Maglione nero, fuseaux neri, giubbotto nero e nello zaino tutti i suoi possedimenti terreni, Xenia, diciottenne vagabonda, si fa chiamare X, il nome dell’incognita, della variabile indipendente: conosce le tecniche del sopravvivere per strada, sa lavarsi nelle ritirate delle stazioni, sa come evitare uno stupro quando viaggia di notte. Ha deciso che solo chi sa vivere con poco, chi si sottrae alle comodità e ai falsi lussi del consumismo, può essere abbastanza libero per cercare un senso alla propria vita. Partita per scoprire se esiste un comun denominatore alla condizione umana che renda l’esistenza accettabile, dopo un anno e mezzo di peregrinazioni in Europa, è di ritorno ad Amsterdam. Vuole ritrovare Daan e Alma, gli amici che avevano con lei abbandonato studi e famiglia, ma che poi si sono persi per strada. Mentre ne segue le tracce nel mondo della droga e della prostituzione, il caso la porta a trovar alloggio presso un vecchio filosofo misantropo, che da anni vive autorecluso nella sua biblioteca. L’incontro fra Xenia, “la straniera”, “l’ospite”, e Cluysman, “l’Eremita”, diventa volutamente, come rivelano i nomi da apologo, l’emblematico confronto fra due generazioni che, l’una delusa e rimasta spiritualmente senza figli, l’altra tradita e rimasta senza padri, hanno chiuso i loro conti con quella di mezzo, la generazione del sessantotto, rifiutando la società che ha generato e in cui non si riconoscono. Cluysman si è rifugiato nella profondità “illimitata dello spazio interiore”, Xenia nella fuga sulla superficie di quella “striscia di fumetti che si srotola all’infinito” che è per lei la vita. Se qualcosa cambia per entrambi nella breve settimana che passano insieme, non è sufficiente a trattenere Xenia, che riparte alla ricerca dell’amica e di se stessa, perenne sradicata, ovunque “di passaggio”.
Hella S. Haasse (1918 - 2011) was born in Batavia, modern-day Jakarta. She moved to the Netherlands after secondary school. In 1945 she debuted with a collection of poems, entitled Stroomversnelling (Momentum). She made her name three years later with the novella given out to mark the Dutch Book Week, Oeroeg (The Black Lake, 1948). As with much of her work, this tale of the friendship between a Dutch and an Indonesian boy has gained the status of a classic in the Netherlands. Titles such as Het woud der verwachting (In a Dark Wood Wandering, 1949), Een nieuwer testament (Threshold of Fire, 1966) and Mevrouw Bentinck of Onverenigbaarheid van karakter (Mrs Bentinck or Irreconcilable in Character, 1978) have been greatly enjoyed by several generations.
Knap hoe in zo’n korte novelle zo’n compleet verhaal verteld kan worden. Hoewel het ophoudt terwijl je benieuwd bent naar het vervolg. Vriendschap tussen twee mensen uit verschillende generaties die beiden andere keuzen hebben gemaakt. Prachtig.
Meegenomen op reis met het idee om het in het vliegtuig te lezen en daarna te dumpen, is het boekje (boekenweekgeschenk 1994) toch weer mee terug gevlogen. Hella Haasse heeft zich verplaatst in de leefwereld van een jonge, stoere vrouw, die in aanraking komt met de harde wereld van daklozen en verslaafden, en doet dat overtuigend.
Het verhaal zit goed in elkaar. Het bracht me weer helemaal terug in die halfvergeten sfeer van de vroege jaren '90. De kille, beklemmende sfeer waarin ik zelf ook voor het eerst op eigen benen stond in het Rotterdam van Perron Nul, met veel verslaafden en geweld, alle rolluiken dicht, beklad met graffiti, kale vlaktes, lege straten, gabbers met kale koppen, een nihilistische woestenij.
