Beladen huis is het relaas van een vrouw na het overlijden van haar man. Na zijn dood dringt tot haar door dat hun huis overwoekerd is geraakt met spullen en zwaarmoedigheid. Terwijl zij de kamers opruimt, ontstaat langzaam weer ruimte in haar gevoelens voor hem. Ze wil terugvinden hoe hij ooit was, hoe zij ooit was en begrijpen waarom hun leven samen is gelopen zoals het is gelopen. Herinneringen komen terug, de doorwerking van het verleden wordt zichtbaar, materiële en psychische verwerking gaan hand in hand. Beladen huis is een moedige memoir over de ruimte die je inneemt in een relatie, in een gezin, in de maatschappij, als moeder en als vrouw, over eenzaamheid, angst en de keuzes die we maken uit liefde.
Christine Dorothea Antoinette (Christien) Brinkgreve is sociologe en schrijfster. Zij is gehuwd met Arend Jan Heerma van Voss en moeder van twee schrijvende zonen Daan en Thomas.
Christine Dorothea Antoinette (Christien) Brinkgreve is a sociologist and writer. She is married to Arend Jan Heerma van Voss and mother to two writing sons: Daan and Thomas.
In tegenstelling tot andere besprekers en professionele recensenten vind ik dit niet zo’n sterk boek. Het is me te gemakkelijk. En te moeilijk. De schrijfster beklaagt en verwondert zich erover dat ze in haar huwelijk met A.J. Heerma van Voss niet genoeg haar mannetje stond. Dat is inderdaad jammer, maar had ze daar dan niet eerder iets aan kunnen of - naar eigen idee - moeten doen? Haar echtgenoot was een succesvol, begaafd, eloquent man. Maar ook een gekortwiekte ziel, getraumatiseerd door de vroege dood van zijn zusje, dat op vierjarige leeftijd reeds hun wat gevoelsarme moeder verving.
Dat een huis na decennia bewoning wat volloopt met spullen, waardevolle en minder waardevolle, komt in de beste families voor. Ook dat behoeft, zo lijkt het, niet zo’n beladen benadering.
Hinderlijk vind ik de goedkope reactie op de ervaring van haar zoons die Brinkgreve heeft als deze zeggen dat ze in hun kindertijd meer gezelligheid van hun vader dan van hun moeder ervoeren. Ze was wel in huis, maar op haar eigen verdieping, als haar kinderen in de vertrekken van hun vader speelden, huiswerk maakten en plezier hadden. Een feministische toverformule biedt uitkomst (H. 31). Overtuigend vind dat allerminst. Te veel bitterheid, te weinig zelfreflectie.
Er valt veel te zeggen over dit boek, ikzelf vond het kwetsbaar, gedurfd, voorzichtig, liefdevol maar bovenal heel eerlijk.
Het is een memoir, en dat komt op een of andere manier toch altijd harder binnen vind ik. Christien is jarenlang getrouwd met A. Een journalist, schrijver, hoofdredacteur geweest, met best veel aanzien. Drie jaar geleden, na een kort ziekbed overlijdt hij. Wanneer Christien na zijn overlijden het (rommelige) huis moet uitmesten, komt er bij haar meer en meer ruimte vrij om de echte relatie tussen hen te overdenken. A was een dominante man, maar voornamelijk zeer emotioneel onvolwassen, een jeugdtrauma met zich meedragend, en niet toegankelijk. Zoals ze ook zegt in het boek, kunnen dit soort mannen een heel gezin of een relatie innemen met hun problematiek. Alle leden gaan zich schikken en plooien, en op de duur voelt alles verstikkend aan. Christien zelf is dikwijls gevlucht, ofwel naar de bovenverdieping, ofwel naar hun buitenhuisje. De deprimerende energie die rond A hangt, vult stilletjesaan het hele huis. De vrienden van Christien zien dit al jaren, maar zij zelf blijft vluchten. Pas nu, nu hij er niet meer is, durft ze deze gevoelens voorzichtig toelaten en erkennen. Dit vond ik zo mooi aan dit boek, het fragiele, het eigenlijk heel goed inzien en beseffen in wat voor relatie zij zat, maar het ook toegeven en stappen ondernemen was aartsmoeilijk, vooral ook omdat er veel liefde was voor haar man. Vraag is dus, hoe ver mag en kan je gaan? Waar en wanneer stel je je grenzen… Echt een zeer mooi boek vond ik dit. Ga er nog dikwijls aan terugdenken.
