Het officiële essay van de Maand van de Geschiedenis 2024.
De menselijke geschiedenis laat zich lezen als een proces waarbij mens en machine steeds verder met elkaar versmelten, tot op het punt dat we langzaam maar zeker in cyborgs veranderen – half mens, half machine. Dat punt zijn we met rasse schreden aan het naderen.
Naarmate we meer van onze menselijke vermogens gaan uitbesteden aan machines wordt de vraag naar ons mens-zijn steeds relevanter. Wat maakt, in tijden van kunstmatige intelligentie, digitalisering en robotisering, het menselijk bestaan tot een menswaardig bestaan? Dat is de vraag die filosoof Hans Schnitzler in De mens, de machine & de therapeut centraal stelt en in historisch perspectief plaatst.
Om te begrijpen wat we nu zijn, moeten we onderzoeken hoe we zo geworden zijn. Daartoe nodigt hij de lezer uit om, samen met hem, in technotherapie te gaan. Waar komt onze fascinatie met technologie vandaan en wat staat er mogelijkerwijs op het spel? Veranderen we misschien zelf in robots? Heeft het onderscheid tussen echt en nep nog wel betekenis in een wereld van virtual reality en deepfakes? Aan welke angsten en dromen komt het leven in cyberspace eigenlijk tegemoet? Er zit niets anders op dan te graven in ons verleden om hier meer zicht op te krijgen.
Hans C. Schnitzler is een Nederlandse filosoof, schrijver en columnist. In zijn werk staat de invloed van de digitalisering op de alledaagse leefwereld centraal. Andere thema’s waarmee hij zich bezighoudt zijn ethiek, onderwijs en burgerschap. Schnitzler studeerde filosofie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Zijn essays en columns verschenen onder meer in de Volkskrant, NRC, De Standaard, De Groene Amsterdammer en bij Follow the Money. In 2021 stond hij met Wij nihilisten op de shortlist voor de Socratesbeker.
Interessant essay waarin de relatie tussen de mens en technologie opnieuw door Hans Schnitzler onder de loop wordt genomen.
Zeer actueel, waarbij thema's als ChatGTP worden verbonden met ideeën uit de euwenoude filosofische canon. Wat echt is en wat nep is lijkt te vervagen, en CheatGTP is daar een sprekend voorbeeld van.
Aanrader, gepubliceerd voor de maand van de geschiedenis 2024.
Boeiend essay over onze menselijke geschiedenis met de verhouding echt/nep, geschreven door een filosoof die een computergestuurde therapeut van repliek voorziet.
Hans Schnitzler doet zijn beklag over AI, verwoordt de reëel bestaande en veel gehoorde vrees van veel mensen voor onechtheid, leugen en manipulatie en lardeert z’n verhaal met verwijzingen naar enkele overbekende passages uit de filosofie: de grot van Plato, de twijfel bij Descartes, het mimetische verlangen bij Girard. Op dit alles is niets tegen; door herhaling kun je gedachten inprenten. Wat me teleurstelt is dat Schnitzler geen nieuwe vragen opwerpt, niet doorvraagt achter de vragen die al gesteld worden, geen richting voor een antwoord onderzoekt en elk hoofdstukje met hetzelfde onmachtige stopwoord besluit: awkward. Naar het einde toe begon ik steeds sterker te vermoeden dat het essay zelf op een grotendeels door AI gegenereerde tekst berustte. Volgens de verantwoording aan het slot is dit echt niet het geval. Het had er dus alleen de schijn van.
Een grappige manier om een populaire gedachte voor veel mensen te vertalen. Hoewel er veel interessante gedachten en argumenten worden aangehaald, vind ik dat dat soms wel wordt overschaduwd door ongenuanceerde of niet gerefereerde statements die juist het betoog wat doen laten wankelen. Een paar voorbeelden: - ADD wordt in een lijst samen gezet bij infobesitas, social-media stress, FOMO, en X-itis (p11). Dit lijkt is een nogal aparte groepering en nogal misleidend. - het is grappig dat veel (post) fenomenele gedachten erin staan maar weinig belangrijke filosofen van die stroming worden aangehaald. - de uitleg van de werking en misleiding van ChatGPT is sterk, zeker het beeld van papagaaien (p.33). Dit lijken zeer sterk op de woorden van Emily Bender en Timnit Gebru in hun paper: "on the dangers of stochastic parrots: can language models be too big? (2021). Een referentie naar hun uitleg en hun argument had mij toepasselijk geleken en had misschien nog meer kracht gezet bij de gemaakte claim.
