De Canon van Vlaanderen presenteert figuren, plaatsen, uitvindingen, teksten, gebeurtenissen en ontwikkelingen met een bijzondere betekenis voor de Vlaamse samenleving van vandaag. 60 rijkelijk geïllustreerde vensters belichten beslissende momenten uit de geschiedenis vanaf de allervroegste bewoning tot nu. De lezer ontmoet behalve bekende helden en schurken ook gewone mensen die hier, bij voorspoed en tegenslag, een bestaan hebben opgebouwd.
Dit boek werd samengesteld door een commissie van deskundigen na overleg met onderzoekers, onderwijsspecialisten en andere experts. De teksten weerspiegelen de laatste stand van de wetenschap.
De Canon van Vlaanderen is niet in stenen tafelen gegrift, maar nodigt de lezer uit om het verleden te (her)ontdekken. Hij is er voor jong en oud, voor nieuwkomers en stamgasten, voor avonturiers en huismussen, kortom, voor iedereen die de regio die we vandaag Vlaanderen noemen, beter wil leren kennen.
Een review van de Canon van Vlaanderen, even bij neerzitten.
60 vensters waarbij je als lezer wordt meegenomen op een whistle stop tour over wat ons typeert als Vlaming. Geschreven in korte alinea’s over bepaalde aspecten van een topic dat Vlaanderen gekleurd heeft nu of toen, is het een makkelijk boek om vast te nemen en een kleine duik te nemen in de geschiedenis (voorzien van mooi beeldmateriaal). Het is een geschiedkundig en feitelijk correct boek, waarbij moeilijke thema’s niet geschuwd worden - denk bijvoorbeeld aan de koloniale kwestie. Of hoe bepaalde groeperingen gecollaboreerd hebben in de Tweede Wereldoorlog. Algemeen genomen moet ik zeggen dat het naadloos aansluit bij de serie Het Verhaal Van Vlaanderen - meer dan gedeeld beeldmateriaal, zie je soms topics quasi letterlijk terugkomen.
Het is natuurlijk onmogelijk om alle personen en topics op te nemen in het boek - dat gaat niet. Maar daar wringt ook meteen het schoentje. Ik wil niet de discussie voeren over 1 specifiek persoon of figuur - dat is zinloos. Maar wat wel intellectueel oneerlijk is, is dat de heel nauwe visie wordt gehanteerd dat Vlaanderen gelijk is aan het Graafschap Vlaanderen. Nadat we op 25 pagina’s gesprongen zijn van 500.000 v.Chr. naar 747 n.Chr., doet de rest van het huidige Vlaanderen klaarblijkelijk niet meer ter zake. Vanaf de 15e eeuw mag de as Antwerpen-Mechelen-Brussel terug meespelen. Limburg, echter, wordt pas opnieuw vermeld vanaf de Napoleontische tijd. Na een ruime vermelding van Tongeren in de Romeinse tijd, gebeurt er blijkbaar niets meer totdat er steenkool wordt gedolven. Mag ik de auteurs er even aan herinneren dat het Graafschap Loon een geschiedenis van 800 jaar kent (1000 -> 1794), waar geen aandacht aan besteed werd? Een geschiedenis waarin bvb. 100 jaar vóór de Guldensporenslag reeds een internationaal conflict voorkomt, met een ongezien groot leger, waar trouwens - pour la petite histoire - het Graafschap Vlaanderen deel van uitmaakte? Het flagrant negeren van wat er elders in het huidige geografische Vlaanderen gebeurt, is niet alleen historisch incorrect, het ruikt zelfs naar populisme.
