Frida’s excentrieke vader is niet geschikt voor de rol van vader en ook niet voor die van gevangenisdirecteur. Hij drinkt en rookt te veel, neemt zijn dochter mee uit stelen, geeft haar zelfverdedigingslessen met echte wapens en voelt meer affiniteit met de gedetineerden in de koepel dan met zijn collega’s bij Justitie. Als het evenwicht in huis wordt verstoord door een noodlottig ongeluk, begint de gevangenis een steeds grotere rol in het gezinsleven te spelen.
Jaren later vraagt Frida zich af in hoeverre de koepel haar leven heeft bepaald. Je kan het kind uit de gevangenis halen, maar hoe haal je de gevangenis uit het kind?
Maria Kager (Amsterdam, 1978) is schrijver en literatuurwetenschapper. Ze groeide op in Haarlem, promoveerde in de literatuurwetenschappen aan Rutgers University in de VS, en woont in Amsterdam. Haar werk verscheen in onder meer Tirade, De Gids, Hard//Hoofd, en De Groene Amsterdammer.
Erg plezierige roman vol humor en gekke personages. Ster van het boek is Frida's vader, Timofey Wolf, die directeur is van de Haarlemse Koepelgevangenis. Hij is hypochondrisch, kleptomaan en willekeurig empathisch. De laatste twee hoofstukken is Frida (redelijk) volwassen en haar vader is weg en dan mis ik die gekkigheid. Dan voelt het toch weer aan als een standaard semi autobiografische millennialroman (van een net-niet-millennial).
Mijn vader deed de kruimeldief weer aan. Het ding hoestte, hikte en kotste een stroompje zand uit. Toen hield hij ermee op. 'Hij geeft de geest,' zei mijn moeder. 'Hij bijt in het stof.' 'Wat moet ik nou?' Hij keek zo inbedroefd naar de dode kruimeldief dat het leek alsof hij een dierbare had verloren. 'Gewoon,' zei mijn moeder. 'Een nieuwe kopen.' 'Zou er garantie op zitten?' 'Niet als het je eigen schuld is dat hij het niet meer doet. Je hebt hem niet de juiste voeding gegeven. Het is een kruimeldief, hij moet kruimels eten. Je hebt hem metselwerk, bouwstof, verpulverde specie gevoerd.' 'Wij weten niet zeker,' zei mijn vader, 'of dat de oorzaak ik geweest. Het kan ook ergens anders door komen. Een defect. Een aanlegfout.' 'Directeur T. Wolf,' zei mijn moeder, 'kon nog niet meedelen hoe de kruimeldief aan zijn einde was gekomen.' 'Zeg,' hij wees met de dode dief in mijn moeders richting, 'wil je hier geen grapjes over maken, alsjeblieft.' (75)
'Wie doet, is,' zegt ze. Maar ze zegt ook: 'Mijn nuttigheidsdrang lijkt misschien een deugd; het is een aandoening.'
Leest als een trein, laat ik daar mee beginnen. De ouders van Frida zijn bijzonder geestig; de schrijver zet de personages goed neer. Vaak gelachen om de neurose van de vader in het boek (stukje herkenbaarheid ook, oké). De verwijzingen naar de wereldliteratuur waren soms een beetje too much voor mij. Dan hoort het niet meer natuurlijk bij de personages, maar is het meer een gimmick van de schrijver. Vond het halverwege ook wat neigen naar het genre coming of age. Muah. Onderaan de streep wel een dikke voldoende. 3.5 ster; naar boven afgerond. Zo ben ik.
“Maar, had mevrouw Palézis gevraagd, welke van uw vijgen is overleden? Ik heb er maar één, zei mijn grootmoeder. O, zei ze toen, nee, nee! ‘Ma figue, pas ma fille!’ Madame Palézis had haar verkeerd verstaan.”
Dat laatste zinnetje spookte de hele roman nog door mijn hoofd. Ik word als lezer niet graag onderschat. Het was een vermakelijk boek en ik heb gegrinnikt - heus een voldoende, maar we moeten niet te genereus zijn met de sterretjes. Joe joe.
Ik heb heel erg genoten van en veel gevoeld bij dit boek. Als ik het opende, waande ik me een 8-jarig meisje en ervaarde ik de wereld door haar ogen; ik hoorde wat zij hoorde, zag wat zij zag, lachte als zij lachte en soms als ze schrok, voelde wat zij voelde, haar ouders zo echt dat ik bijna vergat dat het niet de mijne waren, en mijn naam niet echt Frida. In het begin van het boek zijn er verschillende ‘soorten’ hoofdstukken, wat ik heel intrigerend vond en misschien wel nog opvallender vind ik de breuken in bijvoorbeeld het perspectief eenmalig gebeuren, en later niet meer. Waarom zou dat zijn? Daar moet ik nog even op broeden. Breder gezien wil ik sowieso nog een beetje nadenken over waar dit boek over ging. In een recensie las ik dat er misschien geen overkoepelend (! pun intended !) ‘verhaal’ is in dit boek, maar dat vind ik niet; op zijn allerminst gaat over Frida’s opvoeding, die eigenlijk van korte duur is omdat ze beide ouders op jonge leeftijd verliest (een als kind, de ander als jongvolwassene). In die zin snap ik ook wel dat het gros van boek (en dus haar opvoeding) gericht is op haar vroege jeugd, en wat minder op de rest. Naarmate ze ouder wordt, versnelt het boek en verander ook de toon of vorm van de verteller van het verhaal, ze stapt als wat ware vanachter het gordijn tevoorschijn, de grens tussen fictie en autobiografie vervaagt daarmee.
