David de Nobel, zoon van een wereldberoemde schaakgrootmeester, is journalist. Hij zoekt naar patronen, naar verbanden, naar datgene wat we niet willen zien. Wanneer hij een mysterieus object ontvangt, ontdekt hij een complot van de Nederlandse overheid tijdens de Koude Oorlog. Zijn zoektocht reikt steeds verder, tot zijn jeugd, tot het beruchte huwelijk van zijn ouders, en de markante vrienden van zijn vader. Tijdens internationale toernooien kwam de grootmeester ook in contact met schakers van achter het IJzeren Gordijn. Vriendschappen werden geboren, vijanden werden gezworen – kan het zijn dat zijn vader in de jaren ’80 betrokken is geweest bij spionageactiviteiten? Tot hoe ver reiken de echo’s en de schaduwen van het verleden?
Hoe vaak krijg je als journalist de kans om een goed stuk te publiceren? Dat is een vraag die door David, evenals door zijn moeder Ella, wordt gesteld in ‘Schijnoffers’ van Daan Heerma van Voss. Deze familie/spionageroman volgt afwisselend moeder en zoon: beide journalisten zijn op het spoor van een interessant verhaal, totdat ze voor de keuze komen te staan: hun eigen ambitie volgen of kiezen voor een ander.
Dit ontvouwt zich in een spannende, maar ook gevoelige roman, waarbij je als lezer steeds nieuwe vragen voorgeschoteld krijgt, met slechts vleugjes antwoorden. Ook staat het vol mooie passages met schaakreferenties.
Het verhaal van ‘Schijnoffers’ is er een die doet wat het moet doen. Er zijn wat losse eindjes, maar eigenlijk doen die er niet toe. Voor de personages maken de antwoorden namelijk niet meer uit zodra ze hetgeen vinden waar ze echt naar op zoek zijn. Want in zijn kern is ‘Schijnoffers’ een roman over een gebroken gezin en een zoon die goed genoeg wil zijn voor zijn vader.
“Zeven jaar eerder had de jongen zijn eerste zet uit zijn leven gedaan, alleen op zijn kamertje. Zijn vader was bij zijn eerste zet vijf geweest, was David verteld, twee jaar jonger dan hij op dat moment. Voordat hij zijn eerste zet had gedaan lag David dus al meer dan zevenhonderd dagen achter.” (p.36)
This entire review has been hidden because of spoilers.
‘Easy reading is damn hard writing’, heeft Nathaniel Hawthorne ooit op fameuze wijze geschreven. De jongste roman van Daan Heerma van Voss is hiervan een ‘case in point’, want ik las het in een paar sessies uit, eerst wat achteloos, daarna begon ik door plot en stijl steeds beter op te letten en na deel 1 pakte ik mijn scherpe potlood om passages te onderstrepen en van opmerkingen te voorzien. Ik lees een boel belletrie in een jaar, maar het potlood komt er lang niet altijd aan te pas. Heerma van Voss is een auteur die met elk boek beter wordt. Ik volg hem al sinds 'De zondagsman' en hij heeft al bewezen persoonlijke boeken te kunnen schrijven, zoals 'Coronakronieken', 'De bange mens' (een geweldig boek over angst) en 'Geen vaarwel vandaag' (over de dood van zijn vader) en hij laat zien dat hij in zijn laatste roman het persoonlijke kan overstijgen door een mengeling van verbeelding en research.
Alles draait in 'Schijnoffers' om het gezin van Max de Nobel, schaakgrootmeester, die getrouwd was met Ella Leeuwin. Samen kregen ze hun zoon David, waarna het stel uit elkaar ging. De verhaallijnen van Ella en David wisselen elkaar af in de eerste twee delen, ze worden ook gedateerd om ze uit elkaar te houden. In het laatste onderdeel gaat de volwassen David zelf op onderzoek uit of er meer zit achter zijn vader en zijn kennissenkring. We komen dan in de paranoïde wereld van spionage, vrijmetselaars en samenzweringstheorieën terecht.
'Schijnoffers' is niet zomaar een schaakroman, zoals de omslag meteen doet vermoeden. Tijdens het lezen vergeleek ik de roman steeds met 'The Queen’s Gambit' van Walter Tevis. Als de naam van de auteur u niets zegt, dan wellicht wel de verfilming van het boek tot miniserie op Netflix. Maar zo tweedimensionaal als Tevis’ boek is (boek en serie zijn precies hetzelfde) – zijn beschrijvingen van schaakpartijen zijn wél beter, duivels moeilijk om iets te beschrijven wat vrijwel onzichtbaar is – 'Schijnoffers' is meer dan een schaakroman en daardoor geslaagder.