En dat brengt me bij het hekel punt: is dit een politiek geïnspireerd boek, dat ons met de paplepel bepaalde verhalen wil inlepelen? Ik ben geneigd om “ja” te antwoorden. Niet omwille van de inhoud: daarvan denk ik dat we heel stellig kunnen zijn dat deze historisch correct is (al hadden de mythes rond de Guldensporenslag wel wat meer ontkracht kunnen worden). Wel over de keuze van topics: men wil de huidige Vlaming doen geloven dat er zoiets als een historisch geënte Vlaamse identiteit is, wat hoegenaamd niet zo is. Van de Romeinse tot de Napoleontische tijd zijn we nooit allemaal onder 1 bewind geweest, laat staan dat we een culturele basis delen. Opnieuw: er staat geen foute inhoud in, maar het doet de waarheid onrecht aan om te negeren dat Vlaanderen is wat het is omwille van een aantal pennenstreken van machtige naties rond ons. Misschien was het zelfs waardevoller geweest om de Canon slechts te laten starten vanaf 1800, ik weet het niet. Maar toegegeven: de laatste 200 jaar zijn heel wat kleurlozer geweest dan de prachtige schilderijen van Van Eyck.
Dat is mijn finaal punt van kritiek: de lay-out van het boek heeft geen rekening gehouden met pagina-overspannende prenten: het is behoorlijk jammer om te moeten kiezen tussen Dirk Bouts’ Laatste Avondmaal in volle glorie te kunnen aanschouwen, of de rug van je boek te breken - zo zijn er nog wel een paar voorbeelden. Behoorlijk jammer, dergelijke lay-out fouten.
"Iemand met goesting in een croque-monsieur? Dat moet een Vlaming zijn" p306
Ja dit staat er werkelijk in! Deze zin maakt voor mij duidelijk hoe divers en alledaags Vlamingen zijn, en hoe we toch altijd weer kunnen genieten van simpele dingen.
De canon van Vlaanderen heeft me positief verast op heel veel punten. De canon geeft een heel mooie chronologische vertelling van de culturele, sociale en economische breekpunten in ons (geografisch) Vlaanderen en schuwt de kleine kanten van ons verleden niet, maar kadert ze in de tijdsgeest zelf, zoals het hoort. De heksenvervolgingen, collaboratie, de strijd om (seksuele & levensbeschouwelijke) vrijheid… komen erin aan bod.
Niet alleen breekpunten of personages, maar de hele maatschappelijke tijdsgeest en relevantie worden in de 60 vensters geschetst. Hierdoor wordt alles duidelijk in context geplaatst, wat belangrijke is. Geschiedenis kan alleen begrepen worden met de bril van toen, en nuance en begrip dringen zich op, ook vandaag. Elke gebeurtenis heeft zijn reden, en het kan des te leerrijk zijn om deze te doorgronden. Niet door ze te zien als onvermijdbare gebeurtenissen, maar eerder om ze te begrijpen.
Ik ben benieuwd wat de politiek hiermee doet. Ik was sceptisch tegenover het idee, maar de uitwerking door professionals is mooi neergeschreven en opent (hopelijk) een debat over onze identiteit. Wat staat er in? Wat kan er weggelaten worden? Dit kan hierdoor perfect als beginpunt gebruikt worden in scholen. Niet als puur lesmateriaal, maar eerder als stof voor verdere discussie.
In navolging van de Canon van Nederland wou Vlaanderen zijn eigen canon met als doel de geschiedenis van deze streek in beeld te brengen, om de Vlaming/Belg bewust te maken van zijn oorsprong en historische verloop maar ook om dit te gebruiken in het onderwijs. In de intro wordt verwezen dat er de hoop bestaat dat er ook ooit een Canon van België wordt samengesteld, ook al zal dat veel overlappen met deze canon, ik koester diezelfde hoop aangezien we over beide landsdelen en over de drie taalgebieden in ons land eigenlijk allemaal van elkaar nog veel te leren kunnen hebben. Dus ik hoop dat onze regering ook hier snel werk van maakt! (Misschien met tijd ook een Canon van Europa?)
