‘Een jongen die met een klein lampje bij een deur staat te rommelen’ ‘Interessante titel’, dacht ik. En een interessant boek, ja, dat vond ik het ook wel. Ik zou het een fijn tussendoortje noemen, want echt imponerende kost was het dan weer niet. Ik vind dat Willem Claassen fijn schrijft. Ik vind zijn stijl helder en toegankelijk, fris en authentiek. Een boek schrijven over een jongen die na een relatiebreuk in een park gaat wonen, dat vind ik ook wel interessant. Die relatiebreuk klonk ook interessant, maar daar werd niet echt op ingegaan. Of niet duidelijk genoeg, want ik heb het gemist. Het is mij niet duidelijk geworden waarom de hoofdpersoon en Marleen uit elkaar zijn gegaan. Maar misschien doet dat er ook niet zo toe. Het gaat immers om wat erna gebeurt, om hoe Willem (goh, Willem, heet de auteur niet zo?) zijn leven na de breuk weer oppakt. Nu ik het toch over Willem heb, dit boek is dus ook weer half-autobiografisch, net als Niemand in de stad van Philip Huff, maar toch op een heel andere manier. Ik vind dat Willem Claassen het subtieler doet. Sterker nog, ik had het eerst niet eens door. Ik heb het idee dat in Park de hoofdpersoon meer een personage is geworden, dat goed uitgedacht is hoe iets gebracht wordt. In Niemand in de stad is de hoofdpersoon voor mijn gevoel minder gefictionaliseerd, meer een zo duidelijk mogelijke weergave van hoe Philip Huff zelf toen was. Alleen daarom al vind ik Park beter dan Niemand in de stad. Of misschien vind ik Willem gewoon leuker. Ik vind het verhaal op zich niet heel bijzonder, er gebeurt weinig echt spectaculairs, het grijpt me niet heel erg aan. Maar ik blijf wel lezen en ik vond het toch op een bepaalde manier mooi, ook inhoudelijk. Het verhaal heeft wel iets schattigs, dat geklooi met de liefde dat gezoek naar vastigheid. Ik vind het ook fijn dat de roman in korte stukjes is ingedeeld, het geeft een beetje het gevoel van een logboek, maar niet zo saai als dat. Het is een heel geestige roman met een lichte toon en een behoorlijke eigenheid. Een super tof stukje vind ik dit hoofdstuk: ‘15. ’s Nachts dacht ik dat er werd ingebroken. Ik was bang dat ze wapens bij zich hadden en bleef stil op bed liggen. Ik luisterde. Het duurde lang. Tot ik in de gaten kreeg dat het de regen was die via het ventilatierooster binnen probeerde te komen.’ Dat dat dan het hele hoofdstuk is, fantastisch vind ik dat. Het zegt alles over dat moment op precies de manier zoals je de hoofdpersoon al hebt leren kennen. Dat is Willem uit Park en dat is mooi. De hoofdpersoon wordt goed neergezet, ik heb een duidelijk beeld van de jongen. Ik vind het heerlijk hoe klunzig en afwezig hij soms is, het maakt het tot een authentieke roman die fijn is om te lezen. Ik hoop dat Willem Claassen in een volgend boek wel een wat krachtiger verhaal maakt, maar niet de lichte toon niet verliest.
Na een tijdje te hebben samengewoond, beëindigt hoofdpersoon Willem zijn liefdesrelatie en trekt zich terug in een vakantiepark dat geen vakantiepark is. Achter de slagboom leidt hij een leven dat maar niet op gang wil komen. Alles is voorlopig. Hij woont illegaal in een woonwagen die te koop staat. Hij krijgt een nieuwe relatie, maar moet die vooralsnog geheimhouden. Uiteindelijk probeert hij zich aan het tijdelijke en verborgene te ontworstelen en vertrekt naar Thailand om een vriend te bezoeken. Daar, ver van huis, doorziet hij eindelijk waaraan het hem ontbreekt. In een glasheldere, maar suggestieve stijl, met humor en een scherp observatievermogen, vertelt Willem Claassen een verhaal dat de lezer steeds meer in zijn
Mijn mening: Willem Claassen beschrijft veel handelingen nauwgezet, de tocht van en naar de keuken, het pakken van de cola en chips. De vuile was waarvoor hij een kartonnen doos als wasmand gebruikt en de andere doos waarin de schone wordt meegenomen. De her en der rondslingerende spullen van zijn ex-vriendin. De vreemde geluiden in zijn 'Keetje'. Het maakt het verhaal traag maar wel beeldend.
Persoonlijk houd ik wel van deze stijl. Alles kabbelt voort en toch gebeurt er veel. Het verhaal blijft boeien ondanks het ogenschijnlijk eenvoudige, bijna saaie, leven van Willem en dat is knap, zeker voor een debuut. Toch maar eens zijn tweede boek gaan lezen...
Wanneer je door je lief op straat wordt gezet kun je twee dingen doen, heel hard beginnen zuipen of stilletjes wegkruipen in een hoekje. Willem, het hoofdpersonage uit Park, die zijn relatie met Marleen op de klippen ziet lopen, doet het laatste. Hij gaat aan de rand van Nijmegen illegaal in de stacaravan van zijn vriend Tim wonen, probeert iets nieuws op te bouwen met een stagiaire van op het werk en kan nergens zijn draai vinden. De roman is een weergave van hetgeen liefdesverdriet doet met een mens: hem binnenstebuiten keren. Het jammere is echter dat hij in zo’n steriele, korte zinnetjes geschreven is die amper plaats laten voor enige vorm van inleving dat je er als lezer meestal stomweg vanuit de marge naar staat te kijken. Bovendien slaat Willems verveling na verloop van tijd over en word je al net zo besluiteloos als hem. Hij twijfelt immers het hele boek door aan alles: aan zijn werk, aan het meisje dat alleen een heimelijke relatie met hem wil en aan zijn verblijf in de caravan. Slechts eenmaal weet hij echt wat hij wil en dat is Tim bezoeken in Thailand, maar ook dit resulteert in zowat de vervelendste beschrijving die we ooit lazen van dit exotische land.
De hoofdpersoon van het boek, Willem, gaat na een kapotgelopen relatie in de woonwagen van een van zijn vrienden (die nu in Thailand) wonen. Hij woont daar illegaal, en daarbij krijgt hij ook nog een vriendin die hij geheim moet houden.
Ik heb geen idee waarom, maar het boek heeft me toch echt vastgehouden en ik heb het in net iets meer dan een zucht uit gelezen. Je gaat echt om het karakter geven als je het boek leest en ik denk dat dit is waarom het boek zo sterk is. Het is simpel geschreven en tegelijkertijd houdt het je vast.