Een lyrische roman over de geboorte van een moeder, zwervende zielen en de ziel van het zwerven, geschreven met de stuwende kracht van een wereldrivier.
Terwijl een donkere schaduw over de weerkaarten van Midden-Europa glijdt, reist een vrouw in een busje langs de oevers van de Donau, van de bron in het Zwarte Woud tot de monding in de Zwarte Zee. Welke stemmen stijgen op uit de rivier? Archeologische opgravingen en eeuwenoude verhalen, confronterende vragen en dromen, lichamelijke transformaties en vergeten vrouwen geven richting aan de mentale reis van een jonge schrijfster die moeder wordt.
Een zwangere vrouw reist samen met Leon, haar geliefde, naar de monding van de Donau in het Roemeense Sulina. Bij elke bocht van de rivier vergroot de afstand tot de betonnen stad vanwaaruit ze vertrokken zijn en het noodweer dat daar almaar intenser wordt. Terwijl haar buik groeit, neemt haar onzekerheid toe: zal ze het wel goed doen? De tocht stroomafwaarts symboliseert zowel de ontsnapping aan de hectische moderniteit als de inwendige omwenteling van een vrouw die verwoed de oermoeder in zichzelf opspoort door godinnenlegenden op te vissen.
Met een taal die aan je lijf gaat kleven, toont Van Offel hoe zwangerschap en moederschap nog te weinig gezien worden als ingrijpende transformaties. Met elke baby wordt ook een moeder geboren die de grootste schokgolven alleen moet doorstaan. Dat laatste wordt geaccentueerd door Leon, die vooral na de weergaloos beschreven bevalling naar de achtergrond verdwijnt.
‘De stem van Sulina’ is niet alleen een diepgravende ontdekkingsreis naar moederlijke intuïtie, een verloren natuurinstinct en een thuisgevoel, maar ook een bijzondere aanwinst voor de Nederlandstalige letteren.
-----------------
'...het unheimliche is niet iets dat ons overkomt. We dragen het in ons, we zijn van onszelf ontheemd, maar precies het ontheemd zijn maakt ons tot onszelf. De mens is fundamenteel een reizend wezen, hij is unheimlich, het tegenovergestelde van heimlich, thuis. De rivier is de reis, en de reis is het meest menselijke. Geen rust vinden in het thuiskomen, maar thuiskomen in de rusteloosheid. De rivier stroomt omhoog.'
Deze was wat te doorworstelen. Anneleen Van Offel schrijft zeer mooi, maar deze ging voor mij een beetje teveel alle kanten op, waardoor ik wat verloren liep in de veelheid aan verhalen, lagen en boodschappen.
Een reis langs de Donau. In een omgebouwde camper rijden een man en vrouw gehaast weg uit hun woonplaats, op de hielen gezeten door overstromingen. Voor haar wordt het naast een meanderende trip ook een manier om de beginnende zwangerschap te beleven, met alle blije ideeën en onrustige twijfels van dien. Op reis vanuit een verlangen naar een eenvoudiger leven (omdat je terug kunt naar een verwarmd huis).
De stem van Sulina is een verhaal met meerdere oorsprongsverhalen van Europa en gebieden langs de Donau. De cyclus van dood en wedergeboorte van mens en natuur is een rode draad. “We hebben hetzelfde grondplan. Ze is een bloedsomloop, een gesloten eenheid, een in zichzelf overlopend lichaam. Een vrouw, wild stromend in een waterbekken, met haar slingerende armen en aders vloeiend door Europa.” Van Offel heeft zich ingelezen in het Donaugebied waardoor ze regelmatig en passant interessante feitjes deelt. Ook het onderzoek van de Litouwse wetenschapper Marija Gimbutas komt voorbij; zij deed archeologisch onderzoek in Zuidoost-Europa naar moederbeeldjes. Is er een universeel verhaal te ontdekken in de vervaardiging en gebruik van de beeldjes? Gimbutas schreef een nieuwe visie op de eerste Europese volkeren, je kunt het terugzoeken.
Waar het eerste deel gehaaster en chaotischer aanvoelt vanwege het vertrek en de ongeordende gedachten over de vrouwelijke transformatie en mythes door elkaar heen, komt de rust na een bevallingsscène terug in het laatste deel. Het middenstuk -een intermezzo zo je wilt- kwam overigens realistisch en met gevoel op me over, ook al heb ik zelf geen zwangerschap meegemaakt. Ik vond het eigenlijk een soort mooi. Zodra de baby er is, zoekt de kersverse moeder weer verder naar de invulling van haar nieuwe levensrol en ondertussen naar de veranderde band met haar man zoals voor de babytijd. Tegelijk lees je een beetje hoe dit boek tot stand komt (en blijken de genoemde overstromingen een middel om het verhaal een begin te geven). Dat is dan wel fictie, toch zullen er autobiografische elementen in verwerkt zijn, gezien hetgeen Van Offel soms deelde op haar sociale media.
