Ziekte blijft een relevant onderwerp dat in de literatuur nog altijd te weinig aan bod komt. Dit was het geval toen Virginia Woolf bijna honderd jaar geleden haar essay ‘Over ziek zijn’ schreef, en ook toen wij Over ziek zijn uitgaven in 2020. Deze eerste Nederlandse vertaling door Monique ter Berg, begeleid door essays van twee hedendaagse schrijvers, was bedoeld om aanzet te geven tot een gesprek over ziekte en beperkingen.
Een aantal jaar later blijkt dit niet minder nodig. Nu voor velen de covidpandemie voorbij is, worden ook de diepgaande gevolgen van ziekte vergeten. Juist daarom willen wij, in de nasleep van de pandemie, de lezer opnieuw op dit thema alert maken. Want voor de zieken is ziek zijn geen tijdelijke staat, maar is het hoe ze zich in de maatschappij bevinden. En is gezond zijn wel de norm?
Om de aandacht te verleggen naar hedendaagse ervaringen, reageren in de nieuwe editie niet twee, maar twaalf schrijvers met hun eigen, experimentele essays op het essay van Virginia Woolf. Ze zijn geschreven door chronisch zieken, zieken die zelf ook in de zorg werken, ex-zieken die weer hun plaats in de maatschappij moeten vinden en ga zo maar door. Het resultaat is een bundel vol uiteenlopende ervaringen, waarin toch ook veel overeenkomsten gezien worden – het wachten, frustrerende politieke systemen, schaamte; maar ook naastenliefde, waardering voor de veerkracht van het lichaam, en dans.
(Adeline) Virginia Woolf was an English novelist and essayist regarded as one of the foremost modernist literary figures of the twentieth century.
During the interwar period, Woolf was a significant figure in London literary society and a member of the Bloomsbury Group. Her most famous works include the novels Mrs. Dalloway (1925), To the Lighthouse (1927), and Orlando (1928), and the book-length essay A Room of One's Own (1929) with its famous dictum, "a woman must have money and a room of her own if she is to write fiction."
"Met de heldenmoed van de mier of de bij, hoe onverschillig de lucht en neerbuigend de bloemen ook zijn, trekt het leger van de staanders ten strijde. Mevrouw Jones pakt de trein. Meneer Smith repareert zijn auto. De koeien worden naar huis gedreven om te worden gemolken. Mannen denken een dak met riet. De honden blaffen. De roeken die in een zwerm opvliegen, vallen in een zwerm op de iepen neer. Onvermoeibaar golft het leven voort.
Alleen de liggers weten dat de natuur, die zich niet tot het uiterste zal inspannen om dat te verhullen, uiteindelijk zal zegevieren; de koortshitte zal van de aarde verdwijnen; stijf van de vorst zullen we ons niet langer over de velden voortslepen; fabrieken en machines zullen bedekt zijn met een dikke laag ijs; de zon zal uitdoven. Ook als de aarde helemaal schuilgaat onder een glibberige laag zal een golving een onregelmatigheid in het oppervlak, de grens van een aloude tuin markeren waar zich onverschrokken omhoog worstelend in het sterrenlicht, de roos zal bloeien, de krokus zal opvlammen. Maar met de levenshaak nog in ons lijf moeten we blijven kronkelen. We kunnen niet vredig in een ijzige grafheuvel gaan liggen verstijven.
Zelfs de liggers springen op bij de gedachte alleen al aan bevroren tenen en strekken zich uit om hun toevlucht te nemen tot de alom aanwezige hoop: hemel, onsterfelijkheid. Aangezien mensen al eeuwen verlangen, zullen ze ongetwijfeld naar iets hebben verlangen een of ander groen eiland waar de geest kan rusten, zelfs als ze er nooit een voet aan wal kunnen zetten."
