Meningen, politieke statements en selfies domineren onze feeds. De druk om mee te doen met deze zelfprofilering kan groot zijn, niet alleen online maar ook thuis en op het werk. Hebben we enkel de keuze tussen luidkeels zenden en je terugtrekken in stilte, of bestaat er ook een alternatief?
In Luisteroefeningen gaat Miriam Rasch op zoek naar de ethiek van het luisteren. Wat gebeurt er als je je oren opent en begint te luisteren? In een constante stroom van beelden en prikkels legt Rasch de focus steeds terug bij het horen, bij geluid en bij de ontvangende kant.
Als we luisteren ontstaat meteen een relatie tot het van aandacht en ontvankelijkheid, van geven en binnenlaten. Oefenend met een ‘open oor’ ontdekt Rasch hoe een luisterende houding tegelijk standvastigheid en openheid met zich meebrengt. Een krachtig instrument in tijden van overprikkeling en polarisatie, dat voor iedereen binnen handbereik ligt.
Miriam Rasch werkt als onderzoeker en docent bij het Instituut voor Netwerkcultuur van de Hogeschool van Amsterdam. Ze schrijft essays en kritieken voor onder meer De Gids, De Groene Amsterdammer, Revisor en het Amerikaanse deep-webmagazine The Torist. In 2015 won ze de Jan Hanlo Essayprijs Klein.
Ik ben een allejezus slecht lezer van filosofieboeken, want het schetsmatige, onaffe, zoekende, vragenstelleden, non-narratieve en abstracte is alles wat ik niet denk te zijn. Gelukkig begin ik wetend onbekwaam te worden, dus ik heb me vrolijk en weerstandloos overgegeven aan deze intellectuele, schijnbare stream of consciousness, eruit gepikt wat resoneerde, en genegeerd wat ik niet begreep of niet voor me werkte. Zeker in het eerste essay over luisteren met / ondanks technologie dacht ik regelmatig 'dit moet ik onthouden, hier moet ik iets mee, hier wil ik alles over weten' - om het vervolgens weer subiet te vergeten. En dat is prima. Ik neem aan dat er ergens in mijn hoofd iets opgeslagen is dat op een goed moment, als het uur u daar is, weer geactiveerd wordt.
Luisteren is een geweldig thema. Het klinkt zo makkelijk, het is zo moeilijk. Luisteroefeningen is daarin in ieder geval een bemoedigend boek, want Miriam Rasch maakt zeer overtuigend duidelijk hoe oneindig complex het is om jezelf als een zenboedhist weg te denken en enkel een hol vat te zijn. En dat is prima, want juist het niet-verstaan, de verwarring, is het begin van het wel-begrijpen en de opheldering. Gevaarlijk wordt het pas als je denkt dat je wél goed kunt luisteren.
In Luisteroefeningen komt een oneindig spectrum aan ideeën voorbij over luisteren. Over hoe moeilijk het is in een digitaal tijdperk, over hoe moeilijk überhaupt voor mensen is, over hoe kunst kan helpen om nieuwe perspectieven op luisteren te ontwikkelen én te leren luisteren naar wie we normaliter nooit luisteren, en over luisteren als zowel de activiteit van de onderdrukten als de geprivilegeerden.
In een ideale (en enkel uit vijfsterrenboeken bestaande) wereld had ik er nog iets meer van begrepen, en had ik het prima gevonden dat Rasch soms tot een grote conclusie komt, maar die niet meer toelicht, alsof de epifanie enkel voor haar is. Oh well. Ooit word ik bewust bekwaam in filosofie lezen. Als zo'n boek dan weer voorbijdrijft, wordt het feest nog groter.
Ik las Luisteroefeningen van Miriam Rasch, en ik ben grote fan. Niet alleen omdat Rasch een thema onderzoekt dat ook in mijn werk centraal staat, van luisteren, aandacht, geloofwaardigheid en ethiek. Niet alleen omdat ze dit op een heel grondige maar bevattelijke wijze doet. Niet alleen omdat ze erg goed schrijft, en mijn appreciatie voor een rake eerste zin deelt. Niet alleen omdat ze mij citeert (!), en zo rechtstreeks in dialoog gaat met de theorieën rond kennisonrecht waar ik mij op toespitste in mijn eigen boek. Zelfs niet alleen omdat het werk van Virginia Woolf op zo’n prikkelende manier verweven wordt. Ik ben fan om minstens al die redenen, en meer — maar die houd ik voor een langere bespreking. Van harte aangeraden!