Genadeloze afrekening met een echtgenoot die zich niet meer kan verdedigen (want overleden), vermomd als memoir van een geëmancipeerde vrouw die reflecteert op haar huwelijk. Met één muisklik weten we om welke man het gaat. Onder het, volgens haar, feministische mom van ‘haar plaats opeisen’ gooit ze de privacy van man en kinderen rücksichtslos voor de bus met als resultaat dit boek dat haar inzicht in haar huwelijk moet geven, en wij mogen allemaal meegenieten. De reden voor deze openbaarheid laat zich raden. Daar zijn allerlei woorden voor te bedenken, maar feminisme is er niet één van.
De vraag die ik mij ook in al mijn relaties, maar vooral die met mijn geliefde stel, is in hoeverre mag ik aan mijzelf denken en in hoeverre moet ik rekening houden met het verhaal van mijn man (en kind). De complexiteit van dit vraagstuk wordt schitterend beschreven in dit boek. De onbewuste lagen die in de omgang meespelen, de liefde, maar ook de angst, het verdriet, de woede, ik voelde alles mee. De herhaling vond ik juist passend voor de rondjes die je soms in je hoofd kan lopen en dit boek heeft mij geholpen m'n eigen cirkels te doorzien. Heel mooi hoe dit privedomein opengebroken wordt.
Het leven wordt voorwaarts geleefd, maar achterwaarts begrepen.
Ik twijfelde lang over 3 of 4 sterren, ergerde me soms aan de herhaling, de vooruitstruikelde zinnen (zoals deze). Maar vooral naar het einde toe vond ik het erg sterk en interessant: het gezin/de relatie als privédomein, onzichtbaar voor anderen, en daarin het ongrijpbare krachtenveld van beider geleefde ervaringen (en het patriarchaat) & hoe dat zo kan verschillen van het leven en de presentatie in de buitenwereld, het publieke domein.
God god godverdomme, je kan dan nog hoogleraar vrouw studies zijn (geweest), toch ontkom je niet aan het patriarchaat. Het maakt me dat ik geen zin heb om moeder te worden. Aan het einde dacht ik, je hebt het er helemaal niet over wat het met hem doet dat je over een bekend publiek figuur zo’n eerlijk boek schrijft, en toen dacht ik: ze neemt eindelijk de ruimte in.
Ondertussen 2/3 van het boek gelezen en gestopt. Het is mijn ding niet: schrijven gebruiken als therapie ttz ik ben ervan overtuigd dat je emoties, gedachten, ervaringen … opschrijven helend werkt maar als dat geschrijf geen literaire meerwaarde biedt aan andere lezers, hoeft het voor mij niet per se gepubliceerd te worden.
Beladen huis is het verwerkingsproces van de schrijfster en zoals dat gaat in dergelijk geschrijf: er is geen structuur, er is heel veel herhaling, er is zelfmedelijden en dan weer niet, er is gepsychologiseer enz…
Het verhaal heeft wel heel veel potentieel maar dat werd niet aangeboord. Zoals Brinkgreve zichzelf onzichtbaar liet maken tijdens haar huwelijk, kan ze ook in dit therapeutisch schrijven niet doordringen tot de kern van het waarom ze dat toeliet en dat komt, volgens mij, omdat ze ook na de dood van haar man niet in staat is de kwaadheid echt toe te laten.
3.5. Een boek waarvan ik gok dat vele vrouwen uit de generatie van mijn moeder (65+) zich erin zullen herkennen. Toen ik het haar tipte zei ze eigenwijs dat ze het juist vanwege de herkenning niet zou lezen, ‘juist mannen zouden het moeten lezen, daar schieten vrouwen misschien meer mee op’. Touché. Misschien ligt de kracht er ook wel in dat jongere vrouwen het ook herkenbaar zullen vinden. Wie zijn we in onze meest intieme relaties wanneer niemand meekijkt, welke ingesleten genderverhoudingen, geërfd van onze eigen ouders en de bredere geschiedenis, worden dan zichtbaar? En waarom blijven vrouwen in (hetero)relaties die niet voor hen werken, waarom blijven ze werk verzetten voor eenzijdige empathie? De empathiekloof - een relevante toevoeging aan het gender vocabulaire. Ik heb wel eens meer genoten van een schrijfstijl, het voelde vrij recht toe recht aan, eigenlijk wel een beetje zoals je dat van een academicus kunt verwachten. Iets anders wat je van een academicus kunt verwachten - altijd weer de complexiteit, gelaagdheid, blijven belichten, in dit geval van een langlopende relatie. Dat siert de auteur.
