In april 2021 reisden auteur Jonathan Littell en fotograaf Antoine d’Agata naar Kyiv om onderzoek te doen voor een nieuw boek in opdracht van het Babyn Yar Holocaust Memorial Centre. Babi Jar was de plek waar in 1941 meer dan 33000 Joden door de nazi’s werden vermoord. Maar voordat het boek voltooid kon worden, begon op 24 februari 2022 de Russische invasie van Oekraïne. Het werd onmogelijk om alleen over Babi Jar te schrijven. De bezoeken aan Oekraïne om overlevenden, soldaten en vrienden te interviewen resulteerden in een grimmig bewijs van opeengestapelde verschrikkingen, de echo’s van de geschiedenis en een falend collectief geheugen.
A bi-lingual (English / French) writer living in Barcelona. He is a dual citizen of the United States and France and is of Jewish background. His first novel written in French, Les Bienveillantes, won two major French awards.
His father is the writer Robert Littell, also resident in France and who authored numerous spy novels.
Aspettavo con ansia di leggere di nuovo Jonathan Littell (autore del libro trucemente bellerrimo “Le benevole”).
Questa volta lo scrittore, insieme an Antoine D’Agata, fanno ricerche su uno dei luoghi del terrore risalente ai tempi della seconda guerra mondiale, in Ucraina, precisamente sulla periferia di Kyiv, dove avvenne il massacro nazista nel fossato di Babyn Iar. Il luogo è tristemente noto per essere stato un sito di massacri ad opera dei nazisti e collaborazionisti ucraini ai danni della popolazione locale. Particolarmente documentato e noto fra tali massacri fu quello compiuto tra il 29 e il 30 settembre 1941, in cui trovarono la morte 33 771 ebrei di Kyiv. In questo luogo scomodo da decenni si cerca, con vari tentativi maldestri, di rimuovere la memoria:
“L’Ucraina vuole essere un Paese occidentale, orientato verso l’Europa e la democrazia; eppure, come sottolinea Per Rudling, «in Ucraina, [le] due culture della memoria, il culto degli eroi nazionalisti e la cultura della memoria dell’Europa occidentale in cui l’Olocausto ha un’importanza centrale, sono reciprocamente incompatibili.”
I due iniziano le loro ricerche di scavo nel passato nel 2021: dopo un anno, la Russia occupa l’Ucraina.
“Timothy Snyder, in una recensione virulenta pubblicata pochi giorni dopo, ha sottolineato questa particolarità dell’argomentazione di Sergejcev: «La vera storia dei veri nazisti e i loro veri crimini negli anni Trenta e Quaranta sono cosí completamente irrilevanti e messi da parte. […] Questo spiega perché Volodymyr Zelenśkyj, nonostante sia un presidente democraticamente eletto e un ebreo proveniente da una famiglia i cui membri hanno combattuto nell’Armata rossa e sono morti nell’Olocausto, possa essere trattato da nazista. Zelenśkyj è ucraino, e questo basta a definirlo nazista». Nella mente di Putin e del suo regime, un nazista è infatti, come conclude Snyder, «un ucraino che rifiuta di ammettere di essere russo»99. Da ciò consegue che, se non si riesce a convincere un ucraino della sua intrinseca russità, è perfettamente legittimo ucciderlo. Sulla base di questo paradigma, non c’è nulla di sorprendente negli eventi di Buča, Motyzhyn e di tutti i territori ucraini occupati dalla Russia. «I fatti sono i fatti», ha ribadito Putin nel suo discorso del 21 febbraio. Anche i deliri dettano i fatti.”
Passato e presente si sovrappongono in questo luogo testimone degli orrori
“Il poeta di Kyiv Leonid Kiseĺov, morto di leucemia all’età di ventidue anni, scrisse in russo questi versi:
Ja postoju u kraja bezdny I vdrug pojmu, slomjaś v toske, Čto na svete – toĺko pesnja Na ukrainskom jazyke.
Sono sull’orlo dell’abisso E all’improvviso capisco, sconvolto dall’angoscia, Che il mondo intero è solo un canto In lingua ucraina.”
Un libro imprescindibile, come tutti quelli di Littell. Un libro per tenere viva la memoria sugli orrori dei massacri compiuti sugli ebrei, sui rom (sterminati dai fascisti tra il 1940 e il 1945), in modo che non sia PIENA
“Durante la nostra prima visita a Babyn Yar, nell’aprile del 2021, Vitalij, un impiegato della Byhmc, ci aveva portato a fare una lunga escursione. Antoine stava già scattando foto e io mi guardavo intorno, senza prendere appunti. Alla fine ci eravamo fermati sulla collina poco prima della Menorah. Antoine armeggiava con la sua macchina fotografica per studiare le immagini che aveva scattato; all’improvviso, senza dire una parola, me l’aveva passata. Sul retro, sul piccolo display, c’erano due parole: MEMORIA PIENA.”
