Rond kunstmatige intelligentie (AI) zou het niet moeten gaan over de vraag of AI de mens gaat overnemen, maar over de vraag of wij mensen ons láten overnemen. De ontwikkelingen op het gebied van AI vormen een nieuwe stap in de richting van een samenleving waarin menselijke intuïtie en gezond verstand worden vervangen door cijfers, modellen en algoritmes.
Een model zonder wijsheid gebruiken leidt altijd tot ongelukken en dit geldt zeker ook voor AI. Door gebruik te maken van veel data en rekenkracht kunnen deze modellen steeds meer. Ook worden toepassingen steeds toegankelijker. Dit maakt dat techniek zoals AI bijna wel gebruikt moet worden, ook als de toegevoegde waarde niet evident is.
Dit boek is een filosofische, levensbeschouwelijke en soms mild technische overdenking van deze ontwikkelingen. Een gezonde relatie tussen mens en techniek vereist dat de gebruiker niet alleen de benodigde kennis heeft, maar ook eindverantwoordelijk blijft. Alleen dan levert techniek ook daadwerkelijk iets op.
In 'De onttovering van AI' doen Ronald Meester en Marc Jacobs een poging om de hype rondom AI te duiden, strijden zij tegen een reductionistisch mensbeeld en geven ze handvatten om wijs om te gaan met alles wat samenhangt met de opkomst van AI.
Het eerste deel van het boek is samen te vatten in de zin: maak je niet al te druk om generatieve AI want het is (en blijft!) gewoon wiskunde. Dit wordt door de auteurs goed beargumenteerd en zij trekken hierbij (ont)nuchtere(nde) conclusies en laten zich, naar mijn bescheiden mening, inderdaad leiden door gezond verstand.
Het tweede deel van het boek waarin de auteurs ingaan op AI en de mens is wat warriger en wordt vooral gestuurd door de techno-kritische visie van Friedrich Jünger; een visie die nog steeds zeer waardevol is maar een meer recente analyse van de specifieke rol van de digitale techniek had hier niet misstaan.
Het is uiteindelijk in het laatste hoofdstuk (Een overweging over AI) waarin het boek een groot deel van de opgebouwde goodwill voor mij te niet doet. Aan de hand van een aantal losse teksten uit de Bijbel beargumenteren de auteurs dat we als rentmeester moeten leven, deze aarde in wijsheid moeten bewonen en matig moeten zijn. So far so good. Maar het hinderlijke van dit hoofdstuk is voor mij de tamelijke hoogmoedige toon die de auteurs aanslaan als ze bij ieder citaat moeten opmerken dat we 'natuurlijk' niet letterlijk kunnen nemen, dat God zelf uiteraard niet bestaat en dat alles slechts mythische taal is die we als mensheid vroeger zelf hebben bedacht en waarin we ons diepste morele wijsheden hebben verwoord. De houding van de auteurs in dit hoofdstuk is mooi samen te vatten met de titel van ander boek van Ronald Meester: "Arrogant, waarom wetenschappers vaak minder weten dan ze denken."
De auteurs hadden zich hier beter kunnen houden aan de kritiek die zij zelf regelmatig verwoorden in dit boek: doe geen geloofsuitspraken die je niet kunt bewijzen. Het had, mijns inziens, verstandig geweest als ze deze regel op zichzelf hadden toegepast voordat ze grote woorden gingen gebruiken over het Boek waar ruim 2 miljard mensen op deze aarde net iets meer in zien dan een verzameling van onze eigen wijsheden die we wel serieus maar vooral niet letterlijk moeten nemen...
De onttovering van AI bestaat uit drie delen. Na het lezen van het eerste deel ‘AI en techniek’ waarin goed uitgelegd wordt wat AI is, was ik zeer enthousiast over het boek. Er wordt goed uitgelegdt dat AI een containerbegrip is voor verschillende technieken, waarbij de schrijvers bij de uitleg van de verschillende vormen van AI ChatGPT zelf aan het woord laten. De uitleg van ChatGPT wordt vervolgens gebruikt om de verschillende vormen van AI te onttoveren van ideeën dat AI bewust zou zijn, dat het de mensheid zal overnemen etc.
De volgende twee delen gaan over ‘AI en de mens’ en ‘AI in de praktijk’ deze delen vond ik zwakker dan het eerste deel. Het tweede deel is vooral technologiekritiek aan de hand van een boek uit 1944 van Jünger, ‘De perfectie van de techniek’. Dat boek is op de eerste plaats een algemene technologie kritiek en op de tweede plaats zijn er meer interessante boeken verschenen met meer specifieke kritiek op hedendaagste technologieën, zoals ‘Frictie’ van Miriam Rasch. Dit boek geeft een een bredere en tegelijkertijd een meer diepgaande kritiek op dataïsme, het huidige geloof dat we alle problemen kunnen oplossen met data-analyse, die uiteraard vooral met AI-technologieën wordt gedaan.
Wat ook jammer is dat de schrijvers de plank over de Europese AI-wet volkomen missslaan. Deze wet is per 1 augustus 2024 van kracht geworden en treedt in fases in werking, zodat de hele wet vanaf 1 augustus 2027 volledig gehandhaafd kan worden door autoriteiten, zoals in Nederland de Autoriteit Persoonsgegevens. De schrijvers hebben zich voor hun commentaar op de AI-wet gebaseerd op een concept uit 2023 en hebben herhalen daarbij de kritiek van Algorithm Watch.
De risicobeoordelingen die bedrijven en overheden moeten doen op grond van de AI-wet zijn echter geen WC-eend beoordelingen. Net zoals als in de AVG, dwingen deze verplichtingen tot risico-beoordelingen bedrijven te kijken naar risico’s van de individuen die aan verwerkingen van hun persoonsgegevens worden onderworpen al dan niet met behulp van AI. Deze risico-beoordelingen kunnen opgevraagd worden door toezichthouders en ook door accountants of belangenorganisaties. Voorwaar geen papieren tijgers.
Het laatse deel over AI in de praktijk vond ik het zwakst. De bedoeling van het deel is om handvatten te geven over verstandige omgang met AI, dat zou dan ook de titel van dat deel moeten zijn. Hoe er dan verstandig om gegaan zou moeten worden met AI, bestaat uit een aantal nogal bij elkaar geraapte voorstellen, waarbij een paar eigen stokpaarden bereden worden zoals het gebruik van hun eigen vragenlijst en een beroep op de wijsheidsliteratuur waarbij vooral naar de bijbel gewezen wordt. Niets mis mee, maar dat beroep komt als mosterd na de maaltijd en er zijn meer religies in de wereld die vast interessante wijsheidsliteratuur bieden over hoe we met technologische uitdagingen om moeten gaan
Conclusie het eerste deel alleen is een reden om het boek te kopen, vanwege de heldere uitleg over wat AI is en wat het niet is. De andere twee delen kunnen beter en zou ik overslaan.
Dit boek gaat over de menselijke prijs van technologie, ongeacht hoe goed kunstmatige intelligentie gaat worden. Het geeft, zoals filosofie betaamt, geen concrete antwoorden, maar stelt vragen om zelf over na te denken. Meester en Jacobs waarschuwen voor de gevolgen van het steeds meer blindelings gebruiken en volgen van kunstmatige intelligentie. Dit zorgt niet voor diepe inzichten, maar wel voor een belangrijke bijsluiter die bij elke AI zou moeten worden geplaatst.