Verslag van de voetreis die de auteur maakte langs de "Grand Central Belge" een negentiende-eeuwse private spoorlijn die Vlaanderen met Wallonië verbond van aan de Franse grens ten zuiden van Philippeville via Charleroi, Waver, Leuven, Aarschot tot in Antwerpen. De passage langs de overblijfselen van de ijzeren slagader van de industriële wereldmacht die België toen was, zijn aanleiding om verhalen te vertellen van vroeger en nu, van opkomst en verval.
Pascal Verbeken groeide op in de Gentse wijk Moscou. Hij staat bekend als Wallonië-kenner.
Verbeken studeerde Germaanse filologie aan de Universiteit Gent en woont in Leefdaal.
Verbeken was redacteur van De Standaard in 1998. In 1999-2010 was hij redacteur van Humo, daarvoor werkte hij als freelancer. Hij werkte eveneens voor Knack, De Morgen, VRT en RTBF.
Publicaties Arm Wallonië (2007) Grand Central Belge (2011) Eurowash 2000 (2012) Somewhere City (2013) Tranzyt Antwerpia. (2013) Miavoye (2014) Duistere wegen - Vincent van Gogh in de Borinage (2015) Brutopia - De dromen van Brussel (2019) Documentaires Arm Wallonië (2010) - Regie en scenario (uitgezonden op Canvas en RTBF) La terre promise (2010) - Regie en scenario 100 jaar Vooruit (2013) - Co-scenarist Grand Central Belge (2014) - Co-scenarist Hoorspel Miavoye (2014)
Erg goed geschreven non-fictieboek over een wandeling langs een vroegere Belgische spoorlijn, waarin verhaald wordt over de geschiedenis van België, toen Wallonië rijk was en Vlaanderen arm, in de plaats van omgekeerd. Zeer interessante materie, aangezien ik moet toegeven dat ik daar weinig vanaf wist. Twee puntjes van kritiek echter: - Voor een boek dat zo vaak foto's beschrijft, is het toch wel bijzonder jammer dat er geen enkele foto opgenomen is. - Het kan aan mijn naïef optimisme liggen, maar ik weiger me neer te leggen bij het feit dat we een land in verval zijn. Ik werk in Brussel, in een tweetalige omgeving, en hoewel de cultuurverschillen er zijn, komen de Franstalige collega's goed overeen met de Vlaamse, en lachen we uiteindelijk om dezelfde dingen. Dus neen, ik kon me niet echt vinden in het naar mijn goesting wat te politieke "België is kapot (maar is het eigenlijk altijd al geweest)"-uitgangspunt van dit boek, al zit er uiteraard wel een kern van waarheid in - zo naïef ben ik nu ook weer niet. Maar toch.
Graag gelezen, een boek dat niet onder 1 hokje te vatten valt. Deels geschiedenis, deels wandel - roadtrip, deels actualiteitsbeschouwing (die verrassend juist leek ook al is het boek 8 jaar oud, veel verandert er niet hier in België als het om regeringsonderhandelingen gaat) Dat is denk ik ook de reden dat ik het soms wat moeilijk had om mijn aandacht erbij te houden of waarom ik op mijn honger bleef zitten bij sommige passages of teleurgesteld wanneer er alweer werd verder gewandeld. Op sommige plekken had ik gerust wat langer kunnen blijven ronddwalen.
Aanrader wel voor iedereen die interesse heeft in België, de spoorwegen of wandelen!
Fascinerend boek over België en zijn industrieel verleden. Ik heb weliswaar nog meer hoop dan de auteur wat het lot van het land betreft, maar los daarvan vond ik dit heel interessant. Afhankelijk van het hoofdstuk moest ik mijzelf aanporren om verder te lezen of net tot het besef komen dat ik neen, wel degelijk niet plots in Wallonië zat.
