Many works, including Siddhartha (1922) and Steppenwolf (1927), of German-born Swiss writer Hermann Hesse concern the struggle of the individual to find wholeness and meaning in life; he won the Nobel Prize for literature in 1946.
Other best-known works of this poet, novelist, and painter include The Glass Bead Game, which, also known as Magister Ludi, explore a search of an individual for spirituality outside society.
In his time, Hesse was a popular and influential author in the German-speaking world; worldwide fame only came later. Young Germans desiring a different and more "natural" way of life at the time of great economic and technological progress in the country, received enthusiastically Peter Camenzind, first great novel of Hesse.
Throughout Germany, people named many schools. In 1964, people founded the Calwer Hermann-Hesse-Preis, awarded biennially, alternately to a German-language literary journal or to the translator of work of Hesse to a foreign language. The city of Karlsruhe, Germany, also associates a Hermann Hesse prize.
Só ao envelhecermos nos damos conta da singularidade do belo e do milagre que efectivamente é quando entre as fábricas e os canhões também desabrocham flores e quando entre os jornais e boletins da bolsa ainda sobrevivem poemas.
Desde que li em “O Anjo Literário” o capítulo que Eduardo Halfon dedica à infância de Hermann Hesse, “A magia fazia falta”, que fiquei encantada com este autor. Visto que ainda não li quase nada da extensa obra de ficção de Hesse, posso dizer que é a figura em si que me encanta e que são os livros de memórias que me aproximam mais dela e do seu percurso que, enfim, como se costuma dizer, dava um livro. Hesse morreu com uns provectos 85 anos mas, pelos excertos deste livro, já escrevia sobre a sua eventual morte relativamente novo, pelo menos desde que estava na casa dos 40, altura em que se divorciou da primeira mulher e se instalou no cantão suíço de Ticino, paisagem que lhe inspirou decerto estas reflexões de um telurismo refulgente.
Na duração de um sopro de respiração sinto, mais profundamente do que alguma vez sentira, a fugacidade da minha forma e sinto-me atraído para a metamorfose, para as pedras, para a terra, para o ramo da framboesa, para a raiz da árvore. (…) Amanhã, depois de amanhã, em breve, não tardarei a ser como tu, serei folha seca, serei terra, raiz, deixarei de escrever palavras no papel.
Apesar da placidez com que escreve sobre o fim, é importante não esquecer que Hesse se revelou uma alma torturada desde muito novo, tendo tentado o suicídio com apenas 14 anos e enfrentado uma profunda depressão aos 46 anos.
À medida que conquistamos a maturidade tornamo-nos mais jovens. Comigo passa-se isso mesmo… pois mantive sempre o mesmo sentimento perante a vida desde os anos de rapaz; nunca deixei de encarar a minha vida adulta e o envelhecimento como uma espécie de comédia.
Contrariamente ao que o título indica, neste “Elogio da Velhice” nem sempre emprega termos laudatórios para falar da fase final da vida, especialmente quando se trata dos maus tratos que o tempo exerce sobre o corpo.
Morre-se tão lentamente e aos poucos: cada dente, cada músculo, cada osso despede-se individualmente, como se fosse nosso amigo íntimo.
Reservando antes os encómios para o repositório de vivências e lembranças que caracterizam a terceira idade.
O que seria de nós, os velhos, se não tivéssemos esse livro ilustrado que é a memória, toda essa riqueza de experiências vividas! Seria uma situação lamentável, seríamos uns miseráveis. Deste modo, porém, somos imensamente ricos e não nos limitamos a arrastar uma carcaça cansada, de encontro ao fim e ao esquecimento; somos guardiães de um tesouro que viverá e resplendecerá enquanto nós próprios respirarmos.
Ein nettes Sammelsurium an Gedanken über das Alter - und mit wie viel Neid blickt Hesse auf die Jugend. Verstörend war sein Gedicht "Gedanken eines Fünfzigjährigen", in dem er schreibt, dass er es schade findet, keine blonden Mädchen mehr an sich drücken zu können, und er wünscht sich, sich noch einmal so ein "Kind (!) einzufangen", um es unter anderem auf die Brust zu küssen und ihm "Rock und Höslein auszuziehen". Wenn man dann noch durch die Texte mitbekommt, dass er den weiblichen Teil der Menschheit, der ihn sexuell anzieht, durchweg als "Mädchen" bezeichnet, und alle anderen als Frauen, Alte oder sogar Hexen, schüttelt es einen nur noch. BAH!
