Zuurstofschuld is het verhaal over twee klimvrienden die dromen najagen in het hooggebergte, en daarmee hun lot bezegelen. Ze klimmen in een tijd waarin elke berg al beklommen is, en dragen zo een verleden van grote namen met zich mee. Maar welke eer valt er nog te behalen? Een roman over vrijheid en vriendschap, de gevolgen van radicale keuzes en over de vervormde werkelijkheid ‘daarboven’, waar in de ijle lucht andere wetten gelden en iedereen is aangewezen op zichzelf. Samen zoeken ze naar een manier om geschiedenis te schrijven, Walter en Lenny, tot de tijd hen inhaalt.
Toine Heijmans (1969, Nijmegen) is columnist bij De Volkskrant, en schrijver van een aantal non-fictie boeken en romans. Hij woont met zijn gezin in Amsterdam.
In alles een generalist schrijft hij over een brede waaier aan onderwerpen. Zijn veelgelezen tweewekelijkse columns maken samen een portret van Nederland, terwijl zijn boeken over de zee gaan, over dementie, over bergbeklimmen of migratie. Daarnaast schreef hij scenario’s voor de televisieserie De Fractie.
Zijn werk krijgt veel waardering. Als eerste Nederlandse schrijver werd hem in Frankrijk de Prix Médicis Etranger toegekend, een van de prestigieuze Franse literatuurprijzen; vervolgens werd hem het ridderschap verleend in de orde van de Kunsten en de Letteren. Daarnaast won hij enkele journalistieke prijzen.
Het thema spreekt mij gelukkig erg aan, bergbeklimmen. Niet dat ik ooit verwacht de Mount Everest te beklimmen, maar ik blijf het fascinerend vinden wat mensen drijft om dat soort dingen te doen. En de overlap met hiken in de bergen waar ook uithoudingsvermogen en een bepaalde sportieve motivatie om de hoek komt kijken, maakt dat ik mezelf er wel enigszins ik kan verplaatsen.
Heijmans weet in dit boek de fascinatie van de klimmer mooi te beschrijven. Ook vind ik de vriendschap tussen de twee hoofdpersonages prachtig in beeld gebracht. En hoe hij speelt met de opbouw van dit boek zorgde voor een mate van spanning en prikkelde om door te lezen tot de ontknoping.
“Herinner me de lange dagen en nachten in berghutten en sneeuwholen, in tenten, op richels; zwijgen was vaak ons harnas. Mensen die samen kunnen zwijgen hebben vertrouwen in elkaar, het allergrootste vertrouwen. Zodra ze gaan praten is er iets mis.”
3,5/5 ⭐️⭐️⭐️ Het is mooie taal. Maar er klopt iets niet. Er is teveel aandacht voor de verhalen van alle beroemde klimmers, de al dan niet op de berg gesneuvelde helden. Ook de plaatjes benadrukken dat. Het leidt af van het feit dat het een roman is, een verhaal over bergbeklimmers vriendschap, maar dat komt niet goed uit de verf, en wordt ook steeds vager ten opzichte van de heldere heldenverhalen. Geromantiseerd zelfhulpboek voor startende bergbeklimmers, daar kom ik op uit.
Fascinerend boek. Het leest als een non-fictieboek over bergbeklimming, maar het is een roman. Het geeft veel inzicht in de wereld van de bergbeklimmers en… de mens. De berg als metafoor voor het leven. Hoe gaan we ermee om? Waar willen we heen? Gaat het om het bereiken van de top of de weg er naartoe? Veel stof om te laten bezinken…
Op tweederde ben ik hiermee gestopt, ik merkte per pagina dat ik het steeds oninteressanter vond worden en helaas ook niet fijn geschreven.
Oneerbiedig gezegd vond ik het teveel als ‘journalistenproza’ overkomen. Het boek gaat over bergbeklimmen, maar dat hoeft voor mij niet te betekenen dat er ook het gehele boek alleen maar beschrijvingen van echt bestaande bergbeklimmers in hoeven te staan, dan zou ik wel non-fictie lezen.
