Als we onverwachts met ons spiegelbeeld geconfronteerd worden, verbazen we ons soms over het vreemde wezen dat we zien. Het lijkt dan of ons uiterlijk niet aansluit op ons innerlijk. In Moeilijk te geloven dat ik echt besta onderzoekt Martijn Meijer dit spanningsveld tussen binnenwereld en buitenwereld. Zijn ‘filosofisch narcisme’, zoals hij zijn zelfonderzoek noemt, werpt een verrassend licht op het ‘ik’ dat we allemaal op unieke wijze zijn. Met zijn speelse essays begeeft Meijer zich in het gebied tussen filosofie en literatuur. Het gaat hem steeds om de vraag hoe het individu zich staande houdt in een onoverzichtelijke wereld. De eenling staat tegenover de mensheid, de geest tegenover de materie, de man tegenover zijn geliefde, de schrijver tegenover zijn werk. Allemaal proberen ze de vervreemding te overwinnen en één te worden met het andere, al is het maar voor een ogenblik.
Het begon ontzettend goed, maar toen klapte het ergens op een kwart om naar een soort meta-wetenschap gebaseerd op MiStEr MaRtiJn MeiJeR himself en dat was echt TELEURSTELLEND.
Dit boek dient u zeker niet te lezen als u verwacht een oplossing te vinden op het vraagstuk naar zelfkennis, alhoewel... Met veel taal-acrobatie probeert Martijn zichzelf als persoon te 'vatten', de schrijfstijl is direct en zet aan tot contemplatie. Best wel moedig om over zichzelf zo volmondig te zijn of in ieder geval in de mate van het mogelijk, want waar taal aangewend wordt schiet het immer tekort. 'Moeilijk te geloven...' is een filosofisch essay, een reis doorheen en langsheen en over en onder het zelfbewustzijn, het is een fascinerende dissectie van de eigenheid van de auteur. Martijn vult zijn eigen mijmeringen aan met tal van quotes uit de literatuur en de kunst; dat hij een erudiet man is staat als een paal boven water. Het boek getuigt in ieder geval van het verlangen van de auteur naar het 'bereiken' of streven naar zelfkennis, als boodschap die we er als lezer kunnen uithalen denk ik dat we daar ons beslist dienen aan te wagen zodoende als mens beter te worden. Een manier om dat te doen, zo blijkt dat volgens de schrijver te zijn is door te schrijven, want door te schrijven kan men dieper doordringen tot de essentie.
Toch kan ook gesteld worden dat we met al dat 'graven' weinig aan de oppervlakte zullen halen wat ons persoonlijk kan dienen, vaak leidt een te eenzijdige zelfbeschouwing tot stilstand, kan het een katalysator zijn voor depressie, zelfbeschouwing kan in ieder geval niet aangeraden worden indien men reeds gebukt gaat onder melancholie of wanneer men reeds verzand is geraakt in en depressie.
"Toch zal ik blijven dromen over het totaal, zal ik blijven proberen heel te worden. Helemaal zinloos is dat niet: zo leer ik steeds beter mijn beperkingen kennen."
Om het met de woorden van de schrijver zelf te typeren: "Dit boek is niet zozeer een afgerond zelfportret geworden, als wel een schets van de fragmenten waaruit ik besta."
"De waarheid is het geheel." (Hegel) Helaas kan men als mens onmogelijk het geheel vatten, het geheel is God.
Heeft me meerdere keren aan het denken gezet en ook meerdere keren doen zuchten van opluchting omdat het iemand gelukt is mijn gedachtes in woorden uit te drukken. Vooral het begin van dit boek is een aanrader.