Interviews met Brinkgreve maakten me nieuwsgierig: een oudere, feministische vrouw die reflecteert op haar huwelijk met een moeilijke, niet zo feministische man. Helaas zijn de interviews beter geschreven dan dit boek. Het grote obstakel is Brinkgreves analytische manier van schrijven. Alles wordt tot op de millimeter gewikt en gewogen, het is 90 procent tell en 10 procent show. De lezer kan het alleen maar over zich heen laten komen, die krijgt niks te doen.
“Soms leek hij ons lief te hebben zoals iemand een landschap bewondert: van een afstand, zonder echt binnen te treden.”
Het beladen huis is een ontzettend kwetsbaar en intrigerend boek om te lezen. Wat mij bijzonder raakte, is hoe pijnlijk duidelijk wordt hoe verschillend iemand zich kan gedragen binnen de beslotenheid van het gezin, een privédomein dat voor de buitenwereld onzichtbaar blijft, en hoe krachtig en charismatisch diezelfde persoon zich daarbuiten kan manifesteren.
Het boek laat op indringende wijze zien hoe de invloed van een dominante persoonlijkheid én het patriarchale systeem niet beperkt blijft tot de ‘kwetsbaren’, maar iedereen kan raken, ongeacht hoe sterk of zelfbewust iemand is. Dat maakt dit verhaal zo universeel en confronterend.
Tegelijk wil ik me uitspreken tegen de kritiek die dit boek afdoet als een ‘afrekening’ met iemand die zich niet meer kan verdedigen. Wat ik vooral lees, is liefde. Liefde tussen de regels door, in de details, in de herhaalde pogingen om contact te maken met een onbereikbare partner. Dit boek voelt voor mij als een moedige poging om te begrijpen, niet om te veroordelen.
Mooi memoir. Soms wat repetitief, maar goed, in het leven komen de dingen nou eenmaal vaak op hetzelfde neer. Ik heb het niet ervaren als een afrekening, zoals ik ergens in een review las. Er zijn veel onbereikbare, onbeschikbare, eenzame mannen. En er wordt, ondanks alles, met recht van hen gehouden.
Mooi boek, ik denk dat mijn oma hier veel in had herkend. Zij verbrak wèl de relatie met mijn opa, maar bleef nog jaren met hem in hetzelfde huis wonen (elk op een eigen verdieping), omwille van hun kinderen. Ze bleef zijn was doen en zijn eten koken. Het is inderdaad vrij repititief geschreven, maar ik zie ook niet hoe Brinkgreve dit zonder deze omtrekkende beweging had kunnen doen, steeds een laag verder afpellend.
Ik las “Beladen huis” van Christien Brinkgreve. Geen roman, maar een ‘memoir’, een terugblik op haar huwelijk met A., die dood is en blijkbaar een tamelijk bekende Nederlander was.
Brinkgreve is een universitair geschoolde vrouw.
Zij en haar man waren voor de buitenwereld een droomkoppel. Maar achter de gevel van hun huis bleek het allemaal wat minder vlot te lopen.
Christien doet in dit boek zeer eerlijk verslag over hun steeds maar verslechterende relatie. Tientallen jaren. En toch blijft zij bij hem. De mensen die na het lezen van dit boek vragen "Waarom ging ze niet bij hem weg?" hebben er volgens mij niets van begrepen. Zij begrijpt het zelf niet goed. Vandaar dat ze haar relatie nu zo fileert. Het is logisch dat je je afvraagt waar het fout is gegaan. Hoe verder in het boek, hoe meer je verneemt over hun relatie. Zij communiceerden nog wel, zij het via mail, in hetzelfde huis, zij boven, hij beneden. Ze loopt op eieren, zoekt nog steeds de schuld bij zichzelf. Had zij meer aanwezig moeten zijn? Minder buitenshuis?
