Scheepsbouwer Berend Bepol is een tevreden man als hij aan het begin van de twintigste eeuw zijn scheepswerf bij Wirdum, aan het Groninger Damsterdiep, overziet. Ruim tien jaar later is de situatie echter veranderd. De welvaart, die geen einde leek te hebben, is verdwenen, zijn dochter Ilse is nog steeds ongehuwd en wie hem moet opvolgen is een groot raadsel. Uiteindelijk weet hij zijn meesterknecht Niesten aan zijn dochter te binden en daarmee heeft hij tegelijk het voortbestaan van de werf veiliggesteld. Maar de altijd zwijgende Niesten wordt voor Bepol een obsessie, zeker als die ook nog een spectaculaire order uit Duitsland in de wacht weet te slepen. De helse obsessie leidt tot een even magistraal als fataal hoogtepunt, zoals alleen Rosenboom dat weet op te wekken.
Thomas Rosenboom is a Dutch writer of novels and short stories,. He studied Psychology for 3 years, did not finish but switched to studying Dutch in Amsterdam. His first book was published in 1983 and contains 3 short stories. He's the only writer to have won the Libris Literatuur Prijs twice (for Gewassen Vlees in 1995 and for Publieke Werken in 2000).
Olie B. Bommel maar dan zonder Tom Poes, daar doet dit verhaal wat aan denken. Dat kan alleen maar verkeerd aflopen. Berend Bepol, scheepswerf-eigenaar en filantroop en prachtig neergezet als tenenkrommend prater zonder te luisteren. Vanuit zijn perspectief is het hele verhaal geschreven. Tegenspeler is de nieuwe man Niesten, eerste voorman, getrouwd met de dochter en beoogd opvolger. Maar door het zelfvergenoegzame perspectief vanuit Brepol krijg je heel erg weinig mee van de andere karakters, alleen hoe hij er zelf tegenaan kijkt. Die toenemende benauwdheid vreet aan je als lezer. Allerlei scenario’s van afloop schieten door je heen, zoals dat ook bij Bepol het geval is. Het einde is toch nog onvoorzien. Hoge 3.
Je kijk mee in het hoofd van Bepol, een schepenbouwer in oost Groningen begin van de 20e eeuw. Heel goed geschreven, ik dacht als lezer: man doe het niet en houd op! De beschrijvingen van de techniek van de scheepsbouw vond ik langdradig en daar heb ik schuin doorheen gelezen. Ik lees t boek voor m’n leesclub en ben benieuwd wat de rest ervan vond.
Een erg goed geschreven boek, je voelt nagelbijtend mee met Bepol's wanhopige pogingen om een relatie te vormen met Niesten. 'De nieuwe man' is een roman waarin hartelijke opdringerigheid, het onophoudelijk observeren van de ander en de geslotenheid van het podium een benauwend verbond aangaan. Het is een tragedie in de beste traditie van de klucht, een verhaal van schaamte, vriendschap en verlangen.
“Maar voor hij naar buiten keek begroette Bepol uit pure vriendelijkheid altijd eerst even zijn volle, door voorspoed en tevredenheid getekende gezicht in de spiegel boven het planchet – hij was al jaren achter elkaar tevreden, zijn tevredenheid had zich op den duur in hem verstokt van een stemming tot een karaktereigenschap, een gelaatstrek en een principe: hij geloofde in tevredenheid, zoals hij ook in de toekomst geloofde - …”
Vanuit het perspectief van Berend Bepol is De nieuwe man geschreven. Het is 1912. Bepol is rond de zestig en eigenaar van een werf aan het Damsterdiep, tussen Groningen en Delfzijl. Maar sinds de opening van het Eemskanaal is het Damsterdiep eigenlijk overbodig geworden. Geen toeval natuurlijk dat Rosenboom de werf juist daar situeert! Hoewel Bepol een tevreden man is, moet hij nog twee zaken regelen in zijn leven. Een huwelijk voor zijn dochter Ilse en de opvolging.
Bepol is een typisch Rosenboom karakter. Een karikatuur eigenlijk. Bemoeizuchtig. Hoogmoedig. Overmoedig. Jaloers. Voortdurend denk je als lezer: hou op! stop hier mee! Af en toe overviel mij plaatsvervangende schaamte. En zijn vrouw Agaath en dochter Ilse hebben er al net zoveel moeite mee (dat voel je want ze zwijgen vooral). Maar gelukkig valt er zoals altijd bij Rosenboom weer genoeg te gniffelen!
