Het indringende debuut van Kris Van Steenberge brengt ons naar de Vlaamse klei, waar de negentiende eeuw ten einde loopt. In het dorp Woesten treedt Elisabeth, dochter van de smid, in het huwelijk met de jonge arts Guillaume Duponselle. Maar er rust geen zegen op hun verbintenis. Als Elisabeth acht maanden later van een tweeling bevalt, blijkt de eerstgeborene een prachtige zoon, Valentijn. Het tweede kind is zo mismaakt dat Guillaume weigert hem een naam te geven. Toch blijft Nameloos in leven, tegen alle verwachtingen in. Omdat zijn verschijning zijn vader en de dorpelingen doet huiveren, gaat het jongetje gesluierd door het leven. We volgen in Woesten de dorpse gebeurtenissen rond de opgroeiende tweeling terwijl de Eerste Wereldoorlog zijn intrede doet. Van Steenberge vertelt het broeierige verhaal achtereenvolgens vanuit Elisabeth, Guillaume, Valentijn en Nameloos. Voor al zijn personages pakt de toekomst anders uit dan verwacht.
Guillaume vroeg haar ten huwelijk achter de mesthoop. Een voorteken? Hij had het niet mooi voorbereid, geen schone woorden bedacht. Hij had het gewoon berekend. Haar maandstonden bleven uit en misselijkheid keerde al twee weken ’s ochtends haar maag binnenstebuiten. Hij vroeg het die zondag toen hij de aardappelschillen in het kippenhok kwam gooien en haar zag braken.
Kris Van Steenberge is een Vlaamse (toneel)schrijver, regisseur en docent uit Lier. Van zijn debuutroman Woesten (2013), waarmee hij de Debuutprijs en De Bronzen Uil won, werden meer dan 40.000 exemplaren verkocht. Dat werk werd onder meer gevolgd door de romans Blindelings (2016) en De advocaat en de zeiler (2020).
Kris Van Steenberge is a Flemish novelist, playwright, stage director and teacher from Lier, Belgium.
Net wanneer je denkt dat het verhaal van Elisabeth weliswaar mooi, maar niet écht meeslepend is, verandert Van Steenberge het geweer van schouder.
Plots krijg je het Bovary-eske verhaal vanuit niet één, niet twee, maar vanuit drie andere standpunten te zien. Dan pas blijkt dat niets is wat het lijkt en wordt het ene geheim na het andere onthuld.
In proza dat af en toe aan Erik Vlaminck doet denken (het hoogste compliment) leidt de debutant je met vaste hand van de ene verwoesting (het gezicht) naar de andere (het land en, bij uitbreiding, het leven).
1000 sterren voor Woesten van Kris Van Steenberge als ik kon!
Het verhaal speelt zich af aan het einde van de negentiende eeuw in de jaren voordat de Eerste Wereldoorlog plaats vindt in het West-Vlaamse dorpje Woesten. Elisabeth is de dochter van een smid en trouwt na enig zelfberaad met de jonge arts Guillaume Duponselle. Het wordt echter geen gelukkig huwelijk. Op een nacht bevalt Elisabeth met assistentie van haar eigen man van een prachtige zoon, Valentijn, en volgt er tot ieders verrassing nog een tweede. Deze laatstgeborene is echter zo mismaakt dat zijn vader hem weigert een naam te geven en door het leven zal gaan als Nameloos. Deze gebeurtenis zal de vier gezinsleden voor de rest van hun leven beïnvloeden.
Nameloos krijgt het gedurende zijn leven zwaar te verduren in zijn dorp waar maar weinigen niet voor hem huiveren en weg lopen. Onvoorwaardelijke liefde krijgt hij van zijn moeder, die zich zoals alleen een moeder kan, volledig inzet voor een liefdevolle opvoeding van haar twee zoons. Elisabeth heeft echter een zwaar leven omdat haar man vlak na de geboorte onaanspreekbaar wordt door een torenhoog schuldgevoel waardoor hij zich gaat opsluiten in zijn praktijk en verslingerd geraakt aan de fles.