Het boek is samengesteld uit zestig ‘vensters’, gaande van hertogen, koningen, keizers en bezetters tot bekende schrijvers en muzikanten die iets betekend hebben in deze contreien. Maar ook en vooral historische gebeurtenissen (die ik al eerder in andere historische boeken mocht tegenkomen) zoals de Romeinse overheersing, de Guldensporenslag, de Bourgondische tijd, de wereldoorlogen en zoveel meer.
Dit is alvast het boek voor enerzijds liefhebbers van geschiedenis die een mooi overzicht willen krijgen van Vlaanderen, maar evengoed voor mensen in de erfgoed- en toerismesector. Scholen kunnen ook veel halen uit dit boek dat als perfecte leidraad kan dienen zowel in lagere als hogere leerjaren. Het perfecte didactisch materiaal met andere woorden!
Elk venster wordt aan de hand van heel mooie foto’s gestaafd en aangetoond. Eveneens staan er kaarten in, schilderijen of tekeningen en/of foto’s van personen, gebeurtenissen en/of locaties met de nodige uitleg in de voetnoten.
In De Canon van Vlaanderen in 60 vensters krijgen de lezers een mooi overzicht, gestaafd met extra informatie en beeldmateriaal!
Ik was ook verbaasd en enigszins ook tevreden te lezen dat de samenstellers van dit boek de vinger leggen op de pijnpunten dat het land (in uitbreiding de rest van de wereld natuurlijk, zoals klimaatverandering) mee worstelt en dat er ook stilgestaan wordt bij de uitdagingen die in de toekomst nog komen. Het is duidelijk dat welvaart een hoge kost kan hebben en daar zal naar moeten gehandeld worden.
Over de Vlaamse Canon zijn de voorbije maanden al heel wat woorden gevloeid, zowel gesproken als geschreven (en vaak ook - wat had u dan gedacht? - door mensen die er 1) toch niks van weten, 2) duidelijk de Canon zelf nog niet hadden bekeken of 3) beide, maar dat terzijde). Nu is de tijd gekomen dat ik er ook nog wat over ga zagen.
Laten we eerst en vooral de hoofdzaak uit de weg hebben: ja, ik vind best dat er een canon mag zijn. Meer zelfs, ik vind dat een heel goede zaak. Er zijn absoluut dingen die mensen in mijn opinie gewoon móéten weten. Of dat nu op Vlaams, Belgisch, Europees of mondiaal vlak is, doet er zelfs niet toe. Als je (willekeurig voorbeeld) nog nooit van Mercator hebt gehoord, sorry, maar dan schort er gewoon iets met je kennis en wordt het hoog tijd dat je daar eens iets aan gaat doen.
De Canon van Vlaanderen, voor wie het nog niet moest weten, groepeert zestig onderwerpen in wat ze 'vensters' noemen en is chronologisch opgebouwd.
Inhoudelijk heb ik eigenlijk heel erg weinig te vertellen - negatief, dan toch. Mij viel het bijvoorbeeld eerst wel op dat Eddy Merckx in het venster over de koers in Vlaanderen niet genoemd, wat toch wel bizar lijkt aangezien hij als de beste coureur ooit beschouwd wordt, maar daarna besefte ik dat ze de keus hadden gemaakt om alle nog levende personen buiten beschouwing te laten. Met andere woorden: den Eddy moet eerst het loodje leggen en dan kunnen ze daarna de Canon voor de eerste keer herzien, hahah! Ten tweede: dat Ernest Claes (je weet wel, van de Witte met het zout op z'n patatten) niet vernoemd wordt, vind ik wel raar - en die is toch al jaren dood. En er was nog iets of iemand waarvan ik me verbaasde dat daar geen melding van werd gemaakt, maar ik weet al niet meer wat. Maar dat zijn dus drie dingen, op een totaal van die zestig onderwerpen en tientallen namen van personen, gebeurtenissen, dingen, noem maar op. Dat is dus echt ontzettend bijzonder weinig. Er staan verder heel veel dingen wél in en over het algemeen was ik het er ook mee eens dat ze er hoorden te staan. Als ik om de een of andere reden in dat comité had gezeten dat de Canon heeft opgesteld, dan was ik op het eind van de rit toch wel ferm tevreden geweest van het verrichte werk. Ik denk dat er echt wel een duidelijk beeld geschetst wordt van de Vlaamse cultuur in het algemeen en van de dingen die het waard zijn om te weten. Dat gezegd zijnde, er waren een paar onderwerpen of subthema's waarvan ik vond dat er iets meer over gezegd mocht worden omdat er maar redelijk oppervlakkig aan geraakt wordt, en ja, natuurlijk had ik hier en daar andere keuzes gemaakt (waarom is er bijvoorbeeld geen hoofdstuk over de Vlaamse kleinkunst?), maar dat is natuurlijk allemaal erg subjectief. Hoe dan ook ben ik tevreden over de inhoud.
