Buitengewone poëzie van Ted van Lieshout, vanuit een verrassend perspectief.
Trek me aan! Hoe vind je me staan?
Wie wijdt er nou poëzie aan kleren? Ted van Lieshout doet het. In Ommouw me staan gedichten, in beeld en taal, waarin hij probeert betekenis te geven aan hoe belangrijk kleren voor ons zijn. En wij voor onze kleren.
Voor zijn werk kreeg Ted van Lieshout onder meer de Woutertje Pieterse-prijs, de Gouden en negen Zilveren Griffels en voor zijn gehele oeuvre de Theo Thijssen-prijs
Ted van Lieshout is een Nederlandse duizendpoot. Hij schrijft prentenboeken, gedichten, boeken over kunst, maar hij is ook illustrator en beeldend kunstenaar. Zijn boeken werden veelvuldig bekroond en vertaald. Ze bevatten vaak een autobiografisch karakter.
‘Ommouw me’ start met de beloftevolle zin: “Jij bent de ziel van je kleren.” De auteur bewaart al meer dan veertig jaar kledingstukken van zijn overleden broer, zichzelf en anderen. Ze herinneren hem aan degene die erin heeft gezeten. Het vormde de inspiratie voor dit boek met gedichten en korte verhalen. De teksten gaan hoofdzakelijk over gedragen kledingstukken maar een volledig hoofdstuk is ook gewijd aan twee broers en enkele teksten handelen over homoseksualiteit. Beide thema’s zijn autobiografisch en komen vaker voor in zijn boeken.
Ik vind het altijd prachtig als een auteur, of een jeugdauteur, er in slaagt om het perspectief te veranderen (vanuit het kledingstuk), zodat wat alledaags is een ander gewicht krijgt, zodat wat gewoon lijkt een ziel krijgt. In de hoop dat het de mens kan en mag inspireren om meer respect te vertonen voor een zogezegd ‘dood object’. Ted van Lieshout bewijst opnieuw dat het leven en de wereld die we bewonen een mooie zielskern bevatten waar we ons te weinig bewust van zijn. Deze auteur heeft daar duidelijk oog voor.
Ik wil de pagina’s van dit boek om me heen wikkelen en hun warmte voelen.
Ted van Lieshout: ik hou van jou.
Ik hoorde ‘m voor het eerst spreken tijdens de Nacht van de Poëzie en ik heb nu eindelijk deze bundel in handen gekregen. Zo’n prachtig concept, geweldig vormgegeven (heeft-ie gewoon helemaal zelf gedaan!) en heb aan het einde bijna een traantje gelaten.
Omarm me met je mouwen. Ommouw me, mij, o arme.
-
Tot hiertoe heeft mijn broer bestaan. Ik bleef alleen. Ik liet hem gaan. Hij trok zich terug. Ik trek hem aan.
-
Als ik eenzaam ben en alleen neem je mijn armen in jouw mouwen, sluit je je knopen om me heen, zet ik je kraag op, duik diep in je voering van dons, warm je mij als geen ander en ik verander in ons.
IJzersterk concept over de herinneringen die kleren dragen. Ik kwam erachter dat ik die herinneringen vooral afmeet aan de hoeveelheid vlekken, gaten of scheuren in een kledingstuk. De gestileerde beelden waren heel mooi, maar gaven me niet dat idee. Daardoor vond ik het moeilijker om me in te leven in de gedichten. Ik had het gevoel dat ik een denkstap tussen beeld en gedicht miste. Of de klassificatie als gedichten voor jeugd helemaal juist is, betwijfel ik daardoor ook.
Wel een grote flex als je een gedicht van veertig jaar geleden naadloos kan inpassen in deze bundel.
Origineel uitgangspunt, mooie gedichten & kwetsbaar. Een groot gedeelte van het boek zijn gedichten rond het overlijden van zijn broer, daardoor een reminder voor mezelf: ik wil Gebr. van hem nog lezen.