Het is namelijk ook een familieroman, waarin de assen moeder – zoon en daarna vader – zoon worden onderzocht. Het is een roman over een multiculturele relatie, hoe het is om met een ‘genie’ samen te leven. De stijl is wonderlijk geslaagd, soms symbolisch (‘Zo begon ons huwelijk. Met een smaak die nergens mee te vergelijken valt’), bij vlagen humoristisch en aforistisch (voor op een tegeltje: ‘Volgens mij is een genie uiteindelijk gewoon een boerenlul die een excuus zoekt om zich als een klootzak te gedragen). Onderdeel van de humoristische stijl is de subtiele maatschappijkritiek: ik moest gniffelen om de hel van de Van der Valk (‘all you can eat!’), de kritiek op de bekakte stellen uit Oud-Zuid (‘neem, ruim, neem ruim, zei Charlotte’) en hoe we als samenleving een mislukte kloon van Amerika zijn geworden.
‘Last but not least’ is Schijnoffers een spionageroman. Ik vond dit aanvankelijk het minst aannemelijke deel van het verhaal, maar gaandeweg wint het toch aan overtuigingskracht. Het doet denken aan het journalistieke werk van Huib Modderkolk die weet waarover hij het heeft, en uit de verantwoording blijkt dat de auteur onder anderen bij hem zijn research heeft gedaan. De wereld van de ‘geheime jongens’ wordt geloofwaardig ingekleurd, van ‘operationeel inparkeren’ (kont naar achter, neus naar voren) tot en met de gedragscodes, zoals hoe je met een oude jongen van de dienst in gesprek treedt (‘Zolang ze niet weten wat ze bijdragen hoeven ze ook niet bang te zijn dat ze hun mond hebben voorbijgepraat. Iemand als hij kan net zo goed geen bron zijn, maar gewoon een vent aan een tafel, die sommigen dingen weet en andere dingen niet, snap je?’). Er is sprake van ‘een ding’, een staaltje afluisterapparatuur uit de Koude Oorlog, het komt eerst wat gedateerd over, maar helaas is de sfeer van de Koude Oorlog weer helemaal terug van weg geweest, dus de roman leest ook in dit opzicht als een actueel commentaar op onze tijd, zonder dat er opzichtige parallellen zijn.
Er zit aardig wat ‘spy speak’ en ‘chess speak’ in de roman, de gelaagde titel is er een voorbeeld van, want een ‘schijnoffer’ is niet alleen een term uit de schaaksport. De term wordt eerst schijnbaar achteloos geïntroduceerd in een rijtje ‘name-dropping’: ‘Boris praatte in voor mij onbegrijpelijke codetaal, Caro-Kann-opening, drietrapsraket, schijnoffers, stikmat’. Maar daarna blijkt ook Ella de term te gebruiken als ze haar eigen (schijn?)offer brengt door haar journalistieke tekst over schaken te verbranden in Mexico, haar eigen verhaal vertelt (‘Wat ik me nou afvraag: is een offer ook een offer als het door niemand zo wordt genoemd, als je het niet ziet?’ – doet een beetje denken aan de filosofische boom die in het bos omvalt zonder getuigen, maar dat is flauw). Ella stuurt haar eigen zoon lange mails als apologie van hun gezinsleven (David reageert kort: ‘Sommige stukjes uit je e-mails waren duidelijk meer voor jezelf dan voor mij. Is niet erg, begrijp het wel’) en ze praat erover met haar psychiater, want 'Schijnoffers' is ook het verhaal over hoe je mentaal leed verwerkt, lang nadat je het achter de rug hebt. Er waart een somberte door het boek, die zich in verschillende personages manifesteert, maar Ella’s psychiater weigert haar de diagnose depressie te geven. Nee, zij zou lijden aan liefdesverdriet!
Hoeveel heb je over voor je relaties, voor je gezin? Hoeveel heb je over voor je eigen ambities? Dit zij belangrijke vragen die uiteindelijk raken aan het hart van de thematiek van dit verhaal. De roman laat wat losse eindjes achter, wat niet onbevredigend aanvoelt als je het verhaal weer verlaat, want alle grote fictie werkt zo. Het spionageverhaal blijft uiteindelijk ‘een spel van schaduwen, meer niet’.
