In een brief aan haar uitgever legt vertaalster May uit hoe een treffend potloodportret het begin vormde van een verstikkende uitwisseling van woorden met Aline, een jonge vrouw die zich al lijkt te verzoenen met haar nakende dood.
Hoe harder May deze Aline probeert te leren kennen, te begrijpen, te redden, hoe meer May met lege handen lijkt te staan. En lege pagina’s.
Tosca is een poëtische roman vol onderhuidse spanning over twee vrouwen die verstrengeld raken in een toxische relatie, waarbij de grens tussen feit en fictie flou wordt en waarin steeds twijfelachtiger wordt wie wie parasiteert. Een even zinderend als poëtisch kat-en-muisspel.
Maud Vanhauwaert is een schrijver die genres oprekt en voor wie vorm minstens zo belangrijk is als de inhoud. Daarom verschijnt tegelijkertijd met de normale editie van Tosca ook een speciale editie in beperkte oplage.
‘Vaak heb ik gedacht: zij is een gesloten boek; beter dan ik kan niemand haar lezen,’ schrijft May over Aline in Tosca. De speciale editie sluit hierop aan: het is een – letterlijk – gesloten boek, een paperback met japanse binding waarbij je de pagina’s zelf moet openscheuren met een bijkomend kaartje, waardoor het verhaal zich op een unieke wijze ontvouwt.
Met een plot dat doet denken aan Het Smelt en Mijn lieve gunsteling heeft Vanhauwaert een verslavende roman geschreven op een compleet originele wijze waarin stijlvol proza wordt afgewisseld met de prachtige gedichten die ik na Het stad in mij van de auteur gewend ben. Niets minder waard dan lof.
Mijn favoriete gedicht (tussen pagina 159 en 160):
Ik tel tot tien, zei het leven en daarna moet jij je verstoppen
de dood keek haar met grote holle haast aandoenlijke ogen aan
het leven ging tegen een boom staan telde traag tot tien en dacht ik ga hem lekker nooit zoeken
maar toen ze zich omdraaide schrok ze, want hij stond er nog
schoorvoetend was hij zelfs nog wat dichter gekomen
en in zijn grote holle ogen zag ze hoe zij was - gezien
Het is uit. Op de dag dat de auteur veertig wordt dan nog. En bovendien leerde ik van haar ook het woord dat kan omschrijven hoe ik mij voel. Ik heb een zware leeswee. Een leeswee, het gevoel van leegte dat je ervaart als een boek uit is. Het boek is bij mij sinds elf oktober. Aanvankelijk is het boek helemaal leeg. Met slechts enkele gedichten her en der verspreid over het boek. Een leeg boek. Het onbeschreven blad. Het verhaal wordt geboren onder de vakkundige handen van de lezer. Er moet een ontsluiting gebeuren. Elke pagina moet opengescheurd om zo het verhaal bloot te leggen. Pagina na pagina. Aanvankelijk denk ik nog, ik doe het elke keer op een andere manier. Maar sowieso traag. Ik ben zo iemand die haar boeken ongeschonden houdt. Geen ezelsoren, geen opengekraakte ruggen, geen aantekeningen, het boek ziet er na lezing maar lichtjes anders uit. Het is gelezen maar niet gehavend. Nu Tosca voor me ligt zie ik een boek dat geleefd heeft. Het is beduimeld doordat het drie maand op ontelbare avonturen met mij mee reist. Talloze tournees, repetities, opnames, het is bij me als ik mijn serpent vergeet op de trein. Het wordt me nagezonden door Hans Beckers, omdat ik het als monitorsteuntje heb gebruikt, en vergeet in de kapel waar we opnames doen. Het tempo blijft traag. Ik weet dat eens ik het boek gelezen heb, het nooit meer hetzelfde zal zijn. Dat vind ik zo mooi. Het boek noch lezer zijn hetzelfde na de lezing. Dat dit boek een Russisch onvertaalbaar woord draagt, is veelzeggend voor de onvertaalbaarheid voor het kluwen dat de relatie is tussen May en Aline.
Mijn eerste echt beduimelde boek. Drie maanden van lezen en scheuren en lezen en ga zo maar door. Naarmate het verhaal vordert word ik roekelozer en rustelozer in mijn scheurdrang. Er zit al eens een scheur in een pagina. Net als in de personages. Het hoort erbij. Niemand komt ongeschonden uit dit boek. Ook het boek niet.
Het scheuren is gestopt. Alleen de stilte scheurt na.
Aangeslagen sloeg ik 'Tosca' van Maud Vanhauwaert dicht.
