What do you think?
Rate this book


87 pages, Hardcover
First published January 1, 1981
"Zoals in de tuin, nadat de wind voorbij is, nog geruime tijd alles in beweging blijft dat door de wind is aangeraakt, zo zou datgene wat ik in het Tjidengkamp heb gezien nog drie à vier decenniën in mij in beweging blijven om pas door dezen tot rust te worden gebracht: wat ik heb geschreven hoeft niet langer door mij te worden onthouden, het mag nu beweging veroorzaken in de bewustheden en onbewustheden van anderen.
'Niets bestaat dat niet iets anders aanraakt.' "
Niets bestaat dat niet iets anders aanraakt.In Bezonken rood (1981) beschrijft Jeroen Brouwers (1940-2022) de relatie met zijn overleden moeder, met wie hij zijn kleutertijd doorbracht in een Japans strafkamp in Tjideng (thans Cideng). Het gelauwerde boek leidde tot een felle polemiek met Rudy Kousbroek ( Het Oostindisch kampsyndroom , 1992), die Brouwers ervan beschuldigde te dwepen met valse herinneringen. Uiteindelijk draaide de polemiek om de vraag of een schrijver fictie mag verwerken in een historische gebeurtenis. Anno 2022 – het jaar waarin Brouwers overleed – is die vraag reeds lang in het voordeel van Brouwers beslist.
De honger, de ziekten, het lijden, de dood. En het vele overige.Brouwers begint met de dood van zijn moeder, waarmee hij onverbiddelijk een associatie oproept met Camus’ L'Étranger . Brouwers is echter bitter in plaats van onverschillig: zijn herinneringen aan zijn moeder zijn zowel kil als hartverscheurend. Vervolgens reflecteert hij op zijn jeugdherinneringen en zijn eigen leven. Wat me vooral trof, waren zijn opmerkingen over de ‘prettige’ herinneringen van sommigen die het hadden meegemaakt: er zou volgens Brouwers later zelfs zijn ‘geschaterd’ om goede momenten. Brouwers maakt aannemelijk hoe zulke herinneringen gewekt kunnen zijn tussen het geweld en de martelingen, waarvan de kikkerscène me het best bijbleef. Bij het lezen van de passage over het getreiter van de Japanners met het kraanwater moest ik helaas denken aan No Friend but the Mountains van Behrouz Boochani, dat zich een halve eeuw later op ‘westers’ terrein afspeelt.
De geschiedenis van die Japanse kampen dreigt verloren te gaan, want wie het hebben meegemaakt hebben erover gezwegen, en wie het zwijgen hebben doorbroken hebben dit te laat gedaan: toen hun verontwaardiging en haat waren verzacht en zelfs verdwenen en toen zij al de dood waren gestorven die genaamd is: mildheid.