Deze roman is voor lezers van bijv. Rezazadeh (maar Van Offel is -zonder waardeoordeel- minder dromerig) en geïnteresseerden in antropologie en riviergeschiedenissen zoals van Martin Hendriksma. De stem van Sulina houdt het midden daartussen, is een reisverslag en innerlijke zoektocht ineen. Het zou me niet verbazen als dit een Libris Literatuurprijsnominatie van 2025 wordt.
Vanaf de bron, via zijtakken en stroomversnellingen, vanop de rivierbanken en langs de knie van de Donau voert Anneleen Van Offel ons langs cultuur- en natuurgeschiedenis, filosofie en erfgoed, mythologie en ecofeminisme. Vervlecht daartussen het persoonlijke verhaal van een zwangerschap/moederschap en je hebt een road novel, moederboek en ideeënroman in één. Het is veel en soms net zo kronkelend als de rivier. Je gaat kopje onder en komt gedesoriënteerd weer boven. Het is puur en complex. Zoals een vrouw.
Er zijn stukken in dit boek waar ik als een boot overheen vaarde, er waren ook bladzijden waar de roeispanen in zanderige bodem bleven steken. 'De stem van Sulina' gaat over veel, te veel. Ik las over de Donau, over vrouwelijke, moederlijke oerkracht, over de bijna vloeibare verbinding tussen het zelf en het alles, tussen geboren worden en sterven. Het gaat evenzeer over onrust, over machtsverhoudingen, over ikweetnietwatiknogallemaalwilbenoemen. Vooral waar de schrijfster de mythologie en archeologie laat binnenwaaien om de energie in haar verhaal vorm te geven, raakt ze me kwijt. En toch, Anneleen Van Offel kan schrijven.
De personages maken een reis langs de Donau in een busje. Het hoofdpersonage is zwanger en doet een poging om te beschrijven waar ze zijn, wat er gebeurt, hoe het kind in haar groeit.
“De taal is het huis van het zijn.” Daar woont het hoofdpersonage. In de taal, op een grote afstand van de wereld. Ze slaagt er niet in die echte wereld te beschrijven. Er is geen beleving. Geen betrokkenheid. De buitenwereld die aan het busje passeert wordt kunstzinnig gehyperlinkt aan historische, mythologische tekstreferenties, aan culturele clichés, aan antropologische weetjes. Een cerebrale reis terwijl de werkelijke wereld groeit in haar buik.
Het koppel reist in een bubbel waar smaken, geuren, geluiden, kleuren niet kunnen/mogen doordringen. Geen gevoelens. Alles, ook de personages, is decor. Op geen enkel moment langs de meer dan 2000 km rivier gaat het hoofdpersonage in de Donau zwemmen, ook niet wanneer het snikheet is. Ze weigert zich te dopen in haar onderwerp, in haar reis, in de buitenwereld. De wereld staat ten dienste van de zelfreferentie, op zoek naar zichzelf. Maar die kan niet gevonden worden, want daarvoor moet je uit jezelf, uit je talige zelfreferentie stappen. Vraag aan het hoofdpersonage wie ze is, en ze weet het niet. Ik ook niet.
Op het einde van de reis is er bijna een contact met die werkelijkheid. Een kind komt bedelen en maakt contact. In paniek vluchten ze weg met het busje, ‘want die kwam op onderzoek’. Wegvluchten in intertextualiteit. Postmodern.
De werkelijkheid is veel te hard, te echt om er in te leven. Daarom doet het koppel maar alsof. Op een correcte wijze het juiste fout eten, de juiste plaatsen bezoeken, de juiste zinnen zeggen, op een correcte manier gevoel beschrijven, online zijn in het busje… De bourgeois-bohémien op zoek naar zichzelf. Vraag haar hoe de Donau is, wat er leeft. Ze weet het niet. Ik ook niet.
Het ‘avontuur’ in het busje is een trope. Omdat de taal ontbreekt om de werkelijkheid langs de Donau te beschrijven, omdat de personages zich niet te ver van het busje kunnen/durven verwijderen in die echte wereld, komen de beschrijvingen dan maar van het internet en uit enkele referentiewerken. Kundig in een literair boek samengeweven.