Een kanttekening: hij staat bij mijn bieb, bij 'B' en '1o+'. Ik vond het zelf qua thema's, gelaagdheid en soms ook seksuele lading van gedichten meer een boek voor tieners of volwassenen.
Een bijzondere en knap geschreven dichtbundel van Ted van Lieshout, die onlangs zijn 40-jarig schrijverschap vierde. Een bundel die geschreven is 'vanuit kleding én tegelijkertijd ook 'over kleding' gaat. Van Lieshout zoomt op originele wijze in op de vele functies en betekenissen van kleding in ons eigen leven. Gevarieerde, soms heel grappige en indrukwekkende gedichten, gebracht vanuit Ted van Lieshouts herkenbare schrijversstem. Vormgegeven door Ted van Lieshout zelf en prachtig uitgegeven bij Leopold, voor lezers vanaf 14 jaar.
We bespreken de dichtbundel in aflevering 118 van De Grote Vriendelijke Podcast. Luister nu via Spotify, je podcast-app of https://degrotevriendelijkepodcast.nl...
Boeiende vorm, een dichtbundel aan de hand van gedragen kledingstukken die ooit een lichaam herbergden, waarbij tekst en beeld elkaar aanvullen.
Voor mij waren de gedichten in ‘6. twee broers / wij zijn bewaard’ het treffendst, evenals het beeldgedicht ‘twee broers’ dat na het nawoord (en zelfs na inhoudsopgave en colofon) volgt. De rest raakte me minder en voelde op momenten ook te geforceerd en/of gekunsteld, dat paste naar mijn idee minder, maar zoals dat met zowel kleding als literatuur is: smaken verschillen.
Het is een mooie bundel, maar voor een bundel van een lievelingsschrijver toch niet helemaal wat ik er van verwachtte.
De illustraties/foto's zijn een leuk uitgangspunt, maar ze raakten me niet echt.
De typische, langere, verhalende Van Lieshout gedichten waren schaars. En dat zijn vaak juist degene waar ik heel blij van word.
Deze bijvoorbeeld.
In bad
Wij moesten discussiëren met de hele klas. De vraag was wat beter is voor het milieu: met de auto vijftig kilometer naar het strand rijden om daar in zee te zwemmen of thuis in bad gaan. Eén iemand gaf het foute antwoord:
ik zei naar het strand omdat ik dacht dat het een strikvraag was. Maar toen begon de discussie pas echt, want de docent vroeg hoe je energie kunt besparen als je in bad gaat. Er waren een paar klasgenoten die zeiden wat iedereen wel weet:
dat douchen beter is, want dan ben je zuiniger met water. Maar de vraag ging over het bad, dus dan moet je niet aan komen zetten met de douche. Een ander zei dat je kunt baden in kouder water. De docent was blij, want dat was goed.
Mijn antwoord niet. Ik zei dat je beter dik kunt zijn, omdat je dan minder warm water nodig hebt om het bad vol te krijgen. Volgens mij is dat waar, maar de docent vond van niet. Ze zei dat je veel energie nodig hebt om iemand
dik te krijgen. Ik zei dat mijn oma dik geworden is van ademhalen en verder niks doen, dus daar heb je geen energie voor nodig, maar de docent vond het toch fout. De kans dat ik naar het hoger beroepsonderwijs mag, wordt steeds kleiner.
Wanneer ik in mijn kleerkast proper goed kies, springen de verhalen me toe: waar ik wat gekocht heb, van wie ik wat kreeg, bij welke gelegenheid ik het droeg, soms zelfs wie voorheen in het kledingstuk zat. Kleding draagt geschiedenis. Ted Van Lieshout schreef met 'Ommouw me' - "Omarm me met je mouwen. Ommouw me, mij, o, arme." - een erg mooie bundel over zijn kleerkast, met gedichten, foto's en herinneringen aan kledij en hun inhoud. Enkele stukken in Van Lieshouts kast hoorden toe aan zijn jong overleden broer, waarover hij eerder al schreef in zijn roman 'Gebr.', die erg aangrijpend zijn. Pareltje.
