Jeroen Brouwers was a Dutch journalist and writer.
From 1964 to 1976 Brouwers worked as an editor at Manteau publishers in Brussels. In 1964 he made his literary debut with Het mes op de keel (The Knife to the Throat).
He won the Ferdinand Bordewijk Prijs in 1989 for De zondvloed, and in 1995 the Prix Femina for International works for his book Bezonken rood (Sunken Red). In 2007 he refused the Dutch Literature Prize (Prijs der Nederlandse Letteren) - the highest literary accolade in the Dutch-speaking world - because he considered the prize money of €16,000 too low for all his work.
Traktatie voor mezelf: ik heb de roman Winterlicht van Jeroen Brouwers herlezen. Aanleiding was mijn heerlijke gesprek met Brouwers-weduwe Gwennie Debergh voor de podcast 'drie boeken'. Zij koos Winterlicht als één van haar drie boeken.
Wat een plezier om dit te herlezen. Winterlicht is een requiem voor Jacob Voorlandt, een ode aan een vergeten schrijver. Het hoofdpersonage - de ik-figuur - Brouwers zelf enfin - werkt bij een uitgeverij, krijgt een interessant manuscript binnen van een jonge veelbelovende schrijver en gaat hem opzoeken. De jonge veelbelovende schrijver blijkt oud te zijn en verslaafd aan jenever: Jacob Voorlandt, die al een heel oeuvre geproduceerd heeft waar geen haan naar kraaide.
Brouwers werkt het verhaal uit op een magistrale manier: met een overdonderende pracht aan beelden: de zwarte vogels van de dood, wolken en as als de vergetelheid (van ons allemaal en van de literatuur in het bijzonder), duizenden pagina's van overbodige boeken of manuscripten die naar beneden dwarrelen. In het boek zijn alle fotocamera's kapot, alle sleutels onvindbaar. En er zijn wolken, wolken, wolken.
In het begin van het boek beschrijft Brouwers hoe Voorlandt foto's van wolken verbrandt en hoe de as wegwaait: wolken - foto's - as - wind, een soort extreme vergetelheid, een niets tot de vierde macht.
Winterlicht is magistraal gecomponeerd én bijzonder persoonlijk. Het boek gaat over de angst om als schrijver vergeten te worden, of erger: nooit bestaan te hebben. De angst van Brouwers zelf, die zo vaak in zijn werk terugkomt. Voorlandt is dan ook een voorafbeelding van Brouwers zelf:
"Oud, slecht ter been, dronken, doorweekt van de regen, moe geworden van het zoeken en dwalen, - zo heb ik je daar zien lopen, terwijl het mij geen moeite kostte om mij met je te vereenzelvigen, volledig begrijpend wat je verlangde en waarnaar je op zoek was. Alsof ik in jou de voorafbeelding van mijzelf zag, ronddolend in het oord van eenzaamheid dat het voorland is van iedere schrijver." (p. 168-169)
Brouwers' weduwe Gwennie Debergh vertelde in de podcast 'drie boeken' dat in het najaar van 2024 een postuum brievenboek van Jeroen Brouwers verschijnt: zijn correspondentie met uitgever Geert van Oorschot, die het voorbeeld was voor de figuur Voorlandt in de roman Winterlicht. Gwennie Debergh zei nog over Winterlicht:
“en dan zou het geen Brouwers zijn als het niet eindigt in een ontluisterende hellevaart vol desillusies, want het eindigt natuurlijk ook nooit goed bij die Brouwers.” (lacht)
Soms is het zo moeilijk om reviews te schrijven omdat ze altijd geschreven worden nadat het boek uit is. Dit boek heb ik beleefd als een grote wervelwind van dromen en werkelijkheid die met elkaar intervenieren. Je wordt zo meegezogen in het verhaal; naar het einde toe lijkt droom en werkelijkheid een groot schouwspel te worden dat het meesterlijke overstijgd. Angst om de dood, het beleven van eenzaamheid, het falen en dromen die niet vervuld worden; het speelt allemaal een rol in het verhaal. Hoewel ik het als een grote wervelwind van emoties heb ervareb, zit er ook een zekere traagheid in het verhaal. De natuur speelt een essentiele rol. Vogels vormen kluwens en beinvloeden de schrijver. Daarnaast is er de droom van de mist waarin alles zijn traagheid krijgt. Wolkenformaties overschaduwen het geheel. De schrijver is er volledig door geobsedeerd. Gigantische foto's van wolken verschijnen aan zijn muren. Kortom, dit is een fantastisch, meesterlijk boek van een groot schrijver.
Ik houd van de romans van Jeroen Brouwers. Van hem heb ik onder andere gelezen: Bezonken rood; Het verzonkene; Cliënt Buskens; Joris Ochelon en het wachten en nu dus Winterlicht.
Op mijn leeslijst staan nog Geheime kamers en Het hout. Op dit moment ben ik bezig met Zonsopgangen boven zee.
De roman Winterlicht (1984) is een melancholisch en scherpzinnig portret van een schrijver die worstelt met zijn sterfelijkheid, zijn nalatenschap en de ongrijpbare aard van het schrijverschap. Het boek is een bespiegeling over ouderdom en verval, maar ook een meta-roman over de tragiek van de literatuur zelf: de kloof tussen het streven naar een meesterwerk en de realiteit van mislukking.
