Lévi Weemoedt, pseudoniem van Isaäck Jacobus van Wijk (1948), is schrijver van tragikomische korte verhalen en gedichten. Met Hans Dorrestijn trad hij jarenlang op met literair-muzikale programma’s. Weemoedts werk werd verzameld in Vanaf de dag dat ik mensen zag (2007) en Met enige vertraging (2014).
Vermakelijke novelle over het onderwijs, de zorg en hoe rebelse elementen in beiden vermalen worden En met al dat onderwijs is het maar de vraag wat júllie zullen stichten behalve verwarring of een gezin, wat in veel gevallen hetzelfde is.
De bouw van een nieuw Corbusier geïnspireerd, Centre de Pompidou achtig, schoolgebouw levert best wat problemen op voor leraar Lodesteijn. Deze hoofdpersoon is een classicus en worstelt met het nieuwe gebouw, en in het bijzonder de toiletten, die nu ruimtes boven en beneden hebben. Ook rector Persijn, die samen met conrectors Zuverijn en Belijn, de oude houten school gesloopt hebben(Scholen werden in brand gestoken maar niet beroofd) vormt een steen des aanstoots. De oude school was wel zo bouwvallig was dat er geregeld leerlingen (letterlijk) door de vloer heen zakten, maar toch zijn de klachten in dit boek uit 1986, over onderwijsverloedering annex onderwijsvernieuwing, en de kritiek op de voorlopers van activity based working in de nieuwe glazen en betonnen school, nog steeds modern.
De sfeer die Lévi Weemoedt oproept deed me een beetje aan Roald DahlDe Heksen denken qua duister slapstick gehalte, en ook aan Mr Palomar van Italo Calvino door het gevoel van afstand en milde ironie. Lodesteijn heeft geregeld aanvaringen over zijn instelling (Maar men zegt niet van een lijk dat het er ongemotiveerd bij ligt) en zijn lesmethodes, die meer focussen op verhalen en algemene ontwikkeling dan het eindexamencurriculum. De manier waarop de schoolbureaucratie in reactie hierop wordt weergegeven, met decreten en publieke mededelingen op het gemeenschappelijke schoolbord, deed me dan weer enorm denken aan professor Omber in Harry Potter en de Orde van de Feniks.
Na een hoofdstuk over de hilarische bekeringsdrift en het tenenkrommende optreden van de Christelijke, kalende natuurkundeleraar (alleen een goedgerichte steniging zou zijn getuigenis kunnen smoren), raakt Lodesteijn verzeild in een carousel van ziekenhuisbezoeken. Bespiegelingen op alle doorverwijzingen en onderzoeken waar je in terechtkomt als je flauwvalt deden me wat aan Rinkeldekink van Martine Bijl denken. Een ontspanningsvakantie naar Rome en een hilarische scene op de heilige trap, waarbij een pelgrim bestolen wordt, volgen.
Duidelijk wordt hier steeds meer, ook door een Latijns proefwerk wat Lodesteijn opgeeft over droefheid, dat onze hoofdpersoon psychische klachten heeft. Dit wordt ook mooi qua sfeer gevangen in de volgende zin: Buiten was het licht al aan het krimpen. In duisternis kwam hij, in duisternis ging hij. Uiteindelijk komt het allemaal tot een kookpunt, mooi gesymboliseerd door de volgende speech tegen een leerlinge: Daarom ben ik leraar geworden, uit pure wraakzucht, zeg maar gerust frustratie. Wie wordt er anders leraar als daar geen sadistische reden voor is?
Vlot geschreven, nog steeds herkenbaar en bij vlagen echt hilarisch, daarom drie sterren.
Brilliant beschreven docenten ervaring van een leraar klassieke talen aan een christelijk lyceum. Een 5 sterren belevenis om te lezen. Het verhaal kent een cesuur na een onschuldige wegraking, waarna een wel raak beschreven ledegang door het medische circuit volgt. Hier wordt de auteur te zeer het lijdend voorwerp, de lezer kan niet meer tersluiks partij kiezen, maar wordt gedwongen de medische specialisten te verafschuwen, begrijpelijk, maar er gaat een dimensie verloren, en een goede docent.
Een erg mooi geschreven boek waarin het onderwijs mooi en realistisch voor paal wordt gezet getopt met een snufje tabooverwijdering van 'mental illnesses" en een prachtig voorbeeld van de neerwaarste spiraal van de openbare zorg en haar 'hulpdiensten'. Na al die jaren nog steeds niks minder dan zeer relevant.
Fijn boek voor de zondagmiddag. Ik kon het niet helpen maar ik zag steeds mijn eigen middelbare school voor me. Het jaren ‘80 gebouw, de jezus-sfeer en al het gebullshit. Had ik maar een docent als Lodesteijn 😌
Briljante, zwartgallig humoristische, weergave van de ziekte van van Lodensteijn, docent klassieke talen, die het leven als docent niet meer aankan op zijn school en daardoor terecht komt in een zorgsysteem waar hij evenmin veel beter van wordt.
Lévi Weemoedt laat in dit boekje zien hoe zijn anti-held ten onder gaat aan de toenemende efficiëntie binnen onderwijs en zorg; de twee systemen waar efficiëntie bij uitstek kwaad kan en bij uitstek hoogtij lijkt te vieren...
*waarschuwing: dit boekje kan ernstige verontwaardiging wakker maken in het hart van iedere manager in onderwijs en zorg... ;-) Juist aan hen dus van harte aanbevolen!
De roman start zalig: Weemoedt schrijft keigeestig, en zijn aanvallen op moderne architectuur en geestdodend onderwijs zijn recht in de roos. Alleen jammer dat het vanaf halverwege wat slabakt: het conflict tussen Lodesteijn en de bekrompenen der aarde is te snel uitgevochten, het wordt een walk-over voor de moderne geneeskunde…