Er bestaat een hardnekkige mythe dat Joden in ons land weinig tot geen verzet zouden hebben gepleegd toen ze tijdens de bezetting werden afgevoerd naar de vernietigingskampen. Niets is minder waar, laat historicus Ben Braber zien in deze indrukwekkende studie naar de vele vormen van Joods verzet in Nederland.
In zijn even noodzakelijke als aangrijpende nieuwe boek schetst Braber een panoramisch beeld van breed gedragen Joods verzet. Mensen als de bokser Ben Bril, schoonmaakster Rosa Boekdrukker-Hirsch, een van de organisatoren van de Februaristaking, studente Truus van Lier en reserveofficier George Maduro, lieten zich niet terroriseren door de bezetters, en zij waren zeker niet de enigen. Omdat ik geen lam voor de wolven wil zijn toont overtuigend aan dat het tijd is de mythe van de Joodse passiviteit definitief achter ons te laten.
Wat een slecht boek over het "Joods verzet". In dit boek wordt "verzet" in de breedste zin van het woord gebruikt, waardoor iedere scheet al tot Joods verzet wordt gerekend. Ook staat het boek vol met onzekerheden, getuige veelgebruikte termen als "misschien", "wellicht", "mogelijk", "we zouden kunnen aannemen", "het is mogelijk dat" etc. Dat zijn natuurlijk geen feiten, maar aannames. Ook het aantal deelnemers van Joden aan het verzet wordt enorm opgeblazen. Dat is ook wel logisch aangezien de auteur zelf Joods is, en zijn volk graag zo positief mogelijk wil positioneren. Ook het taalgebruik is niet objectief. Zo schrijft de auteur consequent dat Joodse verzetsstrijders in concentratiekampen 'vermoord' zijn, ook als de doodsoorzaak anders is, zoals ziekte of ondervoeding. Dit komt de betrouwbaarheid van het boek niet ten goede.
Het enige deel van het boek dat de moeite van het lezen waard is, is de bibliografie. Er wordt verwezen naar een groot aantal boeken die wél de moeite van het lezen waard zijn. Sla de rest van dit boek maar over.