Minder dan een jaar na Het Verhaal van Vlaanderen op de VRT valt trouwens op dat die dingen erg op elkaar aansluiten en dat er veel overlap is, wat voor mij een extra reden is om te zeggen dat ik geloof dat ze een goed afgewogen selectie hebben gemaakt.
Waar ik helaas wat minder enthousiast over ben, is de algemene opzet van het boek. Het leest wat als een geschiedenisboek, namelijk. Ik zei al dat de vensters elkaar chronologisch opvolgen, en dat vind ik soms wat irritant. Het betekent namelijk dat alles wat door elkaar loopt - geschiedenis op zich, literatuur, schilderkunst, sociale zaken, wetenschappen en technologie, noem maar op. Mij lijkt het beter als die zaken uit hun chronologie waren getrokken en thematisch was gerangschikt. Dan was er natuurlijk nog steeds een groot deel geschiedenis geweest, da's logisch, maar tussen de rest had er meer samenhang gezeten. Nu werden er soms kort namen herhaald die tientallen bladzijdes eerder waren vermeld omdat dat bij een vorige kunststroming hoorde, maar daarna volgden er eerst nog een paar vensters van pure geschiedenis voor de volgende stroming aan bod kwam. Misschien had er ook met verwijzingen gewerkt kunnen worden, in de trant van 'zie ook onderwerp X, zie blz. Y', om de verbanden duidelijker te maken en sneller zaken terug te vinden. Daarnaast denk ik dat het op die manier ook minder als een geschiedenisboek pur sang zou lezen, wat me nu soms ook wel een beetje stoorde, maar meer als een, tja, cultureel boek in de allerbreedste zin van het woord.
Maar al bij al blijft het een goed werk, goed samengesteld en met veel interessant en relevant beeldmateriaal. Veel dingen wist ik al wel (die zucht van opluchting die je in de loop van de dag gehoord hebt, was de mijne) maar ik ben een paar keer nog wel verrast. En daar doe ik het voor. Felicitaties aan de redacteurs ook, want ik heb nergens een taalfout gezien. Niet één.
By its very nature, De Canon van Vlaanderen is a problematic book. Any attempt to capture the "identity" of a nation by focusing too much on the past inevitably falls short, and this book is no exception. While the writing team—primarily recruited from the humanities—brings a critical perspective on ethical issues, with a sprinkling of post-feminism, they ultimately fail to grasp what Flanders is all about. In short, De Canon van Vlaanderen is static, backward-looking and incomplete.
A striking example lies in the book’s omissions. Paul Janssen, the visionary behind Janssen Pharmaceutica, is only briefly mentioned in a chapter about Flemish steel (why? how?). Peter Piot fares even worse. His groundbreaking work in virology, including his co-discovery of the Ebola virus and his fight against HIV/AIDS, isn’t mentioned at all. Walter Fiers, Jozef Schell, and Desiré Collen might as well have never existed. Meanwhile, Paula Semer, a relatively obscure television personality with a barely maintained English Wikipedia page, gets an entire spread (venster).
