' Je hebt lang gewacht om het relaas van jouw jaren in een instelling voor verwaarloosde jongeren neer te pennen. Je hebt het uitgesteld, beseffende, lichtjes gehoopt zelfs, dat zulks vaak tot afstel leidt. Je wou niet de zieltogende schrijver van het trieste-jeugd-gebrompot zijn. Voor zover je dat nog niet was. Maar toen je een jonge vrouw, een ex-instellingskind, zich voor jouw ogen van het leven zag beroven, en toen twee van je oude soortgenoten de kranten haalden omdat ze zich geen raad wisten met het familieleven dat hun nooit was aangeleerd, heeft het blad papier zich vanzelf naar je toegeschoven. De eerste persoon enkelvoud kon worden afgeschaft, en het voelde veilig, eindelijk te verdwijnen in de ellende van een ander.'
Na zijn debuut in 1999 schreef Dimitri Verhulst 13 boeken, romans, verhalen, novellen, poëzie en toneel. Zijn werk verschijnt in meer dan 20 talen over de hele wereld en hij wordt gezien als een van de grote schrijvers uit de Lage Landen. De klassieker De helaasheid der dingen werd bekroond met de Gouden Uil Publieksprijs, met Godverdomse dagen op een bol won hij de Libris Literatuurprijs. Zijn laatste, De laatkomer, verkocht binnen een half jaar meer dan 75 000 exemplaren, wordt verfilmd en over de hele wereld vertaald.
• 2007 - Publieksprijs Gouden Uil voor De helaasheid der dingen • 2007 - Humo's Gouden Bladwijzer voor De helaasheid der dingen • 2008 - De Inktaap voor De helaasheid der dingen, literaire jongerenprijs Vlaanderen, Nederland en Suriname • 2009 - Beste Boek 2008 Humo's Pop Poll voor Godverdomse dagen op een godverdomse bol • 2009 - De Libris Literatuur Prijs voor Godverdomse dagen op een godverdomse bol
Wat een pareltje... De laatste nieuwe van Dimitri Verhulst bestaat eigenlijk uit twee verschillende verhalen: 'Kaddisj voor een kut' en 'De aankomst in de bleke morgen'. Het eerste verhaal behoort zonder twijfel tot de beste fictie die ik tot nu toe gelezen heb. Wat Verhulst allemaal in die 94 bladzijden krijgt... Zoals vaker bij hem is het opnieuw gedeeltelijk autobiografisch: deze keer gaat het over zijn periode in een jeugdinstelling en het is dan ook verleidelijk om Verhulst met het hoofdpersonage gelijk te stellen. Centraal in het verhaal staat een begrafenis van een meisje uit de instelling, en door middel van flash-backs krijgen we een beeld van het harde en trieste leven van instellingskinderen. Verhulsts stijl is opnieuw prachtig (de tweede persoon enkelvoud zorgt ook voor een speciaal effect) en veel van de zinnen zou je gewoon willen ophangen aan de muur. Op een bepaald punt heeft het hoofdpersonage het over de schommel die door jong en oud gebruikt wordt "omdat hij daar nu eenmaal stond. Jullie waren verweesden en weggesmetenen, jullie hadden zichzelf te wiegen." Gewoonweg geniaal. Even fantastisch vond ik volgende observatie: "Het is niet zo dat er te veel mensen op de aarde zijn. Het probleem is dat er zoveel ongewensten zijn." De nagel op de kop, helaas. Net zoals het leven van de kinderen zijn Verhulsts zinnen ook vaak hard en cynisch: "Dus maandag abortusdag. En 's avonds bloempatatten met spruit en varkensworst." Het einde is verrassend en zorgt voor een krop in de keel, maar die krop zit er eigenlijk van bij het begin. 'Kaddisj voor een kut' verdient voor mij de volle vijf sterren.