Het voelt alsof de personages hun eigen leven in Amsterdam of elders vervolgen, buiten de roman om; de laatste pagina van de roman had niets eens gehoeven: voor iedereen nadert het einde, vroeg of laat. Gun ons de illusie dat in ieder geval literaire personages onsterfelijk zijn.
Deze recensie werd eerder gepubliceerd op mijn blog GraagGelezen.
Met 'Schijnoffers' levert Daan Heerma van Voss een knappe en ambitieuze familieroman af, die het spanningsveld tussen persoonlijke loyaliteit en de onverbiddelijke zoektocht naar de waarheid verkent. De roman combineert een spionageplot uit de Koude Oorlog met een intiem portret van een disfunctioneel, maar onvermijdelijk verbonden gezin. Het resultaat is een meeslepend verhaal.
De kern van het verhaal ligt in de familie De Nobel: de beroemde, enigmatische schaakgrootmeester Max de Nobel, zijn ambitieuze vrouw Ella Leeuwin, die haar eigen carrière opzij zette, en hun zoon, journalist David. Waar het verhaal in drie delen, ons meeneemt naar de turbulente romance en het huwelijk van Max en Ella in de jaren '80, springt het verhaal veertig jaar later naar David, die stuit op aanwijzingen dat zijn vader betrokken was bij duistere spionageactiviteiten van de Nederlandse overheid.
Heerma van Voss weet de verschillende verhaallijnen en tijdsperioden ingetogen en ingenieus in elkaar te vlechten. De centrale thematiek draait om de keuze tussen de waarheid en de relatie met je dierbaren – een dilemma waarmee zowel Ella in het verleden als David in het heden worstelt. Ella offert haar journalistieke ambities voor het gezin, terwijl David de fundering van zijn familie dreigt te ondermijnen in zijn journalistieke speurtocht. Deze herhaling van het dilemma benadrukt hoe het verleden, met zijn geheimen en offers, tot in de volgende generatie doorwerkt.
“Ik trok mijn jurk uit en kleedde me achter een handdoek om. Binnen enkele seconden was ik bij het water, ik dompelde mezelf erin onder, mijn hartslag schoot omhoog, een zoute mond, verdwaalde zandkorrels schuurden mijn keel. Toen ik boven kwam, spartelde David vanuit Max’ armen naar de mijne. ‘Onthoud dit’, zei Max, ‘op de dag dat we zijn getrouwd hebben we in de regen gezwommen. Doe je mond eens open. Proef je dat? Het zoete regenwater en het zoute zeewater? Je hele mond tintelt ervan. Merk je dat? Niets ter wereld smaakt zo.’ Zo begon ons huwelijk. Met een smaak die nergens mee te vergelijken was.”
De schrijfstijl is origineel en goed verzorgd, met zinnen die vaak direct onder de huid kruipen en de lezer uitnodigen om door te lezen. Heerma van Voss toont zich een geraffineerd verteller met een groot psychologisch inzicht in de motieven van zijn personages. Vooral de neerwaartse spiraal van de eens zo briljante Max en het getormenteerde innerlijk van Ella komen prachtig tot uiting.
De setting van de jaren tachtig tot nu, en de reis van Paramaribo tot Noordwijk, voegt een rijke, brede context toe aan het intieme verhaal. Het motief van schaken is hierbij meer dan een decor; het fungeert als een metafoor voor de strategische keuzes, offers ('schijnoffers') en het onvermogen om het einde van de partij te bepalen, wat het lot van de familie De Nobel typeert.
'Schijnoffers' is een virtuoze, spannende familieroman die de liefhebbers van zowel literaire fictie als spannende plotten zal aanspreken. Het is een boek dat je meesleurt in een verhaal over liefde, loyaliteit, en de pijnlijke echo’s van het verleden. Het mooie, doorvoelde einde, met de ontroerende schaakpartij tussen vader en zoon, bezegelt de thematiek en zorgt voor een krachtige afsluiting. Dit boek is een spionagethriller en literaire familieroman ineen.