Dan wordt het kind geboren. Dan neemt het “zijn” alles definitief over. Ook de taal. De werkelijkheid komt de bubbel binnen. Niet van buitenaf. Want dat kan/mag niet. Dan maar van binnen naar buiten. "Waterlichaam" is de beschrijving. Warrig en chaotisch. De werkelijkheid moest er dringend uit, want de auto immuniteit zou het kunnen vergiftigen.
Nog even de watermetafoor als reddingsboei aanklampen, maar tevergeefs. Ook dan moet de redding online gezocht worden. De enige taal die dan nog rest komt van oa de 24Baby webpage.
“De taal is het huis van het zijn.” heeft het hoofdpersonage geleerd. En dat schrijft en gelooft ze dan ook. Lekker postmodern.
Vraag haar wie ze nu is. Ze weet het nog altijd niet. Zal ze het ooit weten? Ze is nu gedefinieerd door haar kind, nog voor ze wist wie ze was.
Nu wordt ze geleefd door de werkelijkheid die van binnen naar buiten stroomde. Nog voor ze wist wie ze was.
Ik had nog wel veel langer willen meereizen met het busje en in het hoofd van Anneleen Van Offel. De taal is zo poëtisch dat ik maar beetje bij beetje wilde proeven van dit boek. Met mondjesmaat. Om de gedachten en taal maximaal te laten binnenkomen. Enorm gewaardeerd dus.
Anneleen schrijft zichzelf als een rivier van bron tot monding uit. Een verhaal over de metamorfose van moderne vrouw naar oermoeder. Mij valt vooral de naturel en de mildheid op waarmee ze 'terloops' diverse thema's aankaart, alsof het boek in één flow geschreven is. Ik heb hier echt van genoten.
Enkele sterke beelden, metaforen en passages; maar ik bleef toch voor een groot stuk op mijn honger zitten. Alles bleef voor mij te veel in het ijle hangen.
In De stem van Sulina reist de zwangere schrijfster Anneleen Van Offel samen met haar partner de Donau af van bron tot monding. Maar het boek is veel meer dan enkel een autofictioneel reisverslag. Het is ook een moederboek waarin Van Offel essayistiek vermengt met mythologie en waarin ze haar individuele zoektocht als vrouw en (toekomstige) moeder verknoopt met die van andere vrouwen doorheen de geschiedenis.
Net als in haar debuutroman Hier is alles veilig (2020), waarin een vrouw door Israël trekt op zoek naar haar verloren stiefzoon, combineert Van Offel een road novel met het thema moederschap. Alleen kiest Van Offel in De stem van Sulina niet voor fictie, maar voor autofictie.
Vanuit een knagende innerlijke onrust beslist de zwangere anonieme verteller – Van Offel zelf dus – samen met haar vriend de Donau af te reizen. In een kampeerbusje trekken ze van de bron van de rivier in het Zwarte Woud tot aan monding aan de Zwarte Zee, meer bepaald bij de vuurtoren van Sulina.
Over het opzet van de roman zegt de verteller zelf:
"Ik wilde een boek schrijven als een rivier, bochtig, kronkelend, met stroomversnellingen en zijarmen waarin het water schijnbaar roerloos in het rivierbed ligt, en in dat boek zou ik onderzoeken wat het ruisen me probeerde te zeggen, maar wat is huis, maar wie is ik."
Terwijl het kampeerbusje langs de oevers van de Donau slingert, neemt Van Offel de lezer mee op een tocht die meandert langs denkers, dichters en schrijvers, gaande van Martin Heidegger tot Paul Celan en van Claudio Magris tot Hélène Cixous. Ook verhalen over riviergodinnen, bosgeesten, waternimfen en tal van mythologische figuren passeren de revue. Net als het verhaal van de Litouwse archeologe Marija Gimbutas. Zij liet niet alleen vrouwenbeeldjes opgraven uit het slijk van de Donau, maar schreef ook een nieuw oorsprongsverhaal voor Europa, maar dan vanuit een vrouwelijk perspectief.
Van Offel vervlecht haar eigen vragen en zoektocht als (zwangere) vrouw en als moeder met dat historische klankbord aan verhalen en stemmen. Die zoektocht is zelden rechtlijnig of gestructureerd, maar eerder onzeker, bochtig en morsig.
