26 september 1781. Inwoners van de Republiek zijn in rep en roer. Die nacht is het pamflet Aan het volk van Nederland verspreid: een aanklacht tegen de schrijnende ongelijkheid, voortwoekerende corruptie en ondemocratische macht van de Oranjes. Het schotschrift is de aanstoot tot de Patriottenstrijd, die nog altijd als beginpunt van onze huidige democratie gezien kan worden. Pas een ruime eeuw later wordt duidelijk wie de auteur van het explosieve pamflet was: Joan Derk van der Capellen. In De Burgerbaron vertelt Luc Panhuysen het opzienbarende en vaak vergeten verhaal van de Overijsselse edelman. Hij neemt de lezer mee naar een tijd waarin het volk ver buiten de politiek werd gehouden, regenten zich in achterkamertjes verschansten en conflicten niet zelden in de doofpot belandden. Zoals alleen hij dat kan, wekt Panhuysen Joan Derk tot leven en laat hij zien hoe één man de geschiedenis eigenhandig een democratischere kant op stuurde.
Panhuysen studeerde geschiedenis. Hij werkte daarna tien jaar als journalist bij het Parool en de Groene Amsterdammer. Zijn eerste historische publicaties betroffen minibiografieën van Rousseau en Lord Byron. Zijn studie over de wederdopers werd herdrukt en gevolgd door een aparte uitgave over Jan van Leiden, één van de radicale leiders van de wederdopers. Vervolgens schreef hij een omvangrijke dubbelbiografie over de gebroeders Johan en Cornelis de Witt. Over het 'Rampjaar' 1672, waarin zij vermoord werden, verscheen in 2009 zijn historische studie Rampjaar 1672. Naar aanleiding van zijn studie over de gebroeders de Witt werd eind 2005/begin 2006 in het Dordrechts Museum een tentoonstelling gehouden met als titel Gebroeders de Witt: macht en onmacht in de gouden eeuw. Panhuysen vervulde de rol van gastconservator bij deze tentoonstelling.
Na het alom bekende Rampjaar 1672 en Het monsterschip dat genomineerd was voor de Libris Geschiedenisprijs 2022 heeft Luc Panhuysen nu een ander verhaal opgediept. Een baron uit Zwolle die invloed had op de patriottenbeweging van Nederland en aan de basis stond van democratiserende maatregelen: Joan Derk van der Capellen tot den Pol.
De historicus kon zich hiervoor baseren op andere werken die over Joan Derk zijn geschreven en op archiefstukken die zich in het Koninklijk Huis Archief en Nationaal Archief bevinden. Het is dus in de basis geen onbekend persoon in de annalen, maar ik had nog niet eerder van deze baron gehoord. De leemte in mijn kennis werd echter vlot en vaardig opgevuld in een handzaam boek. “Vlot” is hier als compliment bedoeld, want zo doet Panhuysen het lijken terwijl er veel schrijfvaardigheid voor is vereist.
Hij trekt je het levensverhaal van Van der Capellen in met een scène over een bijzonder banket voor hooggeplaatsten. De gerechten die feestelijk waren versierd zijn er ter ere van de baron, die ‘stram en dankbaar alle eer stond te incasseren’. Hij was ‘diep doordrongen van zijn eigen importantie’ want hij stond aan het begin van de bevrijding van het volk van Nederland. De hoofdpersoon is dan slechts 41 jaar oud en in slechte gezondheid. Hij zal daarna nog maar enkele jaren leven, maar die avond heeft hij de tijd van zijn leven. Zoals Panhuysen hem neerzet, komt hij wat zelfingenomen over. In de hoofdstukken erna wordt uiteen gezet waarom Joan Derks houding misschien wel terecht was.