In een flits zag ze zichzelf weer als een figuurtje in een stripverhaal of tekenfilm: een klein zwart wezen, een mier, een dun dapper insekt, op weg naar confrontatie met een vormeloos glibberig monster dat zijn tentakels uitstrekt over de wereldbol.
De waarde van In Transit ligt voor mij aan de herinnering aan die tijd, perfect gevangen door Hella Haasse, hoe bar het was, en het gelukkige besef dat sindsdien alles beter is geworden.
Hella S. Haasse is een van de meest bekende auteurs van Nederland en heeft een groot aantal prijzen gewonnen. Haar eerste roman Kleren maken de vrouw verscheen in 1947 en een jaar later schreef ze met Oeroeg haar eerste Boekenweekgeschenk, wat tevens een van haar bekendste boeken is. Een ander geschenkboek van haar hand is Transit, dat op de eerste dag van de Boekenweek 1994 werd uitgebracht. In 2023 werd ze op Hebban in een niet officiële verkiezing verkozen als een van de schrijfsters die tot de vrouwelijke Grote Drie zouden moeten behoren.
Nadat ze een paar jaar door Europa heeft gezworven, keert de achttienjarige Iks Westervliet terug naar Amsterdam, waar ze altijd gewoond heeft. Zodra ze het Centraal Station verlaten heeft, ziet ze een van haar vroegere vrienden, Daan, in erbarmelijke staat op straat staan en haar hoop om onderdak te krijgen bij haar vriendin Alma wordt snel de grond ingeboord, omdat niemand weet waar ze is. Iks is nu bang om zelf op straat terecht te komen, maar de vondst van een sleutelbos en haar ontmoeting met de op hoge leeftijd zijnde intellectueel Arnold Cruysman verandert alles.
Dit korte verhaal wordt zo goed als volledig verteld vanuit het perspectief van Iks (Xenia) Westervliet, maar er is tevens een belangrijke rol weggelegd voor voormalig professor Arnold Cruysman. De relatie tussen beide personages loopt aanvankelijk nog wat stroef, maar aan de andere kant is de barricade die tussen hen bestaat snel opgeruimd. Natuurlijk is het niet zo heel erg vreemd dat ze enigszins sceptisch tegenover elkaar staan, want vóór hun plotselinge en onverwachte ontmoeting kenden ze elkaar niet. Ze raken echter al gauw aan elkaar gewend, hun verstandhouding gaat er zienderogen op vooruit en ze steken vervolgens ook nog wat van elkaar op waardoor ze anders tegen bepaalde opvattingen gaan aankijken.
Hoewel er geen jaartal wordt genoemd, is het duidelijk dat Transit zich aan het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw afspeelt. Dit uit zich onder andere door de beschrijving van kleding, maar ook door enkele geschetste omstandigheden. Denk hierbij onder andere aan rondzwervende verslaafden of de rolluiken die winkels tegen inbraken en vandalisme moesten beschermen. Toch is dit geen gedateerd verhaal, want veel van dergelijke situaties komen nog steeds voor, het boekje toont hiermee aan dat wat destijds gebeurde nog steeds actueel is. Met enkele ooit door Cruysman gemaakte aantekeningen laat de auteur zelfs zien dat haar personage, op het moment dat hij zijn notities maakte, over toekomstvisie beschikte. Hierin heeft hij het over geweld en oorlog en iedereen die de huidige media volgt, kan zien en lezen dat de wereld daar op dit moment onder gebukt gaat.
De schrijfstijl van Haasse is overwegend toegankelijk en zonder meer beeldend. Vanaf het begin wordt de lezer nieuwsgierig gemaakt naar het pad dat Iks gaat volgen, of het haar lukt om Daan weer mens te laten worden en of ze Alma nog weet te vinden. Uiteindelijk slaagt ze ten dele in haar missie en ondanks dat je aan het eind weet wat er met iedereen gebeurd is of wat ze momenteel doen, blijven er nog wel een paar vragen openstaan. Van sommige personages wil je namelijk wel meer te weten komen, het verhaal lijkt hierdoor enigszins onaf. Waarschijnlijk is dit ook de precies de bedoeling van de auteur, want in transit suggereert – zoals aan het eind van het boek door een automobilist wordt opgemerkt – dat je op doorreis bent. En dat is exact wat Iks in feite doet en daardoor heeft ze er geen behoefte aan om achterom te kijken of om meer over anderen te weten te komen.