Een leuk concept voor een boek: een wandelreis langs de Grand Central Belge trein route die vroeger Wallonie met Vlaanderen verbond als achtergrond voor een reflectie over het industrieel verleden van Belgie en haar huidige sociopolitieke en economische situatie. Desondanks vond ik het maar een matig boek. Voor mij had er best meer geschiedenis bij gemogen want ik vond het boek nogal oppervlakkig en ook te doorspekt met misplaatste nostalgie. Het beeld van Belgie als een 'verdwijnend land' kon mij ook niet overtuigen en ik had serieuze vraagstellingen bij de suggestie die meerdere keren onderhands werd gemaakt dat migratie bijdraagt tot dit 'verval'. Ben dan ook wat verbaasd dat dit boek meerdere prijzen heeft gewonnen.
Het wonderlijke van wolken is dat ze geen bouw-of serienummer hebben, bedenk ik nu. In tegenstelling tot trein- of vliegtuigspotters hoeft de wolkenspotter geen notitieboekje bij te houden of cijfers uit het hoofd leren. Kijken is genoeg...
Citaat : Eenmaal in zijn leven moet men een lange wandeling maken, alleen, met als enige gezelschap zijn gedachten. Review : Ooit was België een land van belofte. Een industriële wereldmacht. Een baken van vooruitgang en ondernemerschap. De motor van dit kleine wonder was de ijzeren weg, het meest ontwikkelde spoorwegnet van het Europese continent.
Terwijl België op sterven ligt, wandelt Pascal Verbeken terug naar het tijdperk van de great expectations. Hij maakt een voetreis langs de Grand Central Belge, de negentiende-eeuwse private spoorlijn die Wallonië met Vlaanderen verbond. Een slagader van het triomferende België, ongeveer 200 kilometer lang. De tocht leidt langs spookstations in de Ardennen, industriewijken in Charleroi, villawijken in Vlaams-Brabant en migrantenbuurten in Mechelen, de stad waar het Belgische spooravontuur ooit begon. Verbeken registreert de kleine en grote tekenen des tijds. Hij luistert naar een bonte verzameling van Belgen en hun unieke, soms tragische verhalen. Wat betekent hun leven voor België? En wat betekent het verdwijnende België voor hen? De beste manier om antwoord te vinden op zo’n gecompliceerde vraag, besluit Verbeken, is een lange wandeltocht dwars door het land. Alleen zo kan hij zijn hoofd leeg maken om er echt over na te denken. Alleen zo kan hij alle geluiden opvangen die samen het beeld van het verleden en de toekomst van België schetsen. Hij besluit het traject te volgen van één van de Belgische hoogtepunten uit het industriële tijdperk: de spoorlijn Grand Central Belge, van Vireux naar Antwerpen.
De maandenlange tocht die Verbeken beschrijft in Grand Central Belge bevestigt zijn vermoeden: er blijft steeds minder van zijn land over. Het boek laat vooral de spijt van Verbeken daarover zien, die wordt gereflecteerd in de verhalen van nostalgie die hij zo vaak hoort. Ooit was het goed, maar wat hij nu overal aantreft is verval, armoe, lelijkheid, spijt. Dat wordt treffend getypeerd door de laatste etappe over de N1: hij vindt daar – overmand door treurnis – geen verhalen meer.
Hoe zeer Verbeken ook de lof van het wandelen bezingt, déze tocht brengt hem slechts moedeloosheid. En een schitterend geschreven, veel inzicht biedend boek. Meer nog dan zijn debuut Arm Wallonië (2007) is Grand Central Belge een requiem voor een verscheurd land dat zijn oude demonen niet kan verjagen.