Dit boek maakt je onmiddelijk een expert op het gebied van de Patriottentijd, met als centraal onderwerp Joan Derk van den Capellen tot den Pol. Fan :)
Gewoon een heel interessant en vlot geschreven boek over de pionier van de Nederlandse democratie met zijn historische pamflet “Aan het volk van Nederland” uit 1781. Voor mij met name boeiend door het verhaal over zijn strijd in Overijssel en tegen de Drost van Twente en de verfoeide ‘drostendiensten’ waar ik nog niet eerder zo uitgebreid over had gelezen
De burgerbaron – dat is Joan Derk van der Capellen tot den Pol – hij was als edelman uit het huidige Gelderland/Overijssel een initiator en voorman van de Patriottenbeweging eind 18e eeuw. Tegen de klippen op werd hij politicus, als lid van de Provinciale Staten, en daar liet hij zich niet onbetuigd. Met publieke manifesten om de publieke opinie mee te krijgen, tastte hij de macht van de gevestigde edelen aan. Vanuit 2025 gedacht was hij een soort Pim Fortuyn – een buitenstaander die de gevestigde politiek opschudt.
Luc Panhuysen schreef een boeiende biografie.
Wat mij opviel tijdens het lezen:
Joan Derk van der Capellen tot den Pol – schrijver van “het anonieme pamflet Aan het volk van Nederland”. (…) “Het boekje had Amsterdam en de rest van de Republiek op stelten gezet en feitelijk het startschot gegeven voor de vorming van de patriottenbeweging, die als doel had de gegoede burgerij behalve economische ook politieke macht te geven en de invloed van de stadhouder en de gezeten regentenkliek terug te dringen.”
“Hoe kon zijn invloed zo groot zijn? (…) Weliswaar was hij edelman door geboorte, maar dat maakte hem niet automatisch lid van de Provinciale Staten, de regering van Overijssel. Pas als hij werd toegelaten tot het smaldeel van stemgerechtigde edelen in de regering, het College der Edelen, kortweg: de ridderschap, mocht hij deelnemen aan de vergadering en zich regent noemen.”
“Joan Derk leed aan depressies en zijn werk moest hem redden. Het maakt de bijna manische wijze begrijpelijk waarop hij zich als politicus zou ontwikkelen en zijn tijdgenoten in vuur en toewijding achter zich liet.”
“Zijn manier om het bastion van de ridderschap binnen te dringen legde de basis voor latere vijandschappen, maar plaveide uiteindelijk ook zijn pad naar de regering van Overijssel.”
“Zijn ‘protest’ tegen de legeruitbreiding was een afgetekende boodschap dat zijn blik het benepen bestek van zijn collega’s oversteeg en dat hij de ogen op het Binnenhof had gericht, of het Binnenhof dat nu leuk vond of niet.”
“Door de drukpers in te zetten en te breken met de arcana riep hij het publiek op getuige en rechter te zijn. (…) Hij was de eerste politicus in Nederland die de publieke opinie op deze manier bespeelde.”
“Hij ging de drostendiensten aanpakken. (…) De drostendiensten zouden zijn cause celebre worden. (…) De commissie kwam met een vernietigend oordeel. Joan Derk had zich in zijn toespraak schuldig gemaakt aan ‘lasterlijke en volkomen extreme uitdrukkingen’. Hiermee maakte hij zich schuldig aan het opzwepen tot oproer. (…) Joan Derk was uit de ridderschap en daarmee uit de Statenvergadering gezet.”
“Hij zou vasthouden aan zijn agenda: opkomen voor zwakkeren, de banden aanhalen met de Amerikanen, waarschuwen voor het Engelse gevaar, aandringen op de noodzaak van een sterke bondgenoot, en streng zijn voor regeerders die de wet aan hun laars lapten.”
“Het pamflet had als titel Aan het volk van Nederland, telde 76 bladzijden en bereikte razendsnel een groot publiek. (…) Wat de inhoud werkelijk brisant maakte, was dat de auteur de ongehoorde stap zette om de prins van Oranje aan te wijzen als de alfa en omega van alle ellende waarin de Nederlandse Republiek op dat moment verkeerde.”
“Aan het volk van Nederland veroorzaakte een sensatie en beleefde herdruk op herdruk.”
“Joan Derk werd weer tot de vergadering toegelaten. (…) Niet de staatsinrichting, maar de bewoners wilde hij veranderen. In actieve en kritische burgers. (…) Overal in het land werden initiatieven zichtbaar die de nabije toekomst zouden vormgeven en die het echte begin markeerden van wat later de Patriottentijd werd genoemd. Het hoogtepunt van de publiciteit werd een springtij, meningsvorming en actiebereidheid begonnen het openbare leven te tekenen. Burgermilities, burgercommissies, burgercomités; de burger kwam eraan om het vaderland luidruchtig voor zich op te eisen.”