Een ongemakkelijk boek over een ongemakkelijke plek
In 2021 trekt auteur Jonathan Littell samen met Magnum-fotograaf Antoine d’Agata naar Kiev om er onderzoek te doen voor een boek over Babi Jar, de plek waar in september 1941 meer dan 33.000 Joden door de nazi’s werden vermoord. Maar net wanneer Littell in februari 2022 klaar is met zijn manuscript, valt Rusland Oekraïne binnen en moet Littell zijn plannen bijsturen. Met een onwaarschijnlijke oog voor detail verweeft Littell de actualiteit met de geschiedenis. Die geschiedenis herhaalt zich misschien niet helemaal, maar ze rijmt wel vaak, wist Mark Twain al.
Jonathan Littell is vooral bekend van 'Les Bienveillantes' ('De welwillenden'), een monumentale en veelbesproken roman uit 2006 die zich afspeelt aan het oostfront tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar dan gezien vanuit de ogen van een SS-officier. De roman werd een bestseller en won de Prix Goncourt. De naziofficier in De welwillenden komt in 1941 ook in het bezette Oekraïne terecht en is getuige van het bloedbad van Babi Jar (of in het Oekraïens Babyn Yar), de ravijn waar de nazi’s eind september 1941 op enkele dagen tijd meer dan 33.000 Joden vermoordden. Tussen 1941 en 1943 vielen er meer dan 100.000 slachtoffers, vooral Joden.
In opdracht van het Babyn Yar Holocaust Memorial Centre (BYHMC) begint Littell samen met fotograaf Antoine d’Agata aan een beschrijvend boek over Babi Jar. Op 22 februari 2022 is Littell klaar met zijn manuscript. Amper enkele dagen later valt Rusland Oekraïne binnen. Het boek dreigt dus achterhaald te zijn nog voor het gepubliceerd is en daarom gooien Littell en d’Agata het over een andere boeg. Vanuit een ander perspectief verknopen ze het gruwelijke verleden met de bloedige actualiteit.
Babi Jar blijft het vertrekpunt. Littell wil niet zozeer inzoomen op de gruwel van de massaslachtingen tussen 1941 en 1943, maar wel over de manier er nadien met die plek is omgegaan. Dat gaat dan onder meer over het opgraven en verbranden van de lijken bij de naderende komst van het Rode Leger in 1943 en over de poging van de Sovjets om de sporen van Babi Jar uit te wissen door het ravijn met steengruis op te vullen. ‘De herinnering aan Babi Jar ligt ondergronds, net als de resten van de lichamen’, schrijft Littell. Door dat toegedekte en onverwerkte verleden wordt Babi Jar een ongemakkelijke plek, een ‘chaotische niet-plek’, een plek ook waar eerst lange tijd geen enkel herdenkingsmonument stond maar die nu wel bezaaid is met ‘een warboel van monumenten’.
Littell praat met bewoners, overlevenden, militairen, ooggetuigen, enz… Dat doet hij ook in Boetsja, waar het Russische leger in maart 2022 honderden burgers heeft gedood in de slag om Kiev. Boetsja, gelegen buiten de hoofdstad Kiev en ‘ver van blikken die zwaar zouden kunnen drukken’, werd in sneltempo ‘getransformeerd in een lijkenhuis’, aldus Littell. De beelden van Boetsja na de massamoord gingen de wereld rond. Maar wanneer Littell en d’Agata er een maand later aankomen, zijn alle fysieke sporen al verwijderd. ‘Nu al, een maand later, was alles ondergronds, verborgen, bijna uitgewist. Opgevouwen onder een normaliteit die desondanks niet normaal kon zijn’.
Littell probeert toch de bloedige gebeurtenissen van Boetsja te reconstrueren door feiten en getuigenissen te verzamelen. Wat volgt is een paginalange opsomming van huiveringwekkende verhalen. ‘Hier zou ik kunnen stoppen, maar ik stop hier niet’, verzucht hij en trekt verder naar het dorpje Motyzjyn. Daar tekent hij het ijzingwekkende op van dominee Oleh Bondarenko, die door de Russische troepen gefolterd werd en onder meer 48 uur in een krappe betonnen buis werd opgesloten.
Op een bepaald moment geeft Littell toe dat zijn hoofd gaat ‘duizelen’ bij alle gruwel en verschrikkingen.
"Als ik me probeer voor te stellen hoe een man een andere man tot stervens toe foltert, hem dan laat liggen zonder hem zelfs nog maar het genadeschot te geven, om zich tegoed te gaan doen aan sla met mayonaise en schuine grappen uit te wisselen met zijn kameraden, dan bevangt me een duizeling, dan sta ik voor een zwart gat in mijn denken, een gat dat wordt afgegrensd door een ondoordringbare horizon van gebeurtenissen, in de buurt waarvan elk idee een rode kleur krijgt om vervolgens te verdwijnen, voorgoed te worden opgeslokt."