Dit boek had ik al lang klaarliggen en eindelijk heb ik het ter hand genomen en bijna in 1 ruk uitgelezen. Als Vlaming die hoofdzakelijk in het buitenland woont sinds 25 jaar (en tijdens de 4 jaar die ik in deze periode dan toch in België woonde, werkte ik in Wallonië dichtbij Charleroi) interpreteer ik de communautaire kwestie in België zonder twijfel op een andere manier dan de doorsnee Vlaming die onder de kerktoren gebleven is. Een verhaal als dit "Grand Central Belge" schetst een perspectief dat door velen in België vergeten of zelfs niet geweten is en al lijkt het vooral een verhaal van het verleden, ik denk dat het tevens een les voor de toekomst kan zijn. Zoals Pascal Verbeken op een bepaald moment schrijft dat iedereen in België (en ik denk dat dit ook geldt voor eender welke streek met een piek in nationalistische gevoelens) beslist een -objectieve - geschiedenisles kan gebruiken, om te horen hoe het nu echt zat met de Vlamingen en de Walen sinds de onafhankelijkheid van België in 1830, vind ik dat dit boek daartoe een goede basis kan zijn. Aan de hand van de spoorwegen, waarmee we in 1835 en de volgende decennia een wereldeconomie waren... je zou het niet zeggen, als je tegenwoordig de trein neemt in België! En op een persoonlijk niveau : het traject van de Grand Central Belge liep niet alleen langs mijn geboortestad (Leuven) en de plek waar ik 23 jaar woonde (Heverlee), maar PV bezoekt ook een buurman van mijn ouders, nl. Mark Eyskens, die naar mijn mening voor een van de beste zinnen van het boek zorgde "In dit land vloeit er geen bloed, maar zever des te meer".
Wat heb ik veel bij geleerd van dit boek. Zowel over de geschiedenis van België als over de spoorwegen en hoe beide aan elkaar gelinkt zijn. Het boek is heel boeiend geschreven en leest ook vlot. Ook fijn vond ik de stukken met de mensen die het allemaal van dichtbij meegemaakt hebben. Mijn grootvader heeft ook altijd in de mijnen gewerkt in Wallonië en nu pas besef ik wat een gevaarlijk werk dit geweest moet zijn. En ook hij is uiteindelijk op zijn 55ste bezweken aan longaandoeningen, mede door het vele roken.
Ik had meteen ook zin om richting Ardennen en Charleroi te trekken. Om ook die lange wandeltocht doen langs het wandelpad die min of meer de belangrijke spoorweg doorheen België volgt!
Grand Central Belge, de spoorlijn waarmee België de voorloper wilde worden in Europa. Koning Leopold I wilde dat zijn land het eerste land zou zijn met een spoorlijn. Na Engeland dan. Het land dat zo bescheiden tussen de grootmachten in Europa ligt, het land dat bij het ontstaan al gedoemd was te mislukken ligt ten tijde van de voetreis van Verbeken in een crisis. Het wordt tijdens de wandeltocht het land dat recordhouder zal worden: het land dat het langste zonder zittende regering leeft.
Verbeken reist voornamelijk langs het verleden en als je zijn getuigen en zijn eigen weergave mag geloven, leeft heel België in het verleden. Het huwelijk tussen Vlaanderen en Wallonië is volgens hen nooit een gelukkig huwelijk geweest ondanks een aantal mooie uitzondering, voornamelijk dichtbij de tijdgrens. Verbeken start in Wallonië waar met name de geschiedenis in de mijnen zijn sporen laat zien. Naarmate hij dichterbij het noorden komt, merkt hij dat hij weinig kinderen buiten ziet spelen. Zouden ze niet allemaal voor de televisie zitten? Eén van de getuigen vraagt zich af of vroeger niet alles beter was? Nostalgie lijkt inderdaad een donkergrijs deken over het gehele boek te leggen. Natuurlijk gebeurden er ook vroeger verschrikkelijke dingen: er was honger, de veiligheid tijdens het werken in de mijnen was alles behalve gegarandeerd, er moest hard worden gewerkt, ook door kinderen. Maar, zoals één van de voorbijgangers Verbeken laat weten, vroeger was er eensgezindheid. En nu, nu viert individualisme hoogtij.