An excerpt: "Growing old is not just a winding down and withering---like every phase of life, it has its own values, its own magic, its own wisdom, its own grief, and in times of a fairly flourishing culture, people have rightly shown age a certain respect, which nowadays is somewhat lacking in youth. (n.b. He wrote this in 1937!) We shall not hold that against youth. But we shall not let them talk us into thinking that age is worth nothing."
From a notice that Hesse stuck to the door of his house after he had been awarded the Nobel Prize:
"When a person has grown old and has done his all, it is his task peacefully to make friends with death. He does not need other people. He knows them and has seen enough of them. What he needs is peace. It is not seemly to seek out such a person, to talk to him, to torment him with your chatter. At the gateway to his home the proper thing is to pass by, as if nobody lived there."
From Amazon: Hesse collected life sketches, poems, aphorisms and short essays dedicated to the ultimate challenge of a writer who had already accomplished a celebrated body of work—that of accepting his final years and the approach of death with grace.
Een verhaal na het ontbijt, een gedicht voor het slapengaan, een mijmering tussendoor: deze bundel reflecties van Hesse lees je niet in één stuk uit, daarvoor zijn ze te rijk aan wijsheid en kleurenpracht. Vier decennia aan woorden en teksten zijn gebundeld in deze uitgave gelardeerd met prachtige portretten van de hand van Hesses zoon Martin. Reeds in 1912 doorzag Hesse de politieke gedachten van zijn landgenoten in Duitsland en vluchtte naar Zwitserland waar hij tot zijn dood op 85-jarige leeftijd zou wonen, op een berg, met een eigen wijngaard, een tuin, wandelpaden naar een bos of dorpje. Maar ook in deze idyllische omgeving staat Hesse niet los van de wereld en hij ziet ook de wereld en moderniteit tot bij hem oprukken. Seizoen na seizoen wordt het weer lente en observeert hij de kracht van de natuur - de mooiste en krachtigste vergelijkingen met de ouder wordende mens liggen hierin verscholen. Geen pijn is hem vreemd, vriendschap drukt hij aan zijn boezem, hij blijft tot zijn dood zijn geest openen. “Ik heb heftige pijn altijd het beste leren accepteren, wanneer ik me er niet tegen verzette, maar me eraan heb overgegeven, zoals men zich overgeeft aan een roes of een avontuur.” Ik wil deze bundel nogmaals herlezen binnen een jaar of tien, als ik het geluk heb hier op aarde nog te mogen rond toeven. Veel van Hesses wijsheden neem ik nu al in mij op, subtiel en tussen de regels door. Ik citeer uit het nawoord van Volker Michels: “Wanneer bijvoorbeeld na een onweer de schaduwen van de dingen een beetje scherper en zwarter zijn dan daarvoor, de dingen aan kleur hebben ingeboet en de contouren duidelijker zijn geworden, dan vergelijkt Hesse dit met het proces van ouder worden. In plaats van te klagen over het verlies aan kleur en zinnelijkheid komt nu de vreugde over het gewin aan contour en profiel. En van daaruit is het niet meer ver om tot het inzicht te komen, dat ‘ouderdom niet slechter is dan jeugd, Lao Tse niet slechter dan Boeddha, blauw niet slechter dan rood’, dat ouderdom alleen dan belachelijk en onwaardig wordt, ‘wanneer het jeugdigheid wil spelen en nadoen’. Deze bundel is kortom een prachtig cadeau om te schenken aan al onze ouder wordende medemensen, maar toch vooral aan onszelf.
Oud worden is niet erg, het is oud zijn dat zo'n pijn doet, drukte mijn grootvader me meermaals op het hart in dat sappig Kempens dialect van hem. Daarbij keek hij dan door het raam van zijn krappe kamer in het bejaardenhuis naar een buiten waar niets te zien was. Hesse had makkelijk praten. Hij bleef spits van geest en kon tot op het eind blijven wonen op een fraaie Alpijnse boerderij.
Maar Hesse is een groot schrijver en het loont de moeite om naar hem te luisteren. Dit aardig boekje bundelt zijn gedachten over ouder worden en doodgaan. Sommige werden al eerder gepubliceerd, andere niet. Het bevat ook enkele mooie zwart-witfoto’s van de grote Duitse schrijver in zijn tuin.
