Jip heeft een opdracht van school voor de teken een zelfportret. Dat zou simpel moeten zijn voor iemand die zo goed kan tekenen. Toch blijven Jips gedachten maar afdwalen. Naar de nieuwe jongen in de klas, naar meikevers en vuurvliegjes, naar het feest komende vrijdag, en vooral naar de jongen die Jips wereld voor eens en voor altijd Oever.
Dit boek gaf zo mooi woorden (en beelden) aan de zoektocht naar mezelf als queer-persoon. En dat ik die herkenning dan vind in een Nederlandse jeugdroman, laat het nog meer voelen als een knuffel voor mijn jongere ik.
Ik heb me tijdens het lezen wel eens afgevraagd of dit voor jonge lezers net zo zal aanspreken als voor (jong)volwassenen; of het niet soms té introspectief en figuurlijk is. Maar tegelijkertijd voelt die poëtische schrijfstijl wel echt als een deel van Jip, een fantasierijk persoon die op lome, eenzame vakantiedagen betekenis zoekt in de wereld om zich heen.
Het vult mijn hart met zoveel hoop en liefde dat dit boek bestaat en door de nieuwe generatie gelezen wordt. Niet alleen om wat het voor queer jongeren kan betekenen, maar ook omdat het zoveel zachtaardigheid en aandacht voor het kleine uitstraalt.
Jip, de ik-figuur uit Ludwig Volbeda's prozadebuut, heeft drie talenten: blozen, fronsen en tekenen. Ondanks deze talenten, worstelt Jip in de meivakantie met het (vooral niet) maken van een zelfportret voor school. Ook is Jip smoorverliefd op een nieuwe jongen uit de klas: aan hem schrijft Jip niet verstuurde brieven. En dan is er nog Oever, een jongen die Jip al twee jaar niet meer heeft gezien én in wie Jip voor het eerst een jongen zag. Jip schrijft dan niet te weten of hij de jongen wil leren kennen óf hem juist wil zijn.
Oever is een poëtisch, authentiek en persoonlijk verhaal over de kwetsbare gedachten, observaties en gevoelens van een queer-jongere. Een beeldend boek dat dicht op de huid gaat zitten en op tedere wijze imponeert.
We spreken uitgebreid met illustrator Ludwig Volbeda over zijn prozadebuut in aflevering 114 van De Grote Vriendelijke Podcast. Luister nu via Spotify, je podcastapp of https://degrotevriendelijkepodcast.nl...
Wat een bijzonder verhaal, puur en poëtisch. Om stil van te genieten of te huilen en om zeker nog eens te gaan lezen.
"Ik denk niet dat ik eenzaam ben, maar helemaal zeker weet ik het niet."
"Er blijft altijd iets over. Een dingetje dat zich niet thuis laat brengen. Wat is het? Je houdt het dingetje tussen je vingertoppen, draait het opnieuw en opnieuw in je hand maar je weet niet waar je het laten moet. Het is een restje. Weet je wat ik dacht? Dat ik zo was. Zo'n restje. Want toen halverwege de basisschool opeens de jongens en de meisjes zich als vanzelf in groepjes splitsten, bleef ik over."
"Ik begrijp het als je me niet begrijpt. Ik begrijp het zelf ook niet. Maar ik weet het wel zonder het zelf te begrijpen. Dat het niet klopt. Als je zo moet zoeken naar leven."
Dat ik mezelf zo mag tegenkomen in een boek... Jips worstelingen met het maken van een zelfportret voelden als een net te lang vastgehouden blik in het spiegelende water van een plas. Vervormend, ontroerend, stilmakend.
--- 'Oever' is er... 🪲 Het jeugdromandebuut van de geweldige Ludwig Volbeda, die je tot u toe kent van zijn prijswinnende prachtillustraties voor bijvoorbeeld 'Hele Verhalen voor een Halve Soldaat'. Ludwig schreef dit aandoenlijke, tegelijkertijd grappige en enigszins aangrijpende verhaal vanuit het gezichtspunt van Jip, die uitermate goed kan tekenen maar compleet vastloopt op de tekenopdracht 'maak een zelfportret'.
Nergens is de schrijfstijl een trucje om medeleven of een bepaald gevoel op te wekken.
(Ik noem geen namen, maar ik merk dat ik me hieraan begin te ergeren bij middle grade en jeugdboeken van bepaalde Nederlandstalige 'goede auteurs': geef je hoofdpersoon een malle naam, knal er een bordkartonnen decortje omheen van vergezochte gebeurtenissen en lekker kekke dialogen in knalkorte oh zo knappe zinnen en je hebt een boek waar menig leerkracht op klaarkomt als 'rijke taal' - excusez les mots.)
