Of het nou gaat over zijn kinderen, de bruisbal voor vriendin Tanja, een verzameling pluchen beestjes, ribbelchips, een nieuw geurtje voor in de auto, douchegel die naar komkommer ruikt, collectanten aan de deur, de kunst van het tosti’s bakken of een vreemd geluidje bij het in huiselijke kring zijn genoeg avonturen te beleven. Zeker als je meekijkt door de bril van Nico Dijkshoorn kun je kleine dingen opnieuw leren waarderen, ontroerd raken door het schijnbaar alledaagse, geluk vinden in het gewone.
Dijkshoorn studeerde Nederlands en aardrijkskunde aan de lerarenopleiding. Bijna twintig jaar was hij medewerker van de bibliotheek in Amstelveen, tot 2005. Vanaf 1999 timmerde hij aan de weg als internetcolumnist met columns over het televisieprogramma Big Brother die hij onder het pseudoniem Doordevil plaatste in nieuwsgroepen en op het forum van de website FOK!. Na afloop van het dagelijkse programma reageerde hij binnen het uur met een lang actueel stuk. De columns werden zo populair dat Veronica hem uitnodigde een bijdrage aan het programma te leveren. Dijkshoorn sloeg dit aanbod af. Later schreef Dijkshoorn alsnog voor Veronica en voor verscheidene andere websites. Hij schreef op de weblogs Retecool.com en GeenStijl onder zowel het pseudoniem P. Kouwes als zijn eigen naam. Voor FOK! maakte hij de strip eikel & eikel en schreef hij columns onder de naam C. Adriaanse, waarin hij voetbalcoach Co Adriaanse op de hak nam. Voor GeenStijl maakte hij onder de titel Dijkshoorn Dinsdag een wekelijkse audiocolumn, waarin hij in 15 tot 30 minuten actualiteiten besprak.
De doorbraak naar een breder publiek kwam toen hij door de Volkskrant werd uitgenodigd een sportcolumn te schrijven. Via televisiemaker Philip Woldringh werd hij ingeschakeld om teksten te schrijven voor Café de Wereld en later door Harm Edens voor de soapserie Samen en de satirische nieuwsquiz Dit was het nieuws. Dijkshoorn schreef verder columns voor Johan, Voetbal International, dagblad de Pers, Muziekkrant OOR, NU.nl en Webwereld. In het tijdschrift Torpedo publiceerde hij twee lange verhalen. Ook publiceerde hij verhalen in de tijdschriften Hard Gras, Reload, Bouillon en JFK. Hij levert tekstbijdragen aan het satirische televisieprogramma Draadstaal en is sinds 2008 iedere woensdag te gast in De Wereld Draait Door, waarin hij actuele gedichten schrijft en direct voordraagt.
In november 2007 verscheen onder de GeenStijl-vlag het door Dijkshoorn geschreven Grote GeenStijl Winterboek. Als P. Kouwes publiceerde hij de dichtbundel Daar schrik je toch van. Begin 2009 verscheen De tranen van Kuif den Dolder, een roman over een fictieve legendarische voetbalheld. In het najaar van 2010 ging Dijkshoorn samen met Leon Verdonschot, de band The Hank Five en de Eindhovense rockzanger Denvis op theatertournee, onder de titel Ook voor Vrouwen. Ze speelden meer dan dertig shows, waaronder twee in de Kleine Komedie in Amsterdam.
In 2011 speelde Nico samen met zanger/acteur Bob Fosko en Hoopdanseres Karin de Wit de hoofdrol in een videoclip van "Hoopla!" van Sven Hammond Soul featuring Patt Riley
In 2012 schreef Dijkshoorn het boekenweekessay voor de Boekenweek 2012, getiteld Verder alles goed.
In april 2013 schreef Dijkshoorn een alternatief Koningslied Jij En Ik Onder De Zon.
In november 2014 en januari 2015 was hij regelmatig te gast bij Lieven Vandenhaute in Nieuwe Feiten, een programma op de Belgische omroep Radio 1. Dagelijks sloot hij het programma af met een column. In maart ging zijn eerste solovoorstelling Vuig in première. Hierin weet Dijkshoorn, aldus de Volkskrant, 'het doodgewone met eenvoudige woorden bijzonder te maken.' De teksten over zijn tienertijd doen de recensent denken aan 'een iets rauwere kopie van Kees van Kooten'. Hoewel recensent Patrick van den Hanenberg in het muzikale gedeelte 'een magistrale ode aan Amstelveen' opmerkt, heeft hij minder waardering voor Dijkshoorns muziek, die volgens de krant blijft steken op 'het niveau van een goedbedoelende liefhebber'.
De Nederlandse auteur Nico Dijkshoorn (1960) schrijft romans, toneelstukken en gedichten. Tot in 2020 was hij huisdichter van de talkshow De Wereld Draait Door en in Vlaanderen sluit hij het Radio 1-programma Nieuwe Feiten geregeld af met een snedig opiniestukje. Hij maakt podcasts, heeft meer dan een half miljoen volgers op Twitter en zijn columns verschenen de afgelopen jaren in diverse kranten en tijdschriften. Eindelijk thuis is samengesteld uit teksten die tussen 2021 en 2024 te lezen waren in Libelle, aangevuld met bijpassende pentekeningen.
De verzamelbundel bevat 153 'avonturen in huiselijke kring', losse stukjes van hooguit vierhonderd woorden. Dijkshoorn laat zijn verbeelding los op de mensen die zijn pad kruisen en fantaseert over wat hen bezighoudt. Daarvoor heeft hij niet meer nodig dan een geluid of een simpel voorwerp. Schijnbaar onbenullige kleinigheden typeren personen en roepen uiteenlopende associaties op. Als hij bijvoorbeeld in een warenhuis een zwembroek ziet liggen, duikt achter in zijn hoofd automatisch de man op die hem ooit zal kopen.