Daar stopt het niet. Het ‘zwarte gat’ in het denken wordt namelijk nog zwarter wanneer Littell op zoek gaat naar een verklaring voor die gruweldaden en dan moet vaststellen dat de daden in Babi Jar, Boetsja of Motyzjyn niet begaan zijn door getraumatiseerde of psychotische individuen. ‘Nee, het zijn normale mensen die dit hebben gedaan. […] Het zijn gewone mensen, mensen zoals u en ik’, klinkt het met een echo naar Hannah Arendt.
Littell vraagt wel wat van de lezer. Naast de 222 afzonderlijke stukjes met bijzonder veel oog voor detail, zijn er bijvoorbeld ook de 182 voetnoten. Die detaildrift kan sommige lezers misschien kopje-onder duwen. Maar in interviews heeft Littell al wel uitgelegd dat die details, bijvoorbeeld het vermelden van alle namen, belangrijk is bij het herinneren van de gebeurtenissen.
Un macrorreportaje tan revelador como inabarcable sobre los lugares traumáticos y sobre la (in)capacidad de poner en marcha políticas de memoria que permitan mirar al futuro sin repetir los errores del pasado.
Los autores empiezan analizando Babyn Yar, el lugar donde los ocupantes nazis, con cierta colaboración local, masacraron a miles de judíos en Kiev durante la Segunda Guerra Mundial. Un lugar donde hoy hay un parque, una iglesia, una estación de metro... pero poco o nada que haga referencia a la matanza (y lo que hay es genérico o con omisiones deliberadas). Borrón y cuenta nueva.
Pero a los reporteros les sorprende la guerra de Ucrania y se ven obligados a cambiar los lugares, aunque lo que se intuye es que la reacción a esos lugares no lo ha hecho mucho. Nos trasladamos ahora a Bucha, esa localidad próxima a Kiev cuyas imágenes nos sobrecogieron tras su liberación de las tropas rusas. El relato es durísimo, más incluso que el de Babyn Yar, porque mientras entonces asistíamos a una violencia fría y colectiva, contra una masa, aquí es personal, es una venganza individualizada tanto por parte de los soldados rusos como de las víctimas ucranianas. El libro ofrece también pinceladas de la doctrina e ideología de Putin y sus secuaces, que recuerdan a las que siguió un señor con bigote en los años 30. Y, de nuevo, el borrón y cuenta nueva. Bucha se reconstruye tapando lo sucedido, ni siquiera utilizándolo a favor de la causa ucraniana.
El controvertido (y marginal) papel del nacionalismo ucraniano en los años 40 y después del 2010, el revisionismo histórico de la URSS y la imposibilidad para construir una memoria real y compartida tanto en la URSS, como luego en Rusia y Ucrania, también se abordan en el libro.
Es muy interesante, pero a ratos me da la sensación que los lugares en sí tampoco dan tanto de sí para ser el hilo conductor. Funcionan mucho mejor las historias de las víctimas sobre el terreno. La sucesión de microrrelatos en torno a la temática general acaba abrumando, pero creo que con todo lo que se aprende merece la pena.
To miał być reportaż wyłącznie o Babim Jarze. Świadczy o tym nie tylko bogactwo zgromadzonych materiałów i umiejętność wykorzystania archiwalnych kwerend, ale również uporządkowany i usystematyzowany tok wywodu oraz żelazna konsekwencja w realizacji czegoś, co nazwałbym „celem reporterskim”. Nie bez znaczenia pozostaje również dominanta wątku Babiego Jaru nad pozostałą zawartością tej książki oraz ilość razy, jaką Jonathan Littell przemierzył jar wzdłuż i wszerz (a nawet wspód) podczas pracy nad reportażem. Na jego nieszczęście rosyjski dyktator w 2022 roku spuścił psy gończe i doprowadził do wybuchu wojny. W tej sytuacji publikowanie reportażu opowiadającego o wydarzeniach, które rozegrały się blisko 80 lat temu na ukraińskiej ziemi nie było naglące w świetle tego, co działo się – i wciąż dzieje się – na Ukrainie tu i teraz. Rozumiem rozterki autora, który pewnie musiał ugiąć się pod naporem wydawcy, domagającego się relacji z bieżącego konfliktu, gdyż to się lepiej sprzeda niż rewindykacja ukraińskiej historii, choćby trudnej i bolesnej.
Gdyby Littell pozostał wierny swemu pierwotnemu założeniu, to przy jego umiejętnościach pisarskich śmiem twierdzić, że spod jego ręki wyszedłby bardzo dobry reportaż. Relacja z odzyskanej przez ukraińskie siły Buczy i Irpienia nie dość, że mocno wtórna wobec tego, o czym inni zdążyli już napisać, to jeszcze wciśnięta jest w korpus tekstu nieco na siłę, a na domiar złego nad warstwą sprawozdawczą bardzo mocno góruje reporterskie „ja” Littella. Czytając reportaż wolę słyszeć opowieść niż widzieć opowiadającego.
