookje voor volwassenen.
Rosalena, de bloedmooie, 16e eeuwse Vlaamse vertelster van dit boek, is lelijk, als 'meisje van glas' geboren, maar heeft een betoverende schoonheid gekregen die de harten van de mannen op hol brengt, haar zussen tot jaloezie en zichzelf tot wanhoop. Ze leeft in een mooie, magische wereld, met elfen en engelen, die in grote getalen het huis bevolken, een magische spiegel en een buurvrouw, die zichzelf in een zwarte kat kan veranderen.
Dit boek heet een kinderboek te zijn, maar is een opvallend poëtische en literaire novelle. Het boek eindigt niet maar verdwijnt in poëzie. Al die tijd overtuigt de fantastische vertelling, die stiekem ook over volwassenwording gaat, inclusief menstruatie en eerste seksuele ervaringen.
Anne Provoost is geen groot kinderboekenauteur, ze is een groot auteur. Punt.