In een globaliserende wereld, in een Europa dat één moet worden, lukt het één van de kleinste landen zelfs niet om één land te worden. Wat is België? Wat is een Belg? In het midden van de 20e eeuw liet België migranten komen. Leren hoefden ze niet. Werken mochten ze wel. Nu, terwijl de volgende generatie in België opgroeit, worden ze massaal ontslagen. Zonder diploma, zonder toekomst, zonder verleden dwalen ze rond in een land dat maar geen natie kan worden. De volgende generatie voelt zich nergens verbonden. Ze zijn hier geboren, maar voelen zich nergens thuis.
Ik stuitte op dit boek een paar dagen na de aanslagen in Brussel. België heeft me altijd gefascineerd. Ik was altijd gecharmeerd van het gevoel van humor van de Belgen, de liefde voor het wielrennen, de bescheidenheid. Wij Hollanders schreeuwen onze harde klanken de wereld in, terwijl onze zuiderburen hun zachte wensen voorzichtig om zich heen fluisteren. Maar het boek laat met name keerzijde zien. België leidt aan een minderwaardigheidscomplex, heeft last van een eeuwige identiteitscrisis waar het uit wil fietsen, maar hoe hard het ook trapt, de wind is altijd tegen, ze komen amper vooruit. Ik kan me na het lezen van het boek beter voorstellen hoe je moet voelen als Belg. Ik kan me ook voorstellen hoe moeilijk het moet zijn als je als nieuwe Belg, in een voorstad van Brussel moet wonen, zonder baan, zonder doel, zonder toekomst, zonder land.
Is er dan geen enkele hoop? Is er geen licht als ze vanuit de donkere mijn naar boven kijken? Het boek is een afscheid, spreekt in de verleden tijd. Verbeken spreekt ook veel oudere getuigen, weinig mensen met nieuwe hoop. Zijn ze er niet? Is hij ze niet tegengekomen? De spoorlijn die voor eenheid moest zorgen wordt in ieder geval niet meer gebruikt. Auto’s scheuren voorbij. Alles is tijdelijk. Alles beweegt. De oude wereld staat stil. Een nieuwe lijkt zich te vormen. Volgens Abdul, een nieuwe Belg, bestaat de bevolking over een aantal jaren voor een groot deel uit nieuwe Belgen, wordt de rijkdom eerlijker verdeeld.
Steeds vaker, ook na het lezen van dit boek, heb ik het idee dat we in transitie zijn, op weg naar een nieuw evenwicht. Maar zal daarvan de prijs zijn? Tijdens het boek had ik het idee langs het verleden te wandelen, had ik het idee dat er aan het einde van de wandeltocht, aan het einde de spoorlijn geen toekomst lag, geen hoop. Kan België niet opnieuw de voorloper worden? Twee talen. Eén natie... Op dat moment moest ik even aan de Rode Duivels denken. Even maar.
Vandaag weer een boek uitgelezen: 'Grand Central Belge.Voetreis door een verdwijnend land' van Pascal Verbeken. Een topper!
Pascal Verbeken is een in 1965 geboren journalist, schrijver, documentairemaker en hoofdredacteur van de Nederlandstalige editie van het blad Wilfried die eerder al zijn sporen verdiende, onder meer met 'Arm Wallonië', een werk uit 2007 dat bekroond werd met de M.J. Brusseprijs voor Beste Journalistieke Boek.
In dit boek maakt hij een voetreis langs de Grand Central Belge, de negentiende-eeuwse private spoorlijn die Wallonië met Vlaanderen verbond. De tocht leidt langs spookstations in de Ardennen, industriewijken in Charleroi, verkavelingen in Vlaams-Brabant en migrantenbuurten in Mechelen, de stad waar het Belgische spooravontuur ooit begon.