Die morsigheid zit zeker ook in de erg expliciete beschrijving van de bevalling die het boek in het midden wat doet kantelen. Nadien combineert de verteller de zorg voor een pasgeboren baby met het afwerken van haar roman en dus ook met het hervinden van haar stem als auteur. Dat heeft meteen ook een impact op de taal en op het verhaal:
"De tekst is vloeibaar, een lichamelijke uitscheiding, net zoals bloed- en slijmverlies."
Ja, af en toe dreig je als lezer wat te verdrinken in het veelvoud van metaforen en de zware symboliek en hier en daar lonkt de zweverigheid, maar de associatieve stijl en de bijna lichamelijke taal stuwen de lezer verder in een verhaal dat door zijn rijkdom nog een tijdje blijft nagalmen, ook na pagina 222.
De stem van Sulina is een boek die vrouwelijkheid uitademt. Terwijl Midden-Europa getroffen wordt door forse regenbuien en overstromingen, rijdt een koppel in een busje langs de oevers van de Donau, van de bron in het Zwarte Woud tot de monding in de Zwarte Zee. De vrouw is zwanger van haar eerste kind en deze reis is een reis naar het moederschap en alle onzekerheden die het met zich meebrengt.
Anneleen Van Offel etaleert in dit boek haar kennis over de geschiedenis van de vrouw: gaande van de vruchtbaarheidsbeeldjes met de Venus van Willendorf naar verschillende Griekse, Romeinse of Germaanse mythes over godinnen, zoals het ontstaan van de seizoenen aan de hand van de mythe over Demeter en Persephone. Ook de minderwaardige rol van de vrouw ten opzichte van de man wordt heel uitvoerig in dit boek beschreven. Ze verwijst ook naar een gevoel van rusteloosheid. Louise Glück schrijft, men zegt dat er een breuk is in de menselijke ziel die niet gemaakt is om in het leven geheel thuis te zijn. De aarde vraagt ons om deze tweedracht te ontkennen. Zo ook haalt ze Elena Ferrantes begrip frantumaglia aan. Die voor het gevoel van inwendige verscheuring, een raadselachtig onbehagen staat. De frantumaglia is een zwerm van bijen die boven bewegingloze toppen van de bomen nadert; het plotselinge draaikolkje in een trage waterloop, het is de bijtende onrust waarvan je onmogelijk de oorsprong kan achterhalen, een insijpelende gewaarwording van verlies. Zo haalt ze auteurs aan als Louise Glück en Elena Ferrante, maar ook de vrouwelijke wetenschapsfilosofe en biologe Donna Harraway en haar theorie over het tentaculair denken.
Anneleen Van Offel etaleert wel haar kennis over de geschiedenis van de vrouw, maar wordt daarbij nooit belerend. Het boek is een mooie reis naar Sulina, de monding van de Donau en tegelijk ook een mooie reis doorheen de geschiedenis van de vrouw. Voor mij is dit boek een ode aan de vrouw en alle problemen waarmee ze te kampen heeft, maar ook de schoonheid van het vrouw zijn.
Anneleen Van Offel (1991) debuteerde met Hier is alles veilig en De stem van Sulina is haar tweede roman. Ze heeft ook een literaire podcast De zin van mijn leven, waar ze auteurs interviewt over De zin van mijn leven, letterlijk en figuurlijk. Ze publiceerde ook verhalen en poëzie in diverse literaire tijdschriften en schreef gastcolumns voor De Morgen en De Standaard.
Heel straf boek. Ik las nog nooit iets zo mooi, twijfelend, zoekend over zwangerschap. Heel soms was ik even weg tussen de mijmeringen, maar ik kwam steeds terug, heel dicht bij het hoofdpersonage.
Ik hou eigenlijk niet zo van al die hippe autofictie. Schrijvers die schrijven over zichzelf als schrijver, het heeft iets navelstaarderigs, maar het past in een tijdsgeest waarin alles draait om veiligheid en identiteit: als je als schrijver gewoon over jezelf schrijft, dan kan niemand je beschuldigen van culturele toe-eigening of je een gebrek aan inlevingsvermogen verwijten, weet je wel.
Gelukkig zijn er uitzonderingen: schrijvers die nog wél het lef hebben om zich in een ander te verplaatsen en schrijvers die aan autofictie doen maar tóch goed zijn. Tot die laatste categorie reken ik vanaf nu ook Anneleen Van Offel.
