Monika Rinck is de nieuwe koningin van de moderne Duitse poëzie. Het hoogtepunt in haar oeuvre vormen de Honingprotocollen (2012), een bundel waarin zij al het buitensporige in de taal, alle dubbele betekenissen naarstig adopteert en voortdurend op zoek gaat naar tegenstellingen. Rincks werk is buitengewoon gelaagd: ze gaat uit van misverstanden en laat betekenissen tegen elkaar inzoemen. Haar regels houden elkaar als het ware voor de gek, maar blijven bijeen als de raten waarin honing wordt verzameld. Rincks schrijven vaart op intellect en tegelijk op haar enorme beeldende vermogen. Zij trekt scenes op uit een zinnelijk vocabulaire dat alle kanten op kan bewegen en tegelijk neerdaalt in een hechte en compacte vorm. Binnen haar poëzie vormen romantiek, animisme, de liefde en populaire cultuur het onderwerp. Achter deze thema’s gaan filosofische en linguïstische vraagstukken schuil. De protocollen klinken alsof een stem bevelen uitdeelt. De dichtregels zelf zijn de bijenzwermen. Er zwermt iets van de tijdgeest door deze rijke en aantrekkelijke bundel.
Maar kun je een boek uitlezen als je hem blijft herlezen? Mag ik er gewoon geen eind aan laten komen, alsjeblieft?
*
In haar inleiding wijdt vertaalster Miek Zwamborn vooral aandacht aan de werkwijze van de auteur en gebruikt daarbij voortdurend de bijenwereld als metafoor: 'Rinck is overduidelijk het opperhoofd. [...] Ze vertrekt vanuit misverstanden en laat betekenissen tegen elkaar inzoemen. [...] Tegenstrijdigheden lijken de regels als wespen aan te vallen, maar de woorden verweren zich kranig en duwen de vijanden weg uit het vers.' Maar voor de lezer, voor mij, is het lezen geen taalspel. Haar verzen resoneren voortdurend met mijn menszijn, met de wereld. Deze poëzie is zo zo zo uitdagend. Ik voel me een imker en elk gedicht is een korf waar ik honing uit mag oogsten.
*
'in de vriendschap kan, anders dan in de liefde, / onverschilligheid het nooit tot bewijs van vertrouwen schoppen.' (38)
Beweeg je / niet van je plaats. Vertoon voortdurende tekens van verwaarlozing. / Laat je bewegingloos gaan, verzand. Laat parasieten toe.' (21)
'Uiteindelijk zijn wij zoogdieren / die nooit zomaar begeren of schichtig worden, maar die verafschuwing / en begeerte te allen tijde willen moeten. Vandaar altijd zo labiel. Vandaar / de cognitieve wanklanken en de nooit volledig genezen onkunde. De liefde, / hoe is die? Labiel. Het weer is labiel. Net als wij, in evenwicht labiel.'
*
Ook hulde aan Zwamborn die erin geslaagd is om het Nederlands helder te houden. Het Duitse origineel staat ook in de bundel, maar ik heb die amper bekeken en dan nog eerder uit nieuwsgierigheid dan op zoek naar houvast.
Words are piled up in the most aesthetic and curious manner that let both fantasy and intellect wander. --- Vor über drei Jahren las ich Rincks Gedichtband zum ersten Mal und obwohl das Wiederlesen nicht mehr ganz die überraschte und nostalgieundzukunftverliebte Reise nachziehen kann, bleibt doch immer noch ein ganzer Haufen Worte und Wörter, an denen sich Intellekt und Fantasie sattfressen können. Nicht alles hier sucht nach einem großen Sinn, aber eine surreale stream-of-consciousness-Verspieltheit geleitet einen durch den Band. Und dieser Einfallsreichtum ist, der einen beim Lesen am besten anreichert.