Het boek meandert langs allerlei overpeinzingen over wat luisteren is. Er komen allerlei theorieën over luisteren en de ethiek van het luisteren aan bod. Ik blijf het wel moeilijk vinden als een boek meer een tour langs ideeën is, dan dat er ook ergens een punt is waar dit enigszins samenkomt. Ik dacht dat dat niet meer kwam, tot er in de epiloog vier ‘kwartslagen werd gedraaid’ om te luisteren vanuit telkens een andere hoek. Hier kwamen wel veel dingen samen, waardoor ik het beter kon plaatsen.
Ik heb getwijfeld tussen 3 en 4 sterren, maar ben gevallen voor het voordeel van de twijfel. Waar Rasch' meanderende stijl mij erg aansprak in haar vorige boeken - Frictie en Autonomie: een Zelfhulpgids - vervalt het meanderende in dit boek soms in een opsomming van wat anderen hebben gezegd over (de ethiek van) luisteren, en dat maakt het een wat saaiere leeservaring. Rasch gaat in dit boek op zoek naar een begrip van ethisch luisteren dat niet gericht is op begrip, empathie of verbinding, maar, in lijn met Simone Weil, naar een luisteren dat leeg en open is (p. 10). Daarmee prikt ze door de dominante vorm van performatief luisteren heen (denk aan politici die claimen naar de onderbuik van Henk en Ingrid te luisteren), of door luisteren als instrument om tot meer overeenstemming en wederzijds begrip te komen, op weg naar een luisteren als een staat-van-ontvankelijk-en-aandachtig-zijn, wat in lijn met Kant een goed in zichzelf is, en niet enkel goed is als het leidt tot het gewenste effect.
Desalniettemin kon ik te midden van de opsommende schrijfstijl enkele pareltjes vinden: zoals Wilfred Bion (psychoanalyticus), die het luisteren beschouwt als het richten van duisternis (en niet helderheid) op duisternis (in andere woorden: in confrontatie met het onbegrepene de mogelijkheid tot begrijpen naast je neer leggen) (p. 48), hoe empatisch luisteren gestoeld moet zijn in het erkennen dat je de ander nooit helemaal kunt begrijpen, en op het ondersteunen van de ander om haarzelf beter te begrijpen (p. 78), het concept van exciled excess wat verloren raakt in de dialectische beweging naar synthese, en de waarde van luisteren naar wat over blijft (p. 92), hoe Rasch mijn (vroegere) telefoonangst perfect duidt als de angst om als mens door de mand te vallen (p. 97), hoe ze enkel luisteren naar wat binnen jouw veilige bubbel valt duidt als een egocentrische vorm van luisteren (p. 100), hoe ze de link legt tussen het belang van niet-weten in de psychoanalyse en het boeddhisme, hoe Arthur Eaton (psychoanalyticus) dat illustreert: "niet-weten schept een ruimte waarin in zekere zin alles mogelijk is, omdat niks per definitie vastligt" (p. 104-105), hoe ze het scherpe onderscheid tussen daders en slachtoffers, waarheid en ervaring in getuigenissen bevraagt door ruimte te geven aan meerstemmigheid (p. 135, 144), hoe ze verwijst naar het geweldige boek De oorlog heeft geen vrouwengezicht en de even-fantastische film Lyubov: Love in Russia (beide Aleksijevitsj, en beide door mij verslonden in mijn kortstondige obsessie met Rusland) (p. 136), hoe goed luisteren om lichamelijke overgave vraagt, en hoe moeilijk dat kan zijn (p. 158), hoe je niet luistert met je oortjes maar met je hele lichaam (denk aan de trillingen in je borst van een diepe bass, waar klankschalen mee spelen) (p. 159), hoe goed luisteren betekent jezelf leeg te maken, om je vanuit daaruit ten volste te kunnen vullen (waar ze prachtig verwijst naar psychoanalytica Marion Milner's begrip van 'that fat feeling' als een intens geluk, voortkomend uit een leegte, die haar voorbij de grenzen van haar lichaam de wereld in duwt) (p. 159), hoe dat gevoel bereikt kan worden door te erkennen dat je niets meer wilt, en tot slot het verschil tussen zelfeffectiviteit (jezelf goed kennen en onder controle hebben) en zelfaffectiviteit (je vermogen om anderen te kunnen raken), en dat het laatste wellicht belangrijker is en meer gewaardeerd mag worden (p. 190).