Eindelijk durft iemand het te schrijven: je kan feministe zijn voor de buitenwereld, maar thuis moet je, als vrouw, nog steeds alles regelen en het gezin bij elkaar zien te houden.
Ikzelf heb me altijd verbaasd over al die vrouwen met een universitair diploma die thuis, als vanzelfsprekend, de rol van huisvrouw erbij nemen. Bij mij heeft dat altijd gewrongen, die vanzelfsprekendheid. Emancipatie? Maar kijk, zelfs vrouwen met een glanscarrière ontsnappen niet aan het klassieke rollenpatroon. Het zijn “de diepe karrensporen van het patriarchaat”, zoals Christien het benoemt. We staan gewoon nergens. Het persoonlijke verhaal van Christien legt een universeel probleem bloot. Vandaar dat dit zo'n belangrijk boek is. Het huis waarvan sprake, is het persoonlijke verhaal. Die man, A., leed aan verzamelwoede. Hij had zelfs nog ergens een aparte opslagruimte gehuurd om álles te bewaren (waar zij pas na zijn dood achter komt.) Dat huis! Waarom wil zij daar in hemelsnaam blijven? Ga toch in een mooie nieuwe flat wonen, met zo weinig mogelijk rommel! De eerste 40 bladzijden van het boek vond ik helemaal niks. Wat kan mij dat huis schelen? Maar, ok, de titel zegt het wel, dat het over een huis gaat. Gelukkig wordt het daarna veel en veel interessanter. "De diepe karrensporen van het patriarchaat". Was daar eigenlijk ooit al een boek over geschreven?
En beladen was het.. maar ik heb het verslonden! Wat een goed boek. Het las heerlijk en vlot. Goed thema! En tja, hoeveel ruimte mogen we als vrouw innemen? Ik hoop dat zoveel mogelijk vriendinnen dit boek ook gaan lezen!
In Beladen huis kijkt Christien Brinkgreve na het overlijden van haar man terug op haar huwelijk. Een huwelijk waarin de partners weliswaar loyaal waren, maar ongelijk in ruimte, macht en bewegingsvrijheid.
Christien beschrijft op klemmende wijze de manier waarop haar huwelijk vastliep. Ze bleef bij haar man, droeg samen met haar man de zorg voor haar twee kinderen, maar met het nodige aanpassingsvermogen terwijl hij de ruimte mocht innemen zonder die terug te geven.
Ik vond het bij tijd en wijle een ongemakkelijk boek. Niet alleen omdat je als lezer een intiem inzicht krijgt in het huwelijk van anderen, maar ook omdat ik in eerste instantie geen sympathie voor de auteur kon opbrengen: ze beschrijft per slot van rekening iemand die inmiddels is overleden en zich dus niet meer kan verdedigen.
Toch merkte ik dat ik gaandeweg meer sympathie kreeg doordat Brinkgreve een eerlijke poging doet om haar man te doorgronden en te verklaren en ik daardoor meer begrip kreeg voor haar situatie. Het zal inderdaad niet gemakkelijk zijn geweest.
Brinkgreve portretteert haar man niet als dader, maar als drager van een patroon, met name door een traumatische gebeurtenis uit zijn jeugd. Ook is zij niet bang om haar hand in eigen boezem te steken, bijvoorbeeld door zich af te vragen of zij zich niet teveel in haar werk verloor.
En dan komen we bij een ander thema: de generatie- en tijdsgebonden ordening waarin de man als logische hoofd van het gezin wordt beschouwd en waarin vrouwelijke flexibiliteit als vanzelfsprekend gezien wordt en waar Brinkgreve zich altijd tegen verzet heeft. Ik vond de achtergrond van de feministische tijdsgeest van de jaren '80 intrigerend. Hoe anders is de rolverdeling nu.
Uiteindelijk voltrekken er zich twee parallelle levens. Zij, groeiend in intellect en maatschappelijke positie en hij, steeds meer naar binnen gekeerd, belast en onbeweeglijk.