Horen jullie dat, zo honen honingprotocollen, zij wil nu heel liefdevol/ met alle mensen zijn, zij wil ook liefdevol met de grammatica zijn./ Ze wil alles leren, ze wil oefenen, ze wil iemand zijn die alles doet/ en nooit voor iets anders dan genade. Ze wil lief voor/ alle mensen zijn. Ze wil grote ogen opzetten en wil altijd zeggen:/ dat is toch heel mooi! Ze wil grote ogen opzetten en zeggen:/ maar precies dat is toch mooi naar het mooiste toe gericht / en graag, jazeker – maar ja, vanzelfsprekend – en zeggen:/ maar dat heeft toch ook met ontlasten te maken, wil zeggen: ja, maar,/ dat is de structuur en zeggen: ja, maar u beseft uw moeite niet/ die u toch al en ga zo maar door, dan wil ze ogen zien/ die oplichten en dan wil ze vreugde zien en zich daarin / fotoabsenteren, dan wil ze dat net deze onderwerping haar / een equivalent van de door haar ondervonden liefde terugspeelt en niet/ de aanvaarding, niet de afstand, in ruimte noch tijd./ Review : Monika Rinck (Zweibrücken, 1969 in) studeerde religiewetenschappen, geschiedenis en Duitse literatuur in Bochum, Berlijn en Yale en is werkzaam als essayiste en als vertaalster. Zij publiceerde o.a.: Verzückte Distanzen (2004); Ah, das Love-Ding (2006); zum fernbleiben der umarmung (2007); Helle Verwirrung / Rincks Ding- & Tierleben (2009) en Honigprotokolle (2012). Miek Zwamborn vertaalde eerder de Sez-Ner trilogie van de Zwitser Arno Camenisch. Zij publiceerde de romans De duimsprong (2013), Vallend Hout (2004), Oploper (2000) en de dichtbundel Het krieken van sepia (2008). Zij vertaalde Honingprotocollen met steun van het Goethe-Institut dat werd uitgegeven door Perdu, het Poëziecentrum Gent en het tijdschrift Terras, een nieuwe samenwerking voor vertaalde poëzie. Monika Rinck is dé gote naam van de moderne Duitse poëzie. Het hoogtepunt in haar oeuvre vormen de "Honingprotokolle" (2012), een bundel waarin zij al het buitensporige in de taal, alle dubbele betekenissen naarstig adopteert en voortdurend op zoek gaat naar tegenstellingen. Rincks werk is buitengewoon gelaagd: ze gaat uit van misverstanden en laat betekenissen tegen elkaar inzoemen. Volgens vertaalster Miek Zwamborn zijn de gedichten van de Duitse Monika Rinck (1969) juist door hun 'ongrijpbaarheid, deze rondtollende bijenzwerm' die de bundel is, 'onweerstaanbaar'. Wie ze in hun blokvormige massiviteit in deze tweetalige bundel leest, raakt geïmponeerd door de associatieve gecompliceerdheid en de dubbele bodems van dit werk. Er valt in kort bestek geen goede indruk van te geven. Nog alleen maar de eerste drie versregels: 'Horen jullie dat, zo honen honingprotocollen: je kunt hier ronduit / niet in alle ruwheid naar binnen gaan. Vreemd, ik kan jullie helemaal niet horen, / omdat ik zo schreeuw, waarschijnlijk. Ik draag mijn toorn als een hertengewei.' Rincks werk staat hoog aangeschreven bij de Duitse critici; zij ontving de prestigieuze Peter-Huchel-Preis. 'Honigprotokolle' (2012) is nu dus naast het Duits ook in het Nederlands te lezen: een grootse prestatie van de vertaalster. Ook al mag de titel van deze poëzie zoete gedichten beloven, toch ligt de realiteit een stuk anders. De lezer mag zich door statige en filosofische kortverhalen van poëzie worstelen. Het is wel goed dat de originele Duitse tekst ook telkens wordt weergegeven, ook al is de Nederlandse vertaling toch ook zeer mooi.
"Hört ihr das, so höhnen Honigprotokolle, in Bernstein und Amber: Fürstlich (oder fürchterlich?) paart sich im Dickicht das Wiesel mit der Zylinderkopfdichtung. Schläuche, Keilriemen, zuckige Teile." Das ist zwischendurch oft witzig, ganz offenbar sprachverliebt, aber letztlich zu oft rätselhaft. Nicht ausgeschlossen, dass ich das noch einmal lese.