“De Patriottenbeweging was een verzameling van verschillende maatschappelijke groepen met veelal lokaal bepaalde belangen. Er was veel dat hen bond, zoals de afkeer van deze stadhouder en zijn kliek (…)”
“Joan Derk was zeldzaam omdat hij consequent het algemeen belang liet prevaleren boven het lokale, en omdat bepaalde principes hem heilig waren.”
“Het krachtenveld was rap aan het veranderen. In het proces van schaalvergroting van de patriottenbeweging raakten Joan Derk en Overijssel verder van het middelpunt verwijderd.”
Toen hij 42 jaar oud was, blies hij zijn laatste adem uit.
Als je zo’n informatief en boeiend vergeten stukje geschiedenis van historicus en journalist Luc Panhuysen onder ogen krijgt, zou je eigenlijk gewaarschuwd moeten worden. Zijn non-fictie visie op het levenswerk van baron Joan Derk van der Capellen is gegoten in een feitelijk waargebeurde politieke thriller ten tijde van de nadagen van de Republiek. Gaandeweg besluipt je het gevoel: maar, dit verhaal lijkt wel van nu!
Luc Panhuysen heeft zich zodanig in de materie verdiept en weten helder te maken dat je als vanzelfsprekend via dit boek aangestoken wordt door het vuur, gedrevenheid en verontwaardiging van deze aan wal geraakte ‘burgerbaron’, die zichzelf wist te hervormen als nieuwerwets politicus, initiator van de patriottenbeweging en voorvechter van het algemeen belang.
Het is boeiend om te lezen hoe de burgerbaron vanuit zijn schreeuwende frustratie steeds meer verbeten reageerde op de toch wel van hun kant af gezien begrijpelijke weerstand van de Hoge Heren naar zijn sterk afwijkende politieke idealen toe. Hij haalde zijn inspiratie uit de natuurlijke jurisdictie van de Batavieren en de onafhankelijkheidsoorlog in Amerika.
Klokkenluiders zijn vaak lastig en maken geen vrienden, maar ze zijn zo nodig om een ingedutte bevolking wakker te schudden. Ten goede of kwade, de toekomst van de democratie zal het uitwijzen.
Panhuysen heeft een erg interessant boek geschreven over baron Joan Derk van der Capellen. Van der Capellen was van adel en werd door stadhouder Willem V benoemd tot regent in de Staten van Overijssel. Dit weerhield hem niet om, vanuit die rol, de centrale positie van stadhouder Willem V bij deze "bestuurlijke" benoemingen ter discussie te stellen. Hij pleitte ervoor dat het "gewone volk" (de burgers) zelf hun bestuurders moesten benoemen.. De tegenstellingen hierover verharden zich tussen de prinsgezinden (de achterban van de stadhouder) en de patriotten (de aanhangers van de burgerbaron). Zijn zwakke gezondheid zorgde ervoor dat hij 6 juni 1784 uitgeput door de strijd overleed. Hij werd slechts 42 jaar oud. Dit kon niet verhinderen dat hij terecht wordt beschouwd als een van de "founding" farmers van onze democratie.
Wat ‘De burgerbaron’ de moeite waard maakt is vooral het ontsluiten van de hoofdpersoon, Joan Derk van der Capellen tot den Pol (1741-1784). Gewapend met zijn pen weet hij vanuit de provincie te bereiken dat de ideeën van de Verlichting in de Nederlandse standenmaatschappij post vatten. Daar heeft hij een grote bijdrage aan geleverd. Ondanks het feit dat hij jong is gestorven, gehinderd werd door een zwak gestel en niet-academisch gevormd was. Van der Capellen is altijd relatief onbekend gebleven in de omgevallen kaartenbak die de Nederlandse geschiedenis was in de 18e eeuw. Panhuysens schrijfstijl kon mij echter maar matig bekoren. Hoofdlijnen vond ik lastig te ontwaren. Wie wat wanneer precies? En heb ik gemist een vermelding van het feit dat zijn pamflet anoniem is gebleven tot in de 19e eeuw? Toch raad ik lezing van ‘De burgerbaron’ aan.