Nie oznacza to jednak, że Littell całkowicie skapitulował. Z jego relacji z Buczy i Irpienia wynika bowiem, że między działalnością nazistów m.in. w Babim Jarze a działalnością wojenną Rosjan na Ukrainie można postawić znak równości. Aktywność nazistów miała charakter ludobójczy, gdyż była wymierzona przeciwko wszystkim przedstawicielom rasy semickiej, która w ich ideologii nie była warta życia. Żydzi byli mordowani tylko dlatego, że byli Żydami – niezależnie od wyznawanej religii, światopoglądu, obywatelstwa czy przekonań politycznych. Identyczny ludobójczy charakter ma działalność Rosjan, którzy rzekomo „wyzwalają” Ukrainę z rąk nazistów, podczas gdy sami postępują dokładnie tak samo, jak naziści 80 lat temu. Ukraińcy – tak żołnierze, jak i cywile – są przez Rosjan mordowani tyko dlatego, że są Ukraińcami. Na płaszczyźnie ideologicznej między doktryną hitlerowską a putinowską żadnych różnic nie ma.
Jakość wątku o Babim Jarze jest jednak znacząco lepsza i szkoda, że Littellowi nie było dane napisać tej książki tak, jak pierwotnie zamierzał. Ilość paraleli jakie nasuwają się między doświadczeniami ukraińskimi a polskimi jest bowiem niepokojąco zbieżna. Babi Jar, jak dowodzi Francuz, jest miejscem kłopotliwym dlatego, że w gruncie rzeczy pod względem topograficznym nie istnieje, a jako miejsce którego nie ma pozostaje emblematem, symbolem wydrążonym z treści. Najpierw było to zasługą nazistów, którzy próbowali zrównać wąwóz z ziemią i zatuszować miejsce kaźni. Potem do głosu doszli komuniści, którzy – o ile w ogóle dopuszczali w publicznym dyskursie mówienie o Babim Jarze – wymazali z niego martyrologię żydowską, gdyż nie pasowała do zunifikowanego i bezklasowego społeczeństwa radzieckiego. Babi Jar stał się więc miejscem martyrologii „obywateli radzieckich”. Niepodległa Ukraina wpierw gorliwie podążała sowieckim szlakiem, by później z pobudek czysto serwilistycznych wydawać zgody na masowe obsiewanie Babiego Jaru wszelkiej maści pomnikami upamiętniającymi: Żydów, żołnierzy radzieckich, jak również członków OUN i UPA. To dlatego we współczesnym Kijowie teren po Babim Jarze przecinają arterie noszące nazwy Ołeny Telihy i Stefana Bandery – dwóch osób o jawnie nazistowskich poglądach. To tak, jakby do miejsca kaźni przedstawicieli antykomunistycznego podziemia prowadziła ulica Dzierżyńskiego lub aleja Bieruta… Plusem tego reportażu jest to, że Littell jako osoba całkowicie z zewnątrz nie pieści się w żadne usprawiedliwienia czy próby zrelatywizowania „trudnej, bolesnej historii”. Na kanwie reportażu Littella uderzyło mnie, jak wiele z tego, co i o czym pisze można odnieść do polskich doświadczeń. I nam nie jest obca skomplikowania polityka historyczna: katolicki krzyż stojący na oświęcimskim żwirowisku czy drzewa polskiej pamięci, którymi obsadzono Muranów, zbudowany na gruzach warszawskiego getta. I polskiej administracji nie jest obca serwilistyczna postawa, która wpierw masowo wydawała zgody na budowanie kolejnych pomników Jana Pawła II – nierzadko o wątpliwej estetyce – a dziś zmaga się z ich kłopotliwym balastem w świetle coraz to bardziej krytycznej oceny jego pontyfikatu i spuścizny. Jako że sztuka jest moją pasją, zwrócę uwagę w tym miejscu na jedno: nie ma chyba powiatu, w którym nie byłoby pomnika Polaka-papieża. A przez ponad 40 lat komunizmu w Polsce nie postawiono Stalinowi żadnego pomnika, a pomnik Lenina był tylko jeden – w Nowej Hucie. Tak wygląda różnica w serwilizmie między aparatem komunistycznym a urzędnikami wolnej Polski.