Ommouw me is intens in kwetsbaarheid en als een warme jas vol liefde omarmend en vertrouwd. Een uiterst originele en mooie dichtbundel voor (jong)volwassenen met herkenbare Ted-elementen en tegelijkertijd een nieuwe persoonlijke laag die raakt. Een blijvende aanwinst. Hele bespreking staat hier
Ons Als ik eenzaam ben en alleen neem je mijn armen in jouw mouwen, sluit je je knopen om me heen, zet ik je kraag op, duik diep in je voering van dons, warm je mij als geen ander en ik verander in ons.
2,5 sterren: Knap concept, het standpunt van de kleren, ook kleren dragen herinneringen.. beetje te letterijk per moment, ik miste wat ruimte voor eigen invulling
"Haal mij van deze hanger. Grijp mij uit deze kast. Laat mij hier niet hangen. Pak me beet. O, houd me vast."
Deze prachtig vormgegeven dichtbundel voor (jong)volwassen is een mooie en ontroerende ode aan kleding: je lievelingstrui die je bent ontgroeid, een paar handschoenen die iemand is verloren, of de spijkerbroek van je dode broer.
De poëzie is afwisselend gedrukt op 'kale' pagina's of verstopt op de labels van de gefotografeerde kledingstukken: deze korte gedichten zijn scherp of grappig, maar blijven niet echt hangen. De gedichten die Ted van Lieshout wijdt aan de bewaarde kleding van zijn overleden broer grepen mij wel naar de keel. "Tot hiertoe heeft mijn broer bestaan. Ik bleef alleen. Ik liet hem gaan. Hij trok zich terug. Ik trek hem aan."
Een warme en originele omhelzing van de band tussen mensen en kleren, gevangen in woord en beeld; ik begrijp heel goed dat deze bundel op de Shortlist van de Boon 2025 staat.
Origineel idee om aan de hand van oude kleren herinneringen wakker te roepen. In plaats van omarm me, krijg je dan ommouw me. Ook heel mooi uitgevoerd met foto's en dichtregels als labels in de kleren. Maar toch, het viel me wat tegen. Sommige gedichten zijn een beetje flauw of een herhaling van hetzelfde idee.
Dat wil trouwens niet zeggen dat er niets moois in deze bundel te beleven is. De laatste regels bij de favoriete spijkerbroek die te klein is geworden bijvoorbeeld: "Hoe kan het dat ik niet meer pas in de jongen die ik was?" Of het gedicht "Mango" over hoe moeder een mango probeert te snijden vlak nadat haar zoon gestorven is. Dat is echt raak...
Ted van Lieshout bewaart al meer dan 40 jaar de kleren van zijn overleden jongere broer. Zo kwam hij op het idee voor dit prachtige, inspirerende boek. Soms lees je het verhaal achter de kledingstukken, soms zijn ze enkel een illustratie.
Kleren zijn een gedicht waaruit iemand is verdwenen, schrijft van Lieshout. Ik kijk naar m'n jurk aan de kapstok. De rits aan de zijkant gaapt als een open wonde. Ongezien.
Ommouw me is tijdloos en mooi. Aan te raden om in stukken te lezen en niet achterelkaar. Ik vind het mooi om de wereld of mens te bekijken vanuit kledingstukken (of andere dingen zoals banken of ander (straat)meubilair). Zij zijn net zo volwaardig als wij als mens en Van Lieshout bespreekt dit perspectief op zijn geheel eigen manier. Laat ook mooi de waarde, fysiek of emotioneel, zien van kleding.
De gedichten in deze bundel voelden als een warme jas. Misschien wel als een omhelzing.
Het is bijna ironisch, want er worden redelijk naakte gevoelens blootgelegd. De taal omarmt het, net als kleding het lichaam omarmt: of misschien, wild gedachte-experiment: omhult?
Maar ik hoop dat taal je omarmt.
Deze bundel liet me weer zien: taal is een kunstwerk. En kunst doet wat met de aanschouwer.