Over ziek zijn is een verzameling van diepgaande reflecties die gezamenlijk de veelzijdigheid van ziekte belichten. Het boek biedt geen gestroomlijnde vertelling, maar presenteert diverse perspectieven die ziekte onderzoeken als zowel lichamelijke aandoening als psychologische en existentiële toestand. Elke bijdrage werpt een ander licht op het ziek-zijn, van fysieke pijn tot mentale strijd en sociale implicaties, waardoor het een gelaagde en rijke benadering van het onderwerp biedt.
De kracht van dit werk ligt in de veelzijdige stemmen die het bevat. De auteurs belichten de verschillende aspecten van ziekte, van de lichamelijke sensaties en psychologische effecten tot de impact op identiteit en sociale relaties. Ziekte wordt gepresenteerd als een allesomvattende kracht die onze ervaring van tijd, zelf en verbondenheid verandert.
Wat over ziek zijn bijzonder maakt, is de coherente manier waarop de verschillende bijdragen samenkomen in een reflectie over de vergankelijkheid van het bestaan. Het boek behandelt ziekte niet als een geïsoleerd medisch fenomeen, maar als een wezenlijk onderdeel van het leven dat doordringt in alle facetten van ons bestaan. Het confronteert de lezer met de kwetsbaarheid van het lichaam en de geest, zonder te vervallen in sentimentaliteit, en biedt intellectuele en filosofische inzichten in wat het werkelijk betekent om ziek te zijn.
Dit boekje, met persoonlijke reflecties van mensen die ziek zijn en schrijven over het ziek-zijn, gaf ook mij taal voor ervaringen en gevoelens die ik tot nu toe moeilijk kon benoemen. In de persoonlijke verhalen vond ik veel herkenning. Niey alleen in wat er werd beschreven, maar ook in hoe het werd verwoord.
Sommige passages voelden alsof ze rechtstreeks uit mijn hoofd kwamen, maar dan helder en raak geformuleerd. Het gaf me het gevoel erkend te worden in mijn ervaring met ziekte: in de verwarring, de kwetsbaarheid, de moeheid, maar ook in de momenten van kracht en helderheid.
Juist omdat het geschreven is vanuit het mens-zijn , over het verlies van controle, de zoektocht naar betekenis, de kleine overwinningen, de diepe moeheid, kwam het bij mij binnen.
Voor iedereen die zelf ziek is, of dichtbij iemand staat die ziek is, geloof ik dat dit boekje iets bieden. Niet als handleiding, maar als een metgezel.
Wanneer je gezond bent, zul je niet snel een bundel over ziek zijn oppakken. Toch leeft meer dan de helft van de wereldbevolking met een chronische aandoening. Lezen over hun ervaringen in deze nieuwe bundel opent de ogen. Over ziek zijn is vernoemd naar het essay On Being Ill, dat Virginia Woolf honderd jaar geleden schreef. Zij verbaasde zich er toen al over dat ziekte zelden een hoofdthema is in de literatuur — in tegenstelling tot onderwerpen als liefde, macht, strijd en jaloezie. En dat is nog steeds zo: boeken waarin ziekte centraal staat, zijn schaars.
Susan Sontag schreef in Illness as Metaphor (1978) over kanker en tuberculose. Thomas Mann behandelde tuberculose in zijn werk, Hanna Bervoets publiceerde de roman Welkom in het rijk der zieken (2021) over chronisch ziek zijn en nooit meer beter worden. Maar verder blijft het verrassend stil. lees hier verder
Door griep geveld dit boek over ziek zijn gelezen. Het gedeelte geschreven door Virginia Woolf is aangevuld met zeer diverse bijdragen van literair ervaringsdeskundigen: schrijvers, dichters die ook al dan niet chronisch ziek zijn, zowel proza als gedichten. Lieke Marsman sprong er voor mij uit.
Een collectie van verschillende verhalen die laten zien hoe ziek onze maatschappij echt. Hoe ziek we zijn dat we niet met ziekte om kunnen gaan. Waarom is ziek zijn zo’n onbesproken onderwerp in een wereld waar iedereen constant ziek is?
Het boek sleept je door verschillende perspectieven om de wereld ietsjes minder ziek te maken