W obszar zainteresowań Littella wkradła się również silna sympatia Ukraińców dla symboli nacjonalistycznych, w tym flag OUN i UPA, co stoi ością w polskim gardle. Bardzo upraszczając swój wywód Littell twierdzi, że podobnie jak Babi Jar, także i OUN wraz z UPA stały się wydrążonymi z nazistowskiej genezy emblematami, funkcjonującymi w przestrzeni publicznej jako ukraińskie punkty oporu przeciwko rosyjskiemu imperializmowi, ochoczo wykorzystującemu je w swej propagandzie jako dowód na ukraiński nazizm, podczas gdy ich prawdziwą „ideą” jest ich narodowy charakter – tyle że zbrukany historycznie kolaboracją z faszystami. Można się z nim zgadzać, można polemizować, zarzucając mu nazbyt powierzchowną ocenę. Ale czy i my umiemy trzeźwo patrzeć na naszą kłopotliwą historię? Czy i w Polsce w ciągu ośmiu lat rządów zjednoczonej prawicy nie nastąpił wysyp symboli Falangi? Czy dla Polaków powstanie warszawskie nie jest tytułowym „kłopotliwym miejscem”?
Kłopotliwe miejsce pozostawia mnie jednak w kłopocie co do konkluzji, po co w istocie to wszystko? Bo o ile sugestie czy wnioski Littella są jego własną interpretacją, o tyle w zakresie faktografii nie pisze niczego, o czym nie napisali wcześniej inni i o czym czytelnik lub czytelniczka z tej części Europy nie słyszał(a), choćby powierzchownie. Czy naprawdę francuskiemu odbiorcy trzeba aż reportażu dla odkłamywania rosyjskiej propagandy? Bo tak odczytuję cel tej książki. Jeśli tak, to smutna jest zarówno przyczyna, z powodu której ona powstała, jak i samo jej przeznaczenie…
На цю книгу чекала два місяці, а потім ще чотири дивилася на неї і збиралася з силами читати.
Це такий, якби мовити, тревелог-дослідження по місцях скорботи, загалом більш єврейських (Бабин Яр), а з недавніх пір ще й доданих теперішньої війною. Насправді, це було менш страшно, ніж я очікувала, але в деяких місцях достатньо неприємно. Літтел завжди робить репортажі ретельно з безліччю задокументованих відсилок і пояснень. Фотографії ДʼАгати додають переконливості. Неочікувано в тексті зустрілись пару інтернет-знайомців, в сенсі що я за ними слідкую/слідкувала (Різниченко і Степанець).
Я б воліла прочитати це українською мовою. Не знаю чому це не так, але можу уявити, що із-за критики ОУН і УПА. ДʼАгату лишили акредитації в 2023 році із-за репортажу в NYT про ПТСР у українських військових. Або хз чому, бо це повинно читатися не тільки вестернами і ліберальними росіянами.
La inconveniencia de profundizar en la memoria. Jonathan Littell y Antoine D’Agata rescatan la memoria de Babi Yar, un barranco en las afueras de Kiev donde fueron masacradas por los nazis, con la colaboración de nacionalistas ucranianos, más de 100.000 personas, entre ellos unos 60.000 judíos, durante la II Guerra Mundial. “Recorrer, inventariar, fotografiar, describir”. El trabajo de los autores fue interrumpido por la invasión rusa de Ucrania, por lo que la misma metodología de trabajo fue llevada a Bucha, donde había ocurrido la matanza de civiles ucranianos por parte del ejército invasor. Un libro necesario y, también, inconveniente.
The author of this book is linked to russian chauvinist Illya Khrzhanovski and it says all about its content. Author is far away from being an expert on Ukraine, tries to whitewash russian crimes against Ukrainian civilians, includes russian propaganda clichés about ukrainian independence movement and spreads russian colonialistic view on Ukrainian history.
Een ongemakkelijk boek omdat het de verschrikking van oorlog koppelt aan de belevenissen van individuen... meer bepaald in Kiev bij de inval van de Russen maar ook tijdens de tweede wereldoorlog.
Livre surprenant et sans doute inégal. On suit les visites d un journaliste et d un photographe sur des lieux non loin de Kiev qui ont abrite genocide et meurtres inouis. Des juifs , des partisans pendant la 2nde guerre mondiale et en 2022 des soldats russes, des Ukrainiens. Un lieux et des morts que tout le monde veut oublier- oublier l extreme droite fasciste qui a soutenu l armée nazie , le genocide supporte par la population, des immeubles construits sur des charniers. Les violences de l’armée de Poutine contre les civils par esprit de vengeance. Le délire idéologique qui re écrit l histoire de l Ukraine. Le debut du livre est lourd. Des listes de morts sans fin, on ne comprend pas le but. Puis le récit se fait plus clair. Comment comprendre que des êtres humains deviennent des anges de la mort. Les photos sont étranges, presque surreelles.