In de stijl van een protestslogan, vat deze quote het betoog van Rasch voor een ethisch luisteren goed samen: "Ga in tegen de totaliserende eenheid en lever jezelf over aan de veelheid van krachten! Omarm de ambivalentie, die altijd minstens twee alternatieven opwerpt! Eis minstens twee alternatieven! Reject closure. Hardcore, ik zei het al" (p. 96).
Tot slot nog een prachtig citaat van existentialistisch filosoof van de dialoog Martin Buber, waarin de kern van ethisch luisteren naar voren komt:
"Bij jezelf beginnen, maar niet bij jezelf eindigen; van zichzelf uitgaan, maar niet naar zichzelf toe streven; zichzelf zijn, maar niet met zichzelf bezig zijn" (p. 92).
Er gebeuren allemaal inspirerende dingen in dit boek en het is behoorlijk op niveau geschreven. Het heeft ongetwijfeld vooral te maken met mijn eigen ontvankelijkheid maar het laatste deel verliep voor mij stroef. En toch zou ik het wel aanbevelen.
Een boek dat wat doorzettingsvermogen vroeg om het door te lezen. Allicht stapte ik het boek in met iets te veel verwachtingen op basis van de titel, iets te veel praktische verwachtingen. Ik kende de auteur ook niet en wist dus ook niet dat ze filosofe was. Eens ik die knop omgedraaid had, vond ik sommige passages best interessant, al had het voor mij ook op 100 pagina's gemogen. Het waaiert toch wat veel alle richtingen uit, wat voor mij alvast de leeskwaliteit niet altijd verhoogde.
Het gaat evenwel over een belangrijk onderwerp: leeg en open luisteren, zonder te richten op begrip of productie of zelfs verbinding, in een tijd dat aandacht economische handelswaar is geworden. Aandacht als de zeldzaamste en zuiverste vorm van vrijgevigheid. Of nog meer filosofisch uitgedrukt: goed luisteren betekent in de eerste plaats verdwijnen, de afstand tussen jezelf en de geluiden in de ruimte kleiner laten worden zodat je deel uitmaakt van de ruimte zelf. Luisteren als het voelen op afstand.
Luisteren is een handeling en dus onderhevig aan ethiek en ethiek van het luisteren is zowat de rode draad in dit boek. Luisteren wordt vaak gezien als een manier om kennis op te doen, om informatie te verwerven, terwijl het ook te maken heeft met niet-weten. Meer nog: niet-weten kan het luisteren versterken. Als we iets denken te weten, luisteren we niet. We moeten onszelf telkens leegmaken, terugkeren naar het niet-weten en enkel maar luisteren. Het doet me denken aan het belang van leeg-luisteren bij het in kaart brengen van pains en gains om te komen tot een problem-solution fit zoals dat in de Lean Startup zo sterk benadrukt wordt. De valkuil om vanuit het eigen weten van de oplossing die men voor ogen heeft, zit daar dikwijls in de weg van het niet-weten om echt te begrijpen wat mogelijk gebruikers aan behoeftes hebben.
Een boek over luisteren, kan sociale media niet negeren. Waar sociale media in het begin zorgden voor nivellering waarbij iedereen een stem kreeg, draait het nu niet vaak om inhoud maar wel om invloed. De blogger is influencer geworden. Iedereen is zender op zoek naar likes. Luisteren is veranderd in een kwestie van meningsuiting. Er wordt een podium geboden, maar geen gesprek gevoerd. Sociale media voeden polarisatie met nadruk op wij-zij. Het werkt op brandstof gevorm door polariserende onderwerpen en het is de pathos die weegt, niet het logos... De mens is een erkenning zoekend wezen waarop sociale media zeer effectief inspelen: een vraag naar je gedachten alleen al vleit enorm want geeft schijnbaar aandacht aan wat je bezig houdt. Schijnbaar, want wie eens wil nadenken valt uit de boot omdat sociale media nu eenmaal de meest recente ophef belonen. Vraag is dan of je onverschillig bent als als je daar niet in meegaat. Is meningsuiting een burgerplicht vind ik in die context een interessante vraag. In een vloed aan zinloze informatie en meningen vind je vooral leegte terug.