Terug naar Volbeda. Want! De stem van Jip is puur, mooi naïef en zo authentiek als Ludwig zelf - en dat maakt het voor mij zo'n prachtboek. Langzaam ontvouwt de reden van het vastlopen op dat portret zich, en dat maakt het een boek dat ik in mijn hart kon sluiten. Het boek is niet perfect en probeert dat niet binnen bepaalde keurige kadertjes te zijn - het is eigen, warm en tevens een hartenkreet. En dat maakt het perfecter dan Volbeda het wellicht had kunnen bedenken. Een uiterst knap debuut, maar liever nog: wat een frisse nieuwe stem in het Nederlands kinder- en jeugdliteratuurlandschap. Ik wil meer! Niet van hetzelfde, maar van dit 'authentieke Ludwig Volbeda'.
Ik snap waarom dit boek zo goed beoordeeld wordt door iedereen want het is heel bijzonder. Echt.
Maar mensen, dit is wel echt een goed voorbeeld van een boek dat is geschreven met de hoop op een Gouden Griffel en dat bedoel ik niet als compliment. Ik bedoel dat dit een kinderboek voor volwassenen is en daar kan ik niks mee.
Wat een fantastisch boek. In het begin zaten nog even mijn eigen gedachten en gevoelens in de weg (wie is wie en wie wordt bedoeld met...) maar ik heb dit boek in een adem uitgelezen. Ik heb me verwonderd over gedachtekronkels van Jip, ik heb gehuild om het einde met jij en toen nog een keer gehuild en een scheef glimlachje gelachen bij het echte einde... Wat een geweldig geschreven boek.
Zo teder en troostend, een boek dat ik aan mijn jongere ik had willen geven. Ik hoop dat dit boek de juiste kinderen vindt <3 ben diep onder de indruk. Zo blij dat ik weer wat kan lezen nu mijn leven beetje stilstaat :)
“Weet je waar mijn schemerdromen meestal over gaan? Over hoe ik mezelf in problemen breng en hoe iemand anders mij vervolgens redt. Dromen over lekke fietsbanden, kopje-onder gaan in een meertje, insneeuwen na de les, struikelen en in een bosje cactussen terechtkomen. Als ik niet eerder al in een echte slaap val, kan ik soms aan het einde van het verhaal iemand zien staan wachten. Iemand die me zal optillen, de naaldjes uit mijn huid plukt, en me heen en weer wiegt. Ik wil het niet zelf doen.”
I want to become a school librarian just so I can gently place this book into the hands of every little queer kid who likes to draw by themselves and anyone who has ever felt different. It's a beautiful, touching story that feels perfectly young and relevant without being silly or patronising. Blown away.
Dat je mooi kunt tekenen én dan ook nog zo mooi kunt schrijven... Ik mag toch aannemen dat Oever een klassieker wordt onder de Nederlandstalige YA's. Wat een mooi hoofdpersonage is Jip. Liefde voor insecten, liefde voor taal, liefde voor mensen. Mensen in het algemeen 😉.
Dit debuut staat vol met de prachtigste zinnen en gedachten, waarvan ik er eentje citeer (en zeg nou zelf: dat smaakt naar meer!) Oever had dat ook, zo'n hoofd dat groter is aan de binnenkant dan aan de buitenkant.
Ludwig Volbeda ‘tekende’ met woorden een poëtisch en teder portret van de kwetsbare tiener Jip die worstelt met het maken van een zelfportret. Jip kan nochtans heel goed tekenen maar dat zelfportret lukt niet omdat Jip worstelt met identiteit en maatschappelijke labeling: Wie ben ik? Wie wil ik zijn? Hoe zien de anderen mij? Jip is een prachtpersonage, heeft een bijzondere kijk op de wereld en de beeldtaal die de auteur gebruikt om dit verhaal te vertellen, is puur genieten, zo mooi. Volbeda is illustrator maar met woorden kan hij zeker ook overweg, dit verhaal leest bijna als een lang gedicht. De heel korte hoofdstukken doen je door het boek uit vliegen maar dat wilde ik niet. Ik heb mezelf meermaals teruggefloten, afgeremd, stukjes opnieuw gelezen. Oever is echt een pareltje!
"Ik wilde dat er een teken was voor de restjes. Want als ik niet het enige restje ben, hoe kunnen wij elkaar dan herkennen? Misschien kunnen we een gaatje boren door de onbruikbare gummetjes en ze met de knoopjes zonder jas aan een touwtje rijgen en om onze nek dragen? Zodat we elkaar snel kunnen vinden, op school of in een winkelstraat? Zodat we naar elkaar toe kunnen rennen als we horen dat iemand aan ons vraagt of we jongens of meisjes zijn, zonder het antwoord te willen horen? Zodat we naast elkaar kunnen staan als we iemand, 'ik begrijp het niet' horen zeggen, en dat wij dan kunnen zeggen, 'maar ik wel'."