L’auteur écrit un livre sur les exactions de Babin Yar dans la banlieue de Kiev et sur le souvenir et la topographie de cette tragédie. Mais le déclenchement de l’invasion russe en Ukraine en 2022 modifie l’écriture du livre. Les passages historiques et les discussions avec les personnes rencontrées sont vraiment très intéressants. En revanche certaines descriptions sont difficiles à imaginer et parfois barbantes
Ci sono luoghi, nella Storia, il cui solo nome evoca la tragedia delle guerre, delle dittature, della prevaricazione della violenza sull’umana pietà. Due di questi sono al centro di quest’opera: Babyn Yar e Bucha. Non è una coincidenza che entrambi appartengano alla nazione ucraina. Non lo è a causa della perenne contesa di quei territori tra est e ovest che hanno fatto gola, nei secoli, a imperi e regimi diversi. Così, Babyn Yar è diventata simbolo dei massacri nazisti, mentre Bucha dei massacri russi. La coincidenza davvero fortuita in cui si imbatte Littell insieme al suo compagno fotografo è tale da modificare in tempo reale l’oggetto del libro. Il quale, inizialmente, avrebbe dovuto occuparsi solo della vicenda tragica del 1941 e delle sue propaggini, a distanza di decenni. Invece, in quell’inizio del 2022, Putin mette in moto la sua Armata e il racconto si trasforma in un diario tra Storia e attualità che mai sono state così intrecciate, così consequenziali. C’è un parallelo che corre lungo tutto il testo: la continuità della narrazione anti-nazista. Nel 1941, era il mondo contro il Terzo Reich: una lotta irrinunciabile. Oggi, è la Russia che finge di aver riconosciuto nell’Ucraina un nuovo terreno di coltura del nazismo, ma che nei fatti si comporta esattamente come la macchina bellica di Hitler nell’Europa del secondo conflitto mondiale. Un equivoco ipocrita e tragico che trascina tutto l’Occidente (qualsiasi cosa esprima questo concetto) in un futuro pieno di incognite. Lo stile di Littell, anche quando non narra ma descrive, è apparentemente freddo, placidamente distaccato. In realtà, la sua prosa e la sua cronaca esprimono un dolente senso di disperazione che trasuda dalla descrizione dei luoghi e dalla semplice descrizione dei fatti. I personaggi che riempiono il libro, che provengano dal passato o siano testimoni di un orrido presente, hanno tutti la stessa caratteristica: sono autentici, privi di retorica, nudi e crudi (anche in senso letterale). Ne esce un quadro dell’oggi quasi interamente sovrapponibile alle vicende di ieri, anche se lontane ottant’anni. La stessa foga distruttrice, la stessa insensata violenza, lo stesso immenso e incomprensibile dolore: tutto a servizio di una volontà di potenza che rimane identica nei secoli, se spinta dalla più crudele smania di primazia. La pietà offerta dalle cronache di Littell, che passa dal passato al presente con una capacità di immedesimazione encomiabile per uno scrittore che non è storico di professione, ci resta addosso dall’inizio alla fine. Ma non è la sola conseguenza della lettura di questo libro. Sale nel lettore la consapevolezza che la Storia è tutt’altro che finita, come pretendeva di aver scoperto Fukuyama qualche anno fa. Oggi, infatti, i sistemi liberali in crisi non danno risposte a questa recrudescenza imperialista che non siano blandamente economiche (i pacchetti di sanzioni alla Russia non pare siano efficaci nel medio-lungo periodo). Cosa dovremmo dedurne: che serve una nuova guerra mondiale? No, ma il punto è proprio questo: come salvaguardare la pace europea limitando geograficamente i teatri di guerra per non intaccare una società del benessere del quale nessuno vorrebbe privarsi? Teatri nei quali, purtroppo, finiranno sempre gli stessi popoli, però. Vuoi per la loro posizione strategica, vuoi per la tendenza a considerare certi territori come perennemente contesi, come se non avessero diritto a un’autonomia, non meritassero un riconoscimento di identità nazionale. Il volume non avrebbe bisogno di un apparato iconografico a corredo, tanta è la capacità evocativa del racconto di Littell. Tuttavia, il lavoro di d’Agata è talmente viscerale, diretto come un pugno in faccia, post-moderno e infine artistico, che non si può non ritenerlo essenziale a completare un’opera che nel tempo acquisirà, credo, lo status di classico moderno.