'Grand Central Belge' was genomineerd op de shortlist van de VPRO Bob den Uyl-prijs voor het Beste Reisboek en de tiplijst van de AKO-literatuurprijs. En ik moet zeggen: het is een van de interessantste reisverhalen die ik al las. Er wordt gewandeld, maar nooit meer dan 15 kilometer per dag. De nadruk ligt op de vele gesprekken met veelal oudere bewoners die de geschiedenis van de plaats waar ze wonen goed kennen en met enkele bekendere personen, zoals Philippe Van Parijs en Marc Eyskens.
Op de vraag waarom hij te voet is gereisd antwoordde Verbeken ooit: 'Eén keer in z'n leven moet een man een lange wandeling maken. (...) Dat moet bij voorkeur alleen gebeuren. Na een paar dagen voel je je zintuigen weer wakker worden: je ziet meer, je hoort meer. Zo heb ik gemerkt dat het nergens meer stil is in België. Zelfs op de meest afgelegen plekken in de Ardennen was er altijd wel een cirkelzaag, een auto of een vliegtuig te horen. 't Is triest, maar alleen de oudere generaties Belgen herinneren zich nog wat stilte is. (...) Wandelen houdt ook je brein aan de gang. Vijf kilometer per uur is de perfecte snelheid om je gedachten de vrije loop te laten.' En om "de waan van de dag of de week achter zich laten".
Voor de schrijver is het de uitvoering van "een oud, onuitgevoerd plan". Een "averechtse tocht, tegen de tijd in". Met als enige gezelschap zijn gedachten. Om "het hoofd vrij te maken tot alleen nieuwsgierigheid overblijft naar de verhalen die wachten achter de volgende bocht in de weg". In die zin is het ook een journalistiek statement. Verbeken: 'De journalistiek waarin ik geloof is per definitie meerduidig, meerstemmig en kakofonisch. Ze presenteert geen waarheid, maar laat zien dat er vele waarheden, zelfs tegengestelde waarheden naast elkaar kunnen bestaan. In essentie draait ze om inzicht en begrip, niet om oordelen.'
Een visie die ik ook volledig herken in het driemaandelijks tijdschrift Wilfried, dat Pascal Verbeken bestiert.
De schrijver is nog niet lang op pad wanneer hij al beseft "dat wandelen iets met je doet". Je moet te voet gaan om klaar te zien. 'Het zou geen kwaad kunnen dat in journalistenopleidingen over de waarde van een goede wandelschoen onderwezen wordt,' merkt hij op.
Lawaai is jammer genoeg een blijvende metgezel tijdens de voettocht. Verbeken: 'Terwijl ik aanstalten maak om terug te wandelen, scheert een straaljager over. Twee fazanten vliegen verschrikt op uit het struikgewas. Men zal nog krijgen dat het nooit meer stil is en dat voortdurend 's nachts en altijd de verdoemde rotmotoren om je kop ronken zodat (...) geen plekje hei of wei geen kilometer aardig lenteland meer vrij is', zo dichtte Jan Hanlo in 1948, voor hij zelf verongelukte met een Harley Davidson. Waar valt een halve eeuw later nog te ontsnappen aan lawaai? De alom aanwezige stank in de middeleeuwen is vervangen door een alom aanwezige pestilente herrie. Ook vanmiddag in het bos was altijd een kettingzaag, een tractor, een maaier of een auto te horen. Een verre, sonore brom op de achtergrond. Zelfs in dit door God en mensen verlaten gat aan het eind van België is de stilte verdreven uit het landschap. Ik neem de landkaart, volg met mijn vinger de Grand Central Belge tot Antwerpen en besef dat het lawaai alleen zal toenemen. (...) Vandaag moet de gemiddelde Europeaan twintig keer meer decibels verwerken dan na de Tweede Wereldoorlog. In het dichtbevolkte België gaat het om een veel groter veelvoud.'