Als grote liefhebber van haar poëzie, keek ik reikhalzend uit naar haar debuutroman. Mijn verwachtingen werden meer dan ingelost.
Na een lezing ontvangt May, vertaler van Russische poëzie en professor aan de universiteit, een getekend portret van Aline, een raadselachtige jonge vrouw. Al snel ontstaat een intrigerende en spannende, maar zeker ook poëtische, dynamiek tussen de twee vrouwen. Communiceren met Aline verloopt moeizaam en ze blijkt heel wat met zich mee te dragen. Steeds meer werpt May zich op als de redder van Aline, maar tegen welke prijs? En valt Aline te redden?
Terwijl je als lezer mee de personages probeert te doorgronden, kruipen ze onder je huid en laten ze je niet zomaar los. De thema's zijn zwaar en sommige scènes voelen als een stamp in je maag, maar andere gaan dan weer recht naar je hart. De taal is prachtig en beeldrijk, net als de gedichten die af en toe opduiken middenin een hoofdstuk en het boek een extra laag geven. Het verrassende einde las ik in recordtempo, met open mond (letterlijk) en veel bewondering voor het vernuft waarmee Maud Vanhauwaert dit in elkaar gestoken heeft. Als ik een hoed op had, had ik hem afgenomen. Dus: lees ‘Tosca’ en word deel van een schitterend literair kat- en muisspel.
Gisteren had ik in de bibliotheek van Tielt een interview met Maud Vanhauwaert. Ze vroeg me achteraf wat ik van het boek vond en ik moest bekennen dat ik de laatste vijftig pagina's mentaal afgehaakt ben. We zaten nog wat op café en het lukte me niet om exact uit te leggen waarom. Ik denk nu dat het komt omdat ik het hier nog niet had durven opschrijven. En laat nu net het schrijven mijn worsteling met dit boek zijn. Tosca is een lange brief van vertaler May aan haar uitgever Daniel. Ze schrijft op wat er zich het laatste jaar in haar leven afgespeeld heeft. Dat is een niet bijster origineel, maar wel legitiem uitgangspunt. En ik kan me erin herkennen. Ik hou zelf ook van de act van het schrijven, omdat het een louterende ervaring is. Tijdens en door het schrijven kom je op woorden en inzichten die je ervoor niet had en na het schrijven begrijp je vaak beter wat je ervoor amper kon verwoorden. Maar bij May zie ik dat niet gebeuren. Ik zie wel hoe de auteur puzzelstukjes aanreikt aan de lezer om wat er in de roman gebeurt een betekenis te geven. Maar ik verlangde als lezer te weten wat het opschrijven van het verhaal met May zelf deed. En het doet haar schijnbaar niets. Dat is een andere discussie dan de vraag of wat er opgeschreven is realistisch is, zoals gisteren uit het publiek naar voren kwam. Daar merkte je dat sommige mensen wel konden associëren met eigen ervaringen en anderen duidelijk niet. Maar bij mij werd mijn geloof in de act van het schrijven aangetast. En ik wil dat geloof niet opgeven. Ik kan niet geloven dat May tijdens het opschrijven niet tot een inzicht komt in haar eigen gedragingen. Ze verdedigt zelfs haar handelingen niet, waardoor ik aan het eind niet weet of ik haar ijskoud, naïef of gewoon een robot van de auteur moet vinden.
Maud heeft een roman over zorgzaamheid geschreven die daar vele vragen over kan oproepen: kun je mensen te dicht bij jou houden? Kun je te ver gaan in het willen zorgen voor iemand? Kun je wel iets betekenen voor een ander? – En als dit een recensie voor een krant zou zijn, zou ik nu in één krachtige zin mijn bezwaar moeten samenvatten. Maar hier (niet voor een eerste keer trouwens) botst mijn willen eerlijk zijn op dit platform met het feit dat ik de auteur persoonlijk een beetje ken. Ik hou ook van het werk van Maud en ik ben blij dat zij maakt en schrijft wat ze maakt en schrijft. Dat wordt door deze mindere herinnering niet weggenomen.