Op Instagram schrijft auteur Daan Heerma van Voss dat hij met dit verhaal probeert om het Koude Oorlog-spionageverhaal en het familie-epos genre met elkaar te combineren, en wat mij betreft is dit absoluut gelukt. Vanuit de afwisselende perspectieven van ex-vrouw Ella en zoon David leren we over het leven van schaakgrootmeester Max de Nobel, de teloorgang van zijn huwelijk met Ella en de rol die hij wel of niet heeft gespeeld in een geheim project van de De Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD). Max is daarmee de verbindende factor die ervoor zorgt dat er veel parallellen zijn in de journalistieke ambities van Ella en David. Beiden komen in een positie waarbij het erop lijkt dat loyaliteit en waarheid tegenover elkaar komen te staan. De familiegeschiedenis van het gezin de Nobel-Leeuwin leent zich in deze context voor een bijzondere zoektocht naar de betekenis en relevantie van ‘de waarheid’.
De metaforen die in het boek naar voren komen maken het verhaal interessant voor lezers die affiniteit hebben met de schaakwereld. Zo spreekt Ella over zichtzelf als een vrouw die “bij nader inzien nooit een dame [was] geweest, maar een pion die toevallig de overkant van het bord had bereikt” (p. 68). Één van mijn favoriete passages in het boek is het hoofdstuk waar Ella merkt dat Max weinig begrip voor haar heeft wanneer ze haar hart lucht over de micro-agressies die ze dagelijks meemaakt vanwege haar Surinaamse afkomst: “voor iemand die in een wereld leefde die bestond bij de gratie van wit versus zwart, kon hij behoorlijk blind uit de hoek komen. […] hoe kan iets wat zo vanzelfsprekend is voor mij, zo vanzelfsprekend dat het onzinnig voelt om er überhaupt over te praten, zo onzichtbaar zijn voor jou?” (p. 45).
Ik merkte tijdens het lezen dat mijn spanningsboog vooral werd geprikkeld door het mysterie rondom de spionagezaak en mijn onbegrip voor de keuzes die werden gemaakt door de personages. Het boek las daardoor snel weg, maar helaas voelt het alsof veel van de vragen die bij mij naar boven kwamen uiteindelijk onbeantwoord blijven. Waar ik verwacht dat veel lezers begrip zullen hebben voor de keuzes die hierin zijn gemaakt door de auteur voelt het verhaal voor mij echter een beetje onaf.
Al met al vond ik het wel een intrigerende en unieke leeservaring. Met een klein beetje schaak- en wereldgeschiedenis en een paar uitstekende one-liners van de bijpersonages Osch en Ber bleef ik als lezer bijna 400 pagina’s lang geboeid en vermaakt. De laatste zin van het verhaal is misschien wel de meest prachtige slotzin die ik ooit heb gelezen: “Niemand behalve David is getuige van het moment dat de koning viel” (p. 379). De manier waarop deze uitspraak in de cover is verwerkt laat is voor mij een perfecte samenvatting van hoe verfijnd dit verhaal in elkaar zit. Het werk van Heerma van Voss zal niet iedereen aanspreken, maar wat mij betreft is het zeker de uitdaging waard!
Zwart en wit, koningen en pionnen. In de nieuwste roman van Daan Heerma van Voss word je overspoeld met schaakmetaforen. De centrale vraag waarmee Heerma van Voss in Schijnoffers speelt, is wat zwaarder weegt: de waarheid of de relatie met je dierbaren. In een familieroman waarin heden en verleden op een bijzondere manier in elkaar overvloeien, legt hij deze vraag zowel aan moeder als zoon voor.
Daan Heerma van Voss (1986) is een Nederlandse schrijver en journalist. Hij publiceert romans, essays en reportages in onder meer De Groene Amsterdammer, De Volkskrant, NRC en The New York Times. Bekende werken zijn De Vergeting (2013), De laatste oorlog (2016) en Geen vaarwel vandaag (2023), dat bekroond werd met de BNG Bank Literatuurprijs.
In de verhalen van Heerma van Voss staan vaak geschiedenis, identiteit en morele dilemma’s centraal. Dat is in Schijnoffers niet anders. Het boek draait om de familie van schaakgrootmeester Max de Nobel en wordt verteld vanuit zijn vrouw Ella Leeuwin en hun zoon David. Het begint en eindigt bij David, die in de derde persoon wordt beschreven. David is journalist en onderzoekt vermeende Russische spionage, waarbij de buren — en lange tijd goede vrienden — van zijn ouders mogelijk betrokken zijn. Hij graaft in zijn verleden, een reis die hem voert langs Paramaribo, waar zijn moeder vandaan komt, Amsterdam – waar zij nu woont – en verder naar Noordwijk, Bretagne en Duitsland, waar zijn vader zich in het heden heeft teruggetrokken in de bossen. Ook Max lijkt een rol te hebben gespeeld in de spionage.