Omdat ikzelf pas enkele dagen in Charleroi geweest was, las ik met meer dan gewone aandacht de passages over deze bijzondere stad... Volgens Verbeken is Charleroi "geen klassieke schoonheid, laat staan een gezellige stad". Neen, ze is "hard, hoekig, chaotisch en contrair." Maar de schoonheid is er, voor wie haar wil zien. Kortom, een stad met een smoel.
Soms is hij ook somber gestemd door wat hij te zien krijgt: 'Net nu begint het langzaam harder te regenen. Een smal, modderig paadje loodst me langs weiden en bosjes. In Vlaanderen heet natuur: enkele braakliggende hectaren tussen een industriële varkenskwekerij en een benzinestation, een verloren stukje grasland dat nog op verkaveling wacht. De wolkenhemel is vandaag nog de enige ongerepte natuur die rest. Maar deze Bemde mag er eigenlijk wel wezen, al zul je nooit in zijn groene wildernis verdwalen. Op de achtergrond klinkt het eeuwige gezoem van het autoverkeer op de N 253 in Neerijse en Korbeek-Dijle. Soms zie je zelfs de auto's tussen het gebladerte rijden. Aan de westkant is het reservaat begrensd door de Grand Central Belge die naar Leuven loopt. Een paar keer per uur lijkt het of er een ontketende wind opsteekt boven de velden, maar het is de trein die zich naar Leuven of Waver spoedt. De romantische wandelgoeroe Henry David Thoreau - 'I wish to speak a word for nature, for absolute freedom and wildness' - zou langs deze Dijle-oevers alleen maar een potje kunnen huilen.' In een overzicht van Europese architectuur beschreef de Britse krant The Observer het ooit zo: Belgium, the joker in the European pack, has managed to create an architecture of such splendid and full blooded chaos, that the visitor suspends all normal judgement.'
Het boek bevat een aantal rake observaties, zoals deze op blz. 247: 'België, het land dat nooit een natie werd, biedt (...) alleen maar een lek, wankel dak om onder te schuilen.'
Of deze van Marc Eyskens: 'Het Belgisch probleem komt vooral voort uit een gebrek aan wederkerigheid. Tot vandaag zit dáár de grote frustratie van de Vlamingen.'
Ik las het boek in de derde druk maar ontdekte toch nog wat kleine foutjes, vooral tegen eigennamen: het is niet 'Cash Convorters' maar 'Cash Converters', niet 'Les Bon Villers' maar 'Les Bons Villers', niet 'Harley Davidson' maar 'Harley-Davidson', niet 'Riff-gebergte' maar 'Rif-gebergte' en niet 'Philippe van Parijs' maar 'Philippe Van Parijs' (al wordt die laatste naam vanaf een bepaald ogenblik opeens weer correct wordt weergegeven).
Maar dat zijn details, het is gewoon een goed en een interessant boek, zeker voor iemand die België (beter) wil leren kennen...
3,5 ster. Een boek met een hoog Geert Mak-gehalte, maar dan toegespitst op de geschiedenis van België. Pascal Verbeken stapt de Grand Central Belge-treinlijn af, en vertelt over de geschiedenis en de actualiteit van de plaatsen die hij tegenkomt. Het kan verkeren, zei Bredero al. Had vroeger Wallonië de rijke grondstoffen, en ondernamen vooral arme Vlamingen, kinderen incluis, dagelijks urenlange verplaatsingen om daar in de mijnen te gaan werken. Dan is Vlaanderen nu het rijke landsgedeelte, en bevinden veel Walen zich in armoede door het wegtrekken van de industrie. Ook de talenkwestie rond Leuven-Vlaams wordt uitvoerig uit de doeken gedaan. Interessante heropfrissing van de vaderlandse geschiedenis, aan de hand van persoonlijke verhalen van de kleine man. Ik miste evenwel die persoonlijk touch die van ‘Dit is mijn hof’ van Chris De Stoop zo’n kanjer maakt. Dat boek gaf me letterlijk rillingen van empathisch meeleven. Was nu een stuk minder.