Verder kwam de vriendschap die centraal staat ook nooit helemaal van de grond, twee mannen die allebei van bergbeklimmen houden, sure. Maar verder vond ik alle personages veel te vlak om een boek te dragen. Op een gegeven moment haalt de schrijver zo’n gigantische overdrijving van de Amerikaanse toerist aan dat ik nou niet weet of het serieus of als parodie bedoeld was.
Misschien dat het laatste deel van het boek nog iets verrassends zou bieden, maar ik had geen zin meer om daar achter te gaan komen.
Heijmans kan ontzettend goed en helder schrijven. Wat me niet meeviel in dit boek was om sympathie op te brengen voor de karakters. Het boek is vrij kil en schetst geen heldenrol voor klimmers. Je vraagt je eerder af waarom ze klimmen. Maar misschien was dat precies het doel van Heijmans.
prachtig geschreven roman over vriendschap, de altijd nabije dood en onvermijdelijke eenzaamheid. ontroerend, beschrijvend, ontzettend vet. De geschiedenis van het alpinisme wordt zo beschreven dat iedere leek onmiddelijk in het verhaal gezogen wordt.
Las dit boek onbedoeld op wandelvakantie dus dat hielp wel lekker mee. Ik racete er doorheen. De vriendschap en het leven op de berg worden mooi beschreven en ook de geschiedenis van alle topklimmers komt erin voor. Ik vond dat informatieve wel fijn en ook waar je dacht: hier wil ik een fotootje van zien, stond dat plaatje aldaar op de volgende pagina. Deze man woont op IJburg en hoop 'm eens op een koude Salmari te kunnen trakteren bij Dok48. Kan wel wat schrijversvrienden gebruiken.
Zuurstofschuld is een puntgave roman over de vriendschap tussen twee bergbeklimmers. Ze leren klimmen op de pijlers van een brug, dromen van Alpenwanden, gletsjers en de Himalaya en verslinden talloze boeken van en over grote alpinisten als Whymper, Kurz, Bonatti, Tenzing. Heijmans verweeft al die levens en avonturen moeiteloos tot een groots epos over ambitie, ontbering en verlies en laat je en passant meekijken in de wereld van de klimmers. Hun voorbereidingen, angsten en fascinatie worden zó secuur en meeslepend beschreven, dat je je in hun midden waant. Meer nog dan een avonturenroman is Zuurstofschuld een boek over het verlangen naar eenzaamheid, over je terugtrekken in je eigen hoofd en over de behoefte aan zelfbeschikking. Toine Heijmans is in mijn ogen een van de beste schrijvers van dit moment.
Dit is een heel erg mooi en meeslepend boek over bergen, klimmen, vriendschap en vrijheid verhult in een poëtisch en vaak ook filosofisch jasje. Het heeft een beeldende schrijfstijl wat het fijn maakt om te lezen. Het complete plaatje van het verhaal onthult zich langzaam maar zeker, met wat mindfucks en plot twistten erbij wat het ook nog eens een spannend boek maakt. Het pakte heel erg.
Mijn minpuntje was dat er wel meer over de vriendschap gesproken mocht worden (dat er dieper op ingegaan mocht worden), meer dan de historische feiten die werden verteld (overigens erg interessant maar deze namen vaak veel ruimte in). Verder ben ik erg blij dat ik dit boek heb gelezen na een keer de cover te hebben gezien online want kom op kijk naar de cover die is toch prachtig ja toch.
Zoals een andere recensie al zei. Al die verhalen over klimhelden leiden af van het centrale thema: een vriendschap, onderlinge afhankelijkheid en de fascinatie en versmelting met de berg.En de pest van het toerisme. Maar door de mooie, suggestieve taal, erg prettig om te lezen.