Voor een boekje van deze omvang – het is immers niet eenvoudig om in een beperkt aantal woorden een volledig en goed verhaal te vertellen – heeft Haasse prima werk geleverd. Transit is van begin tot eind interessant en boeiend en geeft ook nog eens een boodschap af.
Hella Haasse schreef in 1994 het boekenweekgeschenk. Zij was toen achter in de zeventig en draagt het boek op aan haar kleindochter. De hoofdpersonen in het boek zijn dan ook een jonge vrouw van rond de twintig en een oude man, ex hoogleraar die als een kluizenaar te midden van zijn boeken leeft. Het meisje heet Xenia, afgekort tot Iks, oftewel X, dat staat voor de grote onbekende. Het verhaal begint er mee dat ze na een zwerftocht door diverse Europese landen berooid in Amsterdam aankomt. Een vroegere vriend en vriendin is ze uit het oog verloren, maar ze gaat toch naar ze op zoek. Vernuftig weet Haasse te vertellen dat zij in contact komt met een oude kluizenaar en dat zij voor een paar dagen bij hem intrekt. Zij heeft een dak boven haar hoofd, hij heeft enige hulp. Ze ziet het ontluisterende einde van haar vroegere vriend, in het decor van het verloederende Amsterdam van begin jaren negentig. Het thema is de verhouding tussen generaties en het begrip en onbegrip. De tussengeneratie, die van de ouders van Iks en haar leeftijdgenoten, die van de babyboomers speelt op de achtergrond ook een belangrijke rol. Als hun kinderen de weg kwijt raken, gedragen zij zich onverschillig of machteloos. De titel ‘In transit’ duidt op het reizen, het in beweging zijn. Het altijd in het zwart geklede meisje keert zich naar het leven toe. Xenia betekent vreemd maar ook gastvriend. Haasse beheerste het schrijven van deze goed toegankelijke novelle zeer goed. Ze was een echte vakvrouw.
? Ik had zin in een kort boekje en uit mijn stapeltje kleine boekjes koos ik deze. 🤔De schrijfstijl en verhaallijn spraken mij meer aan dan vooraf verwacht. Ik heb me vermaakt met dit boekenweekgeschenk dus. =>Misschien het boek herlezen uit mijn schooltijd: Huurders en onderhuurders by Hella S. Haasse https://www.goodreads.com/book/show/1... MW13/7/25
motieven: - emotionele vriendschap vs. functionele bindingen - het nu vs. het verleden - onrustige, chaotische jonge vrouw vs. immobiele, stijve oude man - buikgevoel vs. cognitie - lage school vs. hoge schoolopleiding - burger - perspectieven in het heden, baserend op het verleden - nieuwe ervaringen vs. oude text - hoe maakt zich tijd bemerkbaar (boek speelt zich af, binnen 1 week; protagonisten zijn decenias uit elkaar) - werken, leven en overleven - sex vs. erotiek
het boek is niet lang, maar toch heeft het genoeg ruimte om twee werelden tegen elkaar en met elkaar te laten boksen. De tekst is niet subtiel, de themas zijn duidelijk te zien en zeker niet verstopt - desondanks blijft het spannend en geeft een activerend gevoel - je wilt toch verder blijven lezen en over van alles over het boek bespreken. Het was een fantastische leeservaring en ik wil graag meer van de auteur in toekomst lezen.
I read this book a long time ago. Frankly speaking, I do not really remember what it is about. It hasn't impressed me very much. So when another copy of this book came along in a book box from Moem, I made it available for BookCrossing as well as BookMooch. And, guess what? It'll go on a journey to England... Who would have thought that!
