Philip Hofman woont in het Weeshuis, een statig studentenhuis aan de Amsterdamse Prinsengracht. De twaalf bewoners hebben daar, buiten het blikveld van de maatschappij, hun ouders en hun vriendinnen, een vrijplaats gecreëerd, een proeftuin voor het echte leven. Zijn beste vrienden zijn huisgenoten Matt en Jacob, de eerste een impulsieve hartenbreker, de tweede een beschouwend intellectueel. Door hen aangespoord laat Philip zich steeds meer meeslepen in het studentenbestaan. Dan ontmoet hij de beeldschone Karen. Zij zet een keten van gebeurtenissen in gang die de zorgvuldig opgebouwde illusie van het Weeshuis te gronde richt, met grote gevolgen voor de bewoners. Niemand in de stad is een roman over vriendschap, vreemdgaan, liefde, een meedogenloze stad en de tol van verkeerde verwachtingen.
Philip Huff (1984) is schrijver en regisseur. Hij schrijft onder meer voor NRC Handelsblad, De Groene Amsterdammer, Hollands Maandblad, The New York Review of Books en The Paris Review. Hij publiceerde de romans Dagen van gras (genomineerd voor de Academica Debutantenprijs), Niemand in de stad (winnaar Dioraphte Prijs, verfilmd door Michiel van Erp) en Boek van de doden (keuze van het jaar 2014 van HUMO), de verhalenbundel Goed om hier te zijn en de essaybundel Het verdriet van anderen.
Ik zie in een aantal recensies dat dit boek als oppervlakkig wordt beschouwd. Ik deel deze mening in de verste verte niet. Hoewel het zonneklaar is dat dit boek meer woorden nodig heeft dan zijn voorganger Dagen van gras, heeft die tekst wel degelijk een ontroerende gelaagdheid. Veel woorden horen bij de taal van studenten, mijns inziens speelt het verhaal zich niet voor niets op geen enkel moment af in de collegebanken, maar immer in de schijnwereld die de corpsballen tot 'collegebanken van het leven' hebben verheven. Verschillende thema's spelen een belangrijke rol en zijn subliem verweven: liefde/lust(waarbij lust, op magistrale wijze omschreven, bíjna liefde wórdt but not quite), de ambiguïteit van vriendschap(Matt/Jacob), muziek(net als in 'Dagen van gras' expliciet en bepalend aanwezig en vooral áfwezig)
Ik ben letterlijk weggeblazen door de fenomenale vertelstijl van Huff, die na zijn debuutroman erg ontwikkeld is. Als je zijn werk niet kent en dit boek leest, verlang je naar de rest van zijn oeuvre en kijk je beteuterd na de twee andere boeken die zijn literaire oeuvre tot nu toe compleet maken.
Voor mij is Huff een talent, een schrijver die volgens mij nog hele mooie dingen gaat doen de komende jaren! Ik kijk enorm uit naar zijn volgende roman, want Huff doet voor mij niet onder voor hedendaagse sterren als Tommy Wieringa en Christiaan Weijts.
Het is toch wel erg knap, vind ik, dat het allemaal zo simpel lijkt geschreven. Dat het boek heel gefocust is op wat het vertellen wil, en die focus zelden verliest. Er zitten erg mooie vondsten tussen ook, wat taal betreft. Dat iets kan voelen 'alsof er een kurkentrekker in je hart wordt gedraaid', bijvoorbeeld. Mooi man.