Onlangs raadde een Vlaamse acteur dit boekje aan via de weekendbijlage van een krant en toevallig kon ik het even later op de kop tikken in een ramsjhandel. Hoewel Hesse wel erg vroeg begint over vergankelijkheid (eens de veertig voorbij ben je op weg naar de uitgang), is het een genot om te grasduinen in deze bloemlezing verwondering over het alledaagse.
Dit literair-poëtisch zelfhulpboek bij het ouder bevat niet alleen beschouwende teksten, maar ook gedichten, een sprookje en zelfs een Chinese parabel. Met een knipoog natuurlijk, want Hesses belangrijkste advies luidt: beschouw het als een komedie.
Hesse was gezegend met een heldere geest en daardoor was hij erg goed in het oud zijn.
Lovers of Hesse pay attention. You are either now old, or you will be. This wonderfully profound book is Hesse's poems and writings about getting old. The sadness, the melancholy, the hope, his wonderfully Buddhist perspective. I read this when I need some perspective on my age, and I always come away filled with light and hope and pleasure. Get this and use it.
Both a profoundly melancholic and nostalgic read. Which is strange, because I have not yet left my youth. I feel like I understand these sentiments so well, even though I am far from the point where one would be expected to experience those. Nevertheless, as Hesse himself points out, some people are ahead of their age, and some behind.
This is all the more poignant, as I’ve been half joking that being 27 makes me relatively old, with students, most of them aged 18-21, I’ve been guiding throughout a university course and field trip to Morocco. After reading this, I feel like I had no clue what I was talking about then. Although I may have been factually right, and although I may have had a correct presentiment, this book provides me with some insight into the substance of what I was actually speaking about.
The main insight I have taken from this notion of being behind or ahead of your age — in the specific context of this book, because otherwise it would be an empty platitude — is that within one individual life, at various ages, one can be either ahead or behind. One is not an old soul in that he is always ahead of his age, nor immature in the sense that he is always behind. What’s more, although there is often a dominant status, one can even be both ahead of and behind his age. Indeed, in one aspect of one’s personality one can be behind, and in the other ahead. There hardly is a median line.
I may have very well read this way too quickly; I guess I’m still too youthful to be confronted with old age so clearly, after all. My youth may have revolted to the lack of life shared vividly in this book, strongly. I have too much too experience for the first time, still.
Reading texts like these helps you to realise that early. Or, if you already have, to remind you of that timely.
Also erst dachte ich Mensch man muss schon alt sein um das Buch irgendwie interessant zu finden aber ganz ehrlich Herman hesse schreibt total schön und alleine vom sprachlichen kann man es sich geben!
Iedereen die de sleet voelt kruipen in gewrichten en gedachten zal zich vinden in wat Hesse in dit pareltje bedenkt, mijmert, filosofeert, de dingen waarmee hij afrekent en vrede sluit.
HOE hij het allemaal vertelt, is literaire haute cuisine die iedereen moet beroeren die ook maar één vezel poëzie in zijn lijf heeft, ongeacht de leeftijd. Zelfs ondanks de vaak kilometerslange zinnen die eigen zijn aan de Duitse taal maar waar duidelijk geen vertaler in durft te knippen.
Dit boekje blijft sowieso op mijn nachtkastje, tot het ook mijn tijd is. Nog wel even dus, hoop ik.
* billenkoek trouwens voor de vertaler (óf de corrector) wegens een onaanvaardbaar aantal fouten in een literair werk van dit kaliber, van dt-fouten tot verkeerde meervoudsvormen en meerdere gemene aanslagen op mijn Nederlandstalige smaakpapillen. Doch dit geheel terzijde.