Het huis waarin zij leven groeit dicht en raakt verwaarloosd, als tastbaar bewijs van het gestrande huwelijk. Mooi om te zien hoe Brinkgreve haar huis/ huizen als anker gebruikt: het eerste huis waarin zij leefde voordat zij haar man ontmoette, ruim en vol licht. Haar tweede huis waarin zij met haar man samenleefde en dat steeds voller kwam te staan, symbool voor het verstikte huwelijk en haar inzet om dat huis na het overlijden van haar man leeg te ruimen en te verlichten.
Een huwelijk dat niet eindigde in conflict maar in een langzame erosie. Treffend en intiem beschreven.
Echt wel bewonderenswaardig hoe open en kwetsbaar Brinkgreve is in deze memoires, met een mooie metafoor voor het volgelopen huis. Het gesplitste, en daardoor deels in mijn ogen ongelukkige bestaan, staat mijlenver van mijn beleving van het leven naast iemand, met iemand en misschien is dat dan het mooie aan dit verhaal, dat dat bevestigd wordt. Toch ben ik dus enigszins kritisch. Ik heb veel herhaling gelezen en vond het te beschouwend voor een roman. Wat het dan dus misschien ook niet echt wat.
This entire review has been hidden because of spoilers.
Begon als een intrigerende (ver van m’n bed)-show over het huwelijk, eindigde als een herhaling van zetten. Ps: wanneer je elkaar moet mailen vanuit verschillende kamers in een huis gaat er iets niet meer helemaal goed
Ik heb dit boek opgevroten. Verschillende prachtige passages onderstreept want wat een rake beschrijvingen van een vrouw die onderzoekt hoe ze zichzelf zo kon verliezen in de ander (binnen de muren van haar huwelijk), waar ze erbuiten een feministisch voorvechter was. Hoe behoud je jezelf in de verbinding met de ander? Schitterend boek dat ik iedereen aanraad.
Een scherpe ontleding van een relatie, waarin zowel zijn als haar aandeel zorgvuldig wordt geanalyseerd. De centrale vraag: “Waar zijn ze elkaar kwijtgeraakt?” Het verleden, de gezinnen waarin ze zijn opgegroeid, de ouders en hun invloed … alles wordt haarfijn gedissecteerd. Als een ui die wordt afgepeld, laag voor laag komt de waarheid bloot te liggen.
Ontluisterend is het om te lezen hoe ze elkaar mailen of schrijven: zij boven in haar werkkamer, hij beneden in zijn ruimte. Als koppel zijn ze verleerd om met elkaar te pratent elkaar te praten. En toch is er liefde, de drang om door te gaan. Sterk, eerlijk en oprecht boek.
"Ik zie ook de karrensporen oplichten die A ondergronds hebben getekend. Het spoor van zijn angst overweldigd te worden door het massieve verdriet van zijn moeder, en zijn angst verlaten te worden. maar ook het oude diepe spoor van het patriarchaat: de angst voor de doorbreking van de hiërarchische orde door oprukkende vrouwen zoals hij het beleefde. Zolang hij het overwicht in onze relatie had was het goed, toen dat verschoof kantelde ook zijn innerlijk evenwicht en moest ik kleiner worden." - blz. 160
Ik vond het een leuk, belangrijk en interessant boek maar er zat voor mijn gevoel wel heel veel herhaling in (vooral van de metaforen die worden gebruikt) . Het eerste en de laatste hoofdstukken vond ik geweldig, wát een boodschap.
Een van de meest vooraanstaande feministische schrijvers van het land, een hoogleraar vrouwenstudies, werd thuis steeds gekleineerd door haar man: hoe kan dat? Waarom liet zij dat decennialang toe, en bleef ze bij haar man?
Christien Brinkgreve stelt deze pijnlijke vragen na het overlijden van haar man, de voormalige VPRO-baas Arend-Jan Heerma van Voss, die ze steeds aanduidt als ‘A’. Dat de betrokkenen er bakken met (relatie)therapie tegenaan hebben gegooid, maakte voor de man-vrouwverhouding kennelijk niets uit. Brinkgreve merkt ook op dat zoons Daan en Thomas nogal lullige vrouwelijke figuren in hun romans verwerken. Kennelijk zijn zij volgelingen van hun vader.