ik vond dit boek echt MEGA!!! Werd er flink in meegesleurd, vond het ook nice hoe het geleidelijk aan van 'ha ha dit is studentencultuur van 22-jarige corps mannen' naar een veel serieuzere 'wat betekent ons leven nou eigenlijk' gaat. Het kreeg steeds meer diepgang en het raakte me en ik ben echt enthousiast hierover!!! kei benieuwd naar de film
‘Het bleef heel lang stil. Ik vroeg me af of het hun stilte was, of de mijne’ Ik vind Philip Huff een toffe schrijver. Of in elk geval, ik dacht dat ik dat vond. In de zomervakantie las ik namelijk zijn debuut Dagen van gras; ik vond het een boek met een fijne sfeer, een goed onderwerp en een luchtige schrijfstijl. Ik dacht daarom dat ik de vervolgroman van Philip Huff ook wel tof zou vinden. Niemand in de stad had ik nog niet gelezen en ik was benieuwd; ik was benieuwd of het weer zo fijn geschreven was en of het verhaal net zo pakkend zou zijn. Maar dat was het allemaal niet. Philip Huff schrijft vlot, Niemand in de stad leest gemakkelijk weg. En hoewel dat goed klinkt, is dat niet altijd positief. Waarom ik dit geen mooie roman vind, is samen te vatten in een aantal redenen: 1) Het onderwerp: het studentenleven in Amsterdam; in combinatie met 2) Het autobiografische aspect. Dit maakt het voor mij meteen kinderachtig. Gossie, Philip heeft een malle studententijd in Amsterdam beleefd, denkt er verlangend aan terug en schrijft er een roman over. Hij verandert zijn naam van Philip Huff in Philip Hofman en hoppa, het hoofdpersonage van de roman is geboren. Het is natuurlijk niet exact Philip Huff zelf maar een overdreven versie van hoe hij toen was en de situaties en andere personages zijn waarschijnlijk ook overdreven of lichtelijk veranderd, maar toch. Ik vind het een kinderachtig idee om te schrijven over het verhuizen naar de grote stad, het lid zijn van zo’n corps en alles wat daar omheen gebeurt en dan half te doen alsof het fictie is. Schrijf het of helemaal als fictie en geef de hoofdpersoon gewoon z’n eigen naam, of schrijf het als een autobiografie. Zoals dit vind ik het maar half. Bovendien is het ook niet bepaald op een erg interessante manier gebracht en dan kom ik nu bij de volgende punten van de opsomming van waarom ik Niemand in de stad geen mooie roman vind: 3) De spanningsboog (of het ontbreken ervan); 4) De clou (of het ontbreken ervan). Tja, ik zat in alle houdingen te lezen behalve op het puntje van mijn stoel. De spanningsboog was maar een slap bungelend draadje. Vooral in het midden van het boek – waar toch meestal veel aan de hand is – gebeurt er weinig spectaculairs. Ik heb me dan ook aardig verveeld tijdens het lezen. Ook omdat de zinnen naar mijn idee vrij inspiratieloos zijn, ze zijn makkelijk en goed leesbaar, maar ook saai. Er zitten weinig prachtige zinnen in het boek. Wel pogingen tot mooie zinnen (‘Hun takken zijn verdwenen als poffertjes onder poedersuiker’) maar die zijn naar mijn idee veel te duidelijk gezocht. En waar gaat het boek nou over? De nutteloosheid maar toch ook de lol van het studentenleven en ontkennen van volwassen worden? Hoe het is als je vader niet in je leven is en je – hoe erg je het ook probeert te vermijden – toch op hem lijkt? Sociale druk? Hoe het is om een verliefd te zijn op je jeugdvriendin maar ook te verlangen naar iets nieuws en het dilemma of je daaraan toe wilt geven of niet? Kortom: de roman mist focus. Er hadden betere keuzes gemaakt kunnen worden in het beslissen welke onderwerpen en situaties belicht zouden worden en bepalend zouden zijn. Nu schiet de focus steeds naar verschillende plekken. Misschien was het beter geweest als Niemand in de stad niet zo’n dikke roman geworden was maar meer een compact formaat als Dagen van Gras had gehad. Met een focus op slechts één of twee onderwerpen en een helderdere clou.
Tip van (F/)Phi)lip: ga niet bij een studentenvereniging :p
'Niemand in de stad' is een opvallend verhaal over een student en zijn vrienden rondom een studentenhuis, het Weeshuis. Er waren in dit boek veel dingen waar men lang over kan mijmeren, zoals verwachtingen, familie, identiteit en het verlangen naar controle. De verteller spoort de lezer aan, vooral in scènes die over de eerder genoemde thema's gaan, om te zoeken naar spiegelingen of beeldspraak in het gedrag van dieren of de omgeving. Ook was ik oprecht tot het einde geboeid.