Het tweede verhaal is een toneelstuk dat Verhulst al enkele jaren terug geschreven had en is gebaseerd op waargebeurde feiten: in de jaren '90 vermoordden een man en een vrouw hun twee kinderen op een hotelkamer in Aalst. De twee volwassenen zijn ex-instellingskinderen, dus het verhaal sluit mooi aan bij 'Kaddisj voor een Kut'. Eigenlijk zijn de twee verhalen zelfs tegengestelden: het eerste toont hoe alles ondanks de zware jeugd toch nog relatief goed kan komen, terwijl het tweede laat zien hoe het leven compleet kan ontsporen net door die moeilijke jeugd. Het verhaal bestaat voor het grootste deel uit dialoog tussen de twee 'ouders', met wie het erg moeilijk identificeren is. De manier waarop de ouders met elkaar over koetjes en kalfjes praten (de minibar, het bidet, het schilderij aan de muur) terwijl ze elk moment hun kinderen gaan doden zorgde voor kippenvel en onbegrip bij mij, net als hun handelen: ze willen per se een film blijven volgen en ga na het moorden om een pak friet. Je krijgt het beeld van twee mensen die compleet afgestompt en gevoelloos geworden zijn. De redenen voor deze gevoelloosheid komen we trouwens te weten dankzij een soort auctoriale verteller die doorheen de kamer lijkt te zweven. Wat in de hotelkamer gebeurt heeft zijn wortels in het verleden: "Je ziet, de hel van het hotel werd warm gestookt met hout dat al heel lang lag te drogen." Op het einde geven de ouders zelf hun beweegredenen, en krijg je als lezer opnieuw een krop in de keel, zij het een heel andere krop dan die van 'Kaddisj voor een kut'. Dit verhaal zou ik 3 sterren of 3,5 ster geven omdat ik het allemaal net iets te hard vind, wat waarschijnlijk wel de bedoeling is. Ik vind het bij lange na niet zo geloofwaardig of pakkend als het eerste deel, waarbij je je bijna zelf een instellingskind waant. Misschien komt 'De aankomst in de bleke morgen' op het toneel wel beter tot zijn recht.
Eindoordeel: 5 sterren voor 'Kaddisj voor een kut', 3 sterren voor 'De aankomst in de bleke morgen' dus 4 sterren voor het hele boekje. Wat kan Verhulst schrijven!
Door een barslechte recensie heb ik heel lang gewacht om dit boekje te lezen. Vreemd, want Verhulst heeft een speciaal plekje in mijn hart. Waarom? Omdat hij zijn milieu heeft weten te ontvluchten door zijn intelligentie en liefde voor boeken en taal. Voor hem draaide een verblijf in een jeugdinstelling positief uit. Helaas geldt dat niet voor iedereen, en over die anderen gaat dit boek. Dit boek heeft me diep geraakt. In een eerste deel bezoekt hij de begrafenis van een meisje dat vroeger samen met hem in dezelfde jeugdinstelling zat. Ondertussen denkt hij aan dat verleden terug. In mooie volzinnen en met het nodige cynisme en opgekropte woede beschrijft hij wat er zoal in een instelling gebeurt. Kinderen die aan hun lot worden overgelaten door steeds ander personeel dat zijn idealisme vlug verliest. Het tweede deel in het boek behandelt het proces van een echtpaar, ook met een instellingsverleden. Ze hebben hun twee kinderen vermoord omdat ze geen andere uitweg meer zagen. Tijdens de moord zit de vader op zijn gemak naar tv te kijken. Gruwelijk. Hier niet langer fraaie volzinnen, enkel dialogen tussen de ouders, en dat levert een volledig andere stijl én een nog negatiever sfeer op. Boodschap: een instelling is geen gezinsvervangende plek. Verre van. Dat veel kinderen in een instelling uiteindelijk in de marginaliteit en criminaliteit terechtkomen, is bijna de logica zelve. Chapeau voor Verhulst dat hij ook dat heeft weten te vermijden.
Het gebeurt zelden dat ik bijzonder onder de indruk ben van een Nederlandstalig werk. Inhoudelijk wel, natuurlijk, maar taalkundig blijf ik vaak op mijn honger zitten en mis ik in het Nederlands iets wat in het Engels, Spaans en Frans zo veel meer aanwezig lijkt te zijn: nuances en subtiliteiten. Verschillende woorden om hetzelfde uit te drukken op toch net een iets andere manier. Het is weinig Nederlandstalige auteurs gegeven, blijkbaar.
