Mogelijke memoires is een woeste trip, een vorte puinhoop, een opeenstapeling van zo veel woorden dat je er poepeloerekrankzinnig van zou worden, en het zijn dan nog vaak dezelfde woorden ook. Wat is er aan de hand met die Herman Brusselmans? Ze zouden hem beter in een dwangbuis proppen, zodat het gedaan zou zijn met boeken schrijven als Mogelijke memoires, vol onvatbare interactie tussen verleden, heden en toekomst; tussen blindheid en arendsblik; tussen kat en hond; tussen Tom en Bom; tussen verzonnen en niet verzonnen; tussen anonimiteit en eenzame roem; tussen Lio en de Kersverse Dames die er niet in slagen haar te vervangen; tussen de eerste dertien hoofdstukken en het veertiende. En dan de technologie van deze roman! John Irving, Arnon Grunberg en Nicci French kunnen er een puntje aan zuigen. Op deze manier moeten we totaal onverwacht misschien alsnog besluiten dat de eenvoudige jongeman uit Hamme, de ouwelijke Brusselmans, met Mogelijke memoires een van z'n meesterwerken heeft geschreven. Komt in orde. Herman Brusselmans (1957) publiceerde meer dan zestig romans. Hij wordt zowel verguisd als verafgood. Hij is een zeer belangrijk schrijver.
Je houdt van Brusselmans of je hebt een gloeiende hekel aan zijn stijl. Ik behoor tot de eerste categorie. Het lijkt erop dat hij alles wat in zijn hoofd opkomt meteen maar op papier kwakt. De eerste 13 hoofdstukken vormen zijn mogelijke memoires. Die slaan nergens op, maar zijn erg grappig. In hoofdstuk 14 kom je de echte Brusselmans tegen, een eenzame, angstige, kettingrokende nachtbraker. Mooi.
Eigenlijk moet je dit boek beschouwen als twee aparte boeken. De eerste 12 hoofdstukken spelen zich af in een (mogelijk) verleden en behoren tot het grappigste wat ik van Brusselmans al gelezen heb. Hoofdstuk 13 brengt ons naar een (verzonnen) heden dat een soort overgang is naar hoofdstuk 14. Vanaf dit laatste hoofdstuk (de tweede helft van het boek) neemt Brusselmans de lezer mee in zijn eigen vagevuur in het heden. En dat laatste mag je redelijk letterlijk nemen. Gedaan met de humor, er gebeurt nog weinig, en er is voorlopig geen licht aan het einde van de tunnel. En zo is het waarschijnlijk ook momenteel ten huize Brusselmans... Je kan dat laatste hoofdstuk dus zien als een perfecte afspiegeling van hoe Brusselmans zich voelt, en hem bewonderen omdat hij er in slaagt om dat gevoel over te dragen aan de lezer. Of je kan het zien als bijna 200 blz die de schrijver misschien moest schrijven, maar die de lezer daarom niet had moeten lezen? Dat Brusselmans dit zelf ook beseft, blijkt ondermeer uit de allerlaatste regel.
Waar er in de eerste 13 hoofdstukken op grappige wijze wordt gelogen over een bijzondere jeugd gaan we in de tweede helft, hoofdstuk 14, in staat van semi-delirium mee in het brein van Brusselmans om deze roman te voltooien op de klaarliggende deadline.
Één van die typische brusselmansen waar hij toch wel heel ver gaat in het verzinnen van de meest onwaarschijnlijke dingen..het absolute einde kon me wel bekoren. Ik dacht altijd dat poppy en eddie het eigenlijke vervolg was op 'watervrees' maar eigenlijk zit deze er nog tussen. Ik was hem ooit al eens beginnen lezen maar toen niet doorgeraakt. Nu toch weer opgepikt omdat er nogal wat verwijzingen stonden in de biografie. Voor de echte fans zou ik zeggen.
Het is een vreemd boek omdat het zowat een anti-roman is. De eerste 13 hoofdstukken vormen een opeenvolging van mogelijke memoires. Mogelijk in de zin van 'het kon zo geweest zijn' of 'het kan zo geweest zijn', dat is nogal vaag. Het zit tussen fictie en autobiografie in. Ik moet toch wel even kwijt dat ik ongeveer om de 5 pagina's zelfs luidop ben beginnen lachen. De humor gaat van verfijnde grappen naar echt platte zwarte humor. Ik ga akkoord met velen hier dat het 14de hoofdstuk iets minder is. MAAR net daarin steekt ook een hoge dosis ironie. De lezer moet zelf relativeren, net zoals Brusselmans dat doet. Het moest zijn belangrijkste hoofdstuk worden, maar eigenlijk is het een betoog van een man die niet veel meer te vertellen heeft. Het heeft iets existentialistisch.