Buitengewoon geslaagd boek. “Je zou er niks van krijgen als je eens een boek zou lezen, kind”, wil ik ook zeggen tegen m’n schoolkinders - die dit boek overigens ook zouden waarderen, en dat bedoel ik als een groot compliment aan de schrijver.
Dit boek heeft me verrast! Wat een karikaturen zitten er in dit verhaal, de gekke vader Timofey en zijn zus Zeta worden zo treffend beschreven dat ik vaak hardop moest grinniken. Maar naast die komische beschrijvingen vraag je je continu af hoe het hoofdpersonage heeft moeten dealen met zulke ouders (vooral de vader) als jong meisje. Er zitten veel scènes in die ik erg kon waarderen: o.a. het schreeuwmeisje, opzoek naar een verborgen tunnel voor haar spreekbeurt, de eksters in de tuin en wanneer Frida om loonsverhoging gaat vragen op haar werk.
Kleine kanttekening voor mij is dat sommige onderwerpen iets te snel afgehandeld werden of onbesproken bleven: het overlijden van de moeder, de ziekte van Frida’s vader, haar relatie en kinderen waar je nauwelijks iets over te weten krijgt. Er had voor mij nog wat meer emotionele diepgang in het verhaal mogen zitten, dan had ik zeer waarschijnlijk een traantje weggepinkt om de schrijnende situatie van Frida.
De eerste twee delen vond ik trouwens sterker dan de laatste twee delen, al zit er in het laatste hoofdstuk wel weer een mooie spanningsboog in de gevangenis. Want wat heeft Frida nou daadwerkelijk meegemaakt en wat van haar jeugd, op deze bijzondere plek omringd door bijzondere mensen, heeft ze zich ingebeeld?
Wat een heerlijk exentrieke personages! ‘Heb je wel eens een normaal mens ontmoet?’ vroeg je vader. ‘En, gelachen?’ Ik heb vaak gelachen om vooral de abnormale vader, maar ook de moeder, Almidano en Frida zelf. (Te?) Luchtig wordt er geschreven over een behoorlijk traumatische jeugd en er worden interessante vragen gesteld over wie de criminelen in het leven zijn, of we niet allemaal gevangen zitten, wat waar is van onze herinneringen? Ik vond het heerlijk lezen, tot de laatste hoofdstukken… die leken ineens afgeraffeld, er kwamen te grote tijdsprongen ten opzichte van het gedetailleerde begin en er moest blijkbaar een eind aan gebreid, maar hoe? Ach, al met al vond ik het toch een fijne leeservaring, waar ik ook nog eens wat van opstak!
3,5 De beschrijving van de gebeurtenissen in haar jeugd zijn soms schrijnend, soms hilarisch, soms allebei. Het boek als geheel overtuigt me minder. De stijl hier en daar te opsommend en de keuze van de periodes voelen wat arbitrair.
Alternatieve titel: het opgroeien van Frida Wolf met haar onconventionele, intellectuele en kleptomane vader. Lachen, ook met ongemakkelijke situaties, nadenken over wat vrijheid is terwijl je naast een gevangenis woont. De voetnoten over gevangenis-architectuur mochten wat beknopter voor mij.
Tijdens het lezen van dit boek voelde ik veel in de onderstroom, zonder dat het een vervelend of zielig verhaal werd. Ik kreeg veel empathie voor de hoofdpersoon, misschien nog meer voor de gevangenisdirecteur. En heel fijn hoe zo'n spannend gebouw onderdeel kan zijn van een verhaal, alsof het zelf ook een hoofdpersoon is. Daar wil ik meer van!
Als meisje uit Haarlem schaterde ik om deze roman, die sterke gelijkenissen vertoont met de laconieke, geestige verteltrant van Nicolien Mizee. Beiden schrijven heel goed over familie, en ik citeer Kellendonk nog maar eens: ‘Het was altijd gezellig in de familie, ondanks de schijn van het tegendeel.’ De roman kent wel wat vormelijke gebreken: elk hoofdstuk an sich is goed geschreven, maar de hoofdstukken passen eigenlijk slecht bij elkaar. Toch maakte mij dat als lezer niks uit, ik wilde gewoon graag verderlezen.
Een bildungsroman zoals een bildungsroman er één hoort te zijn. Ik blijf alleen achter met één vraag - of ik ben te dom om de symboliek door te hebben, kan ook - WAT IS HET TIKKEN NU???
Het grootste deel van dit boek dacht ik: vier sterren, maar de laatste twee hoofdstukken hadden van mij niet echt gehoeven. Ik merkte dat ik niet echt meer de behoefte voelde om het uit te lezen. Verder was het erg geestig, en tegelijkertijd vaak ontroerend. De bijzondere band tussen vader en dochter was zowel hilarisch als wonderlijk en soms verdrietig.
Gelezen met de boekenclub. Ik heb wel genoten van dit verhaal, maar niet op een heel uitzonderlijke manier. Er waren stukjes waar ik om kon lachen en ik vroeg me af of het metafoor rondom de tikkende gedetineerden voor een groter thema zou kunnen staan (hoeveel van onze herinneringen zijn ‘echt’?). De laatste hoofdstukken waren wat overbodig. Ik ben denk ik ook 30% van dit boek vergeten omdat ik koorts had toen ik het las haha.
Het voelde alsof ik een kind was terwijl ik het las en ik denk door een goed kindperspectief maar ook omdat het een goede hoeveelheid luchtigheid heeft en door-encyclopedie-bladergevoel
De personages in dit boek waren echt ontzettend sterk en heb ik veel om moeten gniffelen (met name Timofey en Zeta). De laatste twee hoofdstukken hadden meer potentie naar mijn mening. Mexico: onnodig. De herinneringen-theorie: mhaw. Liever meer antwoord op de vraag wat de opvoeding met Frida heeft gedaan.
This entire review has been hidden because of spoilers.