Elisabeth kan haar zorgen met niemand delen, behalve met tante Zoë die haar op haar manier zoveel mogelijk probeert te helpen. En dan zijn er Hendrik en meneer Funke, beiden bekenden sinds haar kindertijd. Op Hendrik zal ze het eerst verliefd worden. En meneer Funke zal haar beeld op de wereld op zijn manier groter maken. Met hem kan ze gelukkig af en toe de alledaagse zorgen vergeten.
Uiteindelijk vertrekt Valentijn uit het dorp voor zijn verdere opleiding en blijft Nameloos in het dorp achter waar hij geïsoleerd opgroeit, verstopt achter een sluier zowel voor zijn eigen heil als voor die van de steeds verschrikte dorpskwezels. Zowel de vader als Valentijn zullen tenslotte ook in de Eerste Wereldoorlog belanden, ieder op hun manier.
Het verhaal begint uit het gezichtspunt van Elisabeth om opgepikt te worden door de andere personages waar het hare eindigt. Het is slim geconstrueerd omdat de gebeurtenissen in het verhaal zo doorheen het boek worden opgevuld vanuit het perspectief van de andere gezinsleden. Sommige sleutelscènes worden zo meermaals beschreven en daardoor kom je ook pas op het einde te weten hoe bepaalde zaken echt gebeurd zijn. Het boek is ook prachtig geschreven. Het schetst perfect de situatie in een Vlaams dorp uit dit tijdsvak, de sociale druk en het geroddel dat er plaats vindt. De taal is ook zo mooi, zo beeldrijk maar ook heel vlot te lezen. Bovendien is het nog eens een spannend en tegelijkertijd een triestig en ontroerend verhaal dat blijft beklijven.
Mooie roman. Mooi taalgebruik. Mooie vorm. Blijft daardoor boeien van begin tot eind. Mooie thema’s, als je imperfectie, verminking en WO1 zo wilt noemen. Van Steenberge behandelt ze met liefde en mededogen, zodat je graag meeleest. Prachtig debuut.
I'm afraid this was another case of too high expectations. The debut of this Flemish writer was immediately received with great praise in 2013-2014 and also got a number of prizes in Dutch literary circles. With this premise, it is always a risky business to start reading a novel. And the first of the four parts, the story about the mother, Elisabeth, immediately disappointed me. Both the sketched time period (late 19th century), the rural context (a backward village), and the social setting (a dreamy girl is made pregnant by a rich young man and gives birth to twins: a beautiful and a deformed boy), all these elements were too reminiscent of the classic naturalism from the beginning of the 20th century. In addition, everything is told in a very conventional manner, in a style that appears alternately archaic-solemn and banal-romanticizing. Not bad for a novice writer, but no more than that.
Van Steenberge somewhat corrects this by taking a different narrative perspective in each of the following three parts. That gives the straightforward story a little more depth and momentum, and occasionally adds new information. In this way we learn that Elisabeth was murdered, but the thriller issue (who's the murderer?) fails to give the novel enough tension. Moreover, the characters remain very superficial: Elisabeth gets some Boverian traits but remains mostly a bigot, father Guillaume is a downright caricature in his autistic reactions, the 'beautiful' son Valentine is portrayed very one-dimensional, and the 'monster' - although the most layered character -, is rather predictably presented as empathetic and intelligent. The author also deals with themes that come across as anachronistic (the paedophile priest, the autistic father) and cliché-like (the monster being bullied, the inability to communicate, the drastic personal consequences of the first world war).
In the end the storylines come together, but by then there are absolutely no surprises for the attentive reader. The novel even becomes very explanatory and ends outright soppy. Van Steenberge certainly has potential, but unfortunately I do not share the superlatives with which this book was received. I'm sorry for the fans.
Ik stond eerst wat argwanend tegenover het boek wegens de hype maar achteraf kan ik alleen maar beamen dat dit boek niet op je leeslijst mag ontbreken. Een pareltje !
Dit boek, een debuut!, deze kroniek over een familie, een dorp, een gezin, een geschiedenis, is een keer in de boekenkast terecht gekomen en nu zonder de achterflap of andere informatie op te zoeken in gaan lezen. Vanaf het eerste moment zit je in het verhaal dat wordt verteld uit verschillende perspectieven en bestaat uit verschillende delen. Totaal onverwacht bleek ik een keer vanuit andermans gedachten te lezen. Knap gedaan.