The omissions extend far beyond biotech. While Flanders’ rich cycling tradition is acknowledged, Eddy Merckx, one of the greatest cyclists of all time, is conspicuously absent. Apparently, his five Tour de France victories don’t matter. The same dismissive attitude applies to our comic book heritage: Suske & Wiske and Jommeke are deemed too lowbrow, used only as illustrations, but are never given their proper chapter or venster. And let’s not even start on Flanders’ contributions to the digital world. Robert Cailliau, who pioneered the web alongside Tim Berners-Lee; Dries Buytaert, the inventor of Drupal; and Ingrid Verbauwhede, whose patents have made the internet more secure, are all ignored.
Not even Jean-Claude Van Damme, arguably Flanders’ most internationally recognized action star, is mentioned. The authors also stay numb about the impact of Flemish short-form cinema at Cannes. Nor do they mention Adil El Arbi and Bilall Fallah’s Hollywood adventures. Why not talk about The Antwerp Six, about Walter Van Beirendonck, and how Raf Simons ended up at Dior? Also? didn't we supply at least one European President, a few European Commisioners and a Secretary General somewhere? Let's not mention them. Look, the book focuses too much on the distant past and not on the present or the future. This is a missed opportunity.
And then there’s Father Damian. Voted the most important Belgian on Flemish television in 2005, not even in the index. Here's the TV-show's top 5: Pater Damiaan --> not mentioned Paul Janssen --> only a picture Eddy Merckx --> not mentioned Ambiorix --> full spread Adolf Daens --> mentioned as part of Claus's literary accomplishments
A canon that fails to align with a popular TV-show about the exact same topic, is, at best, incomplete and, at worst, a distortion of reality. If De Canon van Vlaanderen truly aimed to define Flemish identity, it should have embraced the full spectrum of achievements, not just the past, but the living, breathing present that shapes the future. Instead, it offers a narrow, backward-looking perspective, making it a deeply flawed attempt at capturing Flanders' identity.
De canon van Vlaanderen in 60 vensters, Borgerhoff & Lamberigts, Gent, 320 blz., 27,5 euro.
Er werd al jaren over de Canon van Vlaanderen gepraat, en nu in mei 1923 was hij er eindelijk, ook in boekvorm. Op vraag van de Vlaamse Regering heeft een select clubje van academici de geschiedenis van Vlaanderen in 60 vensters gegoten: van de oermens, over de Vlaamse primitieven, de Guldensporenslag, de wereldoorlogen, kunst, cultuur, sport tot Ons Kookboek. Een canon is het geheel van teksten, beelden, kunstwerken en gebeurtenissen dat het referentiekader is van een gedeelde cultuur of religie. De langverwachte Vlaamse canon is opvallend breed, al zijn er enkele hiaten. De Vlaamse Canon loopt chronologisch en begint dus veel eerder, met de oudste sporen van menselijke bewoning. Die vinden we terug in Limburg, in Veldwezelt. Daar in de Maasvallei ontgonnen neanderthalers vuurstenen, 58.000 tot zelfs 133.000 jaar geleden. In Rosmeer in Haspengouw ontdekten archeologen dan weer een van de oudste landbouwnederzettingen, de Haspengouwse leemgronden waren meer dan 7.000 jaar geleden al in trek bij de eerste landbouwers. Van het Middelnederlands naar een standaardtaal is een hele stap, een evolutie die in verschillende punten terug te vinden is in de lijst. Ook al delen we onze taal met Nederland, toch zijn er heel wat verschillen. De commissie selecteerde daarom het zeer Vlaamse woord "goesting" als opvallend ankerpunt in de Canon. De grenzen tussen standaardtaal, dialecten en