Luisteren is trouwens iets anders dan gelijk geven. Het is de zorgen en waarden van een ander deel laten zijn van de overwegingen. Performatief luisteren betekent dat je het beste met mensen voorhebt als je zegt dat je wil luisteren zonder dat je meteen een oordeel velt of tegen argumenteert. Soms zit er trouwens een kern van waarheid in wat complete waanzin lijkt. Het doet me denken aan een podcast van Simon Sinek die ik hoorde waarin een zwarte vrouw getuigt hoe ze KKK bijeenkomsten opzocht en door diep luisteren in contact kwam met één van hun trekkers die er uiteindelijk ook uitstapte. Hoe sterk is dat. Het publieke gesprek zou moeten gaan over morele overtuigingen en principes die daaruit voortvloeien. Niet om het eens te worden met elkaar, maar om een scala aan waarden boven tafel te brengen die dan samen onderzocht kunnen worden. Vaak blijkt dat onder heel verschillende overtuigingen vaak hetzelfde uitgangspunt zit, dezelfde waarden die anders ingevuld worden. Het is wel belangrijk om de participatieparadox voor ogen te houden, het fenomeen waarbij burgers die meedoen aan maatschappelijke initiatieven vaak niet degenen zijn waarvoor ze zijn opzet waardoor de ongelijkheid kan vergroten. Je ziet dat soms ook bij starters die in de veilige zone beginnen om hun ideeën te toetsen bij bekenden, die daarom niet meteen in de finale doelgroep zitten.
Luisteren vraagt spelregels, reden dat sociocratische dialogen min of meer strikte protocollen volgen. David Bohm vertrekt vanuit analyse van veelvoorkomende fouten. We hechten bv. te veel waarde aan de eerste reactie op een vraag of opmerking die vaak komt van ingesleten denkautomatismen of vooronderstellingen. Zo'n eerste formulering kan wel een vertrekpunt zijn (luistertip daarbij zijn luistercolleges van Michael Sandel). Een goed gesprek beweegt steeds heen en weer tussen misvatting en opheldering, tussen verschil en overeenstemming. Een vragenlijst is daarom een techniek die goed luisteren eerder bemoeilijkt dan mogelijk maakt. Wat de spreker zegt en de luisteraar hoort is vergelijkbaar, maar niet identiek. De spreker moet dus ook luisteren om dat verschil te vatten. Dat verschil creëert mogelijk ruimte voor verbinding. De ontmoeting met de ander creëert een tussenruimte waar iets betekenisvol kan gebeuren door gezamenlijke verschillen te onderzoeken, zonder dat wat niet past meteen te moeten lozen. Het is een inzicht waar politieke onderhandelaars in deze tijden hun voordeel mee zouden kunnen doen. Rasch heeft duidelijk ook het werk van Hartmut Rosa gelezen refererend naar die tussenruimte en verder in het boek ook naar de vaststelling dat resonantie onder druk staat. Resonantie ontstaat als iets wat van buitenaf komt je treft, zoals een muziekstuk, landschap of andere mens. Je zou wel willen maar kan het moment niet bezitten, enkel koesteren. Versnelling en versnippering vreten in op de ervaring van resonantie net zoals ze luisteren moeilijker maken.
Een ander terugkerend thema is empathie, kwestie van je in de spreker te verplaatsen en vanuit haar perspectief te begrijpen wat ze bedoelt. Knikken, een open houding en samenvatten is daarbij belangrijk. Neem doorvragen erbij en je hebt de bekend LSD techniek. Een stap verder kun je gaan door de ander stevig in haar eigen schoenen neer te zetten. De valkuil van gespreksnarcisme ("dat heb ik ook") is daarbij zeker te mijden. Hou je denken in en vraag door naar de feiten. Bij innovatie gaat het vaak over doorvragen op gedrag. De ander vertelt immers vanuit een totaal andere ervaring dan de jouwe. Belangrijk daarbij: luisteren is niet hetzelfde als instemmen. Omgekeerd: van luisteren een egoïstisch project maken waarbij je grenzen moet trekken om je te beschermen tegen de boze buitenwereld, druist in tegen de kern van luisteren.
Technologie krijgt uiteraard ook aandacht in het boek. Is het luisteren door machines wel echt luisteren? Je zou de verzamelde apparaten een soort panopticon kunnen noemen, naar analogie met de koepelvormige gevangenis waarin één centrale bewaker zit, maar waarbij de gevangenen niet weten of hij er effectief is. Je weet niet waar en wanneer je afgeluisterd wordt en door wie. Technologie creëert ook afstand. Myriam Rasch verwijst naar de Ted talk van Ozlem Cekic die spreekt met mensen die haar haatberichten stuurden. De onderliggende boodschap: nabijheid geeft meer begrip. En technologie helpt daar niet noodzakelijk bij. Maar technologie kan evengoed wel een component zijn in luisteren. Milieuverontreiniging lijkt misschien abstract, maar het is gewoon te horen door een stelselmatige afname van het geluid van de natuur (insecten, vogels,…), waarbij technologie een hulpmiddel is om dat wetenschappelijk te kunnen vastleggen.