Echter, dit boek kent ook veel personages die in een cirkel leven en over weinig tot geen zelfkennis beschikken. De gedachtes en het gedrag van Philip zijn dan ook vaak oppervlakkig, in tegenstelling tot de scherpe observaties. Het begin was intens, daarna wende ik daar aan en kon ik het verhaal wel waarderen, maar aan het einde lijkt het toch enigszins afgeraffeld met onnodige subplottwists en af en toe een uit de lucht vallende levenswijsheid. "De wereld om mij heen is mijn verbeelding, of, met andere woorden, de wereld is een verbeelding van mij." (pagina 321)
Eenvoudig te lezen boek over corporaal studentenleven in Amsterdam. Lollig en een beetje voorspelbaar.
Aantekeningen voor mezelf gemaakt. Één grote spoiler.
Het verhaal vertelt van een aantal vrienden die lid zijn van het ASC, het Amsterdams Studenten Corps. Het zijn prominente leden, dat wil zeggen hoog in de rangorde want met bestuursfuncties zoals praeses (voorzitter) en abactis (secretaris). Wat een opgeblazen flauwekul trouwens dat zinloze latijn. Ze wonen samen in een studentenhuis, compleet met een hiërarchie en rituelen. Het leven van deze vrienden draait eigenlijk maar om twee dingen: dronken worden en seks. Alcohol is ruim beschikbaar en meisjes niet natuurlijk, dus daar draait het in de kern allemaal om. Jongens die jongens leuk vinden, komen in dit verhaal overigens alleen maar voor als slachtoffers van potenrammen. De enige vriend die homo is pleegt aan het eind zelfmoord. Niet echt een fijne positionering van de homoseksuele medemens, wel?
Leugen Philip is één van de jongens; bijnaam Bhikkhu, Monnik. Omdat hij serieus is met zijn studie en zijn vriendin. Matt is zijn tegenganger: ontvlucht zijn ouders in liederlijk studentenleven en versiert iedere vrouw die voor zijn voeten komt. In de studentensociëteit staat boven de uitgang iets als Vriendschap verenigt - Philip denkt daarover dat het een leugen is en dat eerder ontrouw, liegen en bedriegen deze jonge mensen verenigt.
Tragisch Vanzelfsprekend schetst dit boek een grimmig beeld van corpsstudenten. En laat je het af en toe grinniken om hoe bijdehand en kwajongensachtig hun gedrag vaak is. Huff verwijst op pagina 308 expliciet naar Nescio, bekend van zijn schelmenverhalen over vriendengroepen. Maar het meest interessante van dit boek vind ik de insteek die Huff kiest om deze mensen als tragisch af te schilderen. Voorbestemd voor een geprivilegieerd maar ook geïsoleerd leven vol maatschappelijke en familieverplichtingen, zonder vrijheid om je eigen eigenheid te volgen. Het corps als enige periode in het leven van deze jonge mensen waarin ze vrijheid ervaren. “De vrijheid. Dat alles kan. (…) En straks, straks moet je ineens vanalles. Keuzes maken die onomkeerbaar zijn. Gaat de maatschappij je voor haar ploeg spannen. Moet je je talent te gelde maken, moet je een smal pad kiezen, de weg van het opportunisme. Iets doen.” “Slimmeriken worden ingenieur of advocaat. Krijgen een goed salaris. Klootzakken gaan het vastgoed in. Vangen miljoenen. Maar de vraag is: wat komt er van klaplopers terecht? Wat wordt er van ons tafelbroeders? Alleen god heeft niets nodig. De rest van ons moet toch in de rij gaan staan. Meedoen met de rest. Op zoek naar een dharma.” “Als je ziet hoeveel moeite mensen moeten doen om lol te hebben, Bhikkhu, om niet alleen te hoeven zijn. De rijen bij De Kleine Komedie, in de barre kou, om een kaartje te bemachtigen. En dat allemaal voor een avond lachen. Om er even uit te zijn, die pandjesjas, die ketting van het kapitalisme.”