In De Stem van Sulina verhaalt ze een reis die ze met haar man ondernam langs de Donau, van bron naar monding, van het Zwarte Woud naar de Zwarte Zee, altijd maar langs water, van overstromingen, regen en waterellende naar de open zee. Tegelijkertijd is het het verhaal van haar, van haar zwangerschap en haar geboorte als moeder. Ze schrijft het verhaal haast letterlijk tussen de pampers.
Hét scharniermoment van het boek is de bevalling. Die wordt erg plastisch beschreven - hoe kan dat eigenlijk anders? – in (Waterlichaam). Er is een duidelijk voor en na. Moeder worden is de rivier oversteken, je kan niet meer terug: iacta est. Wat dit met de vader doet, blijft onduidelijk, want De Stem van Sulina is een boek over water en lichaam, over vrouwenlichamen, over water en vrouw zijn.
Verwacht geen verhaal met een plot. De Stem van Sulina is een “geheel van associatie en herinnering, de rivier als een weerkaatsingsvlak waarop het licht in verschillende richtingen spat” (p.210), het is “een boek […] als een rivier, bochtig, kronkelend, met stroomversnellingen en zijarmen waarin het water schijnbaar roerloos in het rivierbed ligt” (p.43).
Het boek stroomt, kabbelt en kronkelt, holderdeboldert van ecofeminisme naar oude rivierverhalen en mythen over oermoeders. In haar zoektocht op reis naar haar nieuwe identiteit als schrijver én jonge moeder spiegelt Anneleen zich aan kunstwerken, filosofen en literatoren, ze citeert schrijvers en theoretici. En voor de kenners is er ook een leuke cameo van fotograaf Frederik Buyckx.
De Stem van Sulina is een organisch weefsel, vrouwelijk, lijflijk én verstandelijk, afstandelijk én intiem. Het is een meditatie tussen bloedvlekken en vochtverlies, hip (#vanlife, #tinyhouse, etc.) en – oef, gelukkig! - ook tijdloos tegelijkertijd.
Anneleen Van Offel is een krachtig nieuwe stem die ik graag wil blijven volgen. Lang leve de moedertaal!
PS: Rumi vind ik wel een rare naam voor een meisje.
De stem van Sulina past qua thema een beetje in het rijtje: Moederteit van Lucy Jones en Oersoep van Bregje Hofstede. Qua sfeer denk ik dan weer aan Noord van Sien Volders.
Ikzelf ben bewust kind-vrij; boeken over moeders en moederschap zijn daarom niet echt mijn ding, al was ik wel helemaal in de ban van Oersoep. Oersoep gaat niet enkel over moeder-dingen, De Stem van Sulina gelukkig ook niet. Het is een vervlechting van een reisverslag (de Donau volgen) en een dagboek tijdens een zwangerschap tot bevalling en de eerste levensjaren van een eerste kind. Meer nog dan een kind wordt er een moeder geboren.
Water, rivieren als bron van leven, zijn natuurlijk nauw verweven met een moeder als bron van leven. De symboliek is mooi rond. Van Offel grijpt ook terug naar oerverhalen om een oer-gebeurtenis meer vorm te geven. Ze schrijft heel meanderend, zinnelijk, visceraal, met de stroom van het water mee stromen haar letters, woorden, zinnen.
Naast meer boeken over moederschap verschijnen er ook meer boeken (van vrouwelijke schrijvers) die iets met water hebben: denk maar aan diepdiepblauw van Nikki Dekker of Small Bodies of Water van Nina Mingya Powles. Water verbindt, verslindt, is helderblauw maar kan ook inktzwart zijn. De stem van Sulina is een eerlijke, intieme, rauwe en donkere roman. Ondertussen geldt dat donkere ook voor het persoonlijke leven van Van Offel. Ik wens haar en haar familie heldere lichtpuntjes, en mijn innige deelneming.
Met het geld van een erfenis koopt de schrijfster een busje en volgt, samen met haar vriend, de loop van de Donau van bron tot monding. Tegelijk doet ze verslag van haar zwangerschap en in een middendeel, dat als een soort kantelpunt fungeert, ook van haar bevalling. Er is een voor en een na. Dit boek is hiermee een mengeling van reisverhaal en autobiografie, met de nodige uitstapjes naar mythologie, feminisme en geschiedkundige weetjes. Net als de Donau zelf zoekt het verhaal kronkelend zijn weg in een soort associatieve stijl die wel één en ander van de aandacht van de lezer vergt. Dit is niet het soort lectuur dat je even snel tot jou neemt. En soms vraag je je ook wel eens af waar die hele trip heen gaat.