Dzisiejsza recenzja dotyczy książki „Kłopotliwe miejsce”, która stanowi dla mnie zupełnie nowe doświadczenie. Przed wami reportaż wzbogacony zdjęciami, na które, przyznaję, nie byłam gotowa. Tematyka, jaką przeczytacie nie jest łatwa, ponieważ dotyczy tragedii, jaką Ukraina przeżyła, a szczególnie obręb dzisiejszego Kijowa. Babi Jar to o nim mowa. Ostatnio zaczęłam interesować się II wojną światową, wysiedleniami z Ukrainy oraz tzw. ziemiami odzyskanymi. Powrót ocalałych do tzw. rzeczywistości po II wojnie światowej ( o ile dało się wrócić dla niektórych) i jej konsekwencje stają się dla mnie coraz bardziej interesujące. Książka „Kłopotliwe miejsce” to wstrząsające i głęboko poruszające dzieło, które wykracza poza ramy tradycyjnej literatury faktu. Jonathan Littel, znany ze swojej bezkompromisowej prozy, łączy siły z fotografem Antoine’em D’Agatą, tworząc książkę, która jest zarówno świadectwem, jak i medytacją nad naturą zła i pamięci. Autorzy koncentrują się na Ukrainie, kraju naznaczonym tragiczną historią – od masakr w Babim Jarze po współczesną wojnę. Littel i D’Agata eksplorują „kłopotliwe miejsca”, w których przeszłość wciąż żyje, a trauma przenika teraźniejszość. Nie boją się trudnych tematów, konfrontując czytelnika z brutalnością i okrucieństwem wojny. Littel, z typową dla siebie precyzją i obsesyjnością, analizuje mechanizmy przemocy, zadając pytania o ludzką naturę i granice moralności. Jego proza jest surowa i bezlitosna, ale jednocześnie pełna empatii i zrozumienia dla ofiar. D’Agata z kolei tworzy wizualny kontrapunkt do słów Littela, prezentując zdjęcia, które są równie mocne i poruszające. Jego fotografie, często surowe i niepokojące, dopełniają narrację, tworząc spójny i wstrząsający obraz rzeczywistości. Jednym z najważniejszych aspektów „Kłopotliwego miejsca” jest sposób, w jaki autorzy łączą przeszłość z teraźniejszością. Littel i D’Agata pokazują, jak wydarzenia z przeszłości wciąż wpływają na współczesną Ukrainę, tworząc łańcuch traumy i cierpienia. Książka jest również refleksją nad naturą pamięci i zapominania. Autorzy zadają pytania o to, jak pamiętamy i jak zapominamy o traumatycznych wydarzeniach oraz jakie są tego konsekwencje. Książka jest również refleksją nad naturą pamięci i zapominania. To lektura, która pozostawia trwały ślad w pamięci czytelnika. Nie możemy zapomnieć. Temat wojny dla większości będzie czymś trudnym, ale jeśli nie będziemy mówić to zapomnimy. Podchodziłam do tej książki dwa, trzy razy. Nie jest łatwa w czytaniu (chodzi o to, o czym opowiada), mimo że łatwo się czyta, tak zrozumiale. „Kłopotliwe miejsce” to wyzwanie dla czytelnika – zarówno pod względem estetycznym, jak i intelektualnym. To książka, która burzy komfort i wymusza konfrontację z tym, co zwykle pozostaje niewidoczne. Warto po nią sięgnąć, ale trzeba być przygotowanym na mocne wrażenia i trudną, choć niezwykle ważną, podróż po ciemnych zakamarkach ludzkiego doświadczenia.
La vida de Jonathan Littell parece inexorablemente vinculada a Ucrania, y en especial, a Babyn Yar (o Babi Yar). El ganador del Premio Goncourt el año 2006 vuelve al lugar donde los nazis llevaron a cabo una de las matanzas más masivas de la Segunda Guerra, no a través del protagonista de “Las Benévolas”, sino para realizar una crónica sobre un lugar que los ucranianos literalmente han querido tapar para construir su idea de nación. Es justo en ese momento cuando Rusia inició la invasión de Ucrania, por lo que inevitablemente este libro se transformó en uno del último conflicto bélico que ha sacudido a Europa y el mundo, profundizando su trabajo previo sobre la deshumanización. El libro es acompañado de las increíbles fotos de Antoine d’Agata.
“Fuimos pasando una tras otra por encima de unas planchas de hierro fundido a través de las cuales oíamos el gorgotear del agua canalizada; de lejos nos llegaban otros sonidos, nítidos, distintos, una sierra eléctrica, ruiditos de pájaros, el lejano rumor de los coches. Cruzamos los restos de hormigón de unos viejos colectores de agua y algunas chozas aparentemente ocupadas por BOMZh; Antoine fotografiaba los árboles y la tierra, yo tomaba algunas notas, miraba el cielo o la desierta cresta del yar. Mi espíritu se debatía entre la contemplación del barranco del presente y el vano intento de imaginar el barranco del pasado, los hombres y las mujeres, los gritos, los disparos, los cuerpos blancos, la sangre, el olor. Me hallaba en el fondo de un yar, y lo real, lo banal, constituía una pantalla aún más impenetrable al pensamiento que todos los esfuerzos de unos y otros por borrar ese lugar tan inconveniente”.
This is a tough read, dealing as it does with the atrocities Ukraine has suffered in the past and is currently suffering. The book started out as an exploration of the Babyn Yar massacre of 1941, but when Russia invaded in 2022 Littel revised his text to include it. It’s not an historical document as such but a series of essays and impressions accompanied by some horrific photographs, which underline the tragedies. These images are haunting and make the book even more harrowing than it would be otherwise. It’s an important chronicle of past and present, but it didn’t quite come together satisfactorily for me. I found the interweaving of the two events too fragmented, and it also assumes a great deal of prior knowledge to put it all into context. It does successfully draw the parallels between the Nazi and Russian atrocities placing Babyn Yar and Bucha side-by-side, and this aspect of the narrative is particularly disturbing. But I still found the reading somewhat alienating with its disjointed approach, which for me detracted from the horror.
