Gommeer, de schoenmaker, is lid van de rokers-vereniging ‘Hoe langer, hoe liever’. Met vijf gram tabak kan hij twee en een half uur roken zonder dat zijn lange stenen pijp uitgaat. Gommeer oefent elke dag in het stamcafé maar verwaarloost zijn werk. Op de feestdag van Sint-Antonuis moet Tistje een varkenskop naar de kerk brengen. Hij is evenwel van plan zijn ‘offergave’ te verkopen voor een paar glazen jenever. Zal Tistje Daarvoor gestraft worden door Antonuis?
Gommeer, Tistje, Juffrouw Dymphina, Valentoor, Susken Andries, Marjanneke… bevolken het wereldje dat Felix Timmermans neerzet in Pijp en toebak. Een verrassend gevarieerde bundel met sterke verhalen over ‘curieuze’ typen en legendarische figuren van bij ons, over Franciscus en andere heiligen, maar vooral ook over de liefde.
Ik ben Felix Timmermans beginnen lezen lang geleden toen ik op tv hoorde dat hij een boek had dat Minneke poes heette en ik vervolgens ontdekte dat dat in grobbendonk geschreven werd. Ik ben namelijk net als hij geboren in Lier, maar bracht mijn kinderjaren door in Grobbendonk en mijn kat heette Minneke poes. (Overigens bleek zijn minneke poes geen kat maar een huisje.)
Omdat ik besloten heb om wat boeken te herlezen, plukte ik deze uit mijn boekenkast. Er staan korte stukjes in over verschillende thema's. Ze zijn voor mij niet allemaal even boeiend: de verhalen over heiligen en godsdienst kunnen me niet echt bekoren maar die over het dagelijks leven van in die tijd wel. Ik lees er dingen in die ik nog ken van mijn ouders en grootouders met een woordenschat die ik ook van hen nog herken. En dat vind ik genieten. Mijn favoriet stukje uit het boek is het laatste: over hoe de kleine dieren de grote dieren uit Reinaard de vos overwonnen. Ook het verhaal over de smoorwedstrijden vind ik tof. Het illustreert zo duidelijk hoe hard de tijden veranderd zijn.