Het verhaal van David wisselt af met het perspectief van Ella, dat in de ik-vorm is geschreven. Zij ontmoet Max op een feestje en reist korte tijd later met hem mee naar een internationaal schaaktoernooi in Mexico. Ze droomt ervan journalist te worden en vertelt aan Elsevier dat ze een stuk schrijft over Max en het toernooi. Max en Ella worden verliefd, en Ella staat voor een keuze: het artikel publiceren en gaan voor haar carrière, of kiezen voor Max en zich schikken in de rol van echtgenote.
Heerma van Voss laat zijn fantasie de vrije loop. Hij baseert Schijnoffers op het waargebeurde verhaal van een klein Nederlands bedrijf dat de CIA hielp om Russen af te luisteren. Dat familiegeheim plaatst hij in een bijzondere familie. Het aantal thema’s dat Heerma van Voss behandelt zijn daarom bijna teveel om op te noemen. Het is overweldigend. Het gaat over racisme en identiteit. Ella probeert haar Surinaamse verleden los te laten en helemaal op te gaan in het Amsterdamse rijkeluisleven. Het gaat over liefde. Over de relatie, en later de scheiding van Ella en Max. Waarom werkte het niet? Het gaat over de vriendschap tussen Max en de buren. Tegelijkertijd sluimert er op de achtergrond een mysterie. De koude oorlog komt voorbij. En, natuurlijk niet te vergeten: schaken. De schaaktoernooien, de zetten en de tegenstanders komen uitgebreid aan bod. En Max zijn heldenstatus wordt ook uitgebreid beschreven. Hoe is het om de vrouw van een bekende Nederlander te zijn? Het boek staat bovendien vol met schaakmetaforen.
Zowel Ella als David staan voor dezelfde keuze: weegt de waarheid zwaarder dan de band met de mensen van wie je houdt? Ella’s beslissing wordt al snel duidelijk, maar die van David blijft spannend tot de laatste passages van het boek. Uiteindelijk rijst de vraag: doet de keuze er echt toe, of is het — zoals de titel suggereert — slechts een schijnoffer?
Heerma van Voss speelt met taal en neemt de lezer uitgebreid mee door verschillende tijdsgeesten. Zijn stijl is zorgvuldig en beeldend, al kan het door het grote aantal thema’s soms een uitdaging zijn om de draad vast te houden. Om alle metaforen, verwijzingen en lagen volledig te doorgronden, zou je het boek eigenlijk een tweede keer moeten lezen – met pen en papier in de hand.
Het bijzondere verhaal waarop Heerma van Voss zich baseert had wellicht sterker uit de verf gekomen zonder de overvloed aan neventhema’s. Dat maakt Schijnoffers bij momenten wat chaotisch, met losse eindjes die niet allemaal worden afgewikkeld. Ook de relatie tussen moeder en zoon had iets meer verdieping verdiend. Ella schrijft lange brieven aan David, maar zijn reactie is dat hij ze niet allemaal leest — daarvoor moet hij de tijd en ruimte nemen. Toch weet Heerma van Voss het verhaal mooi af te sluiten, met een perfect gekozen laatste zin. Schijnoffers krijgt van mij vier van de vijf sterren.
Met dank aan Atlas Contact voor dit recensie-exemplaar in ruil voor een eerlijke recensie.
Dit verhaal voelt vanaf het begin als een sneltrein waar je rustig kan lezen. Onmiddellijk beet ik me er in vast. In de jaren tachtig vertrekt Ella met de schaker Max naar Mexico, voor wat hopelijk het tornooi van zijn leven wordt. Ella ging mee omdat ze haar eerste rapportage wilde schrijven over de schaakgrootmeester Max de Nobel. Maar ze worden verliefd en ze moet kiezen tussen haar ambitie of de liefde. Veertig jaar later ontdekt David, via een vroegere vriend, dat de Nederlandse overheid betrokken is geweest bij spionage activiteiten. Hij besluit om dit verder te onderzoeken en hoopt om er een rapportage over te schrijven die hoofdpagina nieuws wordt. Maar wanneer hij iets ontdekt dat voor hem persoonlijk alles veranderd, moet ook hij kiezen tussen. De waarheid of zijn dierbaren. Het verhaal op zich vond ik al een perfecte mix van intriges en spanning, waarin elke beslissing en actie invloed heeft op de liefde en loyaliteit voor diegenen in je leven. De schrijver heeft een manier van schrijven dat je onmiddellijk vanaf de eerste pagina meesleept. En dit speelt zich dan ook nog allemaal af in de wereld van schaken dat ik zelf een hele interessante wereld vind. Prachtig boek dus! En dan heb ik nog niets gezegd van de voorflap....zo mooi, origineel en perfect kleurschakering.