Leitura 35/2020 . Com a maturidade, fica-se mais jovem [Copyright 2002] Orig. Mit der reife wird man immer jünger Herman Hesse (ALE, 1877-1962) Record, 2018, 154 p. _____________________________ “Somente na velhice conseguimos ver a raridade do que é belo e o verdadeiro milagre que ocorre quando entre fábricas e canhões também vicejam flores, e entre jornais e papéis da bolsa ainda há poesia” (Posição Kindle 609/40%) . O livro é uma bela reunião de poesias, aforismos e textos reflexivos sobre a maturidade, esse inevitável destino senão de todos, da maioria de nós. O lirismo com que Hesse, o notável escritor alemão a quem devo ler seus principais romances, é tocante, musical e embevecedor. . Como um ato de arte, memórias e pensamentos são misturados às belas paisagens no esplendor das estações do ano, quando a tendência é olhar mais para o entorno mas também para dentro, onde vicejam as lembranças das boas e necessárias amizades e onde a idade vai mostrar que a paz, esse tesouro a que muitos aspiram, dependerá da forma como se irá buscar a juventude na maturidade. Que livro! Vivamos plenamente!
This a very relaxing read. Lots of anectodes, I really liked this one (French readers only) : "“Parabole Chinoise”
Un vieil homme du nom de Chunglang, qui signifie « Maître des rochers », possédait un petit lopin de terre dans les montagnes. Un jour, il perdit l’un de ses chevaux. Des voisins vinrent alors lui exprimer leurs condoléances pour ce malheur.
Mais le vieil homme leur demanda : « Pourquoi pensez-vous que cela soit un malheur ? » Et voilà que quelques jours plus tard l’animal revint, suivi d’une horde de chevaux sauvages. À nouveau les voisins apparurent, pour le féliciter cette fois-ci de cette aubaine.
Mais le vieil homme leur rétorqua : « Pourquoi pensez-vous que cela soit un aubaine ? »
Les chevaux étant devenus très nombreux, le fils du vieil homme se prit de passion pour l’équitation, mais un beau jour il se cassa la jambe. Alors, encore une fois, les voisins vinrent présenter leurs condoléances et à nouveau le vieil homme leur rétorqua : « Pourquoi pensez-vous que cela soit un accident malheureux ? » "
A tendência para colocar uma ênfase especial ou organizar a juventude nunca me foi cara; para mim, a noção de pessoa velha ou nova só se aplica às pessoas vulgares. Todos os seres humanos mais dotados e mais diferenciados são ora velhos ora novos, do mesmo modo que ora são tristes ora alegres. É coisa dos mais velhos lidar mais livre, mais jovialmente, com maior experiência e benevolência com a própria capacidade de amar do que os jovens. Os mais idosos apressam-se sempre a achar os jovens precoces demasiado velhos para a idade, mas são eles próprios que gostam de imitar os comportamentos e maneiras da juventude, eles próprios são fanáticos, injustos, julgam-se detentores de toda a verdade e sentem-se facilmente ofendidos. A idade não é pior que a juventude, do mesmo modo que Lao-Tsé não é pior que Buda e o azul não é pior que o vermelho. A idade só perde valor quando quer fingir ser juventude".
Not the sort of book I care to read all at once. The poems, observations, etc., are all on the topic of aging and, while individually often moving and, yes, even profound, tend to be too much the same to make reading straight through very interesting. I began dipping into this book more than a year ago and have returned to it now and then, especially since I retired in April, 2011.
The CD that accompanies this edition contains three selections from the book, read by Hesse and recorded in 1953, 1958, and 1959, at his house in Montagnola, Switzerland. The voice is clearly that of an old man and interesting primarily just because it's his, even though the readings don't seem to me to be especially pleasing or enlightening. (Hesse died in 1962, at the age of 85.)
Gepubliceerd op: 19 december 2001 Door dr. Hans Ester Meer informatie Eerherstel voor de ouderdom Levenshouding van Hermann Hesse kenmerkt zich door bescheidenheid en dankbaarheid De uit een geslacht van zendelingen afkomstige Duitse schrijver Hermann Hesse (1877-1962) roept twee reacties bij zijn lezers op: groot enthousiasme of diepe afkeer. Je bent óf voor óf tegen Hermann Hesse. Ik behoor tot de voorstanders en ik vraag me af of deze groep niet automatisch groeit wanneer ook de afkerige lezer kennisneemt van Hesses "De kunst van het ouder worden".
