Maarten Rietgans streeft naar het allerhoogste. Hij moet meer presteren dan zijn omgeving, anders gaat hij, de meest schuchtere mens van Zeeland, ten onder.
Na het overlijden van zijn moeder ontvlucht hij het Zeeuwse platteland. Hij meldt zich als leerling-verpleegkundige bij een Rotterdams ziekenhuis, en slaagt daar glansrijk – maar neemt dan ontslag omdat hij zich niet geliefd voelt bij zijn collega’s en bij elke vorm van erkenning vlucht. Of hij nu als bankbediende, fotograaf, buschauffeur of meteropnemer werkt. Zijn vader, een kleine landbouwer, begrijpt er niets van. ‘Jongen, jongen, jongen, jongen.’ Waarom houdt Maarten nooit iets vol?
In de liefde gaat het hem al niet beter af. Hoewel hij wekelijks reacties krijgt op zijn veelvuldig geplaatste contactadvertenties, keurt hij het overgrote deel van de vrouwen bij voorbaat af – een enkele spelfout kan al fataal zijn voor een toekomstige ontmoeting.
Zijn zoektocht naar werk, een vrouw, een groots en meeslepend leven én een rustig bestaan is afwisselend ontroerend, aandoenlijk en komisch. Net als vader Rietgans schudde wij het hoofd: ‘Jongen, jongen, jongen, jongen.’ Maar als geboeide lezers, altijd met een glimlach.
Rinus Spruit (Nieuwdorp, 1946) behaalde een groot succes met zijn debuutroman De rietdekker (Cossee 2009). De Duitse vertaling verscheen onder de titel Der Strom, der uns trägt en ontving ook daar lovende recensies. In het voorjaar van 2011 bracht theatergroep Zeelandia een toneelbewerking op de planken met Bram Kwekkeboom in de hoofdrol. In het najaar ging het stuk in reprise. Spruit won enkele prijzen met zijn korte verhalen. Eerder werkte hij als verpleegkundige en journalist. Hij is ook fotograaf. In 2013 verscheen zijn tweede roman Een dag om aan de balk te spijkeren. In september 2019 verscheen De wonderdokter, naar het dagboek van de Zeeuwse plattelandsarts Albert Willem van Renterghem. In 2021 verscheen zijn nieuwe roman De verlossing van Jacob Smallegange, die genomineerd werd voor de Libris Literatuurprijs van 2022. In 2025 wordt zijn nieuwste roman, Valavond van een nestblijver, uitgegeven.
Precies de soort roman waar ik even aan toe was: een rechtlijnig, pretentieloos streekverhaal over de relatie van een schuchtere Zeeuwse boerenjongen met z'n bonkige plattelandsvader. Vader Rietgans is ervan overtuigd dat een man zijn akker na moet laten als het testament na een leven vol hard werken en nageslacht krijgen. Zoon Maarten is het ruwe plattelandsbestaan ontgroeid omdat hij net wat slimmer en talentvoller is dan de mensen in zijn nabije omgeving. De boerenzoon wordt echter geplaagd door een hinderlijk minderwaardigheidscomplex, dat hij probeert te compenseren met het soort perfectionisme waar vooral besluiteloosheid en zelftwijfel uit voortkomt. Het gevolg is een dolend bestaan langs verschillende Nederlandse steden vol tijdelijke werkcontracten, periodes van werkloosheid en een vermoeiende uitputtingsslag om de geschikte levenspartner te vinden. Rinus Spruit tekent de autobiografisch aandoende geschiedenis op met rustig voortkabbelende sfeerschetsen in eenvoudig en toegankelijk Nederlands. Bijzonder of opzienbarend is het niet, maar ondanks (of dankzij?) de nederige opzet weet het me te raken als een tedere familiegeschiedenis over volwassen worden en sterfelijkheid.