tussentaal lijken minder scherp vandaag. De commissie koos er bewust voor om geen levende personen op te nemen. De meest recente gebeurtenissen in de lijst dateren van bijna 20 jaar geleden. Het eerste homohuwelijk vond plaats op 6 juni 2003, de euro werd een jaar eerder ingevoerd, het zijn respectievelijk nummer 57 en 58 in de Canon. Brusselaar Jacques Brel bezong het Vlaamse landschap als geen ander in"Le plat pays" - of "Mijn vlakke land" in het Nederlands - en wordt daarvoor beloond met een plek in de Canon. Hij noemde zichzelf een Vlaming die Frans spreekt, "un Flamand qui parle français". Paula Sémer, een van de eerste omroepsters van de openbare omroep, staat dan weer symbool voor de opkomst van televisie, dit jaar 70 jaar geleden. Ze wordt door de commissie ook geroemd om haar strijd voor de emancipatie van vrouwen. Ze staat in de Canon naast andere vrouwen zoals keizerin Maria Theresia, de onterecht als heks veroordeelde Cathelyne Van den Bulcke, feministe Emilie Claeys en schrijfster Marie Belpaire. Het is een erg brede lijst geworden, met niet alleen politieke of culturele onderwerpen, maar ook aandacht voor archeologie, economie, wetenschap, ecologie en sport. Ondanks de hevige kritiek vooraf waren de reacties bij het verschijnen van de canon overwegend positief. Men is niet over een nacht ijs gegaan. Voor mij persoonlijk hoefde zo een canon niet maar nu hij er is, ben ik wel tevreden over de boekvorm. Het is een mooi verzorgde uitgave geworden, met mooie foto's met degelijke teksten die de zestig vensters tot een bijzonder geheel vormen.
De Canon van Vlaanderen in 60 vensters is niet zomaar een boek, natuurlijk. Het is een politiek project en wat je ervan vindt, hangt af van je politieke overtuiging. De titel bevat immers twee mogelijk geladen, alleszins omstreden begrippen: ‘canon’ en ‘Vlaanderen’.
Een ‘canon’ is een gemeenschappelijk, funderend, historisch-cultureel referentiekader, een verzameling ijkpunten die een bepaalde gemeenschap bijzonder waardevol vindt. Heeft zoiets nog zin in onze superdiverse samenleving? Niet iedereen is daarvan overtuigd.
Zo’n gemeenschappelijk referentiekader past in het huidige politieke klimaat waarin Vlaams-nationalisten een Vlaamse identiteit willen creëren, maar hun verhaal hangt met haken en ogen aaneen.
Niet alleen het begrip 'canon', ook het begrip ‘Vlaanderen’ zelf is behoorlijk problematisch. Bedoel je er het historische graafschap mee (het ‘echte’ Vlaanderen) of verwijs je naar de Nederlandstalige gemeenschap in België? Wat doen we met Frans- en Zeeuws-Vlaanderen? Is taal een criterium? En – fundamenteler - wiens blik op de zaak telt? Wie bepaalt in godsnaam wat er belangrijk is voor gans een volk?
Het is eigenlijk een onmogelijke opdracht om met al die vragen in het achterhoofd een canon op te stellen. Welk resultaat ook, het is omstreden. Hugo Claus in de canon? Waarom Paul van Ostaijen of Willem Elsschot niet? Waarom Karel de Grote wel, maar Karel V niet? Waar zitten Pater Damiaan en FC De Kampioenen? En was die foto van Beerschot nu echt nodig?
Hoe ver mag je gaan om historische figuren te claimen? Rubens zag zichzelf als Antwerpenaar en Spaanse Brabander, nooit als Vlaming. Ook Karel de Grote zou ongetwijfeld verbaasd opgekeken hebben bij die benaming. Minstens even vreemd is de inclusie van de Rotterdammer Erasmus.
Maar er zijn nog andere keuzes die de wenkbrauwen deden fronsen. De scheiding der Nederlanden wordt enkel opgemerkt vanuit het venster van de Beeldenstorm. Het ontstaan van België zit verstopt in het venster ‘Een liberale grondwet’. Daar worden twee toch wel heel belangrijke dingen weggemoffeld, lijkt me.