Dit was voor mij een herlezing. De nieuwe man is niet het meesterwerk dat Publieke werken is maar wel een waardig opvolger. Bij Rosenboom denk ik altijd: vakmanschap! Gestaag voert hij de spanning op. Als een ballon die langzaam wordt opgeblazen. Telkens even kijken. Kan ik nog een keer blazen, ja hoor! Ook de manier waarop hij zich heeft verdiept in de scheepsbouw een eeuw geleden en dat verwerkt in het verhaal. Niet alleen de techniek van toen. Ook de marktontwikkelingen. Het jargon.
Tot slot nog een beeldspraak, iets waar Bepol zich graag van bedient!
“Ik zeg wel eens: als het socialisme een plant is, dan een woestijnplant, die floreert in gebrek, maar bij tevredenheid onmiddellijk verwelkt.”
Rosenboom kan schrijven, laat daar geen twijfel over bestaan. Hij maakt elk onderwerp met zijn pen, zijn taal boeiend, je blijft lezen. Maar inhoudelijk is het erg langdradig: de technische beschrijvingen van scheepsbouw zijn zo gedetailleerd en uitgesponnen dat het het verhaal sterk afremt. De hoofdfiguur Bepol is ook een doorslag van de protagonisten van ‘Publieke werken’: mensen die afwisselend zichzelf met wishful thinking voor de gek houden en dan weer zichzelf panisch gek piekeren. Bepols gedachtenstroom is eindeloos, tot ver voorbij ons geduld, tot almaar groeiende irritatie & verveling.
Berend Bepol is de eigenaar van een werf voor de kustvaart in noord Groningen. Hij is de enigszins corpulente zestiger die gesteld is op fanfare. Hij is trots, niet bijzonder empathisch, en merkt niet dat zijn collega scheepsbouwers hem maar een rare snuiter vinden, "als een eik in een weiland". Bepol is eigenlijk geen natuurlijk leider, en het verhaal komt dan ook pas los wanneer hij zijn meesterknecht, de ondoorgrondelijke en immer pruimtabak kauwende Niesten, die die kwaliteiten wel heeft, niet alleen laat trouwen met zijn dochter, maar ook compaan maakt van zijn eerder wegbezuinigde bedrijf. De pogingen van Bepol om bij Niesten in de gunst te komen zijn ronduit wanstaltig, en dat terwijl de laatste zelden belangstelling toont: "zonder te bewegen bleef Niesten voor zich uitkijken" staat er in een paragraaf, maar is eigenlijk gedurende het hele verhaal van toepassing. De twee zijn tegenpolen maar tegen wil en dank met elkaar verbonden, zoals een linkerhand en een rechterhand. De enige twee vrouwen in het verhaal, Agaat en Ilse, zien zich voordurend in verlegenheid gebracht door hun stuntelige echtgenoot/vader. De zonder meer kunstige beeldspraak in het boek zet vaak techniek en natuur tegenover elkaar. Het grijs van een schip is als het grijs van een wilgenhaag, etc. In hoofdstuk 6 wordt gerefereerd aan het 4 jaar eerder uitgekomen boek Publieke Werken van dezelfde schrijver. Zoals het Nederlandse literatuur betaamt is de omgeving desolaat, het weer meestal somber, de karakters van de personages verknipt. Hierdoor ontbeert het werk een zekere zwierigheid. Dit is misschien wel de meest Rosenboomse roman: de hoofdpersoon is een tragische figuur die in zijn handelen wordt geleid door een opdracht, in al zijn boeken komen boten voor en de titel is een combinatie van een bijvoeglijk naamwoord met een zelfstandig naamwoord.
From the beginning this book gripped me with it's dark suspense and sense of impending doom even while describing the calm contented life and peaceful surroundings of rural Groningen where it takes place. Story about Bepol, the owner of a small failing shipyard in provincial Groningen during the recession that followed the First World War. Peacefully content with what he has achieved in life and intent on providing a secure life for his daughter Ilse, as well as finding a worthy succesor for his business, he offers her hand in marriage to his best worker Niesten. Niesten is a mysterious figure, a taciturn, strong, hard working man who often disappears to Germany for weeks on end. Bepol, is strangely attracted to Niesten, because he is everything Bepol himself is not. When Niesten wants to make his mark in the business, acquiring a big order from Germany to build an advanced sea tugboat, Bepol's emotions become a complicated mix of hurt, obsessive admiration and jealousy. These emotions and obsessive imaginings cause Bepol to make a simple decision that will lead to ultimate disaster.