De verleiding is groot om veel en lang uit deze bundeling van Hesses uit diverse perioden stammende uitspraken en gedichten over het ouder worden en de ouderdom te citeren. Ik geef aan deze verleiding toe en citeer het begin van het hoofdstuk "Over ouderdom": "Ouderdom is een fase van ons leven en heeft zoals alle levensfasen een eigen gezicht, een eigen atmosfeer en karakter, eigen vreugden en noden. Wij ouderen met ons witte haar hebben evenals onze jongere broeders een taak die ons bestaan zin geeft. Ook een doodziek mens, een stervende, die in zijn bed ligt en de roep uit de aardse wereld nog maar nauwelijks hoort, heeft zijn taak, moet een belangrijke plicht vervullen. Oud worden is een net zo mooie en heilige opgave als jong zijn: leren sterven, en sterven zelf, is net zo''n waardevolle activiteit als iedere andere - onder voorwaarde dat ze met eerbied voor de zin en de heiligheid van al wat leeft geschiedt." (blz. 68)
Religie
Uit andere uitspraken in dit boek en uit andere boeken van Hesse blijkt dat hij sterk op de Indische religies was georiënteerd. Voor Hesse is er een nauwe relatie tussen de schepping en het goddelijke. De schepping is een openbaring van het goddelijke. Ik gebruik met nadruk deze laatste term, omdat het niet juist zou zijn om te suggereren dat Hesse volledig in de godsopvatting van het christelijk geloof in te passen zou zijn. Hesses opvattingen gaan eerder uit van een eenheid van God en schepping dan dat God als Schepper en als Vader naast Zijn schepping staat. Het leven wordt bij Hesse gezien als een heilige kringloop. De ouderdom brengt ogenblikken met zich mee waarop het proces van het leven in de natuur zich aan de mens onthult. Pas de ouderdom geeft het gevoel voor de zin en de waarde van al het gebeuren in het menselijk bestaan. Daarin passen de gedachten die hij aan het hindoeïsme heeft ontleend. Aan deze gedachten kleeft het risico van de vervaging van de kern van het geloof in Christus en de overgang naar een algemeen religiebegrip. Aan de andere kant is Hesses pleidooi voor eerbied voor alles wat leeft een heilzame correctie op de verregaande verwaarlozing van Gods schepping in de huidige cultuur, waaraan christenen vrolijk meedoen. Over het respect voor bomen -bij prinses Irene bijvoorbeeld- wordt in Nederland dikwijls lacherig gedaan. Ook Hesse respecteert alle bomen en struiken die in zijn tuin in het Zwitserse Montagnola (nabij Lugano) groeien. Hij kent ze en zoekt ze steeds op om zich te verkwikken aan hun aanblik. Zijn toon is volstrekt niet dweperig van aard. Wat hij zegt, komt doorleefd en oprecht over. De bomen leren dat groei een langzaam proces is, dat de mens niet moet verstoren. Iedere mens maakt eveneens een ontwikkeling door. Hermann Hesse nodigt de lezer uit om de waarde van elke nieuwe levensfase te erkennen. In zijn ogen is het ouder worden iets zeer waardevols: "Ouderdom wordt alleen armzalig, als hij jeugdigheid wil spelen." (blz. 50) Hiermee slaat hij naar mijn mening de spijker op de kop. Nog sterker dan tijdens Hesses leven spiegelen de ouderen zich thans qua kleding en levensgewoonten aan de trends van de jeugd. Docenten op middelbare scholen en aan universiteiten dossen zich uit als hun leerlingen en studenten. Dat ouderen zich hiermee belachelijk maken, lijkt mij duidelijk. Daarmee is de jeugd niet veroordeeld. Integendeel! Maar, naast alle waardering voor de jeugd pleit Hesse voor waardering voor verlangzaming en conservering.
Lijden en dood
Beschaafde en oude mensen hebben de taak, naar het behoud van "eilanden van vrede" (blz. 51) te streven. Vanuit deze specifieke taak van de oudere mens kan Hesse de volgende prachtige woorden opschrijven: "Ik ben een oude man en mag de jeugd graag, maar ik zou liegen wanneer ik zeg, dat ze me erg interesseert. Voor oude mensen, vooral in tijden van zulk een zware beproeving als tegenwoordig, is er maar één interessante vraag: de vraag naar de geest, naar het geloof, de manier van zingeving en godsvrucht, die blijft bestaan, die tegen lijden en dood is opgewassen. Tegen lijden en dood opgewassen zijn is de taak van de ouderdom. Enthousiasme, meevibreren, geïnspireerd zijn, dat is de geest van de jeugd. Ze kunnen bevriend met elkaar zijn, maar ze spreken beide een andere taal." (blz. 51) Hermann Hesse wandelde veel. In het heerlijke kanton Ticino (Duits: Tessin) had hij daar alle gelegenheid voor. Hij zocht blijkbaar dikwijls de eenzaamheid om tot bezinning en zelfbeschouwing te komen. Hij was een beschaafd mens, ook daarin dat hij de ander niet met zijn lawaai lastigviel. Zijn gehele levenshouding van bescheidenheid en dankbaarheid voor het leven is een hoogstnoodzakelijke correctie op de cultuur die ons omringt. De meest ingrijpende correctie is het eerherstel voor de ouderdom. Mits die ouderdom zelfbewust is en erkent hoe veel troostrijke ervaringen het leven heeft gebracht.