Dimitri Verhulst is één van die weinige auteurs die mij ontroert. Inhoudelijk én taalkundig. En al mogen sommigen gechoqueerd zijn door de titel of het veelvuldig (nu ja, valt eigenlijk wel mee) gebruik van scheldwoorden en "vieze woorden" in zijn laatste werk, "Kaddisj voor een kut", ik ben bijzonder onder de indruk van dit boek. Verhulst wendt een schitterend taalgebruik aan en weet op die manier op bijzonder sprekende wijze de problematiek van de instellingskinderen te omschrijven. Als er al scheldwoorden gebruikt worden passen deze in de context. Een shitty situatie is nu eenmaal een shitty situatie. Je moet daar geen 37 strikken rond doen. Als lezer voél je het gewoon, waar het fout loopt, waar het knelt, hoe het kind zich moet gevoeld hebben. Dat het boek in de 2e persoon is geschreven draagt daar zeker toe bij, je kan niet anders dan je aangesproken voelen en je inleven. Als je als auteur in zo'n opzet slaagt, dan ben je top.
"Kaddisj voor een kut" brengt instellingskinderen in de schijnwerpers. Of eerder gezegd, de hele problematiek rond instellingskinderen. Verhulst stelt de manier waarop instellingen worden gerund aan de kaak zonder echt te veroordelen Hij vertelt over hoe de kinderen zichzelf een buitenstaander voelen in de wereld en hoe die wereld naar hen kijkt. of liever, op hen neerkijkt. Het is een sublieme weergave van de rauwe realiteit, met die schitterende humoristische ondertoon die we van Verhulst gewend zijn.
Het verhaal is opgebouwd uit 2 delen. De setting van het eerste verhaal is de begrafenis van een instellingskind Gianna, ook wel "kut" genoemd door een onbegripvolle security guard in een winkelcentrum, die zichzelf van het leven beroofde. Aanwezig op de begrafenis is de persoon die vertelt ("De Neus", Dimitri Verhulst) en die door de mis heen terugblikt op het leven dat ze hebben gedeeld en wat haar zover moet hebben gebracht. Enige kritieken aan het adres van het christelijk geloof en de dienstdoende pastoor zijn Verhulst niet vreemd. Het tweede deel vertelt het verhaal van een echtpaar, beide ex-instellingskinderen, die door hun achtergrond en situatie zo in de penarie zitten dat ze liever hun eigen kinderen vermoorden (wat ze ook echt doen) dan dat ze naar een instelling zouden moeten…. Een eindconclusie waarvan de haren op je arm recht komen te staan!
Kortom: een subliem boek, gedurf, met een moeilijk thema op meesterlijke wijze aangepakt. Lezen!
"Gianna zei: ‘Het is niet zo dat er te veel mensen op de aarde zijn. Het probleem is dat er zoveel ongewensten zijn.’ Daar wist je al: je had alzheimer nodig om deze uitspraak van ‘r te kunnen vergeten" (p 41)
"…hij had deze taak aanvankelijk menen te moeten invullen door voor het priesterambt te gaan, tot zijn libido het celibaat afwees, hij verliefd en vader werd…" (p. 42)
"… Ze moest ooit een lezer geweest zijn, de verzen van Guido Gezelle in het bijzonder, te oordelen naar de volumes in haar boekenkast, maar ze kwam er nooit aan toe. Geboren lezers die niet kunnen lezen worden lastige beestjes, dat weet je…" (p. 49)
"(Psalm 118) Met de heer aan jullie zijde hadden jullie niets te vrezen. Best mogelijk. Het punt was: de Heer stond niet aan jullie zijde!" (p. 51)
" (over het bidprentje) Only the good die young. Daaronder haar naam, geboortedatum, sterfdatum. Administratieve feiten. Haar leven: het kleine streepje tussen een geboorte- en een sterfdatum".