De hoofdpersoon – een anonieme schrijver die als lector bij een uitgeverij werkt (Brouwers zelf blijkt uit p. 151) krijgt jaarlijks duizenden manuscripten onder ogen, waarvan slechts een enkeling “niet slecht” is. Eén van deze is Onverhoorde gebeden, geschreven door Jacob Voorlandt, een oude rot in het vak. Voorlandt is geen jong talent, maar een verbitterde, aan jenever verslaafde schrijver die leeft met de angst dat hij zal sterven voordat hij een echt meesterwerk heeft geschreven. Zijn leven wordt beheerst door mislukking, teleurstelling en de kwellingen van het schrijverschap.
De verteller raakt gefascineerd door Voorlandt en ontdekt in hem een oudere versie van zichzelf. Het besef dat uitgevers en lectors vaak mislukte schrijvers zijn, drijft hem ertoe om zelf opnieuw te gaan schrijven. Terwijl hij steeds vaker bij Voorlandt is om diens boek uit te brengen, ziet hij hem steeds verder aftakelen. Wanneer Voorlandt een fanatieke vrouwelijke bewonderaar ontdekt, klampt hij zich vast aan de hoop op erkenning. Maar deze fan blijkt een prostituee die uiteindelijk zijn boeken versnipperd boven zijn hoofd uitstrooit – een symbolisch dieptepunt dat Voorlandt volledig breekt.
Na deze vernedering komt Voorlandt terecht in Winterlicht, een seniorenwoning waar hij de rest van zijn dagen roemloos en drankloos zal slijten. De verteller verliest het contact met hem en vergeet hem langzaam, totdat hij jaren later zijn overlijdensadvertentie leest. Om hem de eer te geven die hij nooit kreeg, schrijft hij een requiem: Winterlicht.
Vergankelijkheid en de tragiek van het schrijverschap Brouwers snijdt in Winterlicht enkele van zijn terugkerende thema’s aan: de vergankelijkheid van het bestaan, de illusie van roem en de onmogelijkheid van literair meesterschap. De gedachte dat “in de tijd verdwijnt” (p. 52) is pijnlijk van toepassing op Voorlandt, wiens oeuvre uiteindelijk geen blijvende indruk zal maken. De tragiek is dat hij dit zelf besefte: zijn hele bestaan werd bepaald door het verlangen naar erkenning die nooit zou komen.
Een ander kernmotief is de macht en onmacht van taal. Op pagina 102 stelt Brouwers: “Wie het woord bezit is een machtig man”, maar Voorlandts woorden brengen hem geen macht – alleen frustratie en desillusie. Zijn tragische lot laat zien hoe literatuur tegelijkertijd een middel is om jezelf te verheffen en een valkuil waarin je jezelf kunt verliezen.
De dood als ultieme mislukking Voorlandts aftakeling wordt door Brouwers meedogenloos beschreven. De scène waarin de prostituee zijn boeken versnipperd boven hem uitstrooit, is een wrange metafoor voor zijn mislukking als schrijver en mens. Daarna rest hem slechts de seniorenwoning Winterlicht, een plek die symbool staat voor het ijle, laatste stadium van zijn leven. Hier wordt de gedachte op pagina 186 treffend samengevat: “De dood is het eindpunt van het tijdsysteem dat alleen op aarde geldt”.
Voorlandts dood wordt slechts een voetnoot in de herinnering van de verteller, totdat hij het requiem Winterlicht voor hem schrijft. Maar is dat genoeg? Is dit werkelijk de eer die Voorlandt verdiende, of slechts een zwakke poging om zijn naam nog even te laten voortleven? Het boek laat deze vragen open en benadrukt zo de bitterheid van Voorlandts bestaan.
Prachtig is Brouwers’ harde confrontaties met thema’s als mislukking en vergankelijkheid. In de roman is de tragiek van het schrijverschap centraal staat.
Winterlicht is over de strijd tegen de tijd en de illusie van literaire onsterfelijkheid. Het is een verhaal over een man die alles wilde, maar niets bereikte – en een ander die zijn leven in woorden probeert te vangen, misschien om zichzelf te redden.
Meesterlijk! Een boek over dromen en verlangens, angst en vergetelheid, ingenieus in elkaar geweven als een kostbaar tapijt. Hier en daar duiken onooglijke en schijnbaar onbelangrijke beschrijvingen op, die later terugkeren om dan essentieel te blijken: als minuscule details op een reusachtig schilderij, onzichtbaar van op afstand, maar ongelooflijk verfijnd als je ze onder de loep bekijkt. Brouwers schrijft in een heerlijke taal, die velen barok zullen noemen, maar die zo'n warm en vertrouwd gevoel geeft, als thuiskomen bij een brandend haardvuur na een lange tocht door barre winterkou. De Voorlandt die hij beschrijft is een stukje van de ziel van elk van ons, of in elk geval van iedereen die op een of andere manier een beetje schrijfgen in zich draagt.
de grootste angst van iedereen die creëert: dat al je werk voor niets was, en dat je oog voor creatie verstsrt zodra je geluk voelt. en zelfs dan dat het geluk vals doorklinkt.
Zeer aangrijpend. Boeit van begin tot einde. Dit was de tweede keer dat ik dit boek las - met een tussentijd van enkele tientallen jaren - maar het blijft aangrijpend.