N.a.v. "De kunst van het ouder worden", door Hermann Hesse; vert. Evert K. M. van Leerdam; uitg. Aspekt, Soesterberg, 2001; ISBN 90 5911 003 x; 187 blz.; 13,61 ( 29,95).
Uma leitura extremamente prazerosa, o célebre autor alemão retrara sobre a sua experiência na juventude, idade adulta e velhice de uma maneira muito poética e realista. Simplesmente emocionante.
De Duits-Zwitserse schrijver Hermann Hesse (1877-1962) verwierf vooral bekendheid als essayist en romancier, alhoewel hij ook heel mooie gedichten geschreven heeft. Zijn romans munten uit door knappe psychologische beschrijvingen, ijzersterke personages en een strakke compositie. In 1914 haalde hij zich met het tegen het Duitse chauvinisme gerichte artikel O Freunde nicht diese TöneÎ de haat op de hals van de officiële pers. . Zijn eerste grote succes, de psychologische roman Peter Camenzind (1904) heeft een lyrisch-impressionistische ondertoon die hij herhaaldelijk op een meesterlijke wijze weet te hanteren. In de ontwikkelingsroman Demian (1919), gepubliceerd onder het pseudoniem Emil Sinclair, probeert Hesse de essentie van de persoonlijkheid te doorgronden met behulp van de psychoanalyse waarvan hij in deze zelfde tijd een intensieve studie had gemaakt. De psychoanalyse blijft hem fascineren want ook in de kunstenaarsroman Klingsors letzter Sommer (1920) speelt deze een rol. Zijn roman Siddhartha (1922) speelt zich af in het India van 550 v. C., waar Siddhartha na een uitbundig en losbandig leven door een eenvoudige schipper gewezen wordt op de relativiteit van alle aardse dingen en van het leven. Het boek werd in 1972 door de Amerikaanse regisseur Conrad Rooks verfilmd. Zijn legendarische roman bij uitstek is en blijft voor mij toch nog altijd de in 1927 verschenen Der Steppenwolf die het vooral van de experimentele vorm moet hebben. De hoofdpersoon, Harry Haller, probeert zich met behoud van zijn eigen authenticiteit een zinvol bestaan op te bouwen in een beschaving die steeds meer twijfels oproept. De symbolische terechtstelling van Harry in het 'magische Theater' suggereert dat de humor en het spel wellicht de weg vormen tot een juiste leefwijze. Der Steppenwolf vond veel weerklank bij een jongere generatie die aan de maatschappij en haar waarden twijfelde en het burgerlijk optimisme verafschuwde. Er trad zelfs een Amerikaanse popgroep op die zich met de naam Steppenwolf tooide. In de jaren zestig werd de roman herontdekt door maatschappijkritische groeperingen. In 1974 werd de roman verfilmd door Fred Haines met in de hoofdrollen Max von Sydow en Dominique Sanda. Met de herleving van de interesse voor de oosterse mystiek kwam er ook een hernieuwde belangstelling voor het werk van Hesse. Het werk van Hermann Hesse zal wel altijd een nieuwe generatie blijven aanspreken juist door de belangstelling die de auteur hechtte aan alles wat de gevoels- en gedachtenwereld aanging. De Nobelprijs die hij in 1946 kreeg toegekend was dan ook een terechte onderscheiding. Want door deze grote antifascist te lauweren huldigde men ook de literatuur en die Duitse literatuur in het bijzonder die door de nazis was verbrand juist omdat hij voor alles stond wat zij wilde vernietigen. In het boekje De kunst van het ouder worden zijn teksten en gedichten van zijn hand verzameld waarin hij de nadruk legt op het ouder worden. Hij begon hiermee reeds toen hij eenenveertig was en dat is in deze tijd waarin het ‘Dorian Gray-syndroom’ weelderig tiert misschien een huiveringwekkende gedachte. Voor een wijze geest als Herman Hesse hadden ouder, rijper en bezadigder worden echter een heel andere betekenis. Dat blijkt duidelijk uit dit fragment uit een essay uit 1920 met de titel: ‘Lentewandeling:’Morgen, overmorgen, spoedig, spoedig ben ik jij, ben ik loof, ben ik aarde, ben ik wortel, schrijf ik geen woorden meer op papier, ruik ik niet meer aan prachtige muurbloemen, heb ik niet meer de rekening van de tandarts in mijn zak, word ik niet meer door gevaarlijke ambtenaren geplaagd vanwege mijn verblijfsvergunning, laat de wolk drijven in het blauw, de golf stromen in de beek, het blad spruiten aan de struik, ben ik in vergetelheid, in duizendmaal verlangde metamorfose gedompeld.’