Zal voor de geschiedeniskenner weinig echt nieuwe informatie opleveren, maar aangezien ik nog niet zoveel wist en weet van de achttiende eeuw vond ik het een heel fijne manier om hier eens in meegenomen te worden. Boeiend om te lezen hoe een dwarse edelman internationaal correspondeert, zich opwerpt als een soort ombudsman voor het volk en uiteindelijk doordringt tot de macht. Heel jammer dat hij relatief vroeg overleed, dat vormt in het boek ook een beetje een onverwachts en onbevredigend einde. Ik had nog wel wat meer willen lezen over de manier waarop Van der Capellens ideeën doorwerkten in de eeuw erna. Dat wordt nu slechts kort aangestipt.
Het leest als een trein. Van Amsterdam naar Arnhem. Van Arnhem naar Utrecht. Toen had ik het boekje alweer uit. Luc Panhyuysen neemt je mee op reis door de 18e eeuw. Hoe de Nederlandse democratie tot stand kwam. De tijd van Ridders 1741-1772 ten tijde van de admissie. Het podium 1772-1776 Maidenspeech Leertijd grote woorden hoe zag het er toen uit? Vrijheid en slavernij 1777-1778 Het paard van Troje Vrijheid. Schreeuwend onrecht 1779-1782 Amerika oorlog Vivat Capellen. Actieve Burgers in het huis van de batavieren. Meeslepend boek over de Nederlanden uit de 18e eeuw. Wel wat oudbollig geschreven af en toe. Helaas 3 sterren
This entire review has been hidden because of spoilers.
Mooie studie van Panhuysen over Van der Capellen waarin hij een gevoels- en gedachtewereld weet op te roepen zonder ‘ins Blaue hinein’ te interpreteren. Het belang van het werk van Van der Capellen wordt goed duidelijk gemaakt. Wat mij betreft had de positie van Van der Capellen binnen de patriottenbeweging nog iets breder mogen worden geschetst, maar mogelijk paste dat niet binnen de opdracht die Panhuysen kreeg.
Vlot geschreven monografie over de dekselse baron. In kort bestek helder beeld van de man, zijn vijanden en zijn tijd. In de Epiloog wordt het vervolg wat afgeraffeld. Iets meer over het Nachleben/de verering van Capellen zou welkom geweest zijn. Meer dan eens treffende formuleringen, een enkele keer lijden de zinnen aan woordverliefdheid. En ja, het Appeltern van Van der Capellen ligt niet aan de Waal, zoals Panhuysen denkt, maar al eeuwen aan de Maas.
Een heel interessant boek over het begin van onze democratie. Boeiend om te lezen hoe met hort en stoten allerlei zaken werden geregeld en ook veel beter in orde kwamen voor de gewone man. Je ziet dan hoe lastig sommige processen zijn om de zaken ook echt te veranderen met alle belanghebbers.
Vlot geschreven, zonder oppervlakkig te zijn, monografie van Joan Derk van der Capellen tot den Pol. Deze baron stelde de zogenaamde 'insluipsels' aan de kaak. De gevestigde orde was hier niet blij mee. Met zijn pamflet 'Aan het volk van Nederland' legt hij de basis voor de democratie.
Ik had een vage herinnering aan ‘Aan het volk van Nederland’, maar niet aan de auteur, Joan Derk van der Capellen. Panhuysen toont hem als een boeiend personage en laat goed zien wat zijn betekenis is. Niet een ongecompliceerd persoon (Joan Derks aanvankelijke intriges om een ridderschap te verkrijgen zijn niet fraai), maar met een belangrijke rol in de geschiedenis, die lang doorwerkt. Het boek is spannend: zorgvuldige geschiedschrijving met romankwaliteit. Het meest intrigerend vond ik de rol van de pamfletten die van der Capellen distribueerde – de burger vindt een ‘buitenparlementaire’ route en wint zo invloed. Onder de indruk van Panhuysen: hij weet een ‘individueel’ verhaal perfect te situeren, met voorgeschiedenis en nawerking.