Run een zero waste keuken zoals de neanderthalers 45000 jaar geleden. Ga wildplukken met de jagerverzamelaars in het bos. Licht het deksel van Romeinse en middeleeuwse potten en ontdek dat culinaire buzzwoorden als zuurdesem, amandelmelk en vissaus niet meer zijn dan een echo van het verleden. Niemand geeft je meer zin in oude kost dan De Foodarcheoloog, Jeroen Van Vaerenbergh. Fans van Het verhaal van Vlaanderen kennen hem als dé specialist van onze eetgeschiedenis. In zijn debuut Wat schaft de put? graaft hij nog dieper in ons culinaire verleden en toont hij hoe de inzichten van onze voorouders ons kunnen inspireren om gezonder en duurzamer te gaan leven.
Jeroen Van Vaerenbergh (1979) studeerde in 2001 aan de KU Leuven af als archeoloog. Hij verdiepte zich jarenlang in opgravingen in Vlaanderen en Italië en raakte geprikkeld door de etensresten van onze voorouders in grachten, kuilen en beerputten. De schat aan informatie over die culinaire geschiedenis deelt hij nu als foodarcheoloog met chefs, producenten, wetenschappers en kunstenaars.
Net als de rest van de Vlaamsche Bevolking (hahah) heb ik ook naar Het Verhaal van Vlaanderen gekeken en weet ik dus ineens wie Jeroen Van Vaerenbergh is. Ik vond zijn verklaringen en uitleg in de reeks een van de interessantste aspecten van het hele programma, omdat het iets zo enorm onopvallends is en tegelijkertijd letterlijk ook van levensbelang. Ons eten zegt iets over onze cultuur en geschiedenis, dat werd toen al duidelijk, en in Wat Schaft de Put? komt dat nogmaals goed naar voren. Meestal gaat geschiedenis over wat een of andere idiote koning allemaal heeft gedaan - maar dit gaat ook over ónze voorouders: edelen, de bourgeoisie, en gewone boeren die dikwijls waarschijnlijk nauwelijks wisten wie de koning was. Maar eten moesten ze wel, eten moest iedereen, en dat komt heel duidelijk naar voren.
Het boek is verdeeld over acht hoofdstukken, acht periodes, en volgt min of meer de indeling van het programma, heb ik het idee. De auteur start met de eetgewoontes van de eerste neanderthalers die in onze contreien rondliepen, op mammoetjacht, en eindigt in recenter tijden, met frieten en chocolade. In de loop van het boek wordt de ontwikkeling van de culinaire cultuur van Vlaanderen geschetst.
De hele enscenering, met (verzonnen) personen, sprak mij op zich iets minder aan; ik had het idee dat dat vooral bladvulling was, of misschien om het voor de mensen wat concreter te maken, wat levendiger, omdat ze anders misschien vreesden dat het - sorry hoor, maar ik kan het niet laten - te droge kost zou zijn. Zelf had ik eigenlijk liever de beknoptere versie gehad, zonder die scènes, maar goed, ik kan ermee leven. Verder was het wel goed geschreven, je aandacht bleef echt bij 'het verhaal', en ik heb ook maar één typfout gezien.
Verder gaat het echt concreet over veranderende eetgewoonten: nieuwe recepten, gerechten en andere gastronomische ontwikkelingen tegen de achtergrond van de geschiedenis - veroveraars zoals de Romeinen die onbekende groenten meebrengen, kolonisten die specerijen en aardappelen verscheepten over zee, weers- en klimaatveranderingen enzovoorts. Zaken als de domesticatie van vee en graan komen ook uitgebreid aan bod. Dat alles wordt geschetst met de belangrijke, algemenere geschiedenis, allicht om een beter plaatje te krijgen van welke tijd alles zich situeert, en die combinatie werkt ook goed.
Er wordt stilgestaan bij uitdagingen in de keuken in onze huidige maatschappij en eventuele oplossingen, vaak geïnspireerd op hoe er voor onze tijd aan toe ging. Dat vloekte soms een beetje met de rest van de tekst omdat dat er niet erg (chrono)logisch aan toegevoegd werd, maar interessant was het zeker wel.
Het laatste hoofdstuk gaat over veranderingen in de keuken vanaf circa de 17e-18e eeuw, maar beperkt zich wel tot de belangrijkste verschuivingen, zoals het ontstaan en de popularisering van frieten en chocolademelk en hoe eten voor de elite uiteindelijk ook naar het gewone volk overgedragen werd. Het gaat niet over de globalisering en internationalisering van het voedselaanbod in de supermarkten - spaghetti, pasta, avocado's en noem maar op komen niet aan bod - en dat vind ik eigenlijk wel een goeie beslissing, al kan ik niet echt onder woorden brengen waarom. Maar het voelt gewoon passend in de context om dat hier niet toe te voegen.
Achteraan volgen er bovendien ook nog een aantal recepten die Van Vaerenbergh heeft samengesteld op basis van de oude eetgewoonten. Het is - net als de rest van het boek - een uitgebalanceerd dieet, van soep tot dessert. In het voorwoord zegt hij 'Lees smakelijk!' en ik heb smakelijk gelezen. Een goed idee dat goed is uitgewerkt!
De titel van dit boek sprak me al meteen aan: een boek dat twee van mijn passies combineert, eten en geschiedenis.
Het boek neemt je volledig mee, van de prehistorie tot de moderne tijd. De auteur beschrijft hoe de middeleeuwers hun voedsel bewaarden en hoe de voeding van de adel en het plebs verschilde. Ook legt hij uit hoe veel van onze gerechten hun oorsprong vinden in het Midden-Oosten, zonder dat we het beseffen.
Dit boek zet je echt aan het denken over wat we tegenwoordig allemaal tot onze beschikking hebben op het gebied van voedsel. Het heeft mij bewuster laten kijken naar seizoensgebonden ingrediënten en me doen realiseren dat het echt een luxe is om te kunnen genieten van zoveel verschillende soorten voedingsmiddelen.
Het boek is bovendien erg leuk geschreven. Geen droge opsomming van feiten over eten, maar verhalen waarin wordt verteld hoe men eten klaarmaakte of welke ingrediënten werden gebruikt.
Achterin het boek vind je verschillende recepten, geïnspireerd door gerechten uit het verleden. Zeker iets om uit te proberen!
Ideaal boek voor geschiedenis liefhebbers en foodies. Op het einde staan een recepten die een soort fusion keuken zijn tussen moderne en oude recepten.