(blz.10) Herman Hesse had net als ieder soms wat problemen met de fysieke en psychische aftakeling van het ouder worden maar toch genoot hij ook van dit nieuw tijdperk in zijn leven. Hij kon nog altijd even verrukt over de dingen des leven schrijven maar het accent op de passie lag anders. Vandaar ook dat de Duitse originele titel, Mit der Reife wird man immer jünger, iets beter overkomt. De kunst van het ouder worden is een zeer mooi boekje geworden. Het straalt een sereniteit en een intelligentie uit waar je rustig van wordt en die schitterend in de gedachte van ‘onthaasting’ past. Ook mede dank zij de foto’s van zijn zoon Martin is het een werkje geworden dat helemaal past bij de uitstraling die deze grote auteur had.
Há livros que são para ler a partir de certa idade. Elogio da Velhice é um desses livros. Não adianta lê-lo quando somos jovens, porque não compreendemos nem sentimos o que Hermann Hesse escreve. Tinha-o comprado há vários anos e só agora, depois de o meu filho mais novo ter tentado ler e posto de lado, é que me decidi a lê-lo. E foi o momento certo.
Elogio da Velhice intercala pequenos textos, reflexões, parábolas, com poemas. Os textos estão quase todos datados, ao contrário dos poemas, embora não estejam publicados por ordem cronológica, o primeiro data de 1920 e o último de 1959, quando Hesse contava, respetivamente, 43 e 82 anos. Em todos eles há ideias – muito bem escritas – que nos reconciliam com a passagem do tempo, com o envelhecimento, com a memória e com a morte, nossa e dos outros, que nos antecederam. A ideia que com a idade nos tornamos (será?) um bocadinho mais espertos e tolerantes. Gostei sobretudo da ideia constante nos textos de fusão com a natureza e de permanente transformação: “Na duração de um sopro da respiração sinto, mais profundamente do que alguma vez o sentira, a fugacidade da minha forma e sinto-me atraído para a metamorfose, para as pedras, para a terra, para o ramo da framboesa, para a raiz da árvore.” Mas em vez de falar sobre o livro, Elogio da Velhice, vou-me limitar a transcrever os excertos que fui sublinhando (perdi recentemente o sentimento de culpa por sublinhar frases de livros, com caneta, se for o que tiver à mão). “A idade só perde valor quando quer fingir ser juventude.” “Estar à altura dos padecimentos e da morte é a grande tarefa da velhice.” “(…) é necessária uma soma interminável de coisas vistas, experimentadas, pensadas, sentidas, sofridas, é necessária uma certa diluição dos instintos vitais, uma certa debilidade e proximidade da morte, para numa ínfima revelação da natureza sermos capazes de reconhecer a presença de Deus, de uma alma, de um segredo, a coincidência dos opostos, a grande unidade”. “Ser-se velho é uma tarefa tão bela e tão sagrada como ser-se jovem, aprender a morrer e morrer é uma função tão valiosa como qualquer outra – desde que seja cumprida com respeito pelo sentido e inviolabilidade de toda a vida.” “Destas dádivas, a que me é mais cara é a imensa riqueza em imagens que, no decurso de uma vida longa, se vai podendo armazenar na memória, às quais, com a diminuição do ritmo da atividade, vamos podendo passar a dedicar mais atenção e interesse do que até então. As figuras e rostos de pessoas que há já sessenta ou setenta anos não habitam esta terra sobrevivem em nós, pertencem-nos, fazem-nos companhia, contemplam-nos com o seu olhar vigilante. Casas, jardins e cidades que entretanto desapareceram ou estão completamente transformadas, vemo-las intactas como outrora, e costas marítimas e montanhas longínquas, que vimos há décadas em viagens que por lá fizemos, reencontramo-las agora de cores frescas e garridas neste nosso livros ilustrado.” "Olhamo-nos, eu e o meu velho camarada da escola, e cada um de nós vê no outro não apenas os cabelos brancos e os olhos cansados sob a pálpebras pregueadas e hirtas, cada um de nós vê o outrora por detrás de hoje.” E a acabar, um pensamento belíssimo (poesia quase, a lembrar-me José Gomes Ferreira): “Só ao envelhecermos nos damos conta da singularidade do belo e do milagre que efetivamente é quando entre as fábricas e os canhões também desabrocham flores e quando entre os jornais e boletins da bolsa ainda sobrevivem poemas.”
