Dit is het boek dat Pogingen iets van het leven te maken wou dat het was. Vrienden, vreemden, vrouwen + Braziliaanse brieven + De Val = gegarandeerde existentiële crisis. In VrVrVr is 'Guus' een erudiete, grappige, reislustige en onzekere twintiger met bergen potentie op allerlei vlakken, in BrBr uitgegroeid tot gerespecteerd vertaler/echtgenoot/vader, EN IN DIT BOEK INEENS ALCOHOLIST DIE EEN LITER WODKA PER DAG WEGZET EN NIET MEER KAN LOPEN. De menselijkheid, het verval en de verbittering, we ontkomen er gvd niet aan. Treurigste en beste boek dat ik in tijden heb gelezen.
Dit boek lag al een paar jaar op mijn ‘te lezen’ stapel. Waarom het daar zo lang ongelezen bleef liggen? Ik heb er geen verklaring voor, temeer omdat, toen ik het kocht, het eigenlijk meteen wilde lezen, wegens nog nog nooit iets van August Willemsen gelezen te hebben. Die fout heb ik nu gelukkig hersteld. Een relaas van drank en de gevolgen ervan, zoals de val op 10 december 1990 die tot een paar operaties leidt en verblijf in revalidatie/verzorgingstehuizen. Een prachtig taalgebruik, vaak grappig en treffend, al zijn de omstandigheden er niet naar. Zelden zo plastisch dromen beschreven weten worden. Er ligt nog leeswerk van Willemsen op de plank.
Interessant egodocument, waarin Willemsens alcoholverslaving en de daaruit voorvloeiende fysieke ellende centraal staan. Net als diens “Vrienden, vreemden, vrouwen” (en trouwens ook “Braziliaanse brieven”) getuigt “De val” van een uiterst vlotte pen, maar helaas is tevens sprake van een aantal vergelijkbare minpunten. Veel herhalingen, uitgebreid verslag van dromen en een structuur die op mij wel eens overkomt als een matroesjka van tijdsperspectieven, die nogal wat van de lezer vraagt
3.25/5. De anekdotes over het verblijf in het revalidatiecentrum en Willemsens drankverslaving zijn het beste stukken uit dit dagboek; de brieven en beschrijvingen van dromen worden op den duur wat minder interessant.
'De wereld verandert: ik zie alleen maar rode auto's rijden. Je doet uiteindelijk wat je wilt. Je droomt wat je wilt. Je wilt wat je droomt.'
'Je kiest je dood. Je kiest je liefde. Leven is eenvoudig. De dood is eenvoudig. Alleen sterven is een beetje lastig.'
'Soms denk ik dat ik experimenten met mezelf uitvoer. Tot hoever zelfvernietiging kan gaan. Zou het met de planten net zo gaan als met mij? Goed, de planten zuipen geen alcohol, maar er staan er toch een paar te verdorren. Half g in de avond. Moment van de ondergang. Sinaasappels, mandarijnen, wodka, en dat eeuwige schuldgevoel. Enige troost is het ruisen van de regen op de takken. Maar het regent niet.'
'Half 6. Licht op de metro. Le premier métro, le derier métro, het maakt niets uit. Deze wereld gaat aan mij voorbij. Dat ik gisteren in staat ben geweest mijzelf in de kleren te zetten en, dat niet alleen, naar buiten te begeven en boodschappen te doen is, meer dan een wonder, een aardsel. Deze tikfout laat ik staan.'
'Hij wil eigenlijk maar twee dingen: aandacht, en dat hij met rust wordt gelaten.'
'Enfin, consternatie.'
'Op het moment moet ik vaak moeite doen mijn lachen in te houden, achteraf vind ik het bijna om te huilen. Er is hier van die ellende. Uiteraard niet de grote, gruwelijke, pathetische en met geen pen te beschrijven ellende van Koerden, Irakezen, Koeweiti's, van half Afrika zo niet de halve wereld - maar klein verdriet', dat groot is voor wie het heeft, heeft hier bijna iedereen. De kleine vreugden zijn dan ook grote vreugden.'