'Nu ik wit haar heb en er boven op mijn hoofd een landingsbaan voor minuscule helikopters groeit, wil iedereen mij helpen. Ik kan honderd keer vertellen dat ik thuis kloppend en schuimend als een volbloed Italiaan magistrale espresso klaarmaak, maar ze geloven me niet. Zodra ik stilsta en ergens naar kijk word ik behandeld als een wilsonbekwame.’
Sinds hij de zestig gepasseerd is, worstelt de auteur met zijn ouderdom. Hij voelt zich stokoud en benadrukt dit ten overvloede. Vooral zijn sterk geslonken haardos moet het ontgelden. De landingsbaan uit het hierboven vermelde citaat figureert in 'wit haar', 'schitterend kaal' en 'kapper', waarmee meteen duidelijk is dat de titels de lading dekken en dat er sprake is van variaties op hetzelfde thema.
In Nooit ziek geweest (2012) rekende Dijkshoorn genadeloos af met zijn vader. Nu hij zelf een dagje ouder wordt, spreidt hij een opvallende welwillendheid tentoon en overheerst het besef dat hij tegen wil en dank steeds meer op zijn vader gaat lijken. Dit inzicht krijgt gestalte in de profileringsdrang bij de omgang met zijn eigen kinderen en levert grappige anekdotes op, zoals wanneer hij zijn goede smaak opzichtig etaleert:
'Snel imponerende voorwerpen neerleggen als mensen ons huis betreden. Ik kan niet anders. Natuurlijk probeer ik me in te houden, maar het gaat automatisch: er belt iemand aan en vlug leg ik een duur koffietafelboek vol foto's van Franse vrouwen zo terloops mogelijk op tafel. Ook ziekelijk: ik zet razendsnel elpees en cd's vooraan, waarmee ik indruk probeer te maken op mijn bezoek. Ik laat ze de woonkamer zien en dan maar hopen dat ze het gaan zeggen: "Wat zie ik nou, Nico? Draai jij muziek uit Senegal?"'
Muziek bezit de kracht om onuitgesproken emoties los te weken. Als Dijkshoorn op negenentwintigjarige leeftijd met een plaat van Chet Baker komt aanzetten voor zijn vader, raakt deze zichtbaar ontroerd omdat Baker zingt zoals hij trompet speelt en hij daarbij aan zijn eigen jong overleden vader moet denken. Dit fragment beklijft, evenals de passages waarin de auteur vol tederheid over zijn moeder vertelt. Ze zijn doordrongen van spijt over een verleden dat onherroepelijk voorbij is en woorden die voor altijd ongezegd zullen blijven.
Een dubbelzinnige houding omtrent nieuwe technologieën, oppervlakkige trends en modeverschijnselen siert het merendeel van de impressies. Zo passeren er nogal wat nutteloze gadgets de revue, waar Dijkshoorn systematisch de draak mee steekt, terwijl hij er tegelijk moeilijk aan kan weerstaan. Tegen beter weten in gaat hij over tot impulsieve aankopen en blijft hij domme dingen doen. Dat resulteert in hilarische scènes, waarbij hij zijn diepere gevoelens wegstopt onder een masker van ironie. Die zelfspot hanteert hij ook zodra onzekerheid de kop opsteekt en hij bang is om de mist in te gaan:
'Ik ben weerloos als op een markt iets wordt gedemonstreerd. Het gaat altijd hetzelfde. Ik koop het product, ik kom thuis en roep in het voorhalletje heel hard: "Tanja, ik heb nu toch iets gekocht!" Daarna demonstreer ik wat ik heb gekocht. Ik tik met mijn vingers op een vliegenvanger en daarna zeg ik: "Bij die vrouw op de markt maakte hij nu een grappig geluid." Of ik druk op een knop en zeg: "Bij die man op de markt verwijderde hij nu zijn neushaar." Daarna word ik getroost door Tanja en beloof ik nooit meer iets van een standwerker te kopen. Al vijftien jaar lang.'
Nico Dijkshoorn ontrafelt in Eindelijk thuis de tijdgeest met herkenbare dagdagelijkse taferelen, voorzichtige zelfrelativering en een scherp observatievermogen. Hij kruidt het geheel met een vleugje nostalgie en milde ironie, die zachtjes kriebelt zonder te schuren.
'Chips was er voor mij als ik het even niet meer wist. Chips was er op verjaardagen in de jaren tachtig, toen iedereen nog leefde en dacht heel oud te worden.'
Deze recensie schreef ik als Hebban-recensent voor Hebban.nl
Wie had ooit gedacht dat ik columns uit de Libelle vier sterren zou geven? Ik niet. Toch gedaan, want bij het avondlijke voorlezen ben ik herhaaldelijk in de lach geschoten, en dat is fijn inslapen. Wel is Dijkshoorn iemand die zich op een kokette manier voortdurend afvraagt hoe hij bij mensen overkomt en zich daar dan als gespeeld sympathieke stumper naar gedraagt.
Hoe beoordeel je een verzameling columns voor de Libelle. Ze zijn niet scherp, wel vaak geestig, vooral goedmoedig. Een koketterie van het alledaagse. Klein geluk. Maar fijn om te lezen en dat telt daarom 4 sterren. Maar let op : 1 bundel is voorlopig ook wel weer genoeg Dijkshoorn.
Deze ietwat brave stukjes (voor de Libelle geschreven tenslotte) heb ik met plezier gelezen. En regelmatig in de lach geschoten natuurlijk! Nico zet zichzelf graag neer als onhandige knuffelbeer. Mij lijkt hij in ieder geval een fidele kerel.