'Blauwbaardje in wonderland en andere grimmige sprookjes voor verdorven kinderen' het woordje 'grimmig van deze titel heeft twee betekenissen. Het zegt iets over hoe relativerend de auteur Boon tegen ideologieën aankijkt, maar het is ook een allusie op de sprookjes van Grimm. Als postmodernist avant la lettre transformeert hij die sprookjes door freudiaanse, erotiserende elementen, en door toevoeging van triviale kitsch. We herkennen flarden uit b.v. Doornroosje en Roodkapje
Blauwbaardje in wonderland en andere grimmige sprookjes voor verdorven kinderen bundelt twee verschillende uitgaven, die minder gemeen hebben dan het lijkt:
'Blauwbaardje in wonderland' (1962) * Covers van eerdere uitgaven van dit boekje hadden een hoog oelala-gehalte en dat kenmerkt dit niemendallerige verhaaltje sterk. Blauwbaardje is een rondborstige vrouw die grotendeels naakt rondloopt in een opvallend slecht geschreven relaas waarin Boon diverse sprookjes aan elkaar rijgt, met vaak als enige toevoeging kinderachtige erotiek en dito humor.
'Blauwbaardje in wonderland' verscheen eerst als een reeks columns en dat verklaart misschien het richtingloze, improvisatoire karakter. Het lijkt niettemin alsof Boon geen enkele moeite ervoor heeft gedaan en het resultaat is al even puberaal als saai en vergetelijk.
'Grimmige sprookjes' (1957) **** Nee, dan zijn de grimmige sprookjes andere kost. Veel ongrijpbaarder, mooier geschreven en, inderdaad, grimmiger zijn deze sprookjes, die veel beter de duistere sfeer van Grimm bewaren. Erotiek wordt hier gekoppeld aan geweld en vele sprookjes lopen slecht af. Zo verandert Boon weinig aan Roodkapje (de enige hertelling van het stel), maar laat veel beter diens erotische en gewelddadige kanten zien.
Leesadvies: sla Blauwbaardje rustig over, je mist er toch niks aan, en begin meteen aan de grimmige sprookjes.