Het is volharden om in het boek te komen tot de essentie van de titel: luisteroefeningen. Zeker niet de essentie van het boek: • Herinneringen bewust van visueel naar auditief trekken. • Verbeeld klanken bij een schilderij • Concentreer je op (on)alledaagse geluiden, bv. door je elk kwartier af te vragen wat je hoort (trainen in deep listening) • Maak opnames van geluiden in je omgeving • Bewust afwisselen tussen globaal luisteren en gefocust luisteren op één specifieke geluid • Probeer geluiden op te roepen, bv. een galopperend paard • Draai 360 in het rond en merk op hoe wat je hoort wijzigt.
Voor mensen die auditief zijn ingesteld een vanzelfsprekendheid. Voor anderen brengt bewuster luisteren nieuwe indrukken. Dat heb ik zelf gemerkt sinds ik een cursus natuurgids veel meer let op geluiden in de natuur. Het is een andere beleving.
Slotsom: ik ga niet elke week een filosofisch essay van meer dan 200 pagina's lezen. Sommige passages gingen me op het eerste gezicht wat ver zoals "Zo werd ik op voorstel van mijn kippen een mens die luisterde naar vragen van kippen. En mijn kippen werden kippen die vragen konden voorleggen." Maar dan dacht ik aan nieuwe ontwikkelingen die toelaten om de gezondheid van dieren te meten op basis van geluid, waarbij de technologie hulpmiddel wordt om beter te luisteren. Zo ver gezocht is het dus niet. In essentie is dit een boek dat past bij het tijdperk waarin we leven en waarin goed kunnen luisteren in niet veel CV's bovenaan prijkt. In een tijdperk waarin iedereen zendt, zijn de antennes die het scherpst zijn afgesteld het beste in staat om de essentie te capteren. En dat geldt niet in het minste voor startende, innovatieve ondernemers die willen begrijpen op hun idee echt aansluiten bij een meerwaarde die klanten zoeken. Onze eerste pitches voor innovatieve starterssteun zitten al in de pijplijn, maar je kan je al aanmelden via onze partners. Misschien kom je dan wel in aanmerking voor de volgende pitchronde…
Ergens tussen de 3 en 4 , ik vond het thema luisteren wel boeiend , toch waren er sommige stukken waarbij de schrijfster deze lezer een beetje kwijt was in haar filosofische gedachtengangen , … En daardoor vond ik het wat jammer er is veel te verkennen in het begrip luisteren , men kan het hebben over mee vibreren met ( muziek ) trillingen , Het luisteren naar de natuur , van zee naar vogels enz , Men kan luisteren bekijken als het moeten luisteren een wil opgelegd krijgen , luisteren dat als marteltuig ingezet wordt , luisteren om te leren , luisteren als taal , luisteren om niet uit de toon te vallen , in het boek gaat soms wat in op het luisteren ( lezen ) op sociale media , …. Waarbij er soms de soundtrack van Peter Blanker te horen is , Men kan veel kanten op met luisteren de geluidsgolven gaan verschillende kanten op , 3/4 sterren sommige stukken was ik de schrijfster wat kwijt ,
Urgent en prikkelend, dat is wat de jury van de Socratesbeker in 2021 vond van het boek Frictie van de filosofe Miriam Rasch. Urgent en prikkelend is ook Rasch’s nieuwe boek Luisteroefeningen. Over aandacht en ontvankelijkheid. De filosofe zet haar tanden in technologische ontwikkelingen die nu actueel zijn (AI, dataficatie, polarisatie op social media) en allerlei vragen oproepen. Laten dat nou net de vragen zijn die ze stelt. Rasch legt daarvoor haar oor te luisteren bij andere filosofen, maar ook bij wetenschappers en artiesten (schrijvers, musici, beeldend kunstenaars). Dat levert uiterst interessant leesvoer op. Luisteroefeningen is om meerdere redenen de moeite van het lezen waard. Welke redenen vind je in de uitgebreider bespreking op mijn blog.