De progressieve en intellectuele bubbel in Amsterdam-Zuid blijkt maar matig bestand tegen de ‘karrensporen van het patriarchaat’. Of zijn er meer verklaringen te bedenken voor de langjarige mismatch tussen C en A? Ik weet dat je nooit psychische diagnoses mag stellen zonder het subject te kennen, maar in een andere recensie op Goodreads las ik dat A overkomt als klassiek geval van een narcist. Dat zou in elk geval veel verklaren.
Als feminist is je grootste angst om medeplichtig te worden aan je eigen onderdrukking. ‘Het beladen huis’ laat zien dat dit een onvermijdelijke menselijke conditie is: zelfs één van de eerste hoogleraren Vrouwenstudies eindigde in een ongelukkig patriarchaal huwelijk. Afgelopen jaren hebben we veel feministische werken voorbij zien komen die zich richten op beleid en wetgeving (quota etc.). Dit boekt is onderdeel van een grotere trend om de emancipatoire blik weer te richten op het private domein: hoe patriarchale patronen doorklinken in intieme relaties.
In dit boek doet Christien Brinkgreve verslag van haar mislukte huwelijk. Het klinkt hard, nu ik het zo opschrijf, maar toch is dit de kwalificatie van de schrijver zelf: ‘We hebben het echt geprobeerd, en het is ons niet gelukt.’ In de opzet lijkt haar schrijven een subjectieve vertelling vanuit haar perspectief, maar toch probeert Brinkgreve in het boek meerdere algemene observaties te doen (eens een wetenschapper, …). Dat doet zij door haar persoonlijke ervaringen te duiden aan de hand van patriarchale patronen waar koppels vaak in vervallen (een resultaat van de ‘karrensporen van het patriarchaat’). Die insteek is begrijpelijk: er moet iets geopenbaard worden, een lering getrokken, zodat vrouwen die na haar komen niet dezelfde fouten begaan. Toch voelt dit ingewikkeld. Wederhoor is door het overlijden van haar man niet meer mogelijk. De schrijver had de verklarende kracht van haar observaties kunnen versterken door meer inzicht te geven in de vele mail- en briefwisselingen met haar echtgenoot, zoals Nigel Nicholson deed in ‘Portrait of a Marriage’. Echter, het is duidelijk waarom Brinkgreve hier niet voor gekozen heeft. Het publiceren van dit boek voelt als een inbreuk op de privacy van A. (de naam van haar echtgenoot afgekort). Het ongemak van haar kinderen over dit boek sijpelt door in de televisieoptredens van Brinkgreve ter promotie van dit boek.
Zo zit de schrijver vast tussen twee posities die het tegenovergestelde van haar eisen. Aan de ene kant haar wetenschappelijke rol, die bewijsvoering vereist voor hetgeen zij heeft beleefd en een sterkte argumentatie wil opbouwen over hoe patriarchale normen ook de meest progressieve huwelijken beïnvloeden. Aan de andere kant haar rol als moeder en weduwe, in welke het niet gepast lijkt om zo je vuile was buiten te hangen. Wat me niet losliet is deze ironie: dat ook nu haar man is overleden, Brinkgreve nog steeds lijkt te moeten kiezen tussen haar carrière en haar gezin. Dit voelbare dilemma geeft de memoir wel de verklarende kracht die soms lijkt te missen in de feitelijke beschrijvingen.
In het boek herhaalt de schrijver zichzelf veel, werkt (deels bewust, deels onbewust) niet naar conclusies toe en mist een heldere chronologie. Maar misschien is dit precies wat Brinkgreve de lezer wil meegeven: de mist in je hoofd als je vastzit in een patroon, en hoe moeilijk het is om woorden te geven aan wat je hebt meegemaakt als je eindelijk bevrijd wordt van je bron van ongeluk. Ik dacht aanvankelijk tijdens het lezen dat de schrijver er goed aan had gedaan om nog enkele jaren te wachten met publiceren van dit nu raadselachtige en onaffe boek, tot zij meer helderheid had gekregen over de dynamieken in haar huwelijk. Maar dit is niet het doel van deze memoir. Brinkgreve noemt het ‘een vorm van verzet tegen mijn eigen beklemming en vervaging in de binnenwereld die voor mijzelf en anderen onbereikbaar kon worden.’ Haar memoir maakt haar weer beschikbaar voor anderen, maar ook voor allen.