In 2003 gaf ik dit boek cadeau aan een dame tijdens een wandeling van Loppersum naar Uithuizen. Wirdum zagen we in de verte liggen. Wirdum had toch al iets bekend, want mijn oma werd er geboren en groeide er op. Zij woonde niet langs het Damsterdiep, maar op de wierde. Dat deel van het dorp komt niet in het boek voor. De nieuwe man is een boek met herkenning. Het landschap, de plaatsnamen, de namen van de scheepsbouwers. Alles heeft bestaan. Behalve het bedrijf van Berend Bepol dan. Er was wel een scheepsbouwer Arend Apol in Wirdum (!). Ook herkenbaar is de Groningse zwijgzaamheid van Niesten. De historische context klopt ook. Het verhaal is verder typisch Rosenboom. Moeilijke karakters die belanden in een van kwaad tot erger show. Ik ben niet de grootste fan van dit soort verhaallijnen. Die zag ik ook terug in Gewassen vlees en in Publieke werken. Daarom 3 sterren voor het verhaal. De vierde ster is voor Wirdum en voor de dame die ik het boek ooit gaf. Drie week na de wandeling kregen we een relatie die 15 jaar standhield tot zij door ziekte moest overlijden.
Hoe ga je om met iemand die niet praat maar doet, waarvan je niet weet wat er zich in zijn hoofd afspeelt? Hoe ga je om met een man die meer hecht aan vormelijkheid, waardering en zichzelf zeer serieus neemt? De eerste de nieuwe man, de tweede de oude baas. Rosenboom gaat soms wel wat ver in het wat, als, dan gefilosofeer van Bepol en soms zijn de uitgesponnen beschrijving van de werkzaamheden ook net iets van het goed teveel. Maar het blijft een interessant en zeer lezenswaardig boek. Ik heb het in twee fases gelezen eesrtzes hoofdstukken in Maart en de rest vandaag. Toch kon ik de draad zo weer oppakken.
Een mooi historisch verhaal, spelend in een trage tijd waarin zeer gebrekkig werd gecommuniceerd. Ik denk dat Rosenboom zich zeer heeft verdiept in het vak van de scheepsbouw 100 jaar geleden en het knap heeft geschreven maar hij heeft deze thema’s - traagheid, scheepstechniek en gebrek aan communicatie - zo opgeblazen dat het voor mij een tamelijk onleesbaar boek is geworden.
Bijzonder verhaal. Mooie karakterschets van scheepsbouwer Bepol met fijnzinnig geschetste waanzin - herkenbaar én absurd. Daarnaast een schrijfstijl gekenmerkt door prachtige beeldspraak en oog voor alle zintuigen.
Zorgvuldig geschreven verhaal over de strijd tussen de schoonvader en schoonzoon van een scheepswerf in wirdum aan het Damsterdiep. Heel langzaam wordt de spanning opgebouwd. Ongelooflijk hoe Rosenboom de technische kant van het bouwen van een schip in de jaren '20 beschrijft.
Rosenboom heeft zich een enorme hoeveelheid kennis eigengemaakt over scheepsbouw, de sfeer en economie in het Groningen van de eerste decennia van de vorige eeuw. Een onverwacht onderwerp, goed uitgewerkt met verdieping in de karakters.
was helemaal vergeten dat ik deze had gelezen. Als ik niet meer boeken had om te lezen zou ik opnieuw beginnen want het is erg goed, Rosenboom maakt de personages klein maar zorgt er gelukkig ook voor dat het verhaal niet simplistisch (verre van zelfs) wordt.
Enorm genoten. Misschien zelfs nog wel mooier dan Publieke werken. Thomas Rosenboom grijpt je bij je lurven en laat je niet meer los tot je het uit hebt.
In eerste instantie kon dit boek mij niet echt boeien. Ik bleef erin hangen. Bij een 3de poging om het te lezen kwam ik echter over het dode punt en werd het verhaal zodanig dat ik toch wel wilde weten hoe het afloopt. Het verhaal gaat over scheepsbouwer Bepol, een vooruitstrevend en sociaal voelend mens. Zijn bedrijf ligt aan het Damsterdiep, dat door de komst van het Eemskanaal een kwijnend bestaan leidt. Ilse, de dochter van Bepol, trouwt met Niesten, de meesterknecht van het bedrijf. Bepol denkt op die manier de toekomst van zijn bedrijf veilig gesteld te hebben. De verhouding tussen Bepol en Niesten wordt echter steeds stroever en langzamerhand wordt Niesten een obsessie voor Bepol. De altijd zwijgende Niesten weet vanuit Duitsland een grote order binnen te halen, kan voor de bouw van dit schip echter geen gebruik kan maken van de helling, omdat Bepol daar met een reparatie bezig is. Niesten moet uitwijken naar een naastliggend weiland. Dit blijkt uiteindelijke fatale gevolgen te hebben.
Met een poëtisch proza passend bij die tijd beschrijft Rosenboom de afgang van de ooit florerende scheepswerf, de obsessie van de eigenaar met zijn meesterknecht, en zijn verlies van de werkelijkheid en zijn verstand. De stroperigheid in het begin veranderde in iets wat misschien zelfs spanning mag heten, want hoe zal het lot eindigen van de Seewolf, Niesten, en boven alles, Bepol?