Affaire Philip heeft dus een vriendin maar valt ook voor de mooie Karen. Karen wordt door alle jongens aanbeden maar heeft met niemand seks. Ze kiest uitgerekend Philip uit om het mee te doen. Hij vertelt zijn vriendin niets en heeft maandenlang een stiekeme affaire met Karen. Totdat zij natuurlijk zwanger wordt van hem. Voorspelbaar: zwanger, kanker of zelfmoord denk je als je leest - zwanger dus. De zelfmoord komt later en bij een ander. De druk naar het eind neemt toe als de vriendin van Matt het uitmaakt. Matt en Philip raken slaags als Matt weer eens uitzinnig dronken en stoned is. Daarbij verliest Philip een vingerkootje. Karen laat zich aborteren en wil Philip niet meer zien: “Play with fire and you might get burned.” Later krijgt Philip van een vriendin van Karen het verwijt dat hij nooit meer contact heeft opgenomen met Karen… het is ook nooit goed bij vrouwen…
“Hier zijn we de rol die we spelen. Gun ons dat. Het recht om ons over te geven aan de groep. Gun het jezelf.”
“Maar wij zijn schapen, Bhikkhu, allemaal. Weerloze dieren, zonder herder. (…) Onze studie is de omrastering die de mensen buiten houdt. Straks staan we weer open voor het ongeluk. (…) Maar deze tijd, Bhikkhu, op het Weeshuis (studentenhuis, red.), is onze tijd in de Hof van Eden. (…) Jongens, denk niet: dit is het begin, nu gaat het gebeuren. En er komt nog veel meer. Want dit is het begin niet. Dit is het. Het moment. Hier en nu.” (Nb dit klinkt gepikt van Cunningham in The Hours…).
“Dit is een beeld dat ik lang bij me zal houden: Matts vader in de achteruitkijkspiegel, met afhangende schouders, zijn grijze haar: vermoeidheid in zijn blik en in zijn schouders, en Daphne die naast hem staat. Stralend.”
Zelfmoord Jacob, oud huisgenoot, pleegt zelfmoord. Jacob, van adel, elitair opgevoed maar meer muzikaal geëngageerd dan geïnteresseerd in zijn voorland als hoeder van het familiekapitaal. Homoseksueel. Hield van Debussy, Bill Evans en Keith Jarrett. En van The Smiths en Morrissey die hij steevast bij zijn volledige naam Steven Patrick Morrissey noemt.
Klootzakken Een reüniediner in een tennishal met voormalige bewoners van het corpshuis loopt volledig uit de hand. Servies wordt kapot gegooid, tafellinnen vliegt in de brand, meubilair wordt gesloopt. Een meisje uit de bediening raakt gewond. Door volwassen mannen. Matt komt terecht in vastgoed. Hoe werden de mannen ook alweer getypeerd die daarin gaan?
Cliché Het boek eindig met de twee grootste clichés uit de literatuur: tijd maakt alles stuk, dus leef in het hier en nu… en: houd van jezelf en leef je leven volgens je eigen normen en waarden, niet volgens wat anderen van je verwachten. Wat Huff over het hoofd ziet, en waarom zijn einde zo clichématig is, is dat je nu ook weer niet zo jezelf moet willen zijn in het hier en nu dat je de ruiten ingooit voor anderen of voor jezelf in een toekomstig hier en nu. Dit is het klassieke junkie-dilemma: de rush is misschien wel heel erg mezelf in het hier en nu, maar langzaam maar zeker richt de junkie zichzelf te gronde en sleept anderen erin mee. Dit is wat de vieze en lelijke corporale leefstijl veroorzaakt: vernieling en ongeluk, voor anderen en voor later. Doordat Huff dat buiten beschouwing of op zijn best impliciet laat, eindigt dit boek in een cliché. Voer voor een Nederlandse speelfilm, dit boek.
Het studentenleven is een ongrijpbaar en vluchtig avontuur dat Philip in dit boek heeft weten te vangen. Omlijst met een meeslepend verhaal over twijfels, vriendschap en liefde en doorspekt met kleurrijke omstandigheden die heerlijke herinneringen oproepen. Heel mooi om zo'n geslaagde roman tegen te komen in dit thema.
Ik miste een beetje een opbouwende verhaallijn, ik wist niet goed waar ik naartoe aan het lezen was. Voor mij was het meest opmerkzaam hoe het hoofdpersonage steeds meer een (laffe) lul werd gedurende het boek, maar op het eind toch weer enigszins bij zinnen kwam. Desondanks een prima boek wat lekker wegleest en toch leuk om eens een kijkje in het leven van een corpsbal te krijgen.