Dit essay gaat op een leuke manier in op de uitdagingen die we ervaren in onze omgang met de nieuwe technologieën van onze tijd. Hij plaatst een en ander in historisch perspectief en koppelt dat gelijktijdig aan de vraagstelling, hoe echt we zelf eigenlijk zijn. Hij doet wel Ludwig Wittgenstein tekort door te twijfelen aan het gegeven dat grenzen van de taal ook de grenzen van de wereld bepalen. Dataïsme is inhoudsloos als die data niet betrekking hebben op begrippen en die zijn altijd talig, ook al betreft het beeldtaal. Het essay stelt weinig nieuwe vragen maar laat de lezer met nieuwe ogen kijken naar en nadenken over oude vragen en dat is een verdienste op zich. Een koopje dat past in iedere St-Niklaas surprise.
Broodnodige verdieping en relativering. Bij al mijn haast kinderlijke enthousiasme over moderne ontwikkelingen, is het heel erg goed om vraagtekens te stellen. Hans Schnitzler is daar een kei in. Wat maakt ons nou echt menselijk en waarom schiet AI ("cheatGPT") daar nog flink aan voorbij? Ik blijf enthousiast, maar dit soort boeken en dan met name dít essay, houdt me met beide benen op de grond.
3,5e ster. Interessant essay over de verhouding tussen de mens en 'zijn' technologie. Haalt interessante literatuur aan, en zeker de stukken over de rol van technologie in wat we als waar en niet waar zijn vond ik interessant. Zou daar nog wel meer over willen lezen. De vorm van het essay vond ik wat vaag en 'hip', al viel dat aan het einde op een leuke manier op zijn plek.
Veel interessante bedenkingen in een compact format. Het experiment met de therapeut voelt hier en daar wat geforceerd, maar zorgt wel voor een verbindende lijn in het totaal. Ik verbaas me over de relatief lage beoordelingen. Een aanrader, wat mij betreft.
Het thema van de Maand van de Geschiedenis 2024 is ‘Echt nep’, een onderwerp waar men met een geschiedenisblik direct met meerdere voorbeelden aankomt. Is een pas gevonden schilderij echt door Van Gogh geschilderd; werd de boekdrukkunst echt pas in de 15e eeuw uitgevonden? De kunst is het Essay dan nog prikkelend te houden. Dat is gelukt door filosoof Hans Schnitzler te vragen, die een actueel thema aangrijpt dat bij uitstek bij ‘echt nep’ past: artificiële intelligentie (AI).
Schnitzler vraagt zich af hoe ‘zien is geloven’ is veranderd in ‘twijfelen aan alles wat je voor je ziet’ en hoe de menselijke ‘odyssee in cyberspace’ tot nu toe verloopt. En hoe komt het dat hij een automatische aversie tegen de nieuwste vormen van technologie heeft, terwijl anderen er op los experimenteren met chatbots? Hij wil onderzoeken wat het wezen is van de relatie tussen mens en technologie en doet dat in sessies bij de -zelfverzonnen- technotherapeut. [...] In deze filosofische exercitie die De mens, de machine & de therapeut is, wordt nog veel meer besproken; vele aantekeningen gemaakt. Op Lezersgoud heb ik het uitgebreider staan. Een notitie betrof ook het woordje awkward dat als afsluiter van ieder hoofdstuk staat. Dat vond ik wat… awkward uit de lucht gevallen. Het essay is door de grote filosofische dosis misschien wat minder toegankelijk dan eerder bijvoorbeeld Beatrice de Graaf maar desalniettemin heeft Schnitzler een grote opgave vervuld. Gedachtegangen over AI, afgezet tegen de historie en het menselijk gedrag, zijn in kort bestek van 60 pagina’s geplaatst. Een nuttige aanvulling in het discours over de mens en zijn werkelijkheid.