Die eigen omgeving, zo vroeg ik me at, wat betekent die? Ja, het vertrouwde, het nest, maar dat is een tautologie. En ik realiseerde me dat je met je huisraad meer omgaat dan met je huisgenoten. Toegegeven, stoelen en bankstellen praten niet, maar je raakt ze aan, dagelijks, langdurig, vaak met grote delen van je lichaam, meer en vaker dan je meeste huisgenoten. Intiemer ook: een dichter noemde zelfs de wc een 'bolronde vriend'. Je lichaam went aan je meubels, plooibaar meubilair voegt zich naar jou. Je lichaam meet en voelt afstand en onderlinge verhouding van de meubelstukken, je kunt in het donker lopen, een blinde beweegt zich als ziende in zijn huis. Daarom is je huis volgens modieus voorschrift inrichten of, nog erger, door een binnenhuisarchitect láten inrichten, is het vaak verschuiven van de spullen ('intern verhuizen'), is het opnieuw inrichten, dat wil zeggen nieuwe dingen kopen vóór de oude versleten zijn, alle maal een bewijs van gevoelsarmoede. Vind ik. Zou ik daarom mij, in mijn alcoholische tijd, tot het punt van razernij geërgerd hebben aan het voortdurende verbouwen bij de buren? 'Waarom zetten ze niet gewoon hun spullen neer?' vroeg ik me af. 'Is het zo niet mooi genoeg?' of iets van die strekking. In feite beweer ik nu hetzelfde, anders geformuleerd.'
'We beraadslaagden over het eten; ik zou de eerste dag koken. Ik had gezorgd voor wat de geschiedenis in zou gaan als "algemene middelen": ham, kaas, kip, twee soorten worst en twee soorten meloen. Ik heb geen flauw idee waarom dat zo genoemd werd, omdat ik ten tijde van die besprekingen al wat slokken had genomen uit een fles Spaanse coñac, die ik voor de zekerheid óók bij me had.'
'De plaats van handeling was een middelgrote Nederlandse provinciehoofdstad. Groningen, Leeuwarden, zoiets. In elk geval in het noorden des lands. In die stad een marktplein gelijkend op de Nieuwmarkt, en op dat plein een huis, het "Heyhuis". Dat "Heyhuis" leek precies op het huis aan het Singel, bij de hoek van de Heisteeg, nummer 404 (boven de huidige Brasserie van die naam), waar ik van I958 tot 1963 op zolder heb gewoond. Het was net zo'n smal, Hollands, gévelig grachtenhuis. Nu was het, samen met andere huizen uit de buurt, om redenen van bouwvalligheid en onvoldoende sanitaire voorziening, op de nominatie gezet om te worden gesloopt, en het stond al geruime tijd leeg. Of, beter gezegd, het stond niet leeg, het zat vol. Alleen niet met mensen, maar met dieren, die zich daar, als zachtaardige krakers, metterwoon gevestigd hadden. Koalabeertjes, konijnen, eekhoorns, dat soort pluizig troetelvee. De dieren hadden zich, in de loop der tijd, tot een tamelijk hechte, mondige, zelfs enigszins gealfabetiseerde, algemeen getolereerde en geaccepteerde samenleving binnen de samenleving gemaakt. Maar helemáal zelfstandig konden ze, als onredelijke schepsels die ze in de ogen van de meeste mensen natuurlijk toch waren, niet zijn, en zo verschenen ook daar, ter voorziening in dagelijkse behoeften, de overal op de aardkloot redderende vrouwtjes-die-zich-het-lot-der-dieren-aantrekken. Dat was eigenlijk de voorgeschiedenis.'
Erg goed -herlezen na jaren - over het leven in een revalidatie instituut zonder privacy en natuurlijk hoe het kan zijn om zoo enrm verslaafd te zijn geraakt aan drank - een waarschuwing het is een hel