Prachtig boek waarin een fictie verhaal van twee klim vrienden wordt verweven met de klimgeschiedenis. Elk hoofdstuk had als titel een aantal hoogtemeters. Het verhaal was erg pakkend en nam je erg mee in het verhaal en van de dromen van de twee vrienden, hun passie voor het klimmen en de grote klimhelden waarvan ze de verhalen achterna gingen.
Enige napuntje was dat het soms lastig was om te weten in welk deel van het verhaal je precies zat aangezien het heden en het verleden worden afgewisseld en het voor Walter altijd voelt alsof Lenny bij hem is. (En het open einde🤔)Ik vond het boek heel erg inspirerend en erg indrukwekkend hoe Heijmans de geschiedenis van het klimmen door het boek heen heeft verweven. Ook vond ik het interessant hoe Heijman praatte over de uitdagingen van het klimmen, en hoe het klimmen is veranderd sinds dat we ermee waren begonnen. Verder was het boek erg gedetailleerd en hierdoor voelde het net alsof ik zelf de Everest beklom, met mijn busje Chamonix in reed of dagenlang op de peiler oefende met klimmen. Hierna moest ik gelijk interviews opzoeken met de schrijver, video’s kijken over het klimmen van de Everest en verder duiken in de klimgeschiedenis. Zeker een aanrader als je geïnteresseerd bent in klimmen en de bergen.
Nog een mooi citaat: ‘Niets wat ik het gedaan is belangrijk, in absolute zin, maar het hoort volledig bij me, en het geeft me een identiteit… Mijn bergen, met alle beproevingen die ze met brachten, zijn een kostbaar, levend deel van mezelf…De bergen zijn niets meer dan een weerspiegeling van onze geest. Elke berg is groot of klein, genereus of gemeen, in verhouding tot wat we hem aanbieden en wat we van hem vragen.’
At the beginning I was very sceptical. A book on mountaineering that is not based on a true story? But it turned out to be exceptional. Sprinkled with anecdotes and quotes from famous mountaineers, it tells a story that perfectly captures the weird attraction of the mountains, the longing that feels just too familiar.
Het is moeilijk om sympathie op te brengen voor bergbeklimmers zoals diegenen die in dit boek worden gepresenteerd. Ik moest vaak terugdenken aan een zogenaamde inspiratiesessie bij een van mijn eerste werkgevers, die werd gegeven door Ronald Naar, ook zo’n ‘doorzetter’ die de hoogste toppen van de wereld heeft ‘veroverd’. Ik werd er vooral naar van (excuus voor de flauwe woordspeling), net als dat ik ook een beetje naar werd van dit verhaal, dat overigens prachtig is geschreven. Daar valt niks aan af te dingen.
Von dem Moment an, als Walter das erste Mal auf dem Gipfel eines Bergs stand, war ihm klar: das war es, zu dem er bestimmt war. Gemeinsam mit seinem Freund Lenny bestieg er die Gipfel in den Alpen und im Himalaya. Jetzt will er wieder auf einen Gipfel, noch einmal auf 8188 Meter. Nicht als Expeditionsleiter, sondern als Teil einer Gruppe. Es fällt ihm schwer, sich unterzuordnen. Aber für ihn ist es die einzige Möglichkeit, diesen Gipfel noch einmal zu besteigen.
Walter war für mich lange kein angenehmer Erzähler. Wie er erzählt, klingt sehr nüchtern. Stellenweise wirkt er sogar verbittert und so, wie er über die Berge erzählt, frage ich mich manchmal, ob er sie wirklich noch liebt oder ob sie nur noch das Mittel sind, mit denen er sich seinen Lebensunterhalt verdient. Ich habe mich gefragt, was passiert ist, das ihn so hat werden lassen.