Het is geen makkelijke memoir om te lezen. Enerzijds vanwege het gebrek aan structuur en de mist in het hoofd van de schrijver, anderzijds vanwege de ‘complexe vermenging’ van steun en kleinering (soms ronduit vernedering) die de houding van A. ten opzichte van de schrijver kenmerkt. A. vervalt na zijn pensioen in ‘melancholische stilstand’ en de wanhoop over zijn somberte (door beide echtelieden) is door het hele boek voelbaar. De karrensporen van het patriarchaat volgend, vraag ik mij na het lezen meteen af wat A. ervan zou hebben gevonden, dit boek. Enerzijds zou hij het vreselijk vinden dat zijn vrouw zich zo profileert met hun huwelijk in professionele zin en dat zij nu zo in het middelpunt van de belangstelling staat te koste van hem. Anderzijds zou je deze zoektocht van Brinkgreve ook kunnen interpreteren als een teken van grote toewijding, waarnaar A. in zijn huwelijk zo verlangde. ‘Ik voel me nog steeds in gesprek met hem. Of weer opnieuw: onze gesprekken waren stil gevallen.’ Brinkgreve deelt in haar laatste zin zijn melancholie en verlangen: ‘Ooit hadden we elkaar veel te zeggen.’
This entire review has been hidden because of spoilers.
Verslag van een huwelijk; van een gedeeld maar ook ongedeeld leven. Kritisch, maar ook genuanceerd en empathisch. In andere reviews lees ik dat niet iedereen fan is van de analytische denk- en schrijfstijl, maar juist de drang van het willen begrijpen en doorgronden van een ander en het verleden sprak mij erg aan. Dat het daarnaast thema’s zijn die universeel relevant zijn - de impact van trauma op het aangaan van verbinding, de doorwerking van het patriarchaat in het privé domein - maakt dat dit memoir niet alleen een persoonlijk verslag is maar ook tot nadenken aanzet.
Ik vraag me wel af of de rol die zijn trauma in hun relatie heeft gespeeld in het begin te weinig wordt uitgewerkt, waardoor het lijkt alsof het vooral het doorwerkende patriarchaat is wat zijn stempel drukt in hun relatie. Wat een grote rol speelde, maar niet het enige was. Of geeft het stellen van deze vraag blijk aan toch nog een onderschatting mijnerzijds van de omvattende doorwerking van het patriarchaat?
Ondanks dat (gelukkig) het onderwerp nog ver van mijn bed show is, namelijk het rouwproces na het overlijden van je man, laat het boek heel mooi zien hoe rouw voor iemand kan werken op wat voor manier je terug kijkt op iemands leven hoe je zelf daarin gevormd bent en welke rol je hebt ingenomen in het leven van een ander. Wat ik ook erg mooi vond was de manier waarop ruimte in verschillende vormen terugkwam zowel letterlijke ruimtes in het huis als ruimte nemen in verschillende situaties.
“Durven is even je evenwicht verliezen, niet durven je jezelf verliezen”.
‘Hij was een bezet mens, de plaats en betekenis van het overleden zusje namen de volledige ruimte in beslag. Er was geen plaats voor mij, voor wie ik was, voor hoe ik werd. Zolang hij hoopte dat ik in het gemis van zijn zusje kon voorzien paste het, maar toen ik daarbuiten trad verbrak hij het contact. Toen kregen patriarchale trekken de overhand, een te lomp woord voor de ruimte die hij nam en kreeg, voor die complexe menging van mij steunen en kleineren, van bijval en ondergraven.’
Voorbij het gegeven dat het verschijnen van dit boek voor haar intimi ontzettend ingewikkeld moet zijn geweest, heeft het me geroerd en brengt het me in beweging. Het is een geslaagde verwoording van hoe externe krachten vanuit het patriarchaat, via onze voormoeders - en vaders, doorwerken in ons binnenste. Een kluwen die we als individuen kunnen proberen te ontrafelen, waarna we meer als onszelf de buitenwereld in kunnen gaan. Gestaag weer verder.