Wim Jurg werd geboren in Zwolle in 1953. Hij deed eindexamen gymnasium β in 1971 aan het Corderius College in Amersfoort en doctoraal examen geschiedenis in 1979 aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij werkte in Groningen als zakelijk leider van theater- en muziektheaterproducties. Daarna was hij beleidsmedewerker van de Nederlandse Toonkunstenaarsbond in Amsterdam (vakbond voor musici), en zakelijk directeur van filmtheater Filmhuis Arnhem, tegenwoordig filmtheater Focus. Van 2002 tot 2011 was hij in Amsterdam mede-directeur en later algemeen directeur van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers, tegenwoordig de Auteursbond. Van november 2013 tot maart 2014 keerde hij nog even terug als directeur-ad-interim. Hij was bestuurslid van de Schrijversvakschool en PEN Nederland. Nu is hij bestuurslid van de Auteursbond en PEN Emergency Fund. Daarnaast trad hij op als muzikant (onder meer in het Gebirtig Trio) en hij schreef.
Hoe werd het christendom de staatsgodsdienst? Die vraag in de ondertitel blijft maar deels beantwoord na het lezen van dit boek. Het is geschreven als een kroniek, een overzicht van voornamelijk keizerlijke daden. Daarbij ontbreekt het soms ietwat aan een moderne beschouwing van die daden, waarom deden ze zus of zo?
Het boek begint sterk, voornamelijk het hoofdstuk over Constantijn is een absolute aanrader voor iedereen die een overzicht wilt lezen van Constantijn's politiek ten aanzien van het Christendom. Er wordt ook ingegaan op materiële bronnen en kunstwerken, om zo te achterhalen wat Constantijn nou echt vond van het Christendom gedurende zijn leven en hoe hij dat omzette in beleid.
Maar de kracht die het boek in de eerste hoofdstukken kent, dooft in het midden van het boek uit. De beschouwingen, het gebruik van materiële bronnen, het ontbreekt groot en deels in het middenstuk. In plaats daarvan bestaat het uit een ogenschijnlijk eindeloze kroniek van voornamelijk militaire gebeurtenissen. Soms vraag je jezelf tijdens het lezen zelfs af, 'en het christendom dan?'.
Het boek herpakt zich op het einde. Het hoofdstuk over Theodosius en in het bijzonder over Ambrosius van Milaan is wederom erg sterk. De conflicten tussen deze keizer en deze radicale bisschop vormen misschien wel het beste stuk in het boek, en een van de meest vermakelijke en doch inhoudelijke passages die ik in een geschiedenisboek ben tegengekomen. Ook de bespreking van de bronnen aan het einde is erg aangenaam.
Het boek richt zich wel erg op de keizers. Het ontbreekt soms aan bredere, maatschappelijke analyses. Wat vond het gewone volk? Ik snap dat dat moeilijk is te achterhalen wat betreft bronnen, maar ook over vroege christenen, waar we genoeg bronnen over hebben wordt ook niet veel gerept, met uitzondering van Ambrosius, wellicht precies omdat zijn verhaal zo vervlochten is met dat van de keizer.
Toch verdient het boek ook genoeg pluimen. De schrijfstijl is leuk, met een directe, aansprekende manier van vertellen. 3 sterren!