"Ik vind het grappig dat jij nu net over dat rijbewijs begint. De voorzitter van de jury kon het ook niet laten. Was die Opel Corsa (de auto waarin het jonge gezin bivakkeerde en rondreed) ingeschreven, vroeg hij. Neen, zei ik. Was hij verzekerd? Neen, zei ik, want je moet wel wreed stom zijn om een auto te verzekeren die niet is ingeschreven. Had u een rijbewijs? Neen, zei ik, maar ik ken mensen die we wél één hebben en ik weet dat dat in hun persoonlijke geval geen bewijs is dat ze wel degelijk met een auto kúnnen rijden. Is die auto afbetaald? Neen, zei ik. Ik kreeg zo al halvelings het gevoel dat ik daar voor een verkeersovertreding zat………….. Ik bedoel, een auto verzekeren tegen ongeval, is dát soms geen voorbedachtheid, dan?" (p 103)
Wat een slag in je maag is dit boek! Het boek leest alsof het in één gulp is geschreven, een niet te stuiten stroom opgekropte woede, boosheid, onvermogen, maar wel in een fantastische taal! Een lange aanklacht, een om je oren slaan met het leven zoals het niet zou mogen zijn. Dit boek is zijn vijf sterren meer dan waard, ik ben er niet goed van.
In elke zin voel je dat dit autobiografisch is (zoals alle werk van Verhulst wellicht). Het is een gebed - dat staat ook in de titel - voor een kut en met dat gebed verheft Verhulst de kut tot mens.
Als halfweg het boek de laatste panfluittonen weerklinken en de kut de kerk wordt uitgedragen, blijf je verweesd achter. Niet in het minst omdat je denkt dat het nog verder gaat, maar dat doet het niet.
'De Aankomst in de Bleke Morgen' is namelijk een nieuw verhaal, dat volledig los staat (hoewel) van het vorige.
Het relaas van Sarah en Stefaan, die in een hotelkamer in Aalst hun beide kinderen van het leven beroven is nog intenser.
Eén zin vat alles samen: "Je ziet, de hel van het hotel werd warm gestookt met hout dat al heel lang lag te drogen."
Ik hou van de stijl van Verhulst, van zijn rauwe spot en nonchalante cynisme. Maar in dit boek vond ik mijn draai niet. Het klinkt misschien gek omdat dit zijn meest autobiografische werk is, maar de afstand tot de personages leek te groot, alsof Verhulst op een veilige afstand wilde blijven van zijn verleden, dat hij niet te betrokken wilde raken bij zijn eigen zielenroerselen. Het lijkt ook alsof hij zich er om diezelfde reden snel vanaf wilde maken, er was zo veel meer te doen met zijn inzichten en perceptie. Het voelt aan alsof hij dit boek in één keer heeft uitgekotst en de smerigheid met een opgelucht gevoel de rug heeft toegekeerd. Begrijpelijk, maar toch zonde.
Tja, wat moet ik hiervan vinden? Twee ‘verschillende’ verhalen in één boek. De een nog treuriger en hopelozer dan de ander. De overeenkomst: instellingskinderen en de uitkomst daarvan. Helemaal niet best als je deze twee verhalen moet geloven. Leest zeer makkelijk weg en er zitten mooi beschreven passages bij, maar veel diepgang krijg je niet met twee verhalen van beide nog geen 100 pagina’s.
Prachtig doch onthutsend. Met wat vuilbekkerij ook, maar niet gratuit. Het draagt bij aan het begrijpen van de kaksituatie van instellingskinderen. Niemand ‘geniet’ van dit boek, maar wel een must read!
Twee begrafenisondernemers waren meer dan voldoende geweest om dit pluimgewicht de kerk uit te dragen, maar het ritueel en de werkgelegenheidscijfers waren er beter bij gebaat indien ze het met z'n vieren deden
Een passage uit "Kaddisj voor een kut", een aangrijpend verhaal van een instellingskind en de invloed die dit heeft gehad op de schrijver, die ondanks alles toch aan alle ellende heeft weten te ontsnappen en nog (iets) van zijn leven heeft kunnen maken.