This book informs nothing. There are some beautiful passages but for the rest it is vacuous, feel-good daydreaming. Its descriptions of the trivialities of old age are meant to be relatable to geriatrics who can react like “Oh, I feel like that too!” and then bask in the warm feeling of commonality. I don’t dislike it because I can’t relate, on the contrary I can. I was just expecting more from an author I heard so much praise about, but what I found for the most part, was sappy romanticism and unadulterated Boomerism.
3.5 Étant toujours dans ma vingtaine, cette lecture m'a vraiment intriguée et je me suis d'ailleurs sentie très apaisée et contente dès que je retrouvais ce livre.
J'ai trouvé que la construction du livre était intéressante car que se soit les poèmes, les récits très concits ou ceux un peu plus longs tout était bien arrangé pour que le lecteur reste investi dans sa lecture.
Je sais que ma lecture actuelle sera différente de la lecture que je pourrai faire en vieillissant et j'ai hâte de voir comment j'interpreterai certains des textes dans le future.
Πολύ τρυφερός παρατηρητής της φύσης, ο Έσσε αναγνωρίζει τον εαυτό του εντός της και εντός της τον εαυτό του, με τρόπο αδιαχώριστο:
«Για τις στιγμές που κρατά μια ανάσα νιώθω βαθύτερα παρά ποτέ την παροδικότητα της μορφής μου κι αισθάνομαι να περνώ στην άλλη όχθη, στην όχθη της μεταμόρφωσης, της πέτρας, της γης, της βατομουριάς, της ρίζας των δέντρων».
Το βιβλίο μου προκάλεσε θλίψη, μια θλίψη όμως «χωρίς απόγνωση», αλλά με ησυχία και με μια υπενθύμιση να απολαμβάνω κάθε έκφανση της ζωής, με όλες μου τις αισθήσεις.
A beautiful 2011 collection from Pushkin Press of essays, poems, letters and excerpts of Hesse's work focused on aging, arranged chronologically and translated by David Henry Wilson. A must for Hesse aficionados and those interested in literary reflections on aging. Volker Michaels provides an insightful afterword and an interesting brief biographical sketch is written by Wilson. Enjoyable perusing.
Full of beautiful wisdom on the ageing and what it means to many of us. gave me enormous strengths when I was having a age fever when I was turning over 40. beautiful poems and anecdotes, letters to his friends console me to reflect what I had is very natural process and I can enjoy it.
How I loved this book! I'm not even "old" yet, but, given that I could die tomorrow, am I not potentially very old? This book is a gem for any age (that dares to look at death). My favorite chapter: "Herbstliche Erlebnisse".
Wat n treurig boek Alsof oud worden alleen verval en inleveren is Niks over wat er gewonnen is, hoe zekerder men zich kan voelen, welke rol v anderen in coachen of whatsoever. Ik ga maar ns n borrel drinken in deze herfst v mn leven want vrolijker werd ik niet v dit boek Jammer
Ich habe bemerkt dass ich dieses Buch in anderer Ausgabe ( eine Ausgabe hatte mehr Fotografien und Anmerkungen ) schon besaß und meine Reaktion auf den doppelten kauf war ... Es auch doppelt zu lesen.