Heb heel hard gehuild om dit prachtige, poëtische kinderboek vol insecten en planten en tekeningen, wat ik cadeau kreeg van Sterre <3 Echt zo'n boek waarvan je wenst dat je het had kunnen lezen toen je zelf nog een kind was, een cadeautje aan je innerlijke kind.
Jip is een gevoelige tiener die zichzelf zoekt. Dit is een subtiel verhaal vol prachtige zinnen met kleine observaties en heerlijke metaforen. Het gaat over gewone tienerzaken zoals feestjes, verliefd zijn, ouders, alleen willen zijn en je anders voelen. Maar het is bijzonder mooi opgeschreven en getekend.
Met veel plezier las ik dit dagboek van Jip dat ongeveer een week beslaat. Jip schrijft aan een jij, fantaseert over de jij, en denkt terug aan Oever (wat ik in dit boek een fantastische naam voor een kind vind, waarschijnlijk had ik die naam in het echt aanstellerig gevonden). De titel Oever verwijst hier denk ik niet perse naar de vriend Oever die in het boek beschreven wordt, maar naar waar de scheiding tussen jongen en meisje precies begint en eindigt. Die vraag wie Jip nu precies is wordt prachtig beschreven, niet echt in taal voor een jongvolwassene, maar ach: ‘Stel je dit voor. Op een lome zondagmiddag pak je een rommelkom en kiep je die om op tafel. Er rollen wat dingetjes af, je raapt ze op, legt ze terug bij de rest en je begint de boel te sorteren. De pennen gaan naar het pennenbakje, de knoopjes leg je opzij en naai je eindelijk weer vast aan dat overhemd, de sleutelhanger die je als souvenir hebt gekocht maak je met een spijkertje vast aan de muur in de wc naast de vakantiefoto’s, het luciferdoosje gaat naar de keuken, de knikkers gooi je in een speelgoedton op zolder, etc. En dan? Er blijft altijd iets over. Een dingetje dat zich niet thuis laat brengen. Wat is het? Je houdt het dingetje tussen je vingertoppen, draait het opnieuw en opnieuw in je hand maar je weet niet waar je het laten moet. Het is een restje. Weet je wat ik dacht? Dat ik zo was. Zo’n restje.’
Prachtig geschreven jeugdboek. Ik vloog hier echt doorheen, maar het zou geen straf zijn om dit te herlezen. Ik weet zeker dat ik dan weer andere/nieuwe dingen ontdek in de tekst die ik de eerste keer misschien gemist heb 🪲
4 ⭐️ een erg bijzonder boek! ik vond het heel mooi, poëtisch geschreven. we zaten in de gedachten van jip en de schrijfstijl paste perfect bij hoe ik mij jip voorstelde.
erg mooi boek en ik denk (hoop) dat het velen uit de doelgroep ervan zal helpen met het ontdekken van zichzelf. en dat hoewel het misschien een moeilijke zoektocht is, je er uiteindelijk uitkomt.
"Ik begrijp het zelf ook niet. Maar ik weet het wel zonder het zelf te begrijpen. Dat het niet klopt. Als je zo moet zoeken naar leven."
"Dat de tijd zo langzaam ging toen ik voor jou de deur opendeed, dat zegt iets. Het was alsof mijn hoofd tegen mij zei, wacht even, niet zo snel, dit is heel belangrijk, ik schrijf mee."
"Maar ik dacht echt, als ik straks op de terugweg met de fiets onder een bus terechtkom en er bestaat een Hier-nog-eens-maals, waar ik één moment mag herbeleven alsof het een film was, dan zou ik dít moment kiezen. Dit uurtje naast jou. Speel het maar honderd keer af, honderd keer en laat dan de aftiteling lopen. Echt hoor. Het is goed zo."
3,5/4⭐️ Mooi, klein, poëtisch, fijnbesnaard, maar nét iets minder weggeblazen dan de geluiden deden vermoeden. Te hoge verwachtingen aan mijn kant, dus dat kan ik het boek eigenlijk niet aanrekenen. Heel ge(s)laagd debuut. Benieuwd naar meer!
Zo’n lief en bedachtzaam boek! De gedachten van Jip zijn niet enkel leerzaam, maar ook oprecht en verassend. Het maakt niet uit of je jong of oud bent, je kunt iets nieuws ontdekken door dit verhaal.