Het boek Schijnoffers bevat prachtige zinnen en treffende vergelijkingen. Ik had graag een lovende recensie geschreven, maar helaas. Vol verwachting begon ik aan dit boek, maar al snel merkte ik dat het niet voor mij was weggelegd. De logica in de zinnen kon ik moeilijk volgen, de schaak-metaforen waren overdadig en de verhaallijn greep me niet. Met doorzettingsvermogen worstelde ik me door de hoofdstukken heen, maar na tweehonderd bladzijden besloot ik dat het geen zin had verder te lezen.
Opvallend is dat de hoofdstukken over David vanuit het derde perspectief geschreven zijn, terwijl die over Ella in de ik-vorm verteld worden. Een groot deel van het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van Ella, een Surinaamse vrouw die in haar jongere jaren naar Amsterdam is gekomen. Het idee dat de schrijver zich volledig kan verplaatsen in het perspectief van een vrouw van kleur vond ik echter niet overtuigend. Mede daardoor kon ik geen echte band met de personages opbouwen. Ook het 'spannende' deel van het boek kon mij niet interesseren. Helaas, het boek en ik bleken geen match.
Nee nee nee. Dit werkt voor mij niet. Daan Heerma kan best schrijven, maar hij wil vooral erg graag een schrijver zijn. Grote metaforen, grote gebaren: 'Schijnoffers' zit er weer vol mee.
Sommige scènes zijn levendig, maar het is niet gedoseerd, niet subtiel, en lijkt ook weinig geredigeerd? De schaakmetaforen zijn overdadig en zitten tegen de kitsch aan. Psychologisch blijft het allemaal nogal op de vlakte.
Vreemd ook dat Daan Heerma, die in zijn journalistiek ook nogal ijdel en op zichzelf gericht overkomt, vanuit een vrouw en vanuit iemand van kleur schrijft: perspectieven waar hij voelbaar minder mee heeft en die hij toch vanuit zijn witte, mannelijke blik beoordeelt. Deze roman: Leon de Winter meets Wieringa, het zijn soort man dat Daan Heerma graag lijkt te willen zijn. Maar hij combineert niet per se het beste van die twee schrijvers.
Net als in de familieroman Geen vaarwel vandaag, staat in deze roman ook een gemankeerd gezin centraal. De context maakt de tragische familiegeschiedenis extra boeiend: de moeder komt uit Suriname, de vader is een beroemd schaker met een ondoorzichtig netwerk. David, de zoon is journalist en verdiept zich in zijn de rol van Nederland en de Koude Oorlog en ontdekt dat zijn vader, met wie hij dan geen contact meer heeft, daar mogelijk een rol in gespeeld. Dit levert een boeiende roman op, waarin je meer zicht krijgt op Nederland in de Koude Oorlog, de wereld van het schaken, maar vooral meeleeft met David en zijn moeder die op hun eigen wijze moeten kiezen voor de waarheid of voor hun relatie. Vooral aan het einde van het boek is het moeilijk om te stoppen met lezen, en de ontknoping is zowel mooi als tragisch tegelijk. Aanrader!
Niet het beste boek van Daan Heerma van Voss. Het gros van het boek, pak hem beet de eerste 250 pagina’s, was hol. De personages vlak, het plot bij vlagen doodsaai, en de schrijfstijl niet boeiend en geforceerd. Maar, dat moet gezegd worden, daarna werd het boek naar een ander niveau getild. Vanaf het hoofdstuk waarin Ella een brief aan haar zoon schreef kwam er meer diepgang in het boek en begonnen de personages te leven. Vanaf dat stuk heb ik van het boek genoten.
This entire review has been hidden because of spoilers.