Een vluchtig inkijkje in het studentenleven; niet míjn studentenleven. Het boek staat daardoor zowel dichtbij als ver bij me vandaan. Het voelt realistisch, maar gaat ook om oppervlakkige zaken (drank, regelen, macht en geld). Daardoor is het 3 sterren.
Wie denkt dat dit boek over drank en seks gaat, heeft het niet begrepen. Onder dat vernis zitten nog heel veel diepere lagen. Knap hoe zo veel verschillende motieven in één boek zitten zonder dat dat storend is. De vele mooie taalvondsten maken de psychologie achter het verhaal nog treffender.
Bij aanvang van het boek vond ik de personages, Amsterdamse studenten die lid zijn van een sociëteit en hele dagen borrelen (Vlaamse vertaling: ze zitten bij een studentenvereniging en zuipen zich graag te pletter), niet altijd even boeiend. Gaandeweg merk je echter dat het boek een serieuzere ondertoon heeft. Niet het uitgaansleven van de studenten, maar de zoektocht naar wie ze (willen) zijn staat centraal. De fragmentarische en simpele vertelstijl maakten van Niemand in de Stad een aangename leeservaring.
'Natuurlijk: mensen liegen en bedriegen. Maar om zichzelf te kunnen zijn. Uit noodzaak. Maar het is niet goed als één ik op termijn twee iemanden wordt en slechts één van hen gekend wordt. Wie ben je dan? Ik, of die andere ik? En die andere ik, die kun je nooit altijd zijn. Als je van jongens of wandelen houdt, dan moet je daar gewoon voor uitkomen. Want het is veel belangrijker voor jezelf te leven dan voor een ander.'
Een opmerking aan het eind van het boek van Matt, een vriend van de hoofdpersoon Philip.
Aanvankelijk lijkt het boek te gaan over het studentenleven van een stel vrienden, die denken dat ze niet alleen de wereld, maar ook de waarheid in pacht hebben. Maar onder al die bravoure gaan veel onzekerheden schuil. Ze zien hun studententijd als een opstapje naar de echte, harde wereld, maar of iedereen daar wel klaar voor is...?
"Vriendschap verenigt ons" staat er boven de deur van de sociëteit, maar Philip weet wel beter. Liegen en bedriegen... ze lopen als een rode draad door het boek.
Ik dacht dat dit een redelijk luchtig boek zou zijn over het Amsterdamse studentenleven maar dat valt tegen. Ik heb geen idee of het verhaal dichtbij de waarheid van het corpsleven ligt, maar ik zou er geen deel van uit willen maken.
Niemand in de stad leest makkelijk dankzij de korte zinnen en het taalgebruik. Ondanks het makkelijke lezen vond ik het geen leuk boek. Dankzij de proloog weet je wat je staat te wachten als lezer. Het duurt alleen vrij lang voordat je bij dit punt aanbeland bent en ondertussen gebeurt er vrij weinig behalve bier drinken en rondhangen op de sociëteit. Voor mij ontbreekt er in dit boek een bepaalde noodzaak of gebeurtenis die het geheel wat kunnen opwaarderen. Nu blijft het een (in mijn ogen) simpel verhaal over bier en tieten. Vind dit geen waardevolle toevoeging van mijn leeslijst van dit jaar.
Geen literair hoogstandje, maar wel een echte good read. Nogal verschillend van Dagen van Gras: dat boek zei juist veel met weinig woorden, dit boek gebruikt juist veel meer woorden om minder te zeggen. Toch met veel plezier gelezen. Het blijft natuurlijk leuk om insight information te kunnen herkennen. De stad, de universiteit, de studentenvereniging, het studentenhuis, de muziek etc. Volgens mij zou iedereen die enigszins recent in Amsterdam gestudeerd heeft dit in elk geval moeten waarderen. Kortom, niet briljant, wel goed. 3.5 sterren
Prachtig verhaal over een groep jonge mannen, die met veel bravoure beginnen aan de studie en het volwassen leven. Na een flinke portie sex en drank en rock'n roll begint hun wereldbeeld toch meer en meer barsten te vertonen. Vriendschappen en relaties blijken moeilijker te onderhouden dan gedacht. Moeizame relaties tussen vaders en zonen speelt menigeen parten. Uiteindelijk is dit een verhaal van volwassen worden: erachter proberen te komen wie je bent, proberen te leren van je fouten en te bedenken wat je nou echt met je leven wilt als je groot bent.