Mensen die op zoek gaan naar een perfect afgelijnd verhaal, die zijn verkeerd bezig. Er zit een globale structuur in, maar die is zeer beperkt. (en zo hoort het).
Het was een aangename kennismaking met Brusselmans!
13de en 14de hoofdstuk is Brusselmans op zijn best. 5 sterren, Komt in orde.
Vreemd om te zien dat mensen hoofdstuk 13 en 14 niet konden smaken, onovertroffen absurde Kafkaesque anti-humor. Brusselmans een echte meester op dat vlak.
Mijn eerste kennismaking met Brusselmans en in het begin viel het nog wel mee: weliswaar nogal wijdlopig en af en toe behoorlijk flauw, maar toch een soort verhaal met een lijn, al is die vaak onnavolgbaar. Met hoofdstuk 14 verandert dat en wordt het alleen maar wijdlopig, een associatieve waterval van eindeloos en doelloos voortmeanderende alinea's van soms wel drie pagina's, afgewisseld met dialoogjes die eigenlijk niks toevoegen. Op pagina 227, toen moest ik er nog zo'n 130, heb ik er de brui aan gegeven. Het is me een raadsel dat een uitgever al 60 romans van Brusselmans heeft gemaakt, en dat dit werk vijf drukken heeft beleefd.
Een vorte puinhoop inderdaad. De eerste twaalf hoofdstukken lijken mij klassiek Brusselmans: ouwehoeren, zaniken en hilarische gebeurtenissen die elkaar mooi afwisselen. Hoofdstuk 13 heeft dan weer niks met vanalles te maken. In hoofdstuk 14 gaat het over de schrijver zelf die in een moeilijke, eenzame periode verkeert. Zijn geliefde heeft hem verlaten, z'n favoriete huisdier Eddy komt maar af en toe op bezoek, de kat wordt teruggebracht naar de poezenboot en het is al twee jaar geleden dat de schrijver nog eens van bil is gegaan. Het hoofdstuk leest vlot, maar duurt toch zo'n honderd pagina's te lang om te blijven boeien.
Zeer goed aangrijpend verhaal heb dit meeslepend boek reeds 2x gelezen. Blíjft een echte aanrader voor iedereen. Grappig én heel leuke personages. Leest heel vlot op eigen houtje.
Dit was mijn eerste Brusselmans, dus misschien ben ik niet helemaal mee. De eerste dertien hoofdstukken kon ik nog wel smaken. Ik had door dat ik onzin aan het lezen was, maar het las lekker vlot en was best nog wel grappig.
Hoofdstuk 14 (dat op zichzelf de helft van het boek beslaat) ging me echter toch wat te ver. De onzin overtrof de vlotte schrijfstijl en de humor. Toen de auteur ook nog begon te hinten dat de lezer van deze willekeurige woordvolgorde zijn tijd aan het verdoen was, besloot ik hem gelijk te geven en het boek alsnog uit te lezen na eerst ongeveer 150 pagina's over te slaan.
Blij dat ik dat gedaan heb, want het maakte inderdaad echt niks uit om zo'n brok te missen. Verhaal was er toch niet.
Ik ga me niet meteen nog een Brusselmans aanschaffen, maar kan wel inzien dat sommigen hier fan van kunnen zijn. Het is in ieder geval een heel apart genre. :-)
Oké, toegegeven, ik wilde dit boek vooral lezen door de zwarte kat op de voorkant. En omdat ik 'Watervrees tijdens een verdrinken' een enorm geinig en mooi boek. Maar wát een teleurstelling. De eerste dertien hoofdstukken vielen nog door te komen, maar het laatste en veertiende hoofdstuk was een marteling. Brusselmans heeft de uitdrukking 'van de hak op de tak' uitgevonden en niet op een goeie manier. Zat er in de eerste dertien hoofdstukken nog enigszins een rode draad, deze was Berman in het laatste hoofdstuk helemaal uit het oog verloren. De humor kwam dit keer niet geinig maar grof over maar vooral grof en makkelijk en ongemakkelijk. Ik hoop dat de volgende roman die ik van Berman lees weer fijner is.
Weird... Hoofdstuk veertien kwam ik niet doorheen, een slechte biefstuk waarop je lang moet kauwen, maar gebakken in beste boter, die zijn smaak afgeeft. Toch opgegeven 100 blz voor einde. Niet getreurd, laatste hoofdstuk leent zich voor spontaan willekeurig openslaan en een bladzij of twee-drie lezen. Nu twee sterren.
De eerste honderd pagina's konden me als Hammenaar wel bekoren. Vanaf dan steil bergafwaarts. Vanaf hoofdstuk dertien oeverloos gezwam. Op pagina 173 heb ik het voor bekeken gehouden.