Rzecz zasługiwałaby spokojnie na cztery gwiazdki, cóż, kiedy polskie wydawnictwa wciąż są w trybie żerowania na Ukrainie, i odpuszczają sobie wszelką staranność. Losowa transkrypcja nazwisk (także w przypisach, bo i czemu nie), cytat tłumaczony w tekście głównym i w przypisie na dwa różne sposoby, bo i czemu nie, zdania pozbawione sensu jedną składniową decyzją, bo i czemu nie ("Mimo represji ze strony KGB młodzi działacze, następcy MGB, nie przestawali mówić publicznie o masakrze i domagać się jej godnego upamiętnienia." - no nie, mili państwo, to nie młodzi działacze żydowscy z Kijowa byli następcami Ministerstwa Bezpieczeństwa Publicznego)... dużo tu takich cudów. Opis zdjęcia odbiegający od tego, co na zdjęciu widać? A czemu nie. Ignorowanie polskiego przekładu cytowanej książki? No jasne, spoko. A wydawałoby się, że książka poświęcona zbrodni w Babim Jarze i świeższym zbrodniom trwającej wojny zasługiwałaby jednak na szacunek i poważne traktowanie. Wstyd, psiakrew. Wstyd.
Antoine d’Agata started his project looking at the WWII-era execution site of Babyn Yar before the full-scale invasion. Finding a connection with the past was problematic, as Babyn Yar itself is now a park filled with families walking children. But the full scale invasion changed the nature of the project, and d’Agata found himself faced with the evidence of modern-day atrocities, as well as the effects of war seen through the psychiatric rehabilitation institution of Pavlivka. d’Agata’s images show the psychiatric horror of war and memory, and the unfortunate connection between modern day Ukraine and the past of Babyn Yar is shown with d’Agata’s own aesthetic.
Masterful work and real life examination of the ideas brought forth in Kindly Ones.
This is essential reading for anyone hoping to understand the Russia-Ukraine conflict and modern attempts to discuss vile acts of the past.
Littell returns again to his central thesis of Kindly Ones, showing the incredibly complicated and inconvenient truths of the memories and history:
“There wouldn’t be enough madmen, even in the Russian army. No, the man who did this is a normal man. He had a childhood, happy or not, he went to school, he played, explored the forests, gathered mushrooms with his mother or fished with his father, fell in love, had children, whom he loves and protects like everyone else. He’s an ordinary man, a person like you and me.”
Hormis son "Triptyque-trois études sur Francis Bacon" je n'avais jamais rien lu de Littell, et je referme ce livre avec des impressions mitigées. Le style de l'auteur est plutôt plat, presque quelconque, et le sujet même du livre quasi indéfinissable. S'agit-il d'une chronique ? Non : Littell n'a pas été témoin des faits qu'il rapporte. Un travail journalistique ? Non plus, et d'ailleurs les articles du Monde ou du Guardian sont meilleurs. Le seul véritable intérêt de cette oeuvre réside dans les témoignages rapportés, d'un pope, d'un ex-ultranationaliste, des témoins et victimes des exactions russes à Boutcha et ailleurs etc. C'est trop peu pour ce que j'en attendais.
Rounded up from 4.5 stars This is not a linear history of Babyn Yar, but an exploration of the space. There are some tangent sections about the current war and other sites and people, but since I'm trying to read and learn as much about Ukraine and it's history and contemporary life as I can, I enjoyed them. I would have appreciated captions or more context for some of the photos as well.
You can't erase the voices of those you're actively harming with your "writing". This book is a hit piece requested by a russian freak Khrzhanovsky and meant to paint a disgusting picture portraying victims of colonialism and genocidal conquest in a twisted negative light based on made up nonsense. You should be ashamed of yourself, Jonathan. This will haunt you for the rest of your days.
The book was ordered and paid for by russian oligarch and is shows! Don’t pay and waste your money on russian propaganda. Btw the book has nothing to do with real historical events and facts. If you read it, think about what was the aim of russian oligarch when he paid for this book to be written, what did he want to achieve….
Absurdalnie dobry reportaż! Dawno nie spotykałem się z reportażem, który wprost, z imienia i nazwiska wskazuje oprawców i ofiary, dzięki czemu wszystko jest jeszcze bardziej przerażające, trudne i namacalne! Zdecydowanie trafia do topki reportaży...
Excellent. The books starts narrow but then expands into an excellent telling of Ukrainian history and its physicality. In the beginning it feels a bit mundane, the photos are just of trees?!?! But as you read it all opens up. Big up to the Ukrainian people