Zoals elk boek dat in lees wou ik dit goed vinden. Ik had er al redelijk wat over gehoord en vind Maud Vanhauwaert en straffe dichtster. Vorige week zat ik toevallig naast haar op de late trein van Rotterdam terug naar België, en toen ik een paar dagen later dit boek bij de sprinters van Muntpunt zag, was de tijd aangebroken om het mee te nemen. Het in minder dan een week uitlezen was geen probleem. Het boek is zeker spannend. Ook talig vond ik het sterk. Maar de opbouw en het verhaal alsook de personages lieten me volledig koud. Toen er richting het einde zoals IN ELK VLAAMS BOEK sprake was van een tiener die door andere tieners wordt aangerand met een fietspomp, was het echt gedaan voor mij. Vlaamse schrijvers schrijf een roman waarin tieners niet verkracht worden door een pritstift of fietspomp challenge. Sommige symbolische devices vond ik ook veel te cliché (iemand wordt zwanger op het moment dat iemand anders drijgt te sterven... En wanneer die persoon dan tóch blijkt te leven, eindigt plots de zwangerschap... Leven en dood... OK!). In een interview met Knack zegt Vanhauwaert: "Eigenlijk probeer ik voortdurend met woorden te zeggen hoe weinig we met woorden kunnen zeggen." Hoe meer ik er over nadenk, hoe meer ik vermoed dat mijn probleem met dit boek ook in het feit ligt dat juist zovéél wordt gezegd. De lezer wordt voor mij heel erg aan de hand genomen - ook al lijkt de roman het tegenovergestelde te willen doen? Wat dit een beetje remedieerde was de zin "Wij zijn bijvoorbeeld toch nooit naar Parijs geweest?". Daar werd het even heel interessant. Het zou me het boek fundamenteel in vraag moeten laten stellen op typisch #postmoderne manier, maar ook dit doet me uiteindelijk weinig.
Jaaaaa, wat een boek zeg. Bevreemdend en toch ook heel herkenbaar. Of hoe je het verhaal van een ander je eigen maakt en je soms niet meer weet of het van jou was of van een ander is. Grenzen worden steeds uitgegomd en hertekend. Slachtoffer wordt dader wordt toeschouwer wordt slachtoffer wordt dader wordt…
Mooi, sierlijk taalgebruik. Vlijmscherp en toch met een zacht randje. Zalig genieten was het. Nu weer eindeloos wachten op een nieuw boek. Hup hup begin er maar aan.
Ik ga hier heeeel dramatisch over doen godverdomme ik wil het opnieuw lezen ik wil nog zo'n boek ik wil het een eigen kapstok geven in mijn hoofd en aan alle haakjes ophangen zodat het zolang mogelijk bij me blijft. Zo bedreigend mooi.
Precies één grapje staat er in ‘Tosca’: 9016. Dat is de RAL-kleur die Aline als antwoord geeft op de vraag wat haar lievelingskleur is. En daar blijft het bij, want ‘Tosca’ is een soort feitenrelaas, een narratio in de saaiste betekenis van het woord, geschreven in schrijfcursusproza. Op de schrijfcursus leer je dat je aan personages een back-story moet meegeven, een familiegeschiedenis. Daarom heeft hoofdpersoon May een Russische vader die zich tegen het sovjet-regime keerde. Maar waarom wordt daar dan niets mee gedaan? Hij had net zo goed groentemanager bij de Aldi kunnen zijn. Want ook kinderen van Aldi-personeel kunnen Slavische talen studeren en doceren. Is May net zo’n dissident als haar vader was? Nee, ze is een doorsnee docent aan een universiteit. Van die gewoonheid wordt geen gebruik gemaakt, terwijl het een spannend (maar zeker geen origineel) idee op had kunnen leveren: doorsnee docent ontmoet brilante student. Het vervelende in ‘Tosca’ is dat May zich helemaal niet doorsnee voelt, ze waant zich bijzonder met haar Russische vader en lesbische relatie. De verhalen over seksueel misbruik die Aline vertelt, ken ik inmiddels wel, na ‘Het smelt’ van Lize Spit, ‘Wij’ van Elvis Peeters en nog wat van die boeken. Het enige originele in ‘Tosca’ is het gebruik van de fietspomp, maar verder is het procedé bekend en uitgemolken. De hoofdstukken in ‘Tosca’ zijn gescheiden door middel van gedichten. Dat klinkt leuk, maar het resultaat is nogal aanstellerig. Bovendien halen ze de vaart uit het voortkabbelende verhaal. Dat dit verhaal verteld wordt in chronologische volgorde, maakt het er allemaal niet spannender op. Geen enkel hoofdstuk eindigt met een cliffhanger, als lezer hoef je je nergens en nooit af te vragen waar je bent in het verhaal, je wordt op geen enkele manier door elkaar geschud. Nergens zijn er lege plekken, in een feitenrelaas horen immers geen legen plekken. Nergens lege plekken? Nou… op een gegeven moment vraagt May zich af of Aline niet een leugenaar is. Dat is inderdaad een interessante passage, daar werd ik als lezer een beetje geprikkeld. Maar helaas, Aline weet al meteen dat er een tracker onder haar fietszadel zit, zodat Mays zoektocht per direct op niets uitloopt. De antithese leugen/waarheid wordt verder nergens echt uitgewerkt. Daar had iets goeds mee gedaan kunnen worden, want Mays vader had ook te maken met leugens en propaganda. Oké, aan het eind van ‘Tosca’ weet je nog steeds niet in hoeverre Aline de waarheid heeft verteld, of gelogen heeft. Dat maakt ‘Tosca’ in de laatste dertig best aardig, maar zeker niet meer dan dat. Ik denk dat ‘Tosca’ voor leerlingen in de bovenbouw van het secundair onderwijs heus wel een goed boek is, aan de gevorderde en ervaren lezer biedt deze roman weinig tot geen uitdaging.