Trouwens, wat was er ondertussen nog gebeurd? Gebeurd? In de film. Je ging me vertellen wat ik had gemist
Een passage uit "De aankomst uit de bleke morgen", de andere kant van het verhaal waar twee instellingskinderen overgaan tot een gruwelijke daad en hun twee onschuldige kinderen in een hotelkamer van het leven beroven. Een kil, gruwelijk verhaal dat mij als vader van twee jonge kinderen met ontzetting achterlaat.
Het is weer op en top Dimitri Verhulst, in een van zijn donkerste en somberste verhalen.
Another upper cut from Dimitri Verhulst. Time and again, his books leave me totally knocked-out. 'Tough', 'Poignant' and 'razor sharp' are but three descriptions of his work, and they fit this book as well.
Zware thematiek, meesterlijk neergeschreven. Altijd rauw, tamelijk luguber, oh zo Vlaams en verdomd pijnlijk op meerdere vlakken. Niet voor gevoelige lezers.
Een boek in tweede persoon enkelvoud, dat is iets dat je niet vaak ziet. Eigenlijk, wanneer je in de diepste groeven van jouw hersenen graaft, is dit het eerste boek dat je hebt gelezen in deze vorm. Vreemd eigenlijk, want het voegt wel degelijk iets toe. Het maakt het persoonlijk, en je voelt dat het over jou gaat, zonder dat het daadwerkelijk ook maar enige gelijkenis toont met jouw leven.
Voor de rest is het boek hard, cynisch, en stroomt het over van creatief taalgebruik. Ja, Verhulst is een lievelingetje van me. je.
Een der beteren, zeker het tweede gedeelte dat leest als een absurd toneelstuk waarbij de twee ouders elkaar met typische Verhulstische bewoordingen schuldig maken in een voorbedachte dubbele kindermoord. Pijnlijke materie gezien het waargebeurd is.
“Wie te laat komt beleeft tenminste nog het narratieve genoegen een excuus te mogen verzinnen; voor te vroeg komen bestaan er simpelweg geen excuses, tenzij volkomen belachelijke.”
Het verhaal is beperkt maar wel doordacht. Het geeft een goede inkijk in het leven van een pleegkind en het leven in een pleeghuis. Maar vooral laat het zien hoe deze kinderen volwassen worden maar de lasten van een ex-pleegkind met zich meedragen.
Zoals gebruikelijk is het geschreven op een typische Verhulst-wijze, waarbij de harde en de tot verbeelding sprekende woorden niet worden geschuwd. Je bent hier voor of niet voor. En in dit boek heb ik gemerkt dat het me minder ligt dan in zijn voorgaande boeken. Soms te langdradig, soms worstelend om door te lezen.
De thematiek van dit boek is bitterhard: ouderloze kinderen of kinderen die door hun ouders worden misbruikt (al dan niet seksueel) of gewoonweg afgedankt (letterlijk) komen in de onpersoonlijke wereld terecht van opvangtehuizen en steeds weer andere pleeggezinnen. Sociale en emotionele intelligentie ontwikkelen de kinderen zo uiteraard niet, met als gevolg dat ze het zelf niet redden, in criminaliteit vervallen en even slecht met hun eigen kinderen omgaan. Je kan niet geven wat je niet eerst hebt ontvangen (liefde, begrip). In het eerste deel van het boek, waarin Gianna wordt begraven gebruikt de schrijver een heel erg bitter smakende en cynische humor. De schrijver spreekt de hoofdpersoon ('de neus') altijd aan met 'je', maar je kan niet anders dan denken dat hij dit in restrospectieve schrijft naar zijn eigen jonge 'ik'. Het tweede deel, waarin Stefaan en Sarah aan het woord komen vond ik minder geslaagd. De realiteit is even hard in dit deel, maar Verhulst combineert dit hier met een soort slapstick-humor die ik niet kan rijmen met de ernst van de situatie. De twee liggen gewoonweg te ver uit elkaar. Qua taalgebruik kan ik Verhulst zeer appreciëren. Zijn archaïsche spreektaalwoordenschat (zeikenste nat, sloor, cervela, gaarne, drets, onwederroepelijk, edoch, altoos, ...) maken het voor mij zeer herkenbaar en aangenaam om lezen. In het geheel heb ik dit boek graag gelezen.