Auf dem Weg zum Gipfel erinnert sich Walter an die Geschichte seines Lebens. Wie er Lenny kennengelernt hat, der ihm das Klettern beigebracht hat: immer ein bisschen zu leichtsinnig, zu unbekümmert und unglaublich gut, in allem, was er tat. Vielleicht auch einen Tick zu arrogant, um wirklich sympathisch zu sein, aber Walter und er waren ein eingespieltes Team. Manchmal habe ich mich gefragt, warum sich Walter ihm gegenüber immer zurückgenommen hat, aber vielleicht hat gerade seine Zurückhaltung die Seilschaft zusammengehalten.
Lenny ist nicht bei ihm auf dem letzten Gipfel und ich habe lange nicht gewusst, was mit ihm passiert ist. In seiner Gruppe ist Monk, ein junger Mann, der ähnlich wie Walter seinen eigenen Weg auf den Gipfel gehen will. Mit seiner unbekümmerten Art wirkt er auf den ersten Blick wie Lenny, aber auch ganz anders. Walter will seine Begleitung anfangs nicht, aber der junge Mann schafft es trotzdem, dass sich Walter Gedanken um ihn macht und ihn als Begleitung für den Gipfel akzeptiert, wenn auch widerwillig. Je mehr sich Walter Gedanken um Monk macht, desto mehr lässt er auch die Erinnerungen an Lenny zu und ich erfahre den Grund, warum die beiden sich aus den Augen verloren haben. Und ich erfahre auch noch mehr über Walter und warum ihm dieser Gipfel so wichtig ist.
Walter war für mich kein einfacher Protagonist. Seine Verbitterung hat es mir nicht einfach gemacht, Zugang zu ihm zu finden. Aber je näher er seinem Gipfel gekommen ist, desto besser konnte ich mit ihm fühlen und habe auch verstanden, warum dieser Gipfel so wichtig für ihn ist. Diese Erkenntnis hat mich vieles, was ich gelesen habe, nochmal in einem anderen Licht sehen lassen und das hat die Geschichte für mich zu etwas Besonderem gemacht.
De 50 jarige Walter blikt vanuit de top van de Everest terug op zijn (klim)verleden. Op zijn vriendschap met klimmaat Lenny, de ongeschreven mores in die vriendschap, de toppen/ de mensen die die toppen beklommen en de veranderingen in de klimcultuur. De hoofdstukken hebben hoogtemeters als titel. T boek start en eindigt op de Everest. De bergen krijgen een persoonlijkheid. En ik krijg zin in (berg)wandelen
''Er is geen grens van achtduizend meter, er is geen zone des doods. Er leven geen heksen, draken en god weet wat voor wezens daarboven. Het is wat wij zien. Wat wij willen zien. De bergen zijn een zinsbegoocheling; wat zij zijn en wat zij vertegenwoordigen is een drogbeeld van onszelf. Het is niet ingewikkeld.''
Sorry maar dit was echt ongelofelijk saai. Ik heb me met moeite door dit boek heen moeten slepen, met nog meer moeite dan sommigen de berg op geklommen zijn. Dit lezen voelde als pure tijdverspilling.
Als indoorklimmer/boulderaar is het heel vet om de ervaringen van een échte bergbeklimmer te lezen al dan niet in fictie. Hetgene wat dit boek zo goed maakt is de combinatie van historie in de klimsport en een kijkje in het hoofd van de klimmer.
Fascinerend boek. Roman en toch weer niet. En toch weer wel. Over een wereld die ik totaal niet ken: de wereld van bergbeklimmers. Goed geschreven. Informatief. Vernuftig ingedeeld. Met heel veel plezier gelezen!
Ondanks de mooie beschrijvingen en beeldspraak kostte het me moeite om in dit boek te komen. Het verhaal staat te ver van mijn belevingswereld af en het massatoerisme onder de bergbeklimmers staat me tegen.
Een erg spannend verhaal over bergbeklimmen. Het boek schuwt niet voor heftige scenes. Vooral de waargebeurde verhalen over bekende klimmers waren soms morbide. Maar deze verhalen maakten het boek. Het boek voelt beklemmend, maar zet je aan het denken.