Dat Hella S. Haasse kon schrijven wist ik al. Maar Transit, het Boekenweekgeschenk van 1994? Wauw... Ik geef er dan ook een zeer ruime 4 sterren aan (afgerond komt het uit op 5 sterren).
De novelle geeft een week (acht dagen, om precies te zijn) weer uit het leven van de 18-jarige Iks (Xenia) Westervliet.
Wat gewoontjes voor een boek van Haasse. Xenia (de vreemdelinge) ontmoet Cluysmans (de kluizenaar) en de ontmoeting leidt voor beiden tot een dieper inzicht in de werkelijkheid, maar de persoonlijke transformatie die daar bij andere personages van Haasse op volgt, blijft uit.
Wat zijn beide Iks en de Kluizenaar eigenwijs en kortzichtig. In het geval van Iks roept dat herinneringen aan mezelf op toen ik zo jong was, bij de Kluizenaar hoop ik niet zo te worden later ookal is het afsluiten voor de soms barre realiteit verleidelijk. Flarden van hun verleden en de onwaarschijnlijke verstandhouding die ontstaat tussen beide worden mooi omschreven, helemaal voor zo'n kort boekje. (Boekenweek geschenk 1994)
De titel slaat niet op een korte omslagperiode, maar op de anderhalf jaar waarin we Iks (X) leren kennen. Ze gaat van niks naar niks. Vlak voor haar examen is ze gaan zwerven, dat is niet geworden wat ze verwacht had en ze komt terug naar haar vrienden. Maar op hen kan ze niet rekenen; de een is doodziek, de ander verdwenen en dat belooft niet veel goeds. Zij gaat die laatste achterna, om haar te redden, en blijft dus in transit, met een open einde. Intussen heeft ze onderdak gevonden bij een kluizenaar, een oude man die zich net als zij van de maatschappij afgekeerd heeft. Ze komen iets nader tot elkaar, maar na een week vertrekt Xenia, zoals ze blijkt te heten, weer, om haarverdwenen vriendin te zoeken. Dat geeft het verhaal toch een positieve draai; zij bekommert zich om haar vriendin terwijl de man vraagt haar te blijven! Het verhaal is wat schematisch, je kunt je niet echt in de personages inleven. Dat heeft ook te maken met de afstandelijke stijl. De spreektaal is formeel en weinig overtuigend voor een jonge zwerfster. De schrijster lijkt met haar verhaal te willen aangeven dat mensen, al keren ze zich aanvankelijk van de burgermaatschappij af, uiteindelijk inzien dat ze haar, andere mensen, vrienden, nodig hebben.
When I started reading this, many years ago, I thought it would resonate with me. I loved the setup, and the writing, but something felt off. The nineties-vibe works though and took me back! The conclusion is not really decisive, there's no satisfying ending. I think that's what threw me off back then. I sometimes pick this up, like today, go trough some pages, and try to remember what made me pick it up in the first place. Today, it goes to the Little Free Library in my street. Maybe someone else will love it more!
Het boekenweekgeschenk 1994. Heel vaak vind ik de boekenweekgeschenken weinig interessant maar dit geldt zeker niet voor deze van Hella Haasse. In nog geen honderd bladzijden vertelt ze én een goed verhaal én zet ze mij aan het denken over maatschappelijke vragen, de vraag ook in hoeverre je je kunt afkeren van de maatschappij, innerlijk en uiterlijk, en de verhouding tussen generaties.
Het duurde heel lang voordat ik het boek echt leuk begon te vinden. In het begin vond ik het boek echt niks. Achteraf ben ik toch blij het gelezen te hebben. Het einde is mooi maar toch is het verhaal niet helemaal afgesloten.
Leuk boekenweek geschenk dat ik in één ruk uitlas. Het einde sluit één en ander af, maar je wilt ook meer weten. Het verhaal zou prima werken als telefilm.