Obsessie is geen bijzonder thema binnen de literatuur, een stel met een kinderwens, maar waarbij dat niet lukt óók niet, maar de wijze waarop Vanhauwaert dat doet wél. Een schitterende roman; natuurlijk door de prachtige gedichten (er was er echt geen een die niet passend of niet mooi was), maar ook de delen proza hebben me doen grinniken en brachten me in een wereld van beeldende metaforen. De personages waren prettig en - gek genoeg? - levendig, geloofwaardig; hoewel het einde je daaraan doet twijfelen. Af en toe raakte de schrijfster me wel kwijt en duurde het wat lang voordat er schot in zat. Maar, het einde maakt dat wel weer grotendeels goed. Ben wel onder de indruk, dit is een debuutroman, hè?! Dikke vier sterren!
PS ik moet alleen nog ‘de onbedoelden’ lezen van de Libris shortlist - hoewel ik vind dat de jury een aantal boeken is vergeten (en wel Gebied 19 erop hebben gezet ?!?!?!) mag Tosca wel winnen van mij! De beste tot nu toe, voor mij dan.
Wonderlijk interessant en op een vreemde manier spannend verhaal, dat me eigenlijk totaal (en dan bedoel ik ook totaal) niet zou moeten aanspreken, maar dat wel deed. Knap geschreven (en daarom des te jammerderder dat er zo nu en dan van die storende redactionele missers in zaten), en opgebouwd. Van mij mag Maud Vanhauwaert de Libris winnen!
Tosca is een poëtische tocht door een stukje leven, een ontdekking, passioneel en soms obsessief. Je wordt als lezer meegesleurd en voortgestuwd in het tomeloze ritme, dat bij tijd en stond pauzeert in een gedicht, dat je doet stil staan, soms bouleverseert, soms troost, soms allebei. En hoewel je voelt in je buik hoe het zal eindigen, blijft het spannend tot het einde. Wat een debuut.
Ik weet niet goed waar te beginnen. Ik heb nog nooit door zo ver van de wereld te zijn en zo in personages te kruipen tegelijkertijd mijlenver van en vlakbij mezelf gestaan als nu. Tosca is echt zo’n boek dat onder je huid kruipt en je doet nadenken over jezelf, maar Maud Vanhauwaert slaagt er toch in dat op een niet té confronterende manier te doen. Het is een hard verhaal, maar het is met momenten zo zacht en poëtisch geschreven dat je het alsnog verslindt. Ik heb er enorm van genoten en zat aan elke pagina gekluisterd.
Geweldige debuutroman van een van mijn favoriete dichters dus!
Een zeer goed debuut! Het lastige zwijgen van één van de personages kroop onaangenaam onder mijn huid, waardoor het niet altijd ontspannen lezen was voor me: ik voelde me steeds kregeliger worden naarmate de druk verhoogde - hierdoor las ik ook minder vaak dan normaal. Tegelijk is die druk natuurlijk een sterkte in het verhaal. Het einde maakte heel veel goed op dat vlak: het gaf me veel leuke gedachten over verhalen, personages, realiteit, fictie, versies...
Je moet het gewoon lezen, dan wijzen die 4 sterren zich vanzelf. Heel spannend, psychologisch. En kunnen we het even hebben over hoe die vormgeving samenvalt met de inhoud, love dat.
Pffff kweeni, misschien had ik er te veel van verwacht. Ik denk dat mijn grootste probleem met dit boek was dat letterlijk elk personage pittig irritant was. Soms wou ik die grieten echt een klets geven en roep 'get a grip'. Mijn grootste vraag (waarom het boek tosca heet) is uiteindelijk in de laatste 20 pagina's toch beantwoord. Het is iets zeker? Over het algemeen bleef ik achter met een gevoel van 'meh'.