Verschrikkelijk om het met de echte recensenten eens te zijn. Maar hier is het meer dan ooit het geval.
De eerste helft van het boek is fantastisch, Verhulst op z'n best: Razendsnel, Cynisch, Hilarisch, en Hartverscheurend. Met parels als deze:
"Hoe ze op de schommel zat bijvoorbeeld. Want dat was het stomme aan die schommel in de tuin van dat tehuis, de schommel staande onder het raam van meisjes-kamer 7: hij werd gebruikt door jong en oud. Omdat hij daar nu eenmaal stond. Jullie waren verweesden en weggesmetenen, jullie hadden zichzelf te wiegen."
Maar het tweede deel is te bruut, te hard, te cru, en mist daardoor zijn doel. Door de daders als onmenselijk voor te doen laat ons dat nog niet inleven in hun psyches. Door alles zo hard en koud mogelijk neer te zetten evenmin. Daar is meer voor nodig. Verhulst kan dat als de beste, weten we uit eerder werk, maar hier is hij er niet in geslaagd.
Het eerste verhaal verder uitwerken, dieper doorgronden, en zo het tweede erin verwerken, dat was een betere optie geweest. Helaas.
In NRC noemt Arjen Fortuin het verhaal 'Kaddisj voor een kut' een van de beste dingen die Verhulst ooit geschreven heeft, terwijl het andere verhaal in het boek, 'De aankomst in de bleke morgen', juist een van de slechtste is. Hij suggereert zelfs dat het beter zou zijn om het boek simpelweg doormidden te knippen. Ik kan me alleen maar bij hem aansluiten (op het knippen in boeken na dan). Was het tweede verhaal even goed geweest als het eerste, dan had het boek wat mij betreft zeker 5 sterren verdiend. Het is echter een van de slechtste verhalen die ik ooit gelezen heb. Vandaar dat een toelichting bij mijn waardering noodzakelijk is: wat mij betreft krijgt het eerste verhaal 5 sterren, maar het tweede slechts 1.
Dimitri Verhulst bezit over een heel vlotte pen. Alleen al de titel is erg gevat. Het leest heel vlot en bezit over dat tintje zwarte humor, waar ik me wel een beetje voor schaam als ik toegeef dat echt wel grappig is. Het boek gaat eigenlijk over heel donkere onderwerpen maar het heeft me niet gedeprimeerd. Net zoals in 'de helaasheid der dingen' is er niet echt een duidelijke verhaallijn, wat ik wel als een minpuntje beschouw. Het zijn wat losse flodders, maar wel hebben ze allemaal een opvallende link met elkaar, namelijk: instellingen voor verwaarloosde kinderen. Heel interessant onderwep dus!!
'Geboren lezers die niet kunnen lezen worden lastige beesten, dat weet je.'
Het taalgebruik van Dimitri Verhulst is prachtig ('kinderen van de ramsj', dat zou ook een mooie titel geweest zijn). Het titelverhaal kon ik zeer waarderen. Voor 'De aankomst in de bleke morgen' (ook weer een prachttitel) is mijn zieltje wat te teer denk ik.
een heel erg rauw verhaal over instellingskinderen en hoe een verblijf daar kan lijden tot gezinsdrama's. erg tot in het detail beschreven dus nogal zwaar verteerbaar. ik ben er een paar dagen niet goed van geweest.
Het spijt me, ik geraak hier niet doorheen. k heb een beetje moeilijk met het vertelperspectief. Even een de kant leggen, heeft niet geholpen. Ik ga later een nieuwe poging wagen. Kut. Voorlopig schommel ik tussen 2 en 3 sterren...
Soms is het heel simpel! Dit boek moet je gelezen hebben. (Zeker als je in de sociale sector wil werken.) Pijnlijk (waar). Gelukkig word je er niet van maar wat een prachtige taal om je die sociale, psychologisch, maatschappelijke, politieke en menselijke mokerslag op je kop te geven.