Een gemiddeld dorp met alle kenmerken van standsverschillen, roddel, vooroordelen, bijfiguren, ambachten, dorpsfiguren, het eenvoudige leven, verwerkt in een boek met op het oog gewone, maar mooie, goed gekozen taal. 'Dingen die je niet weet, zijn de mooiste. Er zit verlangen in verscholen.' Het verhaal speelt zich grotendeels af tegen de achtergrond van WOI en de gevolgen hiervan. Wie nu naar Ieper gaat, rijdt na het lezen van dit epos ook naar Woesten.
De namen zijn goed gekozen. Er is een zekere spanning. Ogenschijnlijk losse eindjes. Wie heeft het gedaan? Een vermoeden is er, tot het eind blijft het onuitgesproken. Veel is knap verwerkt. Ineens een herinnering aan 'Majoor Frans' en andere literatuur. Zou er ergens nog een schilderij van Elisabeth te bezichtigen zijn?
Echt een pareltje dit. Treurigheid en schoonheid komt samen. Hoe het leven je soms vormt, de keuzes die je maakt daaraan bijdragen en je niet de capaciteit altijd bezit om verandering aan te brengen in je leven. Hoe iedereen zo in z’n eigen cocon gaat zitten en daar treurig genoeg niet meer uit kan komen. Prachtig verwoord en mooi omgezet in sprekende karakters. En door de diverse perspectieven krijg je voor iedereen ook (een mate van) begrip.
Ik heb echt zeer genoten van dit boek. En wat mij vooral bijblijft in dit boek is dat iedereen op z’n eigen manier altijd zoekt naar liefde en bevestiging. En hoe dit je leven vormt en kleurt. We hebben daar allemaal behoefte aan en zoeken daar individueel ook allemaal naar. Helaas is dit niet voor iedereen genoeg weg gelegd in het leven, maar laten we er naar streven dat zoveel mogelijk te geven aan de mensen in onze omgeving die dat verdienen. En ondertussen blijven praten met elkaar om de connectie te blijven houden en voelen.
Mooi! Alle delen sluiten op elkaar aan en er worden dingen duidelijk gemaakt waarvan je eerst niet doorhad dat het een los eindje was. Het verhaal van de twee broers - de een uiterlijk perfect en de andere zo mismaakt dat hij niet eens een naam heeft - komt rond.
‘Ik weiger te geloven dat er een god bestaat. Het lot, het toeval, dat is mijn religie. Je moet lef hebben om daarin te geloven.’
En er is lef nodig om te debuteren met een verhaal als dat van Woesten, een onooglijk dorp in de Westhoek ten tijde van de Groote Oorlog, een verhaal over ‘verwoesting en verminking’ zoals de auteur zelf zegt, over dorpslieden en stadslui, kwezels en geruchten, moord en doodslag. Maar ‘Woesten’ is ook een verhaal over liefde: moederliefde, onbeantwoorde liefde, teloorgegane liefde, gekochte liefde, surrogaatliefde, flessenliefde, boekenliefde, vaderlandsliefde, zuivere liefde, broederliefde… In ‘Woesten’ speelt het lot een grim spel, maar het heeft geen ontembare macht. ‘Het lot speelt met je. Een buitenzinnig spel. Het gooit je omhoog, het draait je rond, laat je vallen, verwaarloost je soms een tijdje, zoals een kind zijn speelgoed ergens achteloos laat liggen. Het verziekt je, geneest je, hemelt je op, verguist, verbrandt, verplettert, bejubelt, verheerlijkt, kwetst en troost. Het heeft daarvoor geen redenen nodig. Het heeft zijn eigen regels in dat spel. Want het lot wil genieten. Wil dronken worden van zijn ontembare macht. Maar ik heb verder leren kijken. Het lot heeft zijn tekorten. Zijn onvolmaaktheden. Het verliest soms pionnen. Kaarten raken zoek. Teerlingen stoppen plots met rollen. Dubbeltjes blijven op hun kant staan. Dan moet je het spel even zelf spelen. Je eigen tekening herschetsen. Of die van een ander. Ik geloof dat je het lot te slim af kan zijn.’ Verwoesting en verminking krijgen hun plaats en het Leven haalt een slag thuis. De plot is slim en ingenieus, zodat de spanning wordt opgebouwd als in de beste thriller. Hier en daar lijkt het toeval iets te veel een handje geholpen door de schrijver, maar alles past zo mooi in elkaar dat je daar nergens over struikelt. ‘Woesten’ is geschreven in een rijke taal en heeft een ‘asem’ die lang genoeg is om ruim twee decennia te omspannen en ingehouden genoeg om oprecht te ontroeren zonder in melodrama te vervallen. Om die balans aan te durven is lef nodig. En talent. Drie sterren is te weinig, want ‘Woesten’ steekt ver uit boven heel wat romans die vandaag de dag zo kwistig worden gepubliceerd en met gemak vele hemels boven de zevende worden in geprezen al gaat het vaak om lege, al dan niet natte, dozen. Vier is royaal, de stiel kan nog wat verfijnd, maar toch gegund. Al was het maar als aanmoediging en omdat drie-en-een-halve ster nu eenmaal niet in deze app past…
Ein intelligentes, psychologisches Sittengemälde mit unglaublich viel Komplexität und einer Sprache, die man am liebsten aufsaugen will.
"Ich weigere mich zu glauben, dass es einen Gott gibt. Das Schicksal, der Zufall, das ist meine Religion. Man muss Schneid haben, um daran zu glauben. Es ist eine seltsame Form der Sinngebung. Die meisten Menschen haben Angst davor. Das Schicksal spielt mit einem. Ein Spiel ohne Sinn. Es wirft dich hoch in die Luft, wirbelt dich herum, lässt dich fallen, vernächlässigt dich manchmal eine Weile, so wie ein Kind sein Spielzeug irgendwo achtlos liegen lässt. Es macht dich krank, es heilt dich, beweihräuchert dich, lobt dich in den Himmel, macht dich runter, verbrennt, zerschmettert, bejubelt, verherrlicht, kränkt und tröstet. Es braucht dafür keine Gründe. Es hat seine eigenen Regeln in diesem Spiel. Das Schicksal will nur seinen Spaß. Will sich berauschen an seiner unbezähmbaren Macht. Aber ich habe gelernt, weiter zu blicken. Das Schicksal hat seine Mängel. Seine Unvollkommenheiten. Es verliert manchmal Spielsteine. Karten kommen abhaden. Würfel rollen plötzlich nicht mehr weiter. Münzen bleiben auf der Kante stehen. Dann muss man das Spiel schnell selbst in die Hand nehmen. Die eigene Zeichnung neu skizzieren. Oder die von jemand anders. Ich glaube, man kann das Schicksal überlisten. Und das habe ich jetzt vor. Ich bin schon unterwegs."
Niet te geloven dat dit een debuut is, deze schrijver ga ik in de gaten houden! De waardering is eigenlijk een dikke 4+, jammer dat je geen 4,5 kunt geven. Mooi geschreven, vloeiend, beeldend. Ik kon de rangschikking van het boek erg waarderen en de schrijver houdt de vaart er enorm in. Een familietragedie in de aanloop naar de 1ste wereldoorlog dat zich plaatsvindt in het Vlaamse dorp Woesten. Alleen is dit geen normale familie. Een autistische dorpsarts, een dromerige echtgenote met een wreed lot, een mismaakte en een initieel 'volmaakte' zoon. En daarnaast een scala aan verschillende karakters (de Duitse vreemdeling, de snobistische oma, de criminele minnaar, de pastoor, het liefje van Valentijn en ga zo maar door). Dit boek had wat mij betreft 200 bladzijden dikker mogen zijn. Mijnheer van Steenberge, U bent al aan een volgende boek bezig, hoop ik? PS Met dank aan Chantal op Goodreads, dankzij jou kwam deze binnen mijn blikveld! Leuk, Goodreads!
Er zijn boeken die u vastgrijpen. Die je niet kan wegleggen, die je na het lezen weer opnieuw wil lezen. Dit boek is er zo eentje! Prachtig geschreven.