Xenia, of ‘Iks’, zoals ze zichzelf noemt, weekt zich los van haar leven dat haar tot nu toe weinig perspectief bood. Ze haalt twee leeftijdgenoten over om ook van school te gaan en gedrieën een vrij leven te leiden. Iks blijft haar ideeën trouw en vertrekt uit Amsterdam om in diverse landen in Europa haar geluk te beproeven. Als ze terugkeert in Amsterdam blijkt dat haar vroegere metgezellen, Alma en Daan, zich niet hebben kunnen handhaven. Door een toevallige samenloop van omstandigheden trekt Iks voor korte in bij een oude man, Cluysman en wordt, een beetje tegen wil en dank, diens mantelzorger voor een week. Ondanks hun verschillen zijn ze meer verwant dan ze aanvankelijk denken. Allebei hebben ze, ieder op eigen manier, de wereld de rug toegekeerd. Het is een korte ontmoeting tussen twee mensen die elkaar vreemd zijn en toch iets met elkaar hebben, een vaak terugkerend thema in de boeken en behalen van Hella Haasse. Deze novelle schreef ze in 1994 en met een haarscherpe analyse van de tijdgeest laat ze Cluysman schrijven: “Overal, in de wetenschap, de kunst, het maatschappelijk leven, zien we hetzelfde gebeuren: een duizelingwekkende ontwikkeling van de communicatiemiddelen, gekoppeld aan een overwegend technische, abstracte benadering; en terzelfder tijd de versplintering van wat altijd als de voedingsbodem van cultuur heeft gegolden, de individuele menselijke persoonlijkheid. Het vermogen tot waarnemen is verscherpt en verfijnd, maar gevoelloosheid in moreel opzicht lijkt evenredig te groeien”. Het lijkt of ze een glimp van 2020 en de tussenliggende jaren heeft kunnen zien. De novelle heet ‘Transit’ en dat slaat terug op de korte periode tussen twee plaatsen die ‘Iks’ bezocht, maar wellicht onbedoeld beschrijft Haasse de periode rond 1994 ook als een overgang naar een ander tijdsgewricht, een reis van niets naar nergens.
Boekenweekgeschenk 1994, deze novelle. Ze stond bij mij in de kast maar ik geloof niet dat ik het ooit gelezen heb of er zelfs maar in ben begonnen. Wat zal ik zeggen? Moeizaam, deze Haasse, die vertelt over Iks, afkorting van Xenia, die zwerft. Het boekje vertelt over een week, zondag tot en met zondag, waarin ze weinig beleeft maar wel uiteindelijk op weg is naar Antwerpen, waar Alma, ze een schoolvriendin van vroeger, denkt te vinden, nadat ze in die week ook al Daan ontmoet, een schoolmakker van hen beiden, die zwerft maar daaraan dood gaat. Wat Iks op weg naar Antwerpen drijft, waar Alma op aangeven van een onderwereldfiguur naar op zoek gaat. Er speelt van alles op de achtergrond waar je meer naar moet raden dat je informatie krijgt. Er staan voortdurend cursieve stukken in, de monologue interieur van de kluizenaarachtige filosoof waar ze onderdak en werk vindt. Ik ben maar matig geboeid geraakt. Het einde is nogal open (een lift naar Antwerpen), waar voor het eerst in het boek de titel naar boven komt, maar zonder uitleg.
Prachtig on so many levels! Vriendschap in generatieverschil. Hoofdpersoon absoluut non-binair. In verzet en op zoek naar een levensdoel. Dat bijna vinden, maar zich daar ook weer tegen verzetten zodat het de hele tijd half werkt. In beweging. Op doorreis. In transit.
Intrigerend verhaal, maar some verloor ik mijn interesse bij de uitweidingen op de aan elkaar geplakte papiertjes. Ook waren er heel veel losse eindjes. Maar wel met plezier gelezen verder.