Als het de bedoeling is zo’n debat op gang te trekken, dan is deze canon natuurlijk geslaagd. Misschien was dat ook wel de bedoeling. Hoe meer er over ‘wat Vlaams is’ gesproken wordt, hoe liever, denken de nationalisten. Wat er precies in staat, kan hen gestolen worden, want het doel heiligt de middelen.
Leuk koffietafelboek, maar vooral goed voer voor discussies.
‘De Romeo’s. Kabouter Plop. Die geestige Geert Hoste-mop. Van Ernest Claes tot het dunste boek. Ons bier. De brug van Willebroek. De noordzeedijk die welig tiert. Eén beeld dat een rotonde siert. Een koers tot in der eeuwigheid. De Vlaamse canon is een feit’ - Stijn De Paepe, De Morgen (2019)
Dit werk slaagt erin om op een toegankelijke manier verschillende gebeurtenissen, tendensen en belangrijke figuren uit de Vlaamse geschiedenis te belichten. Dat doen de auteurs door verbanden te leggen tussen belangrijke keerpunten en onduidelijkheden te verhelderden. Het boek biedt waardevolle inzichten in onderwerpen zoals de historische en (geo)politieke context van de taalgrens, de complexiteit van het Vlaams en Nederlands in ons land, en de impact van bezettingen op het collectieve bewustzijn. Maar ook de oorsprong van het efficiënte treinvervoer of de sociale bescherming (om maar enkele voorbeelden op te noemen) in Vlaanderen (en heel België) worden belicht, waarmee het Canon een onmisbaar leeswerk is voor iedereen die interesse heeft in de Vlaamse geschiedenis, meer bepaald met het oog op de verkiezingen in de loop van 2024. De Canon zorgt voor kennis en begrip van hoe en wie de fundamenten voor Vlaanderen hebben gelegd.
Zeer sterk en divers overzicht van belangrijke historische vensters. Een eigenzinnige selectie die (gelukkig) het traditionele narratief van koningen, graven en hertogen overstijgt. Wat mij betreft slaagt het 100% in opzet: het is boeiend, je moet de 60 vensters inderdaad kennen, maar vooral: alles is zo geschreven dat je bij elk venster/focus vooral meer wil weten.
Interessant boek over de geschiedenis van Vlaanderen. Makkelijk en vlot te lezen met oppervlakkige info maar perfect als je de geschiedenis globaal wilt weten. Ze illustreren het ook heel mooi met veel foto's en prenten. Ze halen bekende personen aan die iets betekent hebben en het verbaasde me hoevaak een Vlaming toch iets heeft gedaan dat een wereldwijde invloed had. Zeker het lezen waard!
Veel evenwichtiger, objectiever en minder propagandistisch dan was te vrezen. Vaak zit er heel veel informatie in een enkele zin. Het Nederlandse voorbeeld lijkt toch wel te zijn overtroffen.
De Canon van Vlaanderen in 60 vensters presenteert zich als een toegankelijk overzicht van de Vlaamse geschiedenis, samengesteld door historici onder leiding van Emmanuel Gerard. Het boek is helder geschreven en visueel aantrekkelijk, met illustraties die de onderwerpen tot leven brengen. Voor wie een eerste kennismaking met de geschiedenis van Vlaanderen zoekt, biedt het een handige leidraad.
Toch wringt het. Geschiedenis in een canon persen betekent keuzes maken - en die zijn hier soms betwistbaar. De selectie balanceert tussen historisch belang en politieke agenda, en sommige thema's worden te summier of vanuit een eenzijdig perspectief behandeld. Bepaalde figuren en gebeurtenissen krijgen meer aandacht dan ze verdienen, terwijl andere, zoals sociale bewegingen of minderheidsstemmen, eerder onderbelicht blijven.
Dit is geen neutrale geschiedschrijving, maar een bewuste constructie van een identiteit. Wie zich daarvan bewust is en het boek als een opstapje ziet naar verdere lectuur, zal er zeker iets uit halen. Wie een volledig en kritisch overzicht verwacht, blijft echter op zijn honger zitten.