Michiel de Ruyter, what's in a name? - is een man van de daad. Als charismatische leraar klassieke talen heeft hij een grote aantrekkingskracht op zijn leerlingen. Hij vormt zijn gymnasiasten tot een soort elitekorps dat zich moet keren tegen de toenemende populistische sentimenten in de maatschappij. Maar is dat werkelijk wat hem drijft? Is het idealisme dat hem vervolgens naar Afrika voert, waar hij deel uitmaakt van een rebellengroep? En is het idealisme als hij weer later een volkse afscheidingsbeweging in het oosten van het land leidt naar een uiterst gewelddadige opstand? En wat maakt hem altijd zo aantrekkelijk voor vrouwen?Oorlogshond is een harde, verontrustende roman over iemand die alleen staat in een angstaanjagend lege wereld.
De grote woede (Robert Anker, Oorlogshond 2) In het klimaatdebat wordt steeds vaker gewezen op de economische dimensie van ons denken die een daadwerkelijke transitie onmogelijk maakt. De duurzame of groene groei die het Europese alternatief moest vormen blijkt een oxymoron. Waaruit zou een daadwerkelijk alternatief moeten putten? Met de toenemende populariteit van Marcuse wint ook zijn begrip van de grote weigering aan aandacht, maar de vraag is of de weigering nog wel volstaat vandaag de dag. Ook ik ben geneigd Neen te zeggen tegen de heerschappij van management en control die zowel het ecomodernisme als het ecoconservatisme doordesemt (V. Blok (2022) Van wereld naar aarde. Boom: Amsterdam), maar de vraag is of zulk een Neen afdoende is om het revolutionair gehalte van de roep om een daadwerkelijke transitie van de wereld te inspireren. Oorlogshond van Robert Anker inspireert me om over woede als aanvulling op de grote weigering, het nee tegen de heerschappij van management in te zetten, na te denken. Laat ik eerst iets onaardigs zeggen over het boek, want het voedt allereerst een negatieve intuïtie over wat literatuur is. De wereld van deze roman plooit zich namelijk zodanig rond de belevingswereld van de hoofdpersoon, dat ze restloos daarin opgaat en geen enkel moment van weerstand of meerduidigheid toelaat. Een roman die zich zodanig plooit getuigt weliswaar van totale transparantie, maar is daarmee ook de anti-literatuur bij uitstek. Toch heb ik veel geleerd van de rehabilitatie van de woede als oeroriëntatie van de Griekse cultuur. De woede van Achilles wordt bezongen als een positieve kracht die hem in staat stelt heldendaden te verrichten. Die woede wordt tegenover de rede gesteld. Anker heeft het dan over de rede van de zwakkeren (van Christendom tot de hedendaagse gereguleerde samenleving), maar wij zouden het kunnen hebben over de economische rationaliteit die de tegenpool van de woede vormt. Ook wij hebben nood aan een woede die de hegemonie van de economische rationaliteit doorbreekt en een nieuwe – duurzame – wereld opricht: ”’Ik vind woede een positieve eigenschap’, zei Michiel. ‘Het is daadkrachtig, het breekt verstarde verhoudingen open, het brengt ons verder. De vraag is natuurlijk: hoeveel woede kan een samenleving verdragen?” (186). Anker rijdt een scheve schaats door die strijd als vanzelfsprekend sociaal darwinistische te duiden en te associëren met een struggle for existence. Maar dat hoeft natuurlijk niet. Wij ervaren dat de huidige gang van de geschiedenis niet langer door kan zetten en onderbroken moet worden. Waar de ervaring van de onmogelijkheid van de huidige wereld gepaard gaat met de ervaring van de mogelijkheid van een nieuwe wereld, ontsteekt de woede om ons los te maken van de economische rationaliteit en ons te engageren met de creatieve destructie van een nieuwe wereld. Toch is die woede niet voorbehouden aan de mens zoals Anker denkt, niet gebonden aan de humane held. Het is de woede van de aarde zelf, inclusief de woede van aardse wezens, zoals mensen, dieren en dingen, die de geschiedenis drijft en voorbij de grote weigering reikt. Daarmee is de vraag hoeveel woede de wereld kan verdragen ook meteen beantwoord. (Meer blogs over filosofie en literatuur: https://vincentblok.wordpress.com/)
Yesterday evening, I finished my reading of Robert Anker’s novel War dog (Oorlogshond). What a disappointment, that Arnold Heumakers recommended a testosterone fuelled adventure with big cars, guns and lot’s of sex by an author who definitely seems to be in his midlife crisis; the hero of the story is able to buy the biggest cars, to win all fights, to have sex with every girl etc. A novel on the importance of war and violence in our current age is promising and necessary, but this attempt is just skin-deep. I think I have to reread Ernst Jünger’s Heliopolis again…