Een zwangere vrouw reist met haar man in een camperbusje van de bron tot de monding van de Donau. Ze beschrijft het landschap, vertelt iets over (plaatselijke) beroemdheden, over standbeelden van mannen en kleine vrouwenbeeldjes, over de angst en de hoop tijdens de zwangerschap. In hoofdstuk twee bevalt ze van haar cohtertje Rumi. Vanaf dan lopen de verhalen en de beelden dooreen: de reis, de bevalling, het prille moederschap, het schrijven van het boek, de vermoeidheid, … Soms wordt het verhaal wazig en warrig, zoals het hoofd van een jonge moeder met acuut slaapgebrek. Voor mij was het soms wat te verward, maar ik ben blijven lezen omwille van de beeldrijke, poëtische taal waarin het boek geschreven is. Een erg vrouwelijk boek.
De auteur beschrijft een camper-reis, samen met haar echtgenoot van bron tot monding van de Donau. Tegelijkertijd is het een verhaal over voor t eerst moeder worden, een verhaal over vergeten vrouwen en over onbegrepen vrouwelijke krachten. Dat laatste wordt ook verbonden met de teloorgang van de planeet wegens klimaatopwarming, cf. industrie, ongebreidelde economie … De beschrijving van de Donau en de fenomenen op haar oevers is mooi. De verwijzingen naar goden uit diverse culturen is soms wat zwaar. Idem de verwijzing naar filosofen allerhande. Het lijkt allemaal wat weinig doorgewerkt, te veel bloggewijs, te weinig een roman. Van Offels taal is erg mooi.
Een boek boordevol mooie zinnen en originele beeldspraak over de vrouw en de rivier. Vooral in de eerste helft van het boek, vond ik veel herkenbare gedachten en gevoelens terug. Als jonge vrouwen zitten we vermoedelijk in een gelijkaardige levensfase. De auteur blijkt al heel wat levenskennis te hebben verzameld en brengt boeiende, vergeten geschiedenissen van vrouwen en godinnen aan. Ik vind het boek best een prestatie voor een jonge dertiger en heb ervan genoten.
Een hydrofeministisch boek, de grenzen tussen fictie en autobiografie, moeder en kind, water en land, juist en fout, lichaam en omgeving, mythische ondergrond en etherische dromen … vervagen in een reis van de bron van de Donau in het Zwarte Woud naar de monding in de Zwarte Zee.
Ik herken de hydrofeministische (in)vloed van Astrida Neimanis. Anneleen zoekt naar het Oude Europa van Marija Gimbutas. We lezen duidelijk dezelfde wetenschappelijke essays 🤓.
En Anneleen is een systeem denker en uitpluizer. Ik begrijp dat sommige mensen niet al haar sprongetjes kunnen volgen, maar ik vind elke zijsprong héérlijk… en ook nodig. De zijsprongen echoën de complexiteit van het wereld, vrouw zijn, moeder worden, een rivier.
Dit boek is echt voor mij geschreven. Anneleen is nu mijn favoriete Vlaamse, nee, Nederlandstalige schrijver. Nog enkele weken geleden zei ik dat ik niet vaak mijn goesting vind in mainstream Vlaamse literatuur. Te veel anthropocentrisch psychologisch realisme.
Ik snak naar ecopsychologisch realisme …. En mijn wens is verhoord door Abnobha. (Haar heb ik enkele weken geleden nog gezien in het Zwarte Woud.)
Een meanderend verhaal, net zoals de rivier die zelf centraal staat in deze roman, namelijk de Donau. Anneleen van Offel gaat op zoek naar de monding van de Donau, als ik-figuur gaat ze zwanger met haar partner Leon met een busje langs de rivier reizen. Er komt een kluwen van mythologie langs en de lijnen van nieuw leven, dat zich zowel in de rivier als in de buik van het hoofdpersonage ontwikkeld, lopen samen. Een heel intrigerende roman.
Anneleen van offel schrijft in een rijke taal, bijna bombastisch met momenten, maar... Na een 75 tal pagina's heb ik het bijltje erbij neer gelegd... Te veel verspringingen misschien, Ik heb enkele mooie stukjes gelezen, Maar globaal kon het mij niet meer boeien, ik was niet nieuwsgierig geworden om verder te lezen . Dus ...
Het is eventjes wennen aan de lyrische stijl, maar gaandeweg leer je zo'n fantastische vrouw in wording kennen...in al zijn facetten, zij het het prominente water van de Donau, zij het de andere elementen...een mooi ontwapenend boek , heel eerlijk genoteerd.