Zo mooi. Het begint als een eenzijdig rechtlijnig verhaal en eindigt in 100 laagjes die mij versteld achterlieten bij het sluiten van het boek. Lang geleden dat ik zo genoten heb van een boek.
Gisteren, toen ik het boek net uit had, gaf ik twee sterren. Uit teleurstelling denk ik. Omdat ik de hoofdpersonages allebei vooral vermoeiend en irritant vond en ik nooit echt met ze mee kon voelen. En omdat Aline al heel snel zó ongeloofwaardig was. Omdat, steeds als het verhaal een interessante wending leek te nemen, die wending tóch ineens niet zo verrassend bleek te zijn, maar juist (weer) voorspelbaar. Een lesbisch stel met een kinderwens, een beschadigd jong meisje dat altijd haar jas aanhoudt en haar muts op, nieuw leven bij de één op hetzelfde moment dat de dood bij de ander dreigt toe te slaan, en dan ook nog zo'n nare aanranding met een voorwerp, nee, ik had gehoopt op iets anders. Maar.. veel van de gedichten die tussen het verhaal staan, vond ik wel heel mooi (en nog iets mooier toen ik ze vanmorgen teruglas). De kaft is mooi. Het taalgebruik af en toe ook. Drie sterren, geen twee.
Zo blij dat ik dit boek uit heb. Ik had erg hoge verwachtingen door mensen die het boek vergeleken met Het Smelt en De avond is ongemak (twee parels), maar als je dit boek vergelijkt met die twee, dan sla je de plank volledig mis.
Het boek is geschreven in briefvorm. Vond ik in het begin leuk en origineel, maar welke briefontvanger wil een brief lezen van 243 pagina’s waar zo veel onnodige dingen worden aangehaald en die telkens uitentreuren worden beschreven??? Hoe ze haar kat in huis heeft gehaald, random herinneringen aan vroeger die weinig tot niks toevoegen aan het verhaal, dat ze een flatgenoot probeert te ontwijken omdat hij te veel praat… Zo vermoeiend. En dan het metafoorgebruik. Kwam op mij over als interessant knutselen met taal, maar pakte me niet.
De hoofdpersoon May maakt amper ontwikkeling door. Rent maar een beetje achter Aline aan en probeert haar redder te zijn. Ik vond het ook erg ongeloofwaardig. Wie gaat er nou op een mailtje in waarin een voor de hoofdpersoon onbekende tiener cryptisch schrijft dat ze binnenkort uit het leven stapt? En dan beschrijf ik het hier nog te expliciet. Waarom ontwikkelt de hoofdpersoon een redderssyndroom voor een meid die amper praat en dus amper iets loslaat? Moet voor de lezer spanning en nieuwsgierigheid opwekken, maar zorgt samen met die onnodige beschrijvingen voor een langdradig en vermoeiend verhaal. Waarom vertelt May aan Aline dat ze elke dinsdag tussen 15-16 uur een koffietje drinkt bij BarBaar (wat vervolgens weer uitgebreid beschreven wordt waarom ze dit doet en hoe dit is ontstaan en dat de eigenaar precies weet wat ze wil drinken, blablabla)? Zo naïef. Je wordt als lezer niet uitgedaagd.
Nou, die twee komen dus in een psychologische dans met elkaar, waarbij Aline mysterieus moet zijn en gedurende het verhaal laat ze wat shocking dingen los. Het pakte me niet. Vond het irritant. Ongeloofwaardig. De gedichten random in de hoofdstukken vond ik in het begin tof, maar al snel begon ook dat me te irriteren. Het haalde de vaart uit het lezen.
Vroeg me ook af waar het verhaal naartoe ging. Gelukkig was er in de laatste 10 bladzijdes nog iets van een interessante plottwist. Dat + het feit dat May lesbisch is, maakt dat ik twee sterren geef. Echt jammer dat dit geen boek voor mij is, want ik had wel weer zin in een boek dat vergelijkbaar is met Het smelt en De avond is ongemak.
Wat heb ik me VERSCHRIKKELIJK geërgerd aan dit boek en tegelijkertijd kon ik het niet loslaten (mede door Siems belofte dat het het waard was) Ik heb het wel 20 keer weggelegd door mijn frustratie over de personages. Ik ben nog nooit zo snel gewisseld tussen een gevoel van liefde en haat in één boek, überhaupt is het lastig om mij echt woedend te krijgen dus daarvoor is het al een uniek verhaal. Conclusie: het was het waard, het was prachtig en afschuwelijk en heerlijk. Maar -1 ster voor de grijze haren die ik er aan over heb gehouden.