Verbeken neemt je mee op zijn wandeling door het België-in-crisis van 2011 en vertelt hoe het verleden de plekken langs de Grand Centralspoorlijn heeft gevormd. "Ik geloof in een journalistiek van de herinnering en het sprekende verhaal." Wel, ik ook.
"Onlangs vond ik de notities terug van mijn bezoek aan Clarine Trossaert, die middag in Résidence Saint Vincent. Ik moest er even bij gaan zitten. Hoeveel indrukwekkende levensgeschiedenissen zouden er niet verdwijnen in de vergeetputten van onze bejaardentehuizen? Ongemerkt, zonder een spoor achter te laten op papier. Charleroi is een schatkamer vol wegwaaiende verhalen. Terwijl oude gebouwen en bomen beschermd worden, verwaarlozen we ons meest intieme erfgoed: de levende herinnering." (p. 135)
Pascal Verbeken als reisgids door het België van de 19de eeuw en door het België van de 20ste eeuw, met een spoorweg als aanknopingspunt. Boeiende weetjes, zonder groot omvattend verhaal. Wel vol empathie voor mensen uit het verleden en voor streken uit het heden die getekend zijn door het verleden.
Zeer interessante kijk op all things Belgian: van de bestaansreden van dit bufferland tot de taalkwestie en de vreselijke lintbebouwing. Alles komt aan bod op deze wandeling langs een spoorweg met veel geschiedenis. Maar steeds onderbouwd en nooit met overbodige info. Aanbevolen!
Geschiedenis van België en zijn spoorwegen, maar (vooral) erg politiek. En niet bijzonder neutraal - het volstaat te zeggen dat de auteur ook voor De Morgen en Knack schrijft
Neergepende observaties, ideeën, ontmoetingen,... tijdens een wandeling langsheen het traject van de spoorlijn "Grand Central Belge". Blijft wijze lectuur!
De voetreis van Verbeke is maar een kapstok om het verhaal te vertellen van de industriële glorieperiode van België en dan vooral van Wallonië. Dat gebeurt door het verhaal te vertellen van fysieke overblijfselen die nog langs het traject te zien zijn: het wemelt van spoorwegbielzen met distels ertussen en spoorwegstations met gewijzigde bestemming. Maar er zijn ook getuigenissen van (oude) mensen die langs het traject wonen en nog weten "hoe het vroeger was". Naast Guido Fonteyn hebben we een tweede chroniqeur van de onze zuiderburen. Wel jammer: het is een tekst die schreeuwt om de combinatie met goede fotografie. Helaas, geen enkele foto.
Een wandeltocht langs een spoorlijn die dwars door België, de oude Waalse industrieën verbond met de Vlaamse Antwerpse haven, en ook een reis door de tijd: van de 19de-eeuwse bloei tot de neergang, onder het gesternte van een uiteenvallend land. Veel verhalen van mensen die het allemaal nog meegemaakt hebben, zowel gewone mensen als politici en deskundigen. Een plezier om te lezen, en het zal me met andere ogen naar België laten kijken als ik er weer eens kom.
Schitterend. Heb het afgelopen drie reisboeken gelezen (De weg naar het avondland van Jan Leyers, Reizen zonder John van Geert Mak en dit) en dit was het beste. Mooie stijl, leuke observaties, goede gesprekken. Vooral het gesprek met Mark Eyskens vond ik treffend, maar misschien heb ik dat het beste onthouden omdat het aan het einde kwam.
Een aanrader! De actuele politieke situatie schemert er soms in door (ik bedoel: van op het moment van schrijven) maar het doet niet gedateerd aan. Sterk.
Uitstekend boek dat meer dan inzicht geeft over het industriële verleden van België en Wallonië, een verleden dat bij de jonge generatie spoorloos is verdwenen. Zou verplichte lectuur moeten zijn in de lessen hedendaagse geschiedenis.