I hate almost every male character in this book, they are all literally the worst people alive, unos hijos de puta, me cago en sus madres. Werd lowkey een beetje depressief van dit boek, ik weet niet of de schrijver het leven van studenten in het corps wilde romantiseren maar dat is bij mij in ieder geval niet gelukt want dit geeft mij nogmaals tientallen redenen om niet bij zo’n studentenvereniging te gaan 🥰 verder wel echt een goed boek daar niet van lol, ik heb m letterlijk binnen een week uitgelezen
De eerste 150 pagina's lijkt dit een onoriginele vertelling over het studentenleven, zonder ook maar enige diepgang. Later wist Huff me dan toch te ontroeren, ondanks de voorspelbaarheidsfactor van het verhaal. Het verhaal gaat over een eerste liefde, de eerste serieuze relatie, maar ook over vriendschap en familie. Tussen het studentikoze taaltje wist ik ook wat mooie quotes te ontdekken. Een uitgebreide recensie volgt.
Begint niet slecht. Was nieuwsgierig geworden na negatieve berichten van de anderen. Maar de gebeurtenissen rond het corps en zo.. erg expliciete seks. Hoeft van mij niet zo.
Doet me trouwens wel erg denken aan de recente ophef over introducties. Schering en inslag blijkbaar.
Wat een kinderachtige regels bij het corps. Tjongejonge, ook een homo mishandelen. Wat een droefenis.
Jacob doet alsof hij nog studeert en blijkt homo. Matt glijdt af en gebruikt drugs, gaat voortdurend vreemd. Philip kan ook moeilijk kiezen tussen Elisabeth en Karen. Aan het eind kiest hij toch Karen lijkt het.
Philip Huff is een pseudoniem. Echte naam ben ik nog niet achter. Heeft daarna boek geschreven over zijn gewelddadige jeugd. Thema’s: studentenleven, corps, vriendschap, overspel, geheimen
This entire review has been hidden because of spoilers.
Ik had geen hoge verwachtingen van dit boek. Een aantal jaar geleden keek ik met een huisgenoot de film, die niet al te best is. De huisgenoot liep na een half uur weg en ik heb de rest van de tijd liggen woelen op de bank om mezelf een houding te geven tegen alle ongemakkelijkheid en het matige acteerwerk.
Maar ik werd verrast. De eerste honderd pagina’s wordt alles goed neergezet. Er zit tempo in. Veel van dit tempo wordt echter in het middelste deel verloren, hier hadden veel scènes wmb geschrapt kunnen worden en had het iets sneller tot een conclusie mogen komen. Hier dacht ik aan drie sterren: een mwah met een griffel.
Het laatste stuk pakt het echter weer volledig het tempo op en worden alle lijntjes in 50 pagina’s precies goed afgerond. Ik kon hier het boek niet neerleggen en was zelfs licht geraakt (met de nadruk op licht, mannen huilen niet).
Ik heb dit boek moeten lezen voor mijn studie. Het boek zou ik normaal gesproken niet hebben uitgekozen. Ik kwam er erg moeilijk doorheen waardoor ik ben overgegaan op het luisteren van het boek. Ik kon me totaal niet verplaatsen in de karakters en vond de karakters ook niet leuk. Ik vind het wel mooi dat er verschillende onderwerpen worden besproken. Helaas voor mij daardoor maar 2 sterren.
Enjoyable to read, but the main character is so annoying.
Rich spoilt boy with daddy issues and first world problems keeps on making bad choices and realises he may actually be more like his father than he wants to be…
Also made the Dutch student frat house life seem even more depressing and toxic than I thought
Over een jonge student die verstrikt raakt in zijn gevoelens en keuzes en hoe dat vervolgens in zijn gezicht (en dat van de mensen om wie hij het meest geeft) ontploft. Super ontroerend en oprecht geschreven. Lees graag meer van hem!