Tijd verglijdt. Je kan hem niet vatten. Klokken, kerktorens, pendules, zakhorloges. Ze kunnen niet verhinderen dat dagen en maanden en jaren, ontdaan van richting of doel, voorbij slieren zonder dat je ze kan omvatten. Men grijpt geen tijd, tijd grijpt ons.
Een typisch Vlaams boek en daar hou ik van zo nu en dan. Het is wel vaak met 'ge' maar gezien het zich afspeelt in het begin van de 20ste eeuw vind ik dat eigenlijk passend bij de volkse sfeer. Het verhaal is goed opgebouwd en ieder deel is verteld vanuit een ander standpunt wat het boeiend maakt en je ook beter kan inleven in de personages en het niet zo zwart/wit gaat zien.
Ook vond ik het zeer goed geschreven. Het enige puntje van kritiek is dat het een tikkeltje voorspelbaar is.
Collega 1: Hier, weer een lezing over Woesten in buurgemeente x. Collega 2: Hebt gij die al gelezen Sarah? Ik: nee, eigenlijk niet Collega 2: Wat?? Moet ge echt doen! Collega 1: Ja, das echt KEI schoon. Ik: euhm, ok
Op een andere dag...
Collega 3: Woesten al gelezen Sarah? Ik: Nee, maar is goed naart schijnt Collega 3: Ma echt, niet normaal. Schoon schoon schoon. Moet ge echt lezen. Ik: Allé, ik zal het eens lezen dan...
De periode dat je geen boekenwinkel kon binnen gaan zonder Woesten te zien liggen en geen boeksite kon bezoeken zonder Woesten hoog in de aanbevelingen te zien staan is ondertussen al wat voorbij. Maar ik had eens een blik op de achterflap geworpen en toen gedacht dat dat niets voor mij zou zijn. Bij het samenstellen van een boekenpakket voor de vakantie dacht ik: “Ik zal het toch maar eens proberen, ik wil wel weten op wat al die commotie is gebaseerd”.
Mijn eerste indruk was dus, nog maar eens :-), volledig onterecht. Dit is echt wel een goed boek.
Alles aan dit boek vind ik prachtig: het verhaal op zich, de manier waarop Van Steenberge het verhaal vertelt en indeelt, de manier waarop Van Steenberge de personages voorstelt en ontwikkelt, de schijnbaar eenvoudige taal die veel meer zegt dan wat er staat, de afloop.
Van Steenberge slaagt er in een eenvoudig verhaal over eenvoudige mensen op een heel ontroerende manier te vertellen. De manier waarop hij telkens een ander personage centraal zet om het verder verloop uit de doeken te doen is misschien niet origineel maar hier wel bijna perfect uitgewerkt. Het sterke is dat bepaalde personages, zoals zeker Naamloos, eerst worden gereduceerd tot nevenpersonages en dan in latere hoofdstukken zeer sterke en intelligente figuren blijken te zijn die ook een belangrijke rol speelden in gebeurtenissen uit de vorige hoofdstukken.
Sterk.
En ondanks de min of meer goede afloop zo’n boek waarvan je niet wil dat het al uit is.
This entire review has been hidden because of spoilers.
Wat vond ik dit een mooi boek, in alle opzichten. Het verhaal, de setting, de opbouw vanuit de verschillende perspectieven, het woordgebruik, de personages en uiteindelijk de ontknopingen, allemaal zo geloofwaardig en passend. Waaw. Dat heb ik tijdens het lezen trouwens meer dan één keer gedacht. Oh, waaw.
"Tijd verglijdt. Je kan hem niet vatten. Klokken. Kerktorens, pendules, zakhorloges. Ze kunnen niet verhinderen dat dagen en maanden en jaren, ontdaan van richting of doel, voorbij slieren zonder dat je ze kan omvatten. Men grijpt geen tijd, tijd grijpt ons."
Een van de redenen waarom mensen zo graag lezen, of films kijken - dat maakt in feite niets uit - is om te ervaren hoe anderen zich tegen de gang van de wrede realiteit in toch staande weten te houden. Het lot speelt zowel in ons leven als in de literatuur een grote rol en dat doet het ook in Van Steenberges debuutroman Woesten, genoemd naar het West-Vlaamse dorpje in de buurt van Vleteren waar het grotendeels speelt. Stel dat Elisabeth alleen de knappe Valentijn ter wereld gebracht had, was het dan fout gelopen tussen haar en haar man? Of meer zelfs, is het niet net doordat Valentijn een gruwelijk misvormde broer heeft dat zijn moeder een gewelddadige dood sterft en het slagveld van WO I zowel voor hem als zijn vader de enige uitweg lijkt? Wellicht. De Nameloze, zoals de gehandicapte jongen door het leven gaat omdat vader Guillaume - een fascinerende dokter met een voorliefde voor gevilde lichamen - hem geen naam wilde geven, wordt de lieveling van zijn moeder, naast meneer Funke natuurlijk, een Duitse immigrant die de intellectuele capaciteiten van Elisabeth onderkent en iedere dinsdagvoormiddag samen met haar poëzie leest. Wanneer de jonge vrouw vermoord wordt, zijn er dan ook een paar mogelijke daders. Woesten beschrijft op bijna naturalistische wijze de geleidelijke ondergang van Elisabeths gezin en dit vanuit vier duidelijk onderscheiden vertelstandpunten: moeder, vader en de twee kinderen, waarbij ieder verhaal deels overlapt met de andere, maar deels ook nieuwe informatie toevoegt. Geen enkel personage bereikt ongeschonden het laatste hoofdstuk van dit boek dat opvalt door een paar rake, beeldende scènes. Die waarin de Nameloze zijn verminkte broer in een rolstoel door het gebombardeerde Woesten rijdt, baadt bijvoorbeeld in een bijna Beckettiaans schoonheid.
Wat een onwaarschijnlijk schoon mozaïekverhaal! Over Elisabeth, de dochter van een smid. Ze trouwt met rijkeluiszoon Guillaume en krijgen samen 2 kinderen, een tweeling: de wondermooie Valentijn en een misvormd kind dat ze geen naam willen geven. Nameloos.
Dit boek vertelt hun verhalen. Elk verhaal vanuit één van deze 4 protagonisten, elk verhaal netjes na elkaar. Elk verhaal is naadloos verweven met de andere, zorgt voor begrip en inzichten in andermans verhalen. Maar vooral: de eenzaamheid van elk van de personages spat van het papier, ze proberen er het beste van te maken, maar elk worstelt met haar/zijn persoonlijke bagage. De verhalen spelen zich allen af in het begin van de 20ste eeuw in Woesten, een dorpje dat geleid wordt door de typische viervuldigheid: de priester, de burgemeester, de notaris en de dokter. De typische Vlaamse kantjes komen aan bod, maar vooral: een groot geheim maakt zich meester in deze vertelling. Terwijl de lezer meegesleurd wordt in de meelijwekkende levensverhalen van de vier personages, ontrafelt zich een climax, als een ui die laag voor laag wordt afgepeld.
Onvoorstelbaar sterke roman, bijna perfect hoe Kris Van Steenberge dit alles vertelt en alle elementen op bijna perfecte wijze met elkaar weet te verweven tot een verhaal dat niet alleen meeslepend is, maar ook en vooral bijzonder vernuftig in elkaar steekt.
Ik las dit boek op vijf dagen uit. Zo snel, gedeeltelijk omdat het internet niet marcheerde, maar ook gewoon omdat ik dit zo graag las. Ik had de achterflap niet gelezen, wist alleen dat het een recent (van 2013) Vlaams debuut was. Ik schrijf Vlaams, omdat dat Vlaamse zo belangrijk is. Niet alleen de zinnen, woorden, gezegden, ook het verhaal zelf is voor mij echt oervlaams. Ruw, soms met een hoekje af, sappig, puur. Het is fictie, maar je kan je zo gemakkelijk voorstellen dat het allemaal echt gebeurd is.
De achtergrond is het begin van de twintigste eeuw, inclusief de eerste wereldoorlog. Het is geen boek over de oorlog, wel over een toen wellicht heel gewoon gezin, ploeterend zoals er toen geploeterd moest worden, in een dorpje in West-Vlaanderen. Vlot leesbaar, met korte